mandenvlechten basketweaving
Inhoud blog
  • Litteratuurl lijst A - H
  • Litteratuur lijst vervolg W-Z
  • Litteratuur lijst vervolg H - W
  • Terminologie Nederlands, Francais, English, Deutch
  • nieuwe blogger; mandenvlechten en ambachten
    Zoeken in blog

    22-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Traditionele vlechterij
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    enige beknopte uitleg.

    Inleiding

    Als mensen je aan het werk zien, dan hoor je ze steeds spreken over riet. Je kunt uit hun opmerkingen afleiden dat ze eigenlijk niet weten welk materiaal je verwerkt en dat ze een aantal verschillende materialen als het zelfde aanzien. De mensen staan zo ver van productieprocessen en materialen af dat hun alle logica dienaangaande ontgaat en dat ze dikwijls zo zeker zijn van hun “begripsverwarring” dat ze er discussies over aan gaan. Deze verwarring wordt dan ook nog verder onderhouden door life-style en mode tijdschriften die uitpuilen van onjuiste benoemingen van materialen en technieken.

    De term riet, gebruikt in de vlechterij, is een verward begrip. Strikt genomen is riet een waterplant, die gebruikt wordt als dakbedekking of als tuin afscheiding, aaneengestikte mat, een moderne toepassing om wat discretie.

    ‘Met riet vlecht men niet’ Het is recent taalgebruik dat etymologisch niet klopt.

    Riet is een vernederlandse overname van het Engelse “reed” of "pithreed" , dat op delen van de rotanplant slaat; schors of kern die op verschillende diktematen getrokken, in de handel verkocht worden. Men spreekt in het engels ook van “center-cane”.

    Rotan is een subtropische slingerplant, waarvan vele variëteiten bestaan, en die hier reeds vanaf de 17 de eeuw, maar vooral in de 19de en 20ste eeuw veel is ingevoerd en verwerkt.

    Pitriet is slechts één van de vele materialen waarmee kan gewerkt worden. Zo zijn er verder grassen, stro, bladeren, bladnerven, bamboe, schors, dennennaalden enz.

    Men is zo vervreemd van de materialen waarmee gevlochten wordt, dat men ze niet meer herkent en alles onder de term riet klasseert. Net zoals men tegen margarine boter zegt.

    Het materiaal waar hier in de lage landen traditioneel mee gevlochten werd is de éénjarige scheut van de wilg (Salix)

    In de ardennen werd ook wel hazelnoot gebruikt. Hier wordt een heel andere techniek voor gebezigd en werd meestal slechts toegepast voor eigen gebruik.

    Er bestaan wel enige honderden soorten wilg die gemakkelijk kruisen en hybriden vormen. In de vlechterswereld worden zij genoemd naar de kleur van de schil, de vorm, het gebruik, of de herkomst. Zo spreekt men van Belgisch Rood, Duits rood, Weda, Leerband, Petite Grissette, Gele, Groene, Krakers, Kletters, Noire de Villaine, Amerikaantjes slanke twijgen, Bindwis, Duitse Dot gedrongen bouw, Sarda, katwilg, kat, amandelwilg ook wel beuk of grauw genoemd, zwarte driebast, Hengelaarsgrauw, Frans geel, enz.

    De soorten gebruikt om te vlechten dienen zeer soepel, buigzaam en toch taai te zijn. Zij mogen bij allerhande manipulaties zeker niet breken en liefst niet knikken.

    De geteelde wissen zijn variëteiten die meestal tot volgende soorten of kruisingen ervan behoren:

    Salix Triandra; Noire de Villaine; harde soort

    Salix Viminalis wordt gemakkelijk lang en zwaar; katwilg, kat, groene Rijsenburgse kat,     
        Deventer kat

    Salix Fragilis kraakwilg; Belgisch Rood nr. 582; vertakt graag bij grotere lengte; Frans Geel.

    Salix Purpurea bitterwilg; wordt gemakkelijk lang en zwaar

    Wissen in de natuur verzameld zijn slechts bruikbaar voor zeer ruwe manden. Mooi werk krijgt men daar niet van.

    De teelt

    geschiedt meestal op vruchtbare, vochthoudende bodem, dikwijls alluviale gronden langs rivieren, die niet geschikt zijn voor landbouw:
    Schelde, Bornem, Weert

    Maas, Stokkem, Hoei

    Durme, Waasland Eksaarde.

    Teelt op plateau levert echter betere vlechtkwaliteit op/

    De stekken worden op rijen geplant; Naargelang de soort variëren de tussen afstanden van 30 tot 60 cm en in de rij van 2O tot 25 cm. De ene soort groeit dikker en langer een andere korter en dunner. Hierop kan men inspelen door de plantafstand aan te passen.

    Door dit dicht plantverband schieten de twijgen hoog op. Zij rekken zich als het ware naar het licht toe. Aldus bekomt men materiaal van grotere lengte dat niet te vlug van dikte verloopt en dat eventueel in het tweede groeiseizoen weinig zijtakken vormt. Op de plaats waar een zijtak ontspringt is de rechtlijnige structuur van het hout gestoord. De teen gaat bij verwerking op deze plaats breken.

    Om ze klein en fijn te houden worden ze dikwijls, na het uitschieten eind mei terug afgemaaid.

    Vroeger werden wissen geteeld op lage knotten. Dit bemoeilijkt mechanisatie. Deze teeltwijze is dan ook zo goed als verdwenen.

    De Wissenteelt is een specialiteit op zich, net als fruit- of groenteteelt.

    De verzorging

    De wissenakker of de griend (NL) dient onkruidvrij gehouden te worden, met gevoel bemest en desgevallend van schadelijke insecten ontdaan.

    De bemesting is een controverciele zaak. Een stevige bemesting geeft gulzige groei en dus veel kilo's wissen. De wens van de teler.

    Gulzige groei geeft materiaal met veel merg, minder veerkracht en taaiheid; eigenschappen waarop de vlechter niet zo gesteld is.

    De teler heeft graag een goede opbrengst en neigt tot een stevige bemesting, terwijl de vlechter een sober gewonnen wis verkiest. Wissen op een plateau gewonnen zijn daarom door de tragere groei dikwijls veel harder dan deze die komen van vochtige bodems of rivierkanten.

    De plagen

    Insecten kunnen de bladeren aanvreten, wat op zich niet zo erg is, doch ook het hout aantasten. Bij het afvreten van de topknop krijgt men vertakte wissen. Deze zijn moeilijk te gebruiken. Dit is ook het geval bij inwendige houtvraat door larven.
    De ene soort is er gevoeliger voor dan de andere.

    Er zijn heel wat verschillende soorten insecten (wilgen haantje, schuimcicade) die bij voldoende aanwezigheid een bedreiging kunnen zijn voor de latere bruikbaarheid.

    Zware hagelbuien kunnen eveneens erge schade berokkenen aan de teelt. De schors van de loten wordt gekwetst door de hagelkorrels. De schorskwetsuren geven later lichte infecties gepaard met vergroeiingen in het hout. Het zijn slechts beschadigingen van minder dan één centimeter groot Na het schillen ziet men daar kleurverschillen, bruinzwart Op deze plaats gaat, bij verwerking, de teen breken.

    De kwaliteit van de wissen verschilt van jaar tot jaar. Zoals men een goed wijnjaar heeft.....

    Eveneens kan er na stockage van het materiaal insectenvraat optreden. Dit gebeurt vlugger bij brute dan bij geschilde wissen.

    De oogst

    Na de bladval in de vroege winter kapt men de éénjarige twijgen gelijk de grond of de stronk af. De snede dient zo zuiver mogelijk te zijn om het resterende gedeelte, dat volgend jaar voor nieuwe loten moet zorgen, zo weinig mogelijk te beschadigen en te behoeden voor invriezen en inrotten.

    Ook de wisvoet moet gaaf zijn. Enige mislukte inkappingen of gespletenheid geeft een stuk verlies.

    Het kappen is gemechaniseerd.

    Een oud spreekwoord luidt als volgt: Sint Sebastiaan doet het sap al gaan en is het met kappen gedaan. Sint Sebastiaan valt eind januari.

    De beste periode van kappen valt na de bladval in december en januari. Als we met het volksgeloof rekening willen houden dient de oogst te gebeuren bij afgaande maan. Later in het winterseizoen begint stilaan de sapstroom op gang te komen om in de botgroei te voorzien. Het hout wordt dan voedselrijker en nadien, bij opslag, vlugger vatbaar voor insectenvraat (memel)

    Na de kap worden de zijscheuten eventueel afgedaan en sorteert men op lengte. Nu is het tijdstip gekomen waarop men het kleuruitzicht van de latere mand bepaalt.

    Ofwel laat men de geoogste wissen indrogen met de schil op. Deze kunnen dan zo gebruikt worden voor brut werk.

    Wil men gedroogde wissen schillen dan dienen ze gekookt te worden. Een bijkomend gevolg hiervan is dat de bruine kleurstof aanwezig in de schil, het witte hout bruin gaat verkleuren. Dit is een natuurlijke zaak die gebeurt zonder toevoegingen. deze wissen noemt men buff. Deze Engelse term wijst op het gebruik dat ontstond in Engeland eind achttienhonderd. Voordien kookte men niet. Het koken verspreide zich snel over europa.

    ofwel houdt men de wissen verder levend tot het komende groeiseizoen. Hiervoor worden ze buiten in ondiepe bassins met de voeten in water gezet. Zodoende gaan zij in het voorjaar uitlopen, bladeren en wortels schieten. Omstreeks mei-juni, als de sapstroom goed op gang is gekomen, dan komt de schil tamelijk los te zitten en is het moment gekomen om ze te verwijderen..

    ofwel stoomt men. Dit geeft erg donkere bastkleuren.

    Witwerk is het meest duurzaam omdat een gedeelte van de aanwezige voedingsstoffen werden uitgespoeld of door de ontloken bladeren werden opgenomen. Wit materiaal is voedsel armer en daarom minder aantrekkelijk voor insecten en schimmels.

    .

    Het schillen

    van de levend gehouden wissen dient te gebeuren op het juiste ogenblik. Dit situeert zich in mei-juni. Het is slechts een korte periode dat dit vlot gaat. Vroeger werkte men dan ook met man en macht om dit werk tijdig klaar te krijgen. Het was dikwijls vrouwenwerk dat per bussel betaald werd. Ook bleven kinderen nog al eens thuis van school om mee te helpen.

    Het schillen gebeurde met een schil- of blekijzer.

    Na het schillen worden ze liefst in de zon, rechtopstaand tegen een draadafrastering of een gevel, te drogen gezet en daarna ingebusseld.

    Zo zijn ze klaar voor verkoop en/of stockage.

    Voor het bekomen van bruine wissen (buf) is men niet aan een bepaalde periode gebonden. Men kookt, vers of reeds gedroogd (langere kooktijd) en men kan beginnen te schillen.

    Men kan ook rechtstreeks van de struik schillen. Doch dit vermindert de duurzaamheid.

    Alle varieteiten schillen of kleuren bij koken niet evengoed.

    Stockage

    Men kan pas aan de opberging denken als het materiaal goed droog is. Bij brute wissen kan dit zeer lang duren. Vandaar dat men deze dan ook verschillende maanden in de wind laat drogen. Vooral de kleine maten zijn zeer gevoelig voor verstikking en schimmelvorming.

    Een goed luchtige ruimte, stofvrij en donker is aangewezen.

    Donker omdat onder invloed van het licht verkleuringen optreden: witte wissen vergelen en vergrauwen en brute verschieten van kleur. Belgisch rood wordt ros..

    Door een paar jaar te liggen worden de wissen beter en harder. Daarna moeten ze verwerkt worden anders worden ze langzaam prooi van de houtworm. Bij brute wissen kan dit soms vrij snel gaan.

    De verwerking

    Vooraleer men kan beginnen te vlechten is er reeds een jaar aan intensieve teeltzorg met veel handenarbeid gepasseerd. Dat maakt dan ook dat het materiaal niet goedkoop is.

    Wissen mogen gerust enige jaren overliggen. Daar worden ze alleen harder, taaier, beter van. Brute wissen bewaren minder lang. Er komen vlugger insecten in. .

    Er kan gewerkt worden met

    -brute wissen (met de schil op)
    -gestoomde met schil

    -gebufte wissen (bruin, geschild na koken)

    -witte wissen (geschild)

    -gekloven wissen

    -schenen; dit zijn gekloven wissen die vlak geschaafd en eventueel op breedte getrokken werden (voor fijn werk)

    Een vlechter heeft een heel assortiment wissen in verschillende lengtes, diktes en soorten nodig.

    Vooraleer men begint te vlechten, dient het materiaal te worden uitgezocht, passend naar lengte , dikte en soort voor

    -staken voor de bodem

    -vlechters voor de bodem

    -staken voor de wand

    -volvlechters voor de wand

    -eventueel bijstekers, kimmen , cordons...

    -voor oren onderhengel, hengel

    Er wordt meestal een andere, betere soort gebruikt voor de staken van fijn werk, omdat hiermee ook de boord wordt gevlochten . De wissen hiervoor gebruikt, dienen meer manipuleerbaar en buigzamer te zijn dan deze gebruikt voor het volvlechten van de wand. Een boord met knikken of breuken oogt niet.

    Het weken

    Droge wissen worden slechts buigzaam na weken.

    Brute wissen dienen al naargelang de dikte, de soort en de temperatuur een week tot veertien dagen in water te liggen Aan dit water wordt niets toegevoegd. Ze zijn dan enige dagen verwerkbaar.

    Geschilde wissen hebben genoeg aan een paar uur water. Ze worden best s’avonds geweekt en nachts afgedekt in het gras of de dauw gelegd. Beschikt men niet over een waterbak dan volstaat een avondlijke begieting op gras soms ook wel. Ze dienen spoedig verwerkt te worden omdat ze zeer vlug terug uitdrogen en dan hun buigzaamheid verliezen.

    Vandaar dat een witvlechter niet buiten werkt. Hij verkiest een eerder vochtige omgeving. Soms werkte men zelfs in kelders.

    Oude foto's tonen dikwijls witvlechters buiten aan het werk. Dit zijn geposeerde opnamen die omwille van belichting enkel buiten konden doorgaan.

    Het werk

    is in te delen naar:

    -grootte: groot; gemaakt op plank, fijn; meestal gemaakt op mal

    -vorm: rond, ovaal, vierhoekig, rechthoekig, vierkant

    -bodem; op kruis, op ring, met stokken voor het vierhoekige

    -dichtheid: vol of à jour

    -boord: gerold, vlecht, afgelegd, ander systeem

    -materiaal: brut, buf of wit, al dan niet met inbreng van ander materiaal zoals stro, pietriet, linnen, touw, enz;

    -gebruik: eiermand, linnenmand, wasmand, boterkorf, vismand , fuik...

    Het zwavelen

    van de gemaakte manden gebeurt om ondermeer het witte werk te bleken en om schimmelvorming bij het stapelen te voorkomen

    De vers gemaakte manden bespuit men goed met water. Ze moeten druipnat zijn. Daarna plaatst men ze in een afgesloten ruimte. In deze ruimte verbrandt men dan een tas zwavel (geel poeder) Zwavelzuur dringt in de manden, bleekt ze en belet nadien de schimmelvorming. Men hoeft aldus niet meer zoveel aandacht te besteden aan de drogende stapel. Het zwavelkot dient zoveel mogelijk metaalvrij te zijn. Metalen worden enorm aangetast door zwavelzuur. Als er vocht druipt van metalen delen op de manden dan geeft dit blauwzwarte verkleuringen, wat op witwerk verschrikkelijk lelijk is. Manden met nagels of metalen delen worden best niet gezwaveld

    Het gereedschap

    -plank of soort van tafeltje, zeer laag, schuin afhellend, waarop het werk wordt vastgezet.

    -priem, rechte, krommen of holle om het werk vast te zetten, om te ruimen

    -gewichten om het werk te verzwaren; geeft stabiliteit

    -klopijzers rechte en kromme om het vlechtwerk aan te kloppen of om traceringen op hun plaats te kloppen.

    -messen, sikkel- en lancetvormige om wissen aan te scherpen, overlangs uit te snijden, te klieven en uit te kuisen.

    -snoeischaar om wissen over te knippen en manden uit te kuisen

    -veegmes om manden uit te kuisen.

    -kliefhoutjes om wissen in drieën of vieren te klieven

    -schaafje, al dan niet verstelbaar, om het merg te verwijderen en om gekloven wissen op dikte te trekken.

    -breedte schaafje, al dan niet verstelbaar, om schenen op gelijke breedte te trekken.

    -vormmateriaal

    bodemmallen voor het maken van bodemringen

    vormmallen uit één stuk voor open vallend werk; demonteerbaar voor versmallend werk

    -spanringen ronde en ovale

    -kruisen om bij hoekig werk de hoekstaanders op hun plaats te houden.

    -rotule verstelbaar soort draaipoot om mallenwerk op te maken.

    -schenenstel om materiaal van dikte en breedte te maken.

    -trekbank om met snij- of haalmes latten en stokken aan te scherpen of bij te werken.

    Geschiedenis

    Dat vlechtwerk zeer oud is staat buiten twijfel. Door de vergankelijkheid van het materiaal is er zeer weinig van terug gevonden. Een mand van 100 jaar oud, is al heel respectabel. Toch zijn er enkele archeologische vondsten van enige duizenden jaren oud bekend. onder andere een fuik die technisch zeer perfect is. Ook is er keramisch materiaal gevonden met afdrukken van vlechtwerk op. Dit staaft de hypothese dat de eerste gebakken potten met klei besmeerde manden zouden kunnen geweest zijn. Het vlechtwerk verbrandde natuurlijk bij het bakken maar liet zijn afdruk na op het aardewerk. De prehistorische mens vlocht de wanden van zijn woningen (bandkeramiekers)

    Hoe meer men zich vast vestigde en aan landbouw ging doen, hoe meer bevattende voorwerpen men nodig had.

    Primitief vlechtwerk heeft ook geen werktuigen nodig. Een vak met ingewikkelde werktuigen kan nooit oud zijn.

    Taalkundig heeft het woord vlechten in een aantal talen dezelfde stam wat ook een teken van grote ouderdom is.

    Medisch

    Wilgenschors

    Hippocrates schreef reeds een afkooksel (thee) van wilgenbast als pijnstiller voor.

    Reeds in de prehistorie zou dit middel gekend zijn.

    Inderdaad de bast van de wilg (salix) bevat salicylzuur Dit zuur, nu scheikundig vervaardigt, de ontdekking ervan had plaats eind 19 de eeuw, wordt gebruikt in de moderne farmacologie als werkend bestanddeel voor eenvoudige pijnstillers zoals: dispril, aspirine, aspro... Ook heeft het een werking op hart en bloedvaten.

    In voedingsmiddelen werd het gebruikt als conserveermiddel.

    Iconografie

    Van Geertgen tot Sint Jan (15 de eeuw) tot Salvator Dali werden duizenden manden geschilderd. Ze opsommen zou een ellenlange lijst opleveren.

    Bij al deze schilders zijn er vooral Joachim Beukelaer en Frans Snijders die erg opvallen om de exacte weergave, tot in de technische details toe van allerhande mandenwerk dat zij in hun jacht-, keuken- en markttaferelen afbeeldde. Hij moet kennis gehad hebben van de mandenvlechterij.

    Literatuur

    In het Nederlands is er naast "hobbyboeken", enkel wat geschreven in heemkundige tijdschriften en life-style bladen over dit onderwerp. Deze artikelen zijn dikwijls zeer onvolledig en verraden de gebrekkige kennis van de auteurs.
    Ondertussen verscheen er van de Nederlandse vlechter Piet-Hein Spieringhs: "Van wilg naar mand".

    "De Mandenmakerij" van Guido Vermeulen in "Bachten de Kupe", heemkundig tijdschrift, is vermeldens waard.

    De voormalige Nederlandse stichting “Wilg en mand” gaf in eigen beheer een vertaling uit van een Franse leerboek; La Vannerie van R. Duchesne, alsook enige kleine werkjes, bulletins.

    Over de wissenteelt bestaat er een gestincileerde uitgave vanuit het Stokkemse van Meester Klingeleers.

    Op taalkundig vlak is de uitgave van het Studiecentrum van de Vlaamse Dialecten de moeite waard.

    In het Frans en het Duits bestaan er wel technische handboeken. Dit heeft te maken met de vlechtersscholen die daar waren

    Ook de musea van de Gaume en van het Waalse leven publiceerden enige artikels over dit onderwerp.(Franstalig)

    Gevlochten Verleden van Jos Winkelmans behandelt vrij uitgebreid de mandenvlechterij in een brede context. Het bevat vele oude foto's uit Klein Brabant. Aanbevolen en te verkrijgen in de Zilverreiger te Weert.

     

    Zie alfabetische  lijsten.


    04-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mandenvlechten
    Mandenvlechten

    Het maken van manden is zeer oud en is iets van het eerste wat de mens deed.
    De prehistorische mens was een jager, visser, verzamelaar. Hij had iets nodig om zijn produkten in te doen. Een tas kopen in de GB kon nog niet;
    Hij maakte ze van materiaal dat  hij in de natuur aantrof. Bij ons waren dat vnml. wilgen scheuten,    In de Ardennen werd ook wel hazelnoot gebruikt.

    Het maken van manden vereist weinig gereedschap. Men kan als het ware met een mes de natuur intrekken en thuiskomen met een mand.

    Dit is natuurlijk niet meer nodig. Men kan zijn materiaal  aankopen of zelf telen .
    Over het manden maken op zich bestaan wel wat hobby boekjes, maar men gaat al vlug aanvoelen dat het erg moeilijk te leren is vanuit een boek.
    Best gaat men bij iemand in de leer. Handelingen moet men zien doen om ze te kunnen overnemen.
    Dit blog wil er wat aan verhelpen.

    Men begint altijd met de bodem. Deze kan je op verschillende wijze maken: rond ovaal rechthoekig.
    Als deze klaar is dan plaats men de staken. Hierrond gaat men de wanden vlechten. Dit kan ook weer met verschillende systemen.
    Is men hoog genoeg dan maakt men de boord. Men begint en eindigt de wand best met een kim (vlechtsysteem met drie wissen; voor twee achter één)

    Als laatste worden de oren of de hengel of het deksel gemaakt.
    Daarna wordt de mand uitgekuist dwz de uiteinden van de wissen mooi kort afgeknipt of afgestoken.

    Ook kunnen manden gemaakt worden van grassen, stro, enz. van materialen die op zich niet zo sterk zijn. Dit op een heel andere wijze: spiraaltechniek 

    25-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De teelt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De teelt

    geschiedt op vruchtbare, vochthoudende bodem, dikwijls alluviale gronden langs rivieren:
    Schelde, Bornem, Weert
    Maas; Stokkem, Hoei.
    Durme; Waasland Eksaarde.

    De stekken worden op rijen geplant; Naargelang de soort variëren de tussen afstanden van 30 tot 60 cm en in de rij van 2O tot 30 cm. De ene soort groeit dikker en langer een andere korter en dunner. Hierop kan men inspelen door de plantafstand aan te passen.

    Door dit dicht plantverband schieten de twijgen hoog op. Zij rekken zich als het ware naar het licht toe. Aldus bekomt men materiaal van grotere lengte dat niet te vlug van dikte verloopt en dat eventueel in het tweede groeiseizoen weinig zijtakken vormt. Op de plaats waar een zijtak ontspringt is de rechtlijnige structuur van het hout gestoord. De teen gaat bij verwerking op deze plaats breken.

    Om ze klein en fijn te houden worden ze dikwijls, na het uitschieten eind mei terug afgemaaid.

    Vroeger werden wissen geteeld op lage knotten. Dit bemoeilijkt mechanisatie. Deze teeltwijze is dan ook zo goed als verdwenen.

    De Wissenteelt is een specialiteit op zich, net als fruit- of groenteteelt.

    Boeren hadden vroeger dikwijls op een verloren hoekje wat lage knotjes staan voor eigen gebruik. Fijn werk werd daar niet van gemaakt.


    26-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.atelier met manden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De variatie in manden is oneindig. Men kan allerhande dingen maken in vlechtwerk:
    decoratieve stukken, fiber arts,  eigen kreaties, gewone gebruiksmanden enz.
    Hoe meer technieken men beheerst, hoe meer men zijn plan kan trekken in vrije expressie.
    Hier een blik in onze werkplaats.

    28-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.natuurlijk materiaal
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wissen: verschillende soorten ongeschild wilg (foto)

    Daarnaast heeft men ook geschilde, ontschorste, wissen. Deze zijn wit-gelig van kleur of licht roodbruin. De rood-bruine kleur wordt bekomen door het materiaal te koken alvorens te schillen. De kleurstoffen die in de schors zitten gaan door het koken, het hout wat natuurlijk wit uitziet bruinig kleuren.

    Andere materialen
    -hazelaar
    -rotan, pietriet
    -kornoelje
    -lindescheuten


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geschilde wissen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Geschilde wissen kunnen wit gelig  of rood-bruin uitzien.
    De roodbruine kleur bekomt men als men vooraleer te schillen de wissen kookt.
    De kleurstoffen die in de schil zitten gaan dan het hout, wat eigenlijk wit ziet, verkleuren.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het weken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Droge wissen worden slechts buigzaam na weken.

    Brute wissen dienen al naargelang de dikte, de soort en de temperatuur een week tot veertien dagen in water te liggen Aan dit water wordt niets toegevoegd. Ze zijn dan enige dagen verwerkbaar.

    Geschilde wissen hebben genoeg aan een paar uur water. Ze worden best s’avonds geweekt en nachts afgedekt in het gras of de dauw gelegd. Beschikt men niet over een waterbak dan volstaat een avondlijke begieting op gras soms ook wel. Ze dienen spoedig verwerkt te worden omdat ze zeer vlug terug uitdrogen en dan hun buigzaamheid verliezen.

    Vandaar dat een witvlechter niet buiten werkt. Hij verkiest een eerder vochtige omgeving. Soms werkte men zelfs in kelders.

    Oude foto's tonen dikwijls witvlechters buiten aan het werk. Dit zijn geposeerde opnamen die omwille van belichting enkel buiten konden doorgaan


    01-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gereedschap
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Om manden te maken heeft men weinig gereedschap nodig:
    -mes
    -snoeishaar
    -priem
    -klopijzer

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bodems
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Men kan op verschillende wijzen bodems maken:
    rond
    ovaal
    rechthoekig

    Het meest eenvoudige is de rechthoekige bodem.
    Hiervoor legt men enige rechte stokjes of latjes evenwijdig naast mekaar op een pallet of laag tafeltje. Blokkeert deze door er een kniematje of een opgevouwen krant op te leggen. Hier gaat men met zijn knieen op liggen. Onder uw lichaamsgewicht blijft alles stabiel liggen. Men laat dit geraamte wat over het werkvlak uitsteken en begint te vlechten.

    02-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ronde bodem materiaal
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Naar gelang de grootte van de bodem neemt men meer of minder bodemstaken., Een grote bodem natuurlijk meer dan een kleine.
    Klassiek heeft een ronde mand meestal 6 bodemstaken tot maximum 30 centimeter doormeter. Is de bodem groter dan voorziet men meer staken; 7, 8, 9, 10 enz. 
    Maak een bodem zo zwaar mogelijk. Hij wordt het meeste belast en alles wordt er aan opgebouwd.


    Archief per week
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 14/12-20/12 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 18/02-24/02 2008
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 01/01-07/01 2007

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!