Inhoud blog
  • Reis naar Maleisië - 2002 - Deel 2
  • Reis naar Maleisië - 2002 - Deel 1
  • Reis naar Indonesië - 2003 - Deel 3
  • Reis naar Indonesië - 2003 - Deel 2
  • Reis naar Indonesië - 2003 - Deel 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    De reisverhalen van Marc en Yvette

    16-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reis naar Maleisië - 2002 - Deel 2
     

    Dag 8      :       Penang - Kuala Terengganu, via Kota Bharuxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

                                            (30-09-2002)

     

    De rit naar het binnenland verliep bijzonder vlot over de modernste wegen.  Alle hindernissen voor de auto zijn in de voorbije jaren uit de weg geruimd.  Het tropisch regenwoud, langs de Thaise grens is moeten wijken.  Vrachtwagens, beladen met indrukwekkende boomstammen, rijden af en aan.  Onze reisweg loopt van Penang (Westkust) naar Kota Bharu (390 km)(Oostkust) en van Kota Bharu naar Kuala Terengganu (170 km), samen 560 km Wij  komen aan om 21:15. We boeken een kamer voor een nacht, gaan eten en slapen.

     

    Dag 9      :       Kuala Terengganu (01-10-2002)

     

    Vermits wij slechts een nacht in het hotel konden verblijven, verhuizen we ’s morgens naar het Batu Burok Beach resort 10 min te voet verderop.  Het hotel bevindt zich vrij dicht bij het strand.  Er is een zwembad.  Yvette ziet het zwembad en besluit om een plons te wagen.  Ik blijf binnen en lees het boek van Karel Van Miert: ‘Mijn Jaren in Europa’.

    ’s Namiddags bezoeken we de stad.  Tijdens het bezoek aan de centrale markt maken we kennis met inheemse waren: ambachtelijke vervaardigde producten van bamboe, hout en rotan, allerlei fruit en groenten, gedroogde vis en schildpadeieren, die erg in trek zijn.  De bevolking raapt dus nog steeds eieren, ondanks het bestaan van een informatiecentrum ter bescherming van deze diersoort.

    We wandelen langs de Terengganurivier en zien de vissersboten de haven uitvaren voor hun dagelijkse visvangst op zee.

    Tegen de valavond wandelen we langs het mooie en uitgestrekte strand.

    ’s Avonds willen we eten in het rustige restaurant van ons hoteltje.  De kok heeft zijn rustdag en bijgevolg moeten we ergens anders naartoe.  We belanden in een openluchtrestaurant ‘De Nil’.  Het is er vuil en vooral Yvette weet het eten niet te appreciëren.

     

    Terengganu is de middelste kustprovincie aan de oostkust van het schiereiland.  De totale oppervlakte bedraagt 12.995 km² en de zonnige kustlijn heeft een lengte van 225 km.  Voor de kust in de Zuid-Chinese Zee liggen een groot aantal mooie eilanden in het blauwe water.  Er bestaat ook een rijk leven onder de zeespiegel en dat heeft Terengganu tot een favoriete eindbestemming van duikers gemaakt.  Tegenwoordig heeft de stad bijna 300.000 inwoners die profiteren van de economische opleving. Ze hebben een baan in de olie- en de aardgaswinning of zijn werkzaam in de winkel- en administratieve centra.

     

     

    Dag 10 : Kuala Terengganu-Kuantan (02-10-2002)

     

    Wij vertrekken met de bus naar het 210 km verder gelegen Kuantan. De reis naar Kuantan zou je eigenlijk voortdurend moeten onderbreken om de kleinere dorpen te bezoeken, maar de bus stopt niet. Volgens onze reisgids is hier veel industrie en de ganse streek lijkt wel een projectzone.  Iedereen wil hier investeren.  Kuantan is het symbool van de economische en industriële ontsluiting van de oostkust.

    Wij logeren in het Shahzan Inn, een gezellig hoteltje met een uitstekend restaurant, blijkt later op de  avond. ’s Avonds wandelen we langs het jaagpad van de rivier.

     

    Dag 11:   Kuantan (03-10-2002)

     

    Vandaag nemen we de locale bus en reizen 5 km verder naar de baai van Chempedak.  In Telok Chempedak  vindt men één luxehotel en verschillende restaurants.  We wandelen via een pad naar een afgelegen strand.  Het is er zalig alhoewel hier nogal wat zwerfvuil op het strand ligt. Na het eten, nemen we de stadsbus en gaan in Kuantan onze reis van morgen naar de Taman Negara voorbereiden.

     

    Dag 12 : Kuantan-Taman Negara (04-10-2002)

     

     

    Het grootste Nationale Park in het centrale bergland heeft een oppervlakte van 4.343 km².  Zijn tropisch regenwoud moet vele, vele miljoenen jaren oud zijn.  Het overgrote deel ligt in Pahang, maar het reikt zelfs tot in de deelstaten Johor, Terengganu en Kelatan.  Taman Negara zijn overigens de Maleisische woorden voor Nationaal Park. Dus eigenlijk heeft dit park geen naam.  Het is een uniek gebied met absoluut ongerepte, tropische natuur.  Boven dit gebied steekt de hoogste berg van het schiereiland uit, de Gunung Tahan.  Deze berg is 2187 m hoog en bergbeklimmers hebben in totaal vijf dagen nodig om op de top te geraken.

     

    In Taman Negara kom je met behulp van een reisbureau.  Wij hebben deze driedaagse in het Toeristisch bureau in K.L. besteld, want gezien het beperkt aantal overnachtingsmogelijkheden reserveer je best  onmiddellijk na je aankomst in Maleisië.  Tijdens de maanden december en januari is het bezoek onmogelijk vanwege de hevige regenval.

     

    Wij verlaten Kuantan vrij vroeg en vermits er geen rechtstreeks transport is naar Kuala Temberling, nemen we de bus naar Temerloh (125 km).  In Temerloh wachten we ongeveer 1 uur op de bus voor Jerantut.  We bereiken het 81 km verder gelegen Jerantut rond de middag.  De boot vertrekt stipt om 14:00.  Later vernemen we dat het vertrek uitgesteld is tot 14:30 omwille van het vrijdagsgebed van de Moslims.

    Van Jerantut is er geen bus naar het 10 km verder gelegen Kuala Tembeling.  We nemen dan maar een taxi en bereiken de vertrekplaats ruim op tijd.  Wij laten onze inschrijving bevestigen en betalen en ontvangen een ‘permit’ om in het park te kunnen fotograferen.  Wij merken dat heel wat Europeanen de lunch gebruiken in het openlucht restaurant.  Het is warm en wij bestellen drank.

    Stipt om 14:30 vertrekken we met een prauw richting het Nusa Camp.  De tocht stroomopwaarts duurt 3u30.  Wij komen aan in het Nusa Camp omstreeks 18:00 en betrekken onze chalet, zeg maar hut.

    Na het lekker eten staat er een avondwandeling op het programma.  Het is donker en onmiddellijk valt het op dat er in het oerwoud een kakofonie van geluiden te horen is van insecten, geroep en gefluit van vogels en wilde dieren.  In de lucht vliegen adelaars, papegaaien en ruim 250 andere vogelsoorten.  In de bomen hoor je soms de geluiden van makaken en andere apensoorten.  We werden al vlug geconfronteerd met een soort van groot stekelvarken met stekels van 40 cm.  Het beest ‘ wandelde ‘ gewoon naast mijn been, en ik had niet onmiddellijk door  dat ik gezelschap had gekregen, van zo’n ruig dier.

    Een giftige spin en een schorpioen, vuurvliegjes en kevertjes met fluorescerende vleugels hebben we, later op avond en tijdens onze wandeling kunnen waarnemen.

     

    Dag 13 : Taman Negara (05-10-2002)

     

    Wij hebben een rustige nacht gehad onder ons muskietennet.  Het ontbijt smaakte lekker.

     

    Omstreeks 10:00 vertrok het gezelschap de jungle en de bergen in.  De bedoeling was om een 800m hoger gelegen ‘viewpoint’ te bereiken.  Het was een enorme ervaring om in deze warmte en hoge luchtvochtigheid de bergen in te trekken langs een pad waar af en toe moest geklauterd worden over boomstammen en wortels van de gigantische bomen.  Net voor de top veranderde het vegetatiegebied en scheen de zon.  Op de top lag het oerwoud aan onze voeten.  Een enorme ervaring. Nadat we het kamp weer bereikt hadden hebben we van onze koude douche genoten.

    ’s Namiddags zijn we stroomafwaarts naar de Canopywalk geweest.  Op 20m hoogte loopt je over hangbruggen die zonder spijkers of schroeven tussen de bomen zijn bevestigd. Je loopt over een plank met rechts en links een leuning van touw.  Je kunt niet naar beneden vallen, want van de leuning naar de plank hangt een net.  Het traject is 400m lang en wordt iedere morgen geïnspecteerd.  Sommige bruggen zijn wel 80m lang en kunnen een gewicht van 20 ton dragen.  Vanop deze hangbrug heb je een prachtig uitzicht over de omringende jungle.  De ervaring is grandioos, om nooit te vergeten!

    Na zo’n dag smaakt het avondmaal, in een goed internationaal gezelschap, dubbel zo lekker.  Het gezelschap blijft aan tafel zitten en na een tijdje heeft dit internationaal gezelschap, bestaande uit een Oostenrijker, een Zwitser, een Zweedse en 4-tal Belgen, geen goed woord over het gevoerde beleid van de Amerikaanse president Bush.

     

    Dag 14: Taman Negara – Kuantan (06-10-2002)

     

    De terugtocht gaat terug met de prauw.  Het vertrek is om 9:00.  Deze tocht gaat stroomafwaarts en duurt niet zo lang deze keer. We bereiken Kuala Tembeling na twee uur varen. We nemen een taxi naar Jerantut.  De bus vertrekt zowat één uur later.  Wij bereiken Temerloh en vernemen dat de eerstvolgende bus slechts om 16:30 vertrekt.  Dit wil zeggen dat we zowat 3 uren verliezen.  Twee Britse meisjes stellen ons voor om de kosten van een taxi te delen, want ook zij willen het liefst zo vlug mogelijk Kuantan bereiken.  Wij gaan akkoord en zowat anderhalf uur later zijn wij terug in Kuantan.  Wij spoeden ons naar het hotel Shahzan Inn, waar wij genieten van een zaligmakende douche.

    ’s Avonds bestellen wij onze busticketten voor de busrit van ’s anderendaags en wandelen langs de ‘promenade’. Later  zoeken wij een cybercafé op.  Wij mailen met het thuisfront.

     

     

    Dag 15: Kuantan – Tioman  (07-10-2002)

     

    Met de bus gaat het naar het 186 km verder gelegen Mersing, dat zuidelijker langs de Oostkust gelegen is.  In Mersing ligt de vertrekplaats van de boten naar de diverse eilanden.  Het is op een van deze onbewoonde eilanden dat de tv-reeks Robinson werd opgenomen.  Wij varen met een speedboot richting Tioman. Na een uur, zien we  Pulau Tioman opduiken.  Het blijkt een prachtig eiland te zijn, dat nogal bekendheid verwierf door de talrijke films (vb South Pacific) die er gedraaid werden.  De bekendste plaatsen op het eiland heten Telek, Lalang of Juara.  Wij besluiten om een rustig plekje uit te kiezen.  Wij hebben nood aan een dagje rust en besluiten twee nachten te verblijven op Panuba.  Het is er erg rustig.  We logeren in een soort bungalow op palen, vlak aan de kust.  Op ons balkon hebben we een prachtig zicht op de zee.  Wij nemen een douche, maken onze rugzakken nog eens leeg op zoek naar wat ‘propers’ om aan te doen. Ik lees  verder in het boek  van Aster Berkhof ‘ De winter komt’.  Ik vraag mij af of Chanteloup, nabij Robertville, waarvan sprake is in het boek, wel bestaat.  Ik zal het bij mijn terugkomst aan mijn schoonbroer vragen.  Hij is afkomstig uit Sourbroth; hij kan het weten.

     

    Het eiland Tioman behoort tot de deelstaat Pahang, hoewel ze voor de kust van Johor ligt.  Er wonen 1800 mensen op het 193km² grote eiland.  Tijdens het seizoen wordt dit aantal door de vele bezoekers van buitenaf minstens verdubbeld.  Tijdens het weekend komen vele toeristen vanuit Singapore hier het weekend doorbrengen.

     

     

    Dag 16:  Tioman  (08-10-2002)

     

    Wij brengen onze dag door met zalig niets doen.  Wij liggen de hele dag op het strand. Ik lees verder in mijn boek. Yvette vult kruiswoordraadsels in. 

     

    Dag 17:  Tioman-Mersing-Malakka  (09-10-2002)

     

    Om 9:00 nemen we de  speedboot richting Mersing.  In Mersing hebben we nog even de tijd om een cybercafé op te zoeken.  We lezen en beantwoorden de mails van het thuisfront.  Ik denk aan enkele collega’s van het werk en stuur hen een mailtje.

    Plots begint het te regenen. Water valt met bakken uit de lucht.  Zo’n schouwspel ziet men bij ons niet gauw.  Wij vertrekken rond 14:00 met de bus naar Malakka, zowat 293 km verder gelegen.

    Wij bereiken Malakka rond 18:00.  Wij logeren in het Emperor hotel.  Wij zullen hier 2 nachten verblijven.  Het wordt eentonig, maar we nemen nog maar eens een douche en trekken nadien de stad in.  Het was lang geleden dat we nog eens een biertje gedronken hadden ( aan de oostkust is geen bier te verkrijgen ) en we nemen een visschotel als menu. 

     

    Dag 18:  Malakka  (10-10-2002)

     

    Lang geleden was Malakka een onooglijk dorp, een kleine nederzetting van vissers en boeren.  In het begin van de 15e eeuw, kwam een zekere Parameswara naar Malakka.  Hij was de prins van Tumasek, op de vlucht voor een vreemde veroveraar.  Parameswara wist van het onbeduidend Malakka het middelpunt van een groot handelsrijk te maken, dat het zuidelijk gedeelte van het Maleise schiereiland omvatte en de oostkust van Sumatra.  De verdere geschiedenis van de stad werd eigenlijk bepaald door de ligging, aan de monding van een rivier en aan de zeeweg die de Indische Oceaan met de Zuid-Chinese Zee verbindt.  Malakka werd het ontmoetingspunt van alle zeevaarders, van Perzen, Cambodjanen, Arabieren, Javanen, Chinezen enz.  In de haven werden de jonken gelost en geladen.  De stad werd rijk en verwierf een sleutelpositie in het beheersen van de handel in specerijen, zijde, porselein en zilver.  Malakka werd ook de oorzaak van de machtsconflicten tussen de grote kolonisatoren uit het Westen.  Eerst kwamen de Portugezen (1511), dan de Nederlanders onder de vlag van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (1641 tot 1824), en nog later de Engelsen (1824 tot 1957). Malakka onderging de Japanse bezetting in de jaren 1942 tot 1945.  De geschiedenis van de stad en van het sultanaat Malakka is ongemeen boeiend.  Het uitzicht van het huidige Malakka wordt in belangrijke mate door de geschiedenis bepaald.  Daarenboven is er hier in de voorbije twintig jaar veel minder veranderd dan in de andere Maleise steden.  Er zijn nog veel kleine winkeltjes en  gezellige straten, er is weinig hoogbouw.  De tijd is hier een beetje blijven stilstaan.

     

     

    Alle bezienswaardigheden van de stad zijn gemakkelijk te voet bereikbaar.

    We bezoeken de St. Francis Xaviers’s Kerk.  De bouw van deze neogotische kerk werd op initiatief van de Franse priester Favre gestart.  De kerk werd in 1849 ingewijd en genoemd naar de heilige Franciscus Xavier, die ook wel de apostel van Azië werd genoemd.

    Het huidig museum van Malakka werd tussen 1641 en 1660 door de Hollanders gebouwd.  Het is met zekerheid het oudste Nederlandse bouwwerk in Zuid-Oost Azië.  Met terracotta-achtige verf en een typisch Hollandse koloniale bouwstijl is het een  zeer markant punt in de binnenstad van Malakka.  In het ‘stadthuys’, waar de gouverneur woonde, is er tegenwoordig een museum gevestigd, dat de geschiedenis van Malakka beschrijft.  Het is wegens herstellingswerken gesloten en we kunnen er jammer genoeg niet in.  Op hetzelfde plein bevindt zich de ‘Christ Church’ uit 1753 met rode bakstenen gebouwd, die uit Nederland werd aangevoerd.  Tal van souvenirwinkels zijn in het straatje naast de kerk gevestigd.

    Vandaar trekken we naar de St. Pauls Kerk.  Deze kerk werd door een Portugese kapitein gebouwd.  Later namen de Hollanders de kerk over en wijdden hem aan de Heilige Paulus.  Deze diende lange tijd als grafplaats voor adellijke Nederlanders, die in Malakka stierven.  In de kerkbeuk staan prachtige grafstenen met Nederlandse inscripties.  Vanop de heuvel waar de kerk gebouwd werd, genieten we even van het prachtig uitzicht over de zee.  Langs de kant van de zee kan men de heuvel afdalen en zo komt men bij het paleis van de Sultan.  Het houten gebouw is een kopie van de woonst van de sultan. De tuinen zijn mooi en goed onderhouden en in het museum zijn oude kaarten, poppen, kostuums en grafstenen te bekijken.  Vandaar gaat het naar de door de Portugezen gebouwde vesting ‘ A Formosa’, die Malakka 130 jaar beheerst heeft.  Daarvan is nu alleen nog maar de vestingspoort overgebleven.  Onmiddellijk, nadat de Portugezen in 1511 geland waren, werd met de bouw van het fort begonnen.  Later werd het door de Hollanders veroverd en zwaar beschadigd.  In 1670 werd het echter weer door de Nederlanders in gebruik genomen en voorzagen ze de poort met het embleem van de Verenigde Oost-Indische Compagnie ‘VOC’, wat nu nog boven de poort te zien is.

    Het is warm en we besluiten dat het hoog tijd geworden is om op een terrasje iets te drinken.  Na dat drankje, volgt een hapje en we genieten volop van het rustige terrasje langs het Malakka-rivier.  Af en toe zwemmen grote leguanen, dat  zijn hagedisachtige tropische kruipende dieren met rugkammen, die langs de oever van de  Malakkarivier zwemmen en kruipen.

    ‘s Namiddag bezoeken we de Jalan Tokong.  In deze straat vindt men een moskee, een Indische en een Chinese tempel.  De Cheng Hoon Teng Tempel is de oudste Chinese tempel van Malesië, gebouwd in 1646 en verenigt de voorschriften van het taoisme, het confucianisme en het boeddhisme.  Wij bekijken de voorgevel van een prachtig Chinese antiekwinkel.  In deze straten zijn er vele antiekwinkels met vooral Chinese spullen.  Wij bezoeken een kopie van het Portugese galjoen, dat in de straat van Malakka zonk, op zijn terugweg naar Portugal.

    Een info, in een  of ander reisfolder, dat er slechts twee busritten per dag naar K.L. zouden rijden, noopt ons ertoe om onmiddellijk  in het busstation na te gaan of deze info correct is.  Wij moeten morgen perseé in K.L. zijn, om ’s avonds het vliegtuig te kunnen nemen.  Aan het busstation gekomen, merken we algauw dat er ieder uur een bus vertrekt richting hoofdstad.  Wij bestellen onze ticketten voor de dag nadien en trekken richting hotel.

    ’s Avonds eten wij bij de Chinees aan de oever van de Malakka-rivier.  Daar is het rustig.  Op de terugweg, halen we onze foto’s op, die we aandachtig bekijken in ons hotel.

     

    Dag 19:  Malakka-Kuala-Lumpur  (11-10-2002)

     

    Na het ontbijt, rusten we nog even uit in onze kamer.  Rond 12:00 checken wij uit en trekken naar het busstation.  Het is er weer warm.  De bus vertrekt op tijd.  Enkele uren nadien bereiken wij K.L..  We herontdekken straten en gebouwen, die we zo wat drie weken voordien bekeken en bezocht hebben.  Wij nemen een foto van het busstation, waar het een drukte van jewelste is.  Het was er nooit anders.  We winnen inlichtingen in, nemen de metro en nadien de bus richting KLIA.  Enkele uren later, lopen we rond in het prachtig gebouw met z’n mooie winkeltjes.  Het wordt tijd om de balans op te maken van deze reis.  Wij hebben 2.745 km met de bus, taxi en boot afgelegd.  Het reisbudget is niet overschreden. We  hebben heel wat gezien en  veel geleerd en we zijn  tevreden dat we voor het eerst een reis met ons tweeën hebben gepland en uitgevoerd en dat alles naar wens is verlopen.

     

    Dag 20:  Kuala-Lumpur-Calcutta-Amman-Brussel (12-10-2002)

     

    Na een reis van 24 uur, waarvan 14 uur eigenlijke reistijd, landen we op Zaventem.  Het is er koud, zowat 10°. Dirk wacht ons op en in de Nachtegalenlaan in Everberg aangekomen is er nog meer volk dat ons opwacht. Juan, An en Amber en Heidi, Brecht en Lore.

    Wij gaan graag op reis, maar komen toch nog altijd graag terug naar huis om onze kinderen, kleinkinderen en ouders terug te zien.

     

    Yvette en Marc



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (1)

    01-06-2006
    Bezoekje
    Groeten en nog veel bloggenoegen 


    Berichtgeving over Steden en Gemeenten in Vlaanderen - Toerisme - Evenementen - Cultuur - BV's - Streekgerechten - Dialect - enz...
    vlbelgeurlogo6dz.jpg
    andrecryn.gif

    01-06-2006 om 10:12 geschreven door André




    Archief per week
  • 12/09-18/09 2005
  • 15/08-21/08 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!