Verslag reis naar Singapore en Indonesië ( Java, Bali en Lombok).xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dag 1 : Heenvlucht -> Frankfurt -> Singapore ( 7 –10- 2003).
Wij vertrekken van op Zaventem met Luftansa naar Frankfurt. Om 13:10 nemen we de vlucht met Singapore Airlines naar, het 10.293 km verder gelegen Singapore. Het vliegtuig is een Boeing 747-400 (Megatop). Wij komen aan om 00:30 Belgische tijd. In Singapore is het 6 uur later en het is bijgevolg 6:30 in de morgen. Op het vliegtuig hebben we niet veel geslapen. Dat zal zich later op de dag wreken. In het moderne Changi International Airport krijg je al een goede indruk van de stadstaat: op de luchthaven zijn banken, restaurants, een ondergrondse supermarkt en winkelcentra gevestigd. Alles is goed onderhouden.
Dag 2 : Singapore ( 8 –10- 2003).
Vermits wij reizen met Best-Tours, worden wij aan de luchthaven opgewacht door een taximinibusje van het Century Roxy Park Hotel. Er zijn blijkbaar geen andere ‘Best-Tours-toeristen’ die Singapore aandoen.
Het recent gebouwd hotel (2001) van 4 sterren is gelegen tussen de luchthaven en het stadscentrum, vlakbij het grootse park van Singapore met toegang tot de Indische oceaan.
In onze kamer aangekomen, vallen we direct in slaap. Enkele uren later, schieten we plotseling wakker en beseffen we dat we slechts 1 dag in Singapore verblijven en als we iets van deze stadstaat willen zien, dat we moeten voortmaken. We nemen de bus en rijden naar het stadscentrum.
Singapore ligt ten zuiden van het Maleise vasteland. Het is een handels- en verkeersknooppunt van Zuid-Oost-Azië. Singapore is afgerond 42 km lang en 23 km breed. Het bevolkingsaantal is sinds de jaren 60 verdubbeld naar circa 3 miljoen inwoners. 80% van de bevolking is Chinees, de rest Maleis en Indiaas. Met de landwinning schept de overheid nieuwe woon- en industriegebieden. Singapore heeft een aangenaam tropisch klimaat. De temperatuur schommelt tussen de 24 en 30° Celsius. De vochtigheidsgraad is hoog en gedurende het hele jaar vallen er dan ook geregeld korte en hevige regenbuien. Het is de natste plaats ter wereld. Singapore is ook het winkelparadijs bij uitstek en telt 140 banken op haar grondgebied. Het is ook de properste en veiligste stad ter wereld. Het symbool voor Singapore is een mythisch dier; half leeuw, half vis.
In het centrum van de stad aangekomen, gaan we op zoek naar een restaurant, want we hebben grote honger gekregen. Wij eten op een terras, gelegen onder aan een wolkenkrabber. Het begint zachtjes te regenen, kort nadien begint het te stortregenen. Het eten smaakt goed; mijn dure ‘Witte van Hoegaarden’ (3.00€) des te beter. Wij nemen de SIA HOP-ON BUS, aan het shopping center ‘Suntec City Mall’, waarmee we de stad op een originele manier kunnen ontdekken. De bus volgt een route, doorheen de stad en houdt halt bij 13 vaste stopplaatsen, die vooral aan shoppingscentra of aan bezienswaardigheden in het stadscentrum gelegen zijn. Men kan er in- en uitstappen waar men wilt. We komen voorbij botanische tuinen, Little India en Chinatown. Het houdt op met regenen en we besluiten af te stappen en enkele belangrijke bezienswaardigheden te voet verder te bekijken. Wij ontdekken het gerechtshof (Supreme Court) met zijn quasi antieke zuilengevel en grote koepel, die in 1927 werd gebouwd.
Staande op de trappen van de uit 1929 stammende City Hall gaf de Japanse generaal Itagaki op 12 september 1945 de stad terug aan de Britten, en op dezelfde plaats riep Lee Kuan Yew in 1959 de onafhankelijkheid uit.
Wij ontdekken de oude Cricket Club aan de Padang. Deze plek was vroeger het symbool van het Britse leven in den vreemde. Wij laveren langs het ‘Victoria Theatre Concert Hall’ en bezoeken het Raffles Hotel aan de Bras Basah. Het Raffles hotel is het beroemdste hotel van alle landen uit het Verre Oosten. Dit door de drie Armeense broers Sarkies in 1889 gestichte hotel lokte al snel zoveel beroemde schrijvers, dat het een plaats in de wereldliteratuur heeft veroverd. Men had ons aangeraden, om naar binnen te gaan om een koffie te drinken of een cocktail te nemen. De gevolgen van de jetlag lieten zich duidelijk voelen en dat maakt dat onze biologische klok even grondig van slag was en we nemen de beslissing om zo vlug mogelijk naar ons hotel terug te gaan. De bekende Orchard Road hebben we niet bezocht.
Wij waren nu in Singapore en uiteindelijk komen we niet verder dan een ritje door deze stadstaat als een onderbreking van onze vliegtuigreis naar Indonesië. Wij hadden beslist enkele dagen meer in Singapore kunnen doorbrengen. Het is wat het is, en zoals gezegd, nemen we de bus naar ons hotel, kopen wat fruit, koeken en wat drank en trekken ons terug naar onze kamer. Wij eten onze koeken op, nemen een douche en gaan slapen.
Dag 3 : Singapore - ✈ Solo – Yogyakarta ( 9 –10- 2003).
De vlucht van Singapore naar Solo duurt 2:15. In de veel te kleine hal van het vliegveld wachten we op onze bagage en tijdens het wachten merken we voor het eerst dat ook andere ‘Best-Tours-reizigers’ dezelfde vlucht naar Solo hebben genomen. In de bus, die ons van de luchthaven naar Yogyakarta brengt, maken wij kennis met een stel dertigers uit Beringen en een pas gehuwd koppel uit Mol, die na hun studententijd in Leuven zijn blijven wonen. Wij logeren in het Sheraton Mustika Yogykarta Resort, een groot en comfortabel hotel, dat op 8 km van het Yogyakarta ligt. In het hotel maken wij kennis met Frederik, de gids van Best-Tours. Na een verwelkomingsdrank, gaan wij naar onze kamer, nemen een douche, wisselen wat geld aan de balie van het hotel en besluiten om samen met onze medereizigers uit Beringen en Mol een taxi (met taximeter!) te nemen, richting het centrum Yogyakarta. De taxi kost 17000 Rpi. Wij eten in het Legian Garden Restaurant aan Jl. Perwakilan.
Het wordt laat en na het eten nemen we een taxi terug naar ons hotel, met het voornemen om de grootste winkelstraat, nl. Jalan Malioboro, nog eens te bezoeken.
In ons hotel gekomen beslissen we om maar onmiddellijk te gaan slapen. Wij hebben slaapachterstand. Yvette slaapt meteen. Ik viel aanvankelijk als een blok in slaap, maar na een paar uurtjes werd ik alweer wakker. Ik kon vanaf dat moment de slaap niet meer vatten. Ik lees verder in het boek ‘ De vijfde macht’ van Pieter Aspe. Pas tegen de ochtend aan heb ik nog heel even kunnen slapen. Zeer waarschijnlijk is mijn slaapprobleem een gevolg van de jetlag. Ik weet uit ondervinding dat dit nog dagenlang mijn probleem zal zijn.
Dag 4 : Yogyakarta – Bezoek aan het Prambanan ( 10 –10 - 2003).
Na een heerlijk ontbijt op het terras van ons hotel, besluiten we vooreerst om het werelderfgoed van Prambanan te bezoeken. Wij nemen een taxi om de 7km verder gelegen site te bezoeken. Wij merken onmiddellijk dat hier bijna geen toeristen rondlopen. Wij merken ook dat de hele infrastructuur rond de site, gewoon is om duizenden toeristen per dag te ontvangen. Dit is nu niet het geval. Tijdens onze hele reis in Java, Bali en Lombok zal dit als een rode draad door onze reis lopen. De bomaanslag, zowat een jaar geleden, waarbij 190 doden vielen en honderden gewonden en de longziekte Sars, hebben de toeristen weggehouden uit Indonesië. Wij betalen 7 USD als inkom en merken in de verte de drie tempels van de Prambanan-vlakte die toegewijd zijn aan Shiva, Brahma en Vishnu en in tegenstelling tot Borobudur zijn het vrij smalle, hoogoprijzende spitse tempels, maar eveneens rijkelijk gedecoreerd. Omdat het Javaanse hindoeïsme Shiva als belangrijkste godheid beschouwde, is de 47m hoge toren van Shiva groter en bouwkundig gezien, volmaakter dan de andere tempels. De inwijding gebeurde in 856. Binnen staat een groot beeld van Shiva in zijn menselijke vierarmig gedaante. Wij verlaten de site en een taxi brengt ons naar het centrum van yogyakarta.
Yogyakarta (Yogya) is een stad van meer dan een half miljoen inwoners, met meer dan 40 universiteiten en academies. De stad krioelt dan ook van studenten. In Yogya zijn vele bekakrijders. Een bekak is een Indonesische fietsriksja. De stad wordt ook algemeen erkend als de bakermat van de Javaanse cultuur. Yogya ligt in Midden Java en heeft een bloeiende batik-zilver-en leerindustrie.
Wij begeven ons naar de Taman Sari, beter bekend als het Waterkasteel. Onder leiding van een gids bezoeken wij deze doolhofachtige ruïne, dat een lusthof was van de eerste sultan. Het paleis zelf is inmiddels enigszins vervallen, maar andere delen van het complex, met name het lustoord (vrouwenverblijf) is nog steeds in goede staat. Hier woonden ooit de 40 vrouwen van de sultan. Ook een onderaards gangenstelsel, ooit onder water, is nog duidelijk zichtbaar. De gids brengt ons nadien naar de vogelmarkt. Alle mogelijke vogels worden daar verkocht, zelfs vleermuizen. De Javanen kopen vogels om als geluksdier te dienen in hun huizen. Het is tijd om te eten en we nemen een bekak, die ons aan de Jalan Malioboro brengt. Daar nemen we de tijd om rustig te eten. Het eten op Java is niet slecht en is niet te vergelijken met de keuken elders in Zuid-Oost-Azië. Het ontbreekt aan variatie. Het eten op Bali zal beter smaken, vooral de visgerechten, alhoewel......maar dat is voor later.
Na het eten, lezen wij in een internetcafé onze mails en sturen een paar mails naar het thuisfront. Een ATM-terminal is in de buurt van het Ibis-hotel en via onze creditcard bevoorraden wij onze portemonnee.
Wij nemen een taxi tot aan ons hotel en brengen die avond rustig in ons hotelkamer door.
De munteenheid van Indonesië is de Indonesische rupiah (IDR) = 100sen. 10.000 IDR =1,02€ of 41,15 Bef. Kredietkaarten (Visa/Mastercard) en Traveller Cheques in USD worden bijna overal aanvaard. Beschadigde, gescheurde of verouderde dollarbiljetten worden over het algemeen geweigerd. Er circuleren nl.valse 100 dollar biljetten.
Dag 5 : Bezoek aan Gedung Songo – Ambarawa ( 11 –10 - 2003).
Op de tonen van Maria Elena van Los Indios Tabajares nemen wij ons ontbijt op het terras van het hotel. Vandaag volgen wij het programma van Best-Tours. Om 8:30 nemen wij een minibus en rijden naar de flanken van de Gunung Ungaran, en meer bepaald Gedung Songo. Te paard rijden wij verder de bergen in, op zoek naar de tempels die verspreid staan over zes hoge toppen op de zuidflank van de berg, op 50 km van Dieng.
Het is de eerste keer dat wij paard rijden en uiteraard wordt ieder paard bijgestaan door een begeleider, maar is het toch even wennen om bergop, bergaf te rijden op de flanken van deze bergen. Na een tijdje lukt het vrij aardig en we kunnen zelfs van het mooie landschap genieten. Als de eerste tempels in zicht komen, stappen we even af, betalen een drankje aan onze begeleider en kunnen de tempels van dichtbij bewonderen. De tempels zijn gebouwd tussen 730 en 780 na Christus en de grootste van elke groep is gewijd aan Shiva. Door de onbeschutte ligging is dit de meest indrukwekkende tempellocatie van Java. Wij vervolgen onze tocht te paard en kunnen de andere tempels op de flanken van deze bergen bewonderen. Na deze tocht te paard rijden we met de minibus naar Ambarawa. De stad Ambarawa, waar treinreizigers naar Yogyakarta vroeger overstapten op een opvallend treintje dat over een tandradbaan de lange steile helling beklom. Tot 1977 was Ambarawa een levendige stationsstad. In dat jaar werd de lijn Semarang-Mageland-Yogyakarta opgeheven om plaats te maken voor bustransport. Het station werd in 1978 het nationale Spoorwegmuseum. Hier zijn ongeveer 25 Nederlandse en Duitse locomotieven van voor 1930 te zien. Wij nemen het treintje dat dateert uit 1911, en rijden over de 18 km lange getande rails door de Merapi-vallei. De machinist kondigt de komst van zijn trein aan met luide fluitsignalen en binnen de kortste keer komen kinderen uit de huizen en staan de trein op te wachten voor snoep. Dat gebeurt ook, want wij hebben een voorraad snoep gekocht en gooien de bollen uit de trein tot groot genoegen van de kinderen. Het landschap met zijn rijstvelden is wondermooi en afwisselend. Halverwege stopt de trein, om de locomotief de tijd te geven zich achter de wagons te verplaatsen. De bergen komen in het zicht en de stoomlocomotief zal de wagons nu duwen in plaats van te trekken. Het begint wat zachtjes te regenen en na Bedongo bereikt te hebben, nemen we de bus, die ons terug naar het hotel brengt even buiten Yogya. Wij nemen een douche en besluiten om met een taxi naar de Jalan Prawitotaman te gaan. Daar bevindt zich een Belgisch reizigerscafé ‘Via-Via’ (viavia@yogya.wasanrara.net.id). Het is er klein en gezellig. Mijn sol meunière met bloemkolen smaakte heel goed. De tweede groep zangers, die binnen de kortste tijdspanne komt optreden in het café, speelt veel te luid en vals, met als gevolg dat wij de rekening betalen en het pand verlaten. Wij wandelen in de richting van de Jalan Malioboro en na een tijdje nemen we een taxi om naar het hotel te rijden. De televisieprogramma’s in Zuid-Oost-Azië stellen niet veel voor. Yvette is in slaap gevallen en ik lees de misdaadroman van Jef Geeraerts ‘Double-Face’. Het duo Vincke-Verstuyft is weer aan de slag en dat belooft. Tot uren in de nacht houdt dat gezelschap mij bezig.
Dag 6 : Bezoek aan het Kraton en Borobodur ( 12 –10 - 2003).
Na het ontbijt vertrekken wij samen met de Best-Tours-medereizigers naar het Kraton. Wij doorkruisen nogmaals Yogya. Het valt mij op dat deze stad ‘iets’ heeft. Grote miljoenensteden in Zuid-Oost-Azië brengen veel lawaai, auto’s, moto’s en smog met zich. Yogya vormt hierop een uitzondering. Het is minder hectisch en er is overal iets te zien. De grote winkelstraten, met druk maar geen lawaaierig verkeer, staan vol met marktkramen. Ook op de stoepen. Wij komen aan het Kraton, dat is het oude sultanpaleis. Het ligt midden in de stad. In de toegangsprijs is een gids begrepen. Het is een Nederlandstalige gids. Een Indonesische man van ongeveer 75 jaar oud. Hij leerde zijn Nederlands via allerlei stripverhalen en via kruiswoordraadsels. Ik vermoed dat de man een glazen oog heeft. Hij komt aardig voor de dag en van bij het begin tot het einde van de rondgang citeert hij allerlei feitenmateriaal over België, gaande van Kuifje tot prinses Mathilde en citeert hij allerlei typische Vlaamse uitdrukkingen. Het is aardig en vreemd om dit te horen uit de mond van een Indonesische gids van 75 jaar. Hij loodst ons mee door hoofdgebouwen, waarvan de eerste voltooid werden in 1757 en open of halfopen paviljoenen, die gescheiden zijn door schaduwrijke binnenplaatsen. In de verschillende paviljoenen vindt men er rijk versierd Nederlands-Indisch meubilair, 19deeeuwse olieverfschilderijen en instrumenten voor gamelanorkesten. In andere plaatsen zien we tal van foto’s van de vorige sultans en de 9de sultan, die van 1939 tot 1988 regeerde. Hij steunde de republiek tijdens de revolutie. De geschenken die hij ontving bij staatsbezoeken van allerlei staatshoofden worden tentoongesteld in glazen vitrines. Niettegenstaande Indonesië thans een republiek is, heeft de sultan nog veel aanzien en is hij invloedrijk.
Van hieruit gaan we naar een zilveratelier aan de Jalan Ngeksigondo. Yvette koop een mooie armband. Het is afdingen geblazen. Na een kwartier discussiëren hebben we een korting van 25% bekomen en wordt de verkoop afgerond.
Wij bezoeken een wayang kulit atelier met een kleine optreden van dit schimmenspel. De dalang (poppenspeler) speelt twaalf dagen lang voorstellingen van wayang kulit (schimmenspel). Hij wordt bijgestaan door verscheidene muzikanten. Met de groep bezoeken wij nadien een batikatelier. Batik is een speciale techniek om stoffen te verven. Met behulp van was worden bepaalde patronen getekend, waarna de stof in de verf wordt ondergedompeld. Alleen de niet behandelde delen worden zo gekleurd. Dikwijls wordt er in meerdere stappen gewerkt met verschillende kleuren. Behalve kledingstukken worden er ook schilderijtjes mee gemaakt. Na het arbeidsintensief proces in de fabriek te hebben gezien, worden we meegenomen naar de winkel waar allerlei kledij en tafeldoeken te koop worden aangeboden. De motieven op de kledij kunnen ons niet bekoren. Het is nu ongeveer 14:00 en de groep wandelt enkele straten verder naar een restaurant van een andere batikfabriek, genaamd Agastya, om de lunch te gebruiken. Wij maken aan tafel kennis met Dianne en Jos uit Sint-Niklaas. Zij zijn al enkele dagen langer in Indonesië, want zij hebben Sulawezi bezocht en zullen op het einde van hun reis nog Singapore aandoen. Wij maken verder kennis met deze aangename mensen. Het buffeteten is heel goed.
Na het eten, rijden we naar Borobodur. Borobodur is gelegen ten zuiden van de bergstad Magelang, op zowat 42 km van Yogya. Nadat we ons eerst ontdaan hebben van de tientallen, op je afstormende souvenirverko(o)p(st)ers, bezoeken wij dit prachtig monument.
De Borobudur tempel is werelderfgoed en is het grootste Boeddhistische heiligdom ter wereld. De naam "Borobudur" is naar men gelooft, ontleend aan de Sanskriets "Vihara Buddha Uhr": het Boeddhistisch klooster op de heuvel. Het werd in de negende eeuw gebouwd door de Sailendra-dynastie. Het is een van 's werelds meest beroemde tempels, die majestueus en vredig op een heuveltje ligt en de groene velden en afgelegen heuvels overziet.
De top is de Grote Stupa die 40 meter boven de grond staat. De muren van de Borobudur zijn gebeeldhouwd in bas-reliëfs en strekken zich uit over een totale lengte van 6 kilometer. Het is uitgeroepen als het grootste en meest volledige ensemble van Boeddhistische reliëfs in de wereld, onovertroffen in artistieke verdienste: elk tafereel is een individueel meesterstuk.
De piramide werd vermoedelijk tussen 750 en 850 na Christus gebouwd. Het monument bestaat uit zes vierkante terrassen. De piramide is de boeddhistische voorstelling van het heelal, beginnend bij het alledaags leven en eindigend in het hiernamaals of nirwana. Het monument is volledig versierd met reliëfs en kleinere stupa's. Op de bovenste drie terrassen staan 72 boeddha's. De tempel schijnt het mooist te zijn bij zonsopkomst. Volgens de traditie brengt het geluk als het je lukt om met je hand door een gat in de stupa het beeld aan te raken. Omdat het niet druk was hebben we mooie foto’s kunnen maken, zonder dat er steeds storende mensen in beeld liepen.
Wij verlaten deze prachtige site, onder begeleiding van dezelfde meute souvenirverkopers, want wij moeten op tijd op het vliegveld van Yogya zijn. Om 18:30 nemen we de vlucht naar Denpasar (Bali) met Garuda Indonesia. De vlucht duurt ongeveer 1 uur en rond 19:30 landen wij in Denpasar; waarna wij naar ons hotel Bali Aga worden gebracht. Wij nemen in het hotel ruim de tijd om kennis te maken met Rudi en Nicole uit Beringen en Rob en Lies uit Mol en terwijl wij een groot Bintang bier drinken, worden de eerste reiservaringen uit Java, doorspekt met allerlei anekdotes verteld.
Indonesië kent een tropisch klimaat. Het is er heel het jaar warm en vochtig, wat niet wegneemt dat je voor bepaalde excursies toch best een warmer kledingstuk meeneemt. De periode tussen mei en oktober is de meest droge en zonnige. Tijdens het vochtig seizoen, van november tot april, is het licht bewolkt maar warm en zijn er soms onweersbuien. Het regent meestal ’s namiddags of op het einde van de dag, de ochtenden zijn over het algemeen zonnig. Deze periode kan verschillend zijn naargelang het eiland. In Bali regent het dubbel zo veel in het Noorden als in het Zuiden; de hevigste regenval doet zich voor in Sulawezi tussen december en maart. Bahasa Indonesia is de officiële taal van Indonesië.
|