Toen ik een tijdje geleden op de weegschaal ging staan - iets wat ik zo goed als nooit doe - was het even schrikken. Heel hard schrikken, zelfs. Het pijltje kwam vervaarlijk dicht bij de 100 kg. Nu ben ik met mijn 1,86 meter niet direct één van de kleinsten, toch was dit veel te zwaar. Decennialang heb ik rond de 86 kilo gewogen. Ik had wel een vermoeden dat ik de laatste jaren 'enigzins' was bijgekomen, en ergens rond de 90 kg zou wegen, maar niet dus. Op de weegschaal van de diëtiste, waarmee ik kort daarna een afspraak had, bleek het nog erger te zijn. Dat veel preciezere onding gaf iets boven de 100 kg aan (hiervoor een kort applausje graag. Dank u).
Ik heb dan tamelijk drastisch de raadgevingen van mijn diëtiste gevolgd: een karig maar gezond ontbijt ("s' morgens ontbijten als een keizer" blijkt een hardnekkig bijgeloof), bestaande uit een drietal lepels yoghurt (best magere of halfvolle, maar ik moet bekennen dat ik tot nu toe volle gebruik), samen met een paar soeplepels havermout, een soeplepel muesli, wat noten en zaden, en een handvol rood fruit. Gezond en lekker. 's Middags eet ik meestal licht, met veel groenten. Geen tussendoortjes, tenzij gezonde (gedroogde tomaatjes, of kerstomaatjes, of olijven). En 's avonds een maaltijd met (niet te veel) vis of vlees, en alweer veel groenten (regelmatig neem ik daarvoor - vooral - de boeken van Pascale Naessens ter hand). Of gewoon een vegetarische maaltijd. Voorts ben ik drastisch verminderd met alcohol, uiteraard. Ik ben geen alcoholieker, maar een (zwaar) streekbiertje, meerdere keren per week, af en toe een wijntje, en af en toe een single malt whiskeytje, gingen er maar al te vlot in.
Maar tot mijn eigen verbazing gaat het volgen van die raadgevingen vrij vlot (enkel met de raad minstens anderhalve liter water per dag te drinken - koffie e.d. niet meegerekend - heb ik wat moeite). Intussen ben ik toch iets meer dan 2 kg afgevallen sinds mijn laatste bezoek aan mijn diëtiste, een maand geleden. Dat is dus een halve kg per week. Lijkt niet veel, maar volgens de diëtiste is dit prima. Te drastisch afvallen is nooit goed. Hopelijk gaat het verder, langzaam maar zeker, de goede richting uit (ik denk nu plots aan een citaat uit 'In de Gloria': "Door doorzettingsvermogen, nie waar Rita, bereikt de slak de ark". )
Een uitstekend boek dat mijn diëtiste me aanraadde, is 'Eten als een expert'. geschreven door vier Nederlandse voedingsdeskundigen. Heel veel Hollandse - en wetenschappelijk gefundeerde - nuchterheid, en interessante recepten.
Iets helemaal anders, maar ook Hollands, ook nuchter, en vooral zeer grappig en goed geschreven is 'Het dovemansorendieet' van Maarten 't Hart, één van mijn favoriete schrijvers. 't Hart vertelt op luchtige wijze over wat er in zijn kinderjaren zoal op tafel kwam (of net niet kwam), en dit in een streng calvinistisch gezin. "Schraalhans was er keukenmeester", zoals een oud spreekwoord zegt. En nog steeds eet Maarten zeer karig en sober, waardoor hij ondanks zijn lengte (1m86) maar een goeie 76 kg. weegt. Ooit woog hij teveel, o.a. door een relatie met een vrouw die lekker maar te zwaar eten kookte.
Naast deze jeugdherinneringen heeft hij het in zijn boek vooral ook over wat nu gezond eten is. Als ervaringsdeskundige én als bioloog, kan hij erover meespreken. En hij heeft ook een aantal vuistregels. Hou u vast:
- Overal mag ik in bijten, mits ik daarvan flink ga sch*ten (geen idee of Seniorennet censuur toepast, vandaar het sterretje)
- Niet ontberen, maar laxeren.
- Eet met mate koolhydraten.
- Niets pleit tegen veel bewegen.
- Mijd suiker en zoetjes, laat staan alle toetjes.
- alcohol rijmt op bol (maar ook op lol, denk ik er zelf dan even bij).
Zijn basisprincipe is echter "eet vooral niet te lekker, dan eet je vanzelf minder". Niet direct een principe waarmee hij veel aanhangers gaat krijgen voor zijn dieet, vandaar de titel 'Het dovemansorendieet'. Zelf kan ik me in dat basisprincipe trouwens ook niet echt vinden. Een mens moet af en toe ook kunnen genieten - iets wat ook mijn uitstekende diëtiste zegt. Misschien ben ik te veel Vlaming (en dus Bourgondiër) om volgens dat door-en-door calvinistische principe te kunnen leven. Nochtans is 't Hart zelf ongelovig, hij gruwt van de calvinistische geloofsleer (en godsdienst tout court) die hij met de paplepel ingegoten kreeg (bepaald lekker zal die pap bij hem thuis trouwens niet gesmaakt hebben). Maar helemaal loskomen van dat waar je in je kinderjaren mee doordrenkt bent, in het geval van Maarten dus die calvinistische ondertoon, zal toch nooit lukken.
Maar Maarten 't Hart zou niet Maarten 't Hart heten als hij dit alles niet met een flinke portie zelfrelativering en humor zou neerpennen. Of wat dacht u van deze raad aan de obese medemens: laat jezelf een leuke lintworm aanmeten. Of zijn verklaring over het feit dat de afstand tussen bepaalde noten in de pianomuziek van de componist Brahms zo groot is: dat komt, volgens Maarten, doordat Brahmetje zo obees was geworden dat hij niet meer met zijn handen dicht bij elkaar kon spelen.
'Het dovemansorendieet' is een onderhoudend, goed geschreven en grappig boek, met toch ook heel veel wetenschappelijk gefundeerde stellingen. 't Hart is niet alleen schrijver, maar ook bioloog, en wetenschappelijkheid staat bij hem hoog aangeschreven. Kortom, een aanrader. En misschien zet het u aan om meer te lezen van Maarten 't Hart. O.a. 'Het woeden der gehele wereld' kan ik u van harte aanbevelen.
|