Dromen moet je uit laten komen, Dromen zijn voor mij het perfecte plaatje, Dromen doe ik over hoe ik mijn leven wil lijden, Mijn dromen zullen nooit uitkomen.
Mijn dromen gaan over de vrijheid die ik nu niet heb, Dromen zijn zo mooi, en is zo fijn, In mijn dromen voel ik me gelukkig en blij, Dromen zijn voor mij een antwoord op al mijn vragen.
Waarom kan ik niet in mijn dromen leven, Waarom zit ik hier gevangen, Ik wil hier weg, ik wil naar mijn droom, Dromen. dromen. dromen... Zullen ze ooit werkelijkheid worden?
Met jou in gedachten ben ik zo blij, weet ik er bestaat nog een ander net als mij. Een mens met ruïnes van het verleden, heftige gevoelens en onzekerheden. Levenslessen waar je door groeit en van hebt geleerd, die wijsheid gebruikend en daarmee 't leven positief hebt gekeerd.
Het is jammer dat we die lessen moeten doorstaan, maar maakt je wel tot de persoon die weet waar die voor zal gaan. Want door de brokstukken van toen, weten we nu wat je wel en niet moet doen. Die fundamenten van het verleden, verdwijnen langzamerhand door het heden.
Zij die dachten mij te breken... ik dank hen, zonder het te beseffen gaven ze me juist de kracht! Ik sta sterker in het leven dan ik ooit had gedacht. Ik kom nu op voor mezelf, en kan het leven aan, en zal alleen nog maar voor de toekomst gaan!
Voor jou ben ik nog virtueel, maar met mijn zinnen kan ik je toch raken, Ja, ik ben je onzichtbare minnaar,
Samen fantaseren we over de mooiste dingen, Het kan ons niet gek genoeg zijn, We doen daarom ook geen water bij de wijn.
Voor mij ben je ook nog slechts virtueel, Maar o, wat wil ik je graag in mijn armen sluiten, Zou zo graag willen dat je uit het donker komt, en gaat staan in het licht, Ja dan word je voor mij zichtbaar.
Kan je aanraken en strelen, zonder dat ik hoef te denken aan het virtuele. Ja, dat zou ik willen,
Maar het is nog zo pril, Het is misschien beter dat we nog maar even in het donker blijven, en ik je onzichtbare minnaar blijf,
Maar als jij de tijd rijp vind, Geef je me dan een virtuele gil, Dan kom ik uit het donker, en jij in het licht, Maar tot die tijd doen we het nog maar met onze ogen dicht.