Jef van Hortense van den dries zat in de woonkeuken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hij zat gezellig dicht bij de Leuvense stoof.
De pot stond bijna roodgloeiend.
Hij zabberde aan een van zijn vele pijpen.
Zijn pijp moest dringend gekuist worden.
Af en toe trok hij immers een vieze smoel.
De bittere smaak van zijn speek, stond op zijn gezicht te lezen.
Mops de kater had er argwaan in gekregen.
Af en toe opende hij een oog en deed alsof hij sliep.
Hij was klaarblijkelijk voorbereid op wat er eventueel volgen zou.
Nondenondemiljaardedjuu, het moet weer lukken,
Nu is die pijp weer eens verstopt,
En Jef gooide de pijp in gruizelementen op de vloer.
Mops sprong van de stoel en zocht veiliger oorden op.
Linneke kwam hals over kop vanuit de wasplaats de keuken binnengestormd.
Ge weet waar de borstel en het vuilblik staan, niewaar, kuis het maar zelf op.
Jef grommelde binnensmonds en deed wat de bazin hem had bevolen.
Hij keek naar de klok en besloot dan maar naar zijn bed te trekken, die avond zou toch niet veel goeds meer brengen.
Linne, ik ga slapen, het is van vroeg op te staan morgen, ge zijt de laatste en doet uwe toer om na te gaan of alles afgesloten is, ik zie je wel in bed en als ik al slaap, geef me maar een duw als ik teveel snurk.
|