Het valt niet te betwijfelen dat "De Zaak van Marcke" lange tijd bleef nazinderen; Vele decennia later gaf de BSP Beerst-Keiem-Vladslo een ingelijste afbeelding uit ter herdenking van de vechtpartij.
" Volksrecht" het weekblad van de Belgische Werkliedenpartij van het arrondissement Kortrijk liet van zich horen op 26 februari 1922; schrijver van dienst voor de rubriek Marke was gewoonlijk Valentijn Vanhoutte (° Bavikhove), een "stoker aan de ijzerweg", woonachtig in Marke. Vanhoutte had een scherpe pen en verliet Marke voor Uitkerke in 1935, na het overlijden van zijn vriend Pierre Casier .
Valentijn Vanhoutte herhaalt de gebeurtenis in geuren en kleuren en neemt het op met veel pathos voor de socialisten:
"...feest ter herinnering der Vrije Trompetters en hunne propagandisten van Kortrijk, die op 28 (lees 21) januari 1894 het eerste socialistisch zaad geworpen hebben en daarom zoo duchtig en schandelijk mishandeld werden door de Marckenaren....men ziet den ouden trommelaar Aug. Planckaert ten gronde liggen....werd erg toegetakeld. Het feest zal plaatsgrijpen op 21 mei..."
Op 30 april 1922:
" De propagandaclub "Recht en Vrijheid" en veloclub "De Roode Leeuw"richten op zondag 21 mei een feest in.Inhuldiging van de vlag van de veloclub en erefeest aan de overgeblevene Vrije Trompetters van Kortrijk....in dit bombardement, dat een kleine oorlog geleek.."
In 1894 was Pierre Odenthal (°Gent), timmerman, getrouwd met Leontine Ackerman (° Brugge), cafébaas "In d'Arke van Noë". In de volksmond werd hij "Piere de Genteneire" genoemd. Hij was een oudgediende van 1870 (Duits-Franse oorlog) en hij was een "specialist" in het vertellen over zijn ervaringen.
De café's "In d'Arke van Noë" (midden rechts) en "Sint-Barbara" (rechts) in 1907. Beide café's moesten in 1923 plaats maken voor het oorlogsmonument.
|