Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag reed ik naar het Heuvelland waar ik in Westouter het Stiltepad ging wandelen.
Westouter is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Westouter is gelegen in de Westhoek, tegen de Franse grens. Westouter werd voor het eerst vermeld in 1089 als Wistaltare (Altaar naar het westen gericht). Op het grondgebied van Westouter werden voorwerpen uit het neolithicum aangetroffen. In 1069 werd Westouter een zelfstandige parochie, waarvan het patronaatsrecht toekwam aan het kapittel van Terwaan. Op het grondgebied lagen drie heerlijkheden, waarvan de heerlijkheid Westouter onder de Kasselrij Belle viel. In 1678 werd dit gebied onderdeel van Frankrijk en in 1781 kwam het weer bij de Oostenrijkse Nederlanden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef het dorp in geallieerde handen, maar het werd wel verwoest door beschietingen, waarna herbouw volgde. Op 6 september 1944 werd het dorp bevrijd van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Poolse bevrijders werden geëerd met de bouw van een kapel op het dorpsplein, gewijd aan de Zwarte Madonna van Częstochowa.
Het Stiltepad is geen gewoon wandelpad. Het nodigt je uit om stil te worden, te luisteren naar je ademhaling, het ruisen van de bomen, het fluiten van de vogels, het kabbelen van een beekje … Neem de tijd om even stil te staan, je ogen te sluiten en te luisteren ... naar jezelf en naar de omgeving. Merk je ook dat stilte leeft! Hangmatten, ligzetels en zitbanken – op enkele heel bijzondere plekken- prikkelen je zintuigen.Het Heuvelland is een prachtig gebied om te wandelen. Neem het van mij aan, het Stiltepad vertrekkend in de dorpskern van Westouter moet niet onder doen voor de andere wandelingen in de buurt. Flirtend tegen de Franse grens nodigt het wandelpad je uit om stil te worden en te luisteren naar je ademhaling , het ruisen van de bomen , het fluiten van de vogels en het kabbelen van een beekje. Het Stiltepad zo’n 13 km lang maakt hoofdzakelijk gebruik van het wandelnetwerk Heuvelland. Op zich hoef je maar de knooppunten te volgen met uitzondering van een stukje Douvevallei . Je komt van de ene verrassing in de andere te vallen. Vooral in het voorjaar kleurt het traject met bosanemoon, gele dotterbloem , blauwe wilde hyacint en gele primula waanzinnig mooi. Plankenpaden of vlonders zorgen dan eerder voor het avontuurlijke aspect en een best pittig traject. De beboste heuvels van de Zwarte Berg , de Rode Berg, de Baneberg en de Vidaigneberg zijn immers nooit veraf. Maar het feit dat je 5 natuurgebieden afwisselt met unieke vergezichten maken het Stiltepad zo bijzonder. De 5 natuurgebieden die je doorkruist zijn niet van de minste. In het natuurgebied Broekelzen tref je afwisselend bronbossen en graslanden. Het kronkelende Broekelzenbeekje is er je metgezel. Wat verder kom je in de Douvevallei. Hier moet je heel goed uitkijken voor de knooppunten, niet altijd correct. Er kwam wat zoekwerk bij de pas. Een gebied dat zich kenmerkt door holle wegen, knotbomenrijen, houtkanten en hagen. Ze ademen zowaar een sfeer van lang vervlogen tijden uit. Hier hoor je echt de stilte om je heen. Eenmaal de flanken van de Baneberg achter de kiezen duik je regelrecht het Hellegat op de Rodeberg in. De zeer steile flanken zorgen voor een adembenemend zicht en behoren tot de mooiste landschappen van het Heuvelland. Afsluiten doe je met de Sulferberg en de Goeberg. Net een tweeling opnieuw omringd door kletsnatte graslanden en bosjes. Je waant je in de poëziewereld. Maar de echte poëzie vind je ook onderweg. Hangmatten, ligzetels en zitbanken – op enkele heel bijzondere plekken – prikkelen al je zintuigen. Ze nodigen je uit om volop te genieten van het mooie panoramische zicht op de heuvelrij. En er staan ook haiku’s van dichter en streekkenner Geert de Kockere. Hier kan je dus rustig en ontspannend een dag lang volop al wandelend genieten. Tip : plof zeker eens neer in een van de stiltegebieden langs de weg . Hoor , zie en geniet rondom je.
Geniet even mee van enkele sfeer foto's
Dit zijn de knooppunten die je moet volgen voor deze heel mooie wandeling.
Hier voor ons zie je het eerste paaltje met een knooppunt.
vanaf hier bijna 100% natuur.
Vele mooie vergezichten
Prachtig wandelen in het Heuvelland
Zicht op de Catsberg(antenne)
Regelmatig wat knuppelpaden.
Dit is hier knooppunt 8 en volg hier nr 14.
Ook regelmatig wat hobbelige paden.
Op en neer
Als je dit domein verlaat staan er geen paaltjes meer, je moet naar links gaan en volgen tot het 2°paaltje met de juiste nr(37) erop.
Je komt nu en dan enkele hangmatten tegen om eventueel wat uit te rusten en te genieten van de stilte of een mooi uitzicht.
Mooie tekst.
prachtig zicht op Loker
Een soort van amphitheater
Bloemen zijn bijna allemaal uitgebloeid.
Zicht op de Sulferberg
De laatste knuppelpaden van deze wandeling.
Nog een klimmetje en daarna vlak richting eindpunt.
Hier zijn we dan terug van deze heerlijke wandeling.
Vandaag voor het eerst een wandeling gemaakt,een samenwerking tussen de wandelclub Drevestappers uit Zonnebeke en de Wandelfederatie. Men kon inschrijven via strikte corona maatregelen(afstand houden aan de inschrijvingstafel en handen ontsmetten). Er waren geen rustposten voorzien zoals vroeger het geval was, maar op de parcours kon men iets drinken in een kroeg.
De start was vanuit het mooie Kasteelpark in Zonnebeke en de wandelaars konden kiezen uit 3 afstanden; 6km-13km en 23km.Wij gingen voor de grootste afstand. Het parcours liep richting Passendale waar we een café tegenkwamen aan de kaasmakerij. Vandaar eventjes het grondgebied van Moorslede betreden omdan zo terug te wandelen naar Zonnebeke. Er was veel verharde wegen deze keer, op het einde van de wandeling kregen we nog een deel van het Kasteelpark. Geniet even mee van wat sfeer foto's.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat 5 deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'. De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de gevluchte inwoners terug. De gemeente begon aan heropbouw. Architect Huib Hoste had er een groot aandeel in. Hij ontwierp namelijk de plannen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, maar ook de toenmalige gemeenteschool, de pastorij en een huizenrij in de Roeselarestraat. Architect Antoon Dujardijn uit Brugge tekende het gemeentehuis dat een heleboel vernieuwingen heeft meegemaakt. Hieraan gebeurden nog aanpassingen in 1975 en 1994 en kwam een nieuwe inkom met onthaal in 2011.
Prachtige vijver in het park.
Heerlijk rondje wandelen door het mooie park. Het historische kasteeldomein van Zonnebeke huisvest het Museum Passchendaele 1917, de gemeentelijke bibliotheek ‘De Letterschuur, de Koklikoo en de Toeristische Dienst van Zonnebeke. Dit is het ideale vertrekpunt voor een ontdekkingstocht doorheen Zonnebeke. Ook vertrekken er verschillende wandel- en fietsroutes langs autoluwe paden. Op minder dan drie kilometer liggen ondermeer het bekende Polygoonbos en Tyne Cot Cemetery, de grootste begraafplaats van de Commonwealth ter wereld. Naast de balie van het museum vind je in het bezoekerssalon alle nodige informatie, ook voor wie gewoon wil wandelen, fietsen of een plekje zoekt om lekker te eten. In het kasteeldomein kom je ook helemaal tot rust: een boek lezen op een bank in het park, hand in hand flaneren langs de vijver of even de tijd nemen om stil te staan bij de geschiedenis van WOI in de ‘Poppy gardens’, thematische tuinen die gewijd zijn aan de verscheidene naties die meestreden in de Slag bij Passendale. De Pou Maumahara, in 2019 geopend, herinnert aan de Maori inzet en slachtoffers tijdens WOI. Aan de rand van het park bevindt zich de Kerktoren van Zonnebeke die een prachtig uitzicht biedt over de ganse regio. De tentoonstelling “Getekend Landschap” vertelt je meer over het altijd veranderende landschap.
Een mooi gebaar van deze inwoner om even door zijn tuin te wandelen.
Regelmatig wat afwisseling tijdens de wandeling.
Tyne Cot Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog gelegen in het Belgische dorp Passendale. De begraafplaats ligt 2,1 km ten zuidwesten van het dorpscentrum en 1,7 km ten noorden van Zonnebeke. Er liggen meer gesneuvelden begraven dan op elke andere Britse militaire begraafplaats op het Europese vasteland. Het terrein heeft een oppervlakte van 34.941 m² en de Commonwealth War Graves Commission zorgt voor het onderhoud. De begraafplaats werd ontworpen door Herbert Baker in samenwerking met John Truelove. Een muur van zwarte vuurstenen keien, afgedekt met witte natuursteen, omgeeft hem. Het toegangsgebouw is eveneens uit zwarte vuursteen opgebouwd. Achteraan bevindt zich de halfcirkelvormige Tyne Cot Memorial met de namen van 33.783 vermiste Britse soldaten en, in een afzonderlijke apsis, nog eens 1.176 vermiste Nieuw-Zeelanders. Aan elk uiteinde van de Memorialmuur staat een paviljoen. Centraal op het terrein bevindt zich het Cross of Sacrifice, gebouwd boven op een bunker die vóór de verovering als Duitse commandopost dienstdeed. De Stone of Remembrance staat achteraan, tussen de Memorial to the missing en het Cross of Sacrifice. Twee bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich achteraan, onder de paviljoenen langs weerszijden van de Memorialmuur. In het toegangsgebouw bevindt zich het kastje waarin het register met de namen en de locatie van de graven. Er is ook een Visitors book waarin men een boodschap kan schrijven. Aan de buitenzijde van de ingang hangen drie gedenkplaten in het Nederlands, Frans en Engels. Ze vermelden deze tekst: "Deze grond werd voor eeuwig door de Belgische bevolking aan de geallieerde troepen geschonken, uit dankbaarheid voor hun inzet". Deze begraafplaats is een Open Cemetery, d.w.z. dat er nog stoffelijke resten uit de omringende slagvelden bijgezet kunnen worden. Op 6 november 2018 werden nog drie ongeïdentificeerde doden begraven, twee Australiërs en een Brit. Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden.
Enkele mooie vergezichten
Hier wandelen we door het nieuw aangelegd stuk van het park.
Na gisteren te hebben gewandeld in de Limburg, viel vandaag de provincie Antwerpen aan de beurt. We deden een knooppuntenwandeling in Herselt.
Herselt is een gemeente in de Belgische provincie Antwerpen. De gemeente telt ruim 14.000 inwoners. Herselt maakt deel uit van het kieskanton en het gerechtelijk kanton Westerlo. De fusiegemeente bestaat naast Herselt uit de deelgemeente Ramsel. In de gemeente liggen nog de gehuchten Blauberg, Bergom en Varenwinkel. Ongeveer 1400 ha van Herselt bestaat uit beboste oppervlakte. Dit is ongeveer 1/4 van de totale oppervlakte. Herselt omvat dan ook verschillende grote bosrijke gebieden, Hertberg, Varenbroek, Helschot en de Langdonken;
De hemel was vanmorgen betrokken en de zon liet het wat afweten. Het was doef, bij zo'n 28°.
De wandeling met de te volgen knooppunten.
De hemel sprak al boekdelen, gelukkig bestond de wandeling uit 90% bos. Deze wandeling loopt grotendeels via het Provinciedomein Hertberg te Herselt. In dit wandelparadijs van de Merode kan me niet nalaten om prinsheerlijk te genieten van de fauna en flora, de diverse boomsoorten, het gevarieerde landschap met ijzerzandsteen- en duinachtige zandgronden, de streekgerechten en de overheerlijke biertjes in de nabij gelegen horecazaken.
Het boscomplex Hertberg van 310 hectare ligt aan de Diestsebaan in Herselt. Dat is de verbindingsweg tussen de N19 (Herselt-Westerlo) en de N212 (Herselt-Averbode). Het oostelijke deel van dit bosgebied is in handen van het ANB. Al eeuwenlang was dit een bebost gebied, waar naaldhout de toon zette. Naast Corsicaanse en grove den, vind je ook lijsterbes, spork, smalle en brede stekelvaren, blauwe bosbes en wilde kamperfoelie. Aanwezige dieren zijn bijvoorbeeld ree, vos, steenmarter, havik, buizerd, bosuil, zwarte specht en levendbarende hagedis.
Goed om te weten, rechtover knpt 26 is er Eetcafé Mie Maan, waar u dagelijks van 9u tem 11u kan genieten van een ontbijtbuffet (reservatie gewenst). Net voor knpt 36 staat er een te bezichtigen bijenkast, en net na knpt 36 biedt een vleermuizentoren overnachting voor deze nachtdieren. Ter hoogte van knpt 119 werd een reetje gespot tijdens de verkenningstocht. Tussen knpt 419 en knpt 418 is het aangeraden om rust in te lassen en de dorst te laven met een biertje uit de meer dan 300 ambachtelijke bieren op de kaart. Je bevindt jer hier ter hoogte van Bierkroeg Den Hulst (open v 11u tem 23u30, ma-di gesloten).
De hemel begon dicht te slibben, er kwam een onweder opzetten.
regelmatig hoorden we het donderen, dus is dit niet prettig om door de bossen te wandelen.
We gingen een stapje door, want het begon wat te druppelen.
We hebben deze wandeling jammerlijk moeten in korten door de regenval.Zal zeker nog eens terug komen.
Coronawandeling te Kessenisch; Koningssteen-Kollegreend.
Deze keer reed ik naar het uiterste punt van de provincie Limburg, nl naar Kessenisch.
Kessenich, (geschreven als Kèsing en Kaesing) is een dorp in Belgisch-Limburg en een deelgemeente van de gemeente Kinrooi. Kessenich is de meest noordoostelijke plaats van België. Het bestaat uit een kerkdorp en diverse kleinere woonkernen. Hiervan zijn Borgitter, 'de Dolen' (Dolenweg) en 'de Hoeven' (Schoolstraat) oude gehuchten. Daarnaast ontstond er in de 20e eeuw ook bewoning in 'de Schutteheide' (Drietak), in 'de Hezer Heide' (Langvenstraat) en 'Aan het Schuttevendelen' (Lakerweg, tot in de 19e eeuw ook 'In de Gallert' genoemd). Fysisch gezien ligt de deelgemeente voor 40% in de riviervlakte van de Maas (hier liggen 'de O(h)é' en 'het Broek') en voor 60% op het hoger gelegen middenterras van de Maas ('het Kessinger/Kessenicher Veld', 'de Bommesaar' en 'de Hees').[3] Door en langs het grondgebied stromen drie rivieren: de Maas, Itterbeek en Witbeek. Er liggen drie natuurgebieden: het Vijverbroek, de Kollegreend en het Koningssteen. De plaatselijke economie bestaat voornamelijk uit de teelt van gewassen. Eeuwenlang werd er ook klei gewonnen en in veldovens tot brikken en pannen gebakken. Een industriële oven (1903–1975), eerst De Maas en later Kleiwarenindustrie geheten, gaf zijn naam aan de Fabrieksstraat. Ten tijde van de grindwinning (1949–2016) werden de bedrijven Belmagri en Dragrasa opgericht. Door het baggeren ontstonden de Maasplassen Boterakker en Dragrasa. (bron;wikipedia)
Daar hebben we de wandeling in het natuurdomein Koningssteen-Kollegreend gedaan. Een pracht van een wandeling.
Kollegreend, Koningssteen en het 'einde van België' In de grindplassen tussen Thorn en Kessenich, op enkele meters van het Vijverbroek, strekken zich op de landgrens twee schiereilanden uit: Koningssteen en Kollegreend. Deze voormalige grindeilanden in een snel stromende Maas evolueren vlug naar gevarieerde mozaïeklandschappen met bloemweiden, ooibos, ruigtes en ondiepe plassen. Wil je het meest noordoostelijke puntje van België bezoeken? Wandel dan naar de Kollegreend over de recent aangelegde dijk. Op de grens tussen België en Nederland maak je in natuurgebied Koningssteen-Kollegreend (Kessenich) kennis met een uniek rivierlandschap. Ooit kronkelde de Maas met haar vele meanders hier. Een deel van het gebied werd al ontgonnen en terug gegeven aan de natuur. De afgelopen jaren werd in verschillende fases grind gewonnen in het gebied. Nu is bijna gans het gebied ingericht als natuurgebied. Bezit van de koning Koningssteen was ooit een grindeiland in de Maas. Dergelijke eilanden lagen als stukjes niemandsland tussen beide zijden van de rivier. Ze werden toebedeeld aan de bezittingen van de koning. Aan de combinatie van het eigendomsrecht (‘koning’) en de grindige ondergrond (‘steen’) dankt het gebied haar naam. Door grote verleggingen van de Maas tussen 1743 en 1806 kwam Koningssteen samen met Kollegreend aan de linkerzijde van de oever te liggen en werd de huidige ligging bepaald. Tussen 1951 en 1957 is het grind van Koningsteen gewonnen. Vervolgens is het gebied weer grotendeels opgevuld met mijnsteen en grindresten. Omdat er ook op Vlaams grondgebied grind werd gebaggerd, werd een dijk op de grens tussen Nederland en België aangebracht: het huidige Koningssteen. Nieuwe natuur Door de natuurinrichtingswerken langs de Maas ontstaan prachte natuurgebieden. In Koningssteen-Kollegreend worden grote delen van deze natuur begraasd door Konikpaarden en Gallowayrunderen. Deze halfwilde, winterharde dieren zorgen samen met de bever voor een mozaïekstructuur in het gebied. Daardoor ontstaat een bloemenparadijs met planten als vijfdelig kaasjeskruid, wilde marjolein, wilde peen, enz waar heel veel vlinders en bijen dol op zijn. Misschien zie je de koninginnepage wel fladderen. Toegankelijk Niet alleen deelgebied Koningssteen en Kleizone zijn goed toegankelijk, maar sinds de afwerking van het gebied medio 2017 kan je nu ook volledig rond de Kessenichplas wandelen. In de Kleizone kan je over het knuppelpad richting de vogelkijkhut wandelen. Vanop de dijken heb je prachtig zicht over de Maas, de Vissenakkerplas en de Boterakker. Fietsers kunnen fietsen van de Grote Heggeplas richting het Bomenmonument en zo richting Kessenich. Voor gemotoriseerd verkeer is het gebied niet langer toegankelijk. Tussen de twee graslanden van de Boterakker is het in broedseizoen ook voor wandelaars verboden toegang. In het grensoverschrijdende deelgebied Koningssteen kan je tussen de halfwilde Konikpaarden en Gallowayrunderen wandelen. Hou voldoende afstand en aai of voeder de dieren niet. In het ganse gebied zijn honden toegelaten, maar wel kort aangelijnd. Binnenkort komt er vlakbij het Bastion ook een hondenlosloopzone.
De start van deze wandeling begon aan het oude Douanekantoor en is gemarkeerd met een rode driehoek op de paaltjes.
regelmatig wat infoborden.
Het Vijverbroek. Het wandelgebied Kessenich en de Drie Eigen bestaat uit een zeer divers landschap dat werd geschapen door Maas en mens. De natuurgebieden Vijverbroek en Koningsteen - Kollegreend zijn belangrijke schakels in dit uitgestrekte wandelgebied. Het natuurreservaat Vijverbroek in Kessenich is gelegen in een oude Maasmeander. Door eeuwenlange verleggingen van de Maas is het buiten de invloedssfeer van de huidige Maas komen te liggen en is de afgesloten Maasarm langzaam aan het verlanden. In de laagste delen van de Maasarm ontwikkelden zich elzenbroekbos en wilgenstruwelen met een zeer grote ecologische waarde. Natuurgebied Koningssteen - Kollegreend ligt pal op de grens tussen Nederland en België. Het is één van de oudste natuurontwikkelingsgebieden in het RivierPark Maasvallei. De Konikpaarden die er grazen zijn van Limburgs Landschap vzw, de Galloways zijn van Natuurmonumenten. Momenteel is het zonder twijfel een van de meest waardevolle natuurgebieden in het RivierPark Maasvallei.
Heel veel variatie op deze wandeling.
gelukkig konden we af en toe wat in de lommer wandelen, want het kwik kwam boven de 36°gr. uit.
Hier passeerden we dwars door het dorpje Thorn op Nederlands grondgebied.
deze plaatsen werden nog niet echt overrompeld door de toeristen.
Mooie zichten
Geen wandelaars te bespeuren.
Grenspalen in overvloed langs dit gedeelte.
Hier zien we de Kessenische plassen. Belgisch groendgebied.
Hier een mooi uitzicht op de grens met Nederland en een mooi zicht op de Maas.
Dit was het kwaadste stuk van deze wandeling,open en bloot , geen beschutting tegen de hitte.
In de verte zien we al de dorpskern van Kessenisch.
Zicht op het plezierhaventje.
knuppelpaden om over de plassen te wandelen.
Einde in zicht.
Deze toren was het eindpunt van deze hele mooie tocht. Zeker een aanrader.
Vandaag gingen we richting Kemmel om daar een knooppunt wandeling te maken. Kemmel is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Heuvelland. In deelgemeente Kemmel bevinden zich het gemeentehuis en de gemeentelijke administratie van de fusiegemeente, net als het politiekantoor en het postkantoor. Kemmel telt ruim 1000 inwoners en staat in de lijst van de 50 mooiste dorpen van Vlaanderen. Het grondgebied van Kemmel was al bewoond tijdens het neolithicum. Ook uit de vroege ijzertijd en uit de La Tène-periode zijn overblijfselen aangetroffen. Op de Kemmelberg lag een belangrijke nederzetting, waarvan de omgrachting 350 bij 90 meter mat. Ook tijdens de Romeinse tijd was het gebied bewoond. Kemmel werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 916, als Kemlis, naar het Latijn: culmen (top). In de 9e eeuw was er al een kerk. In de 15e en 16e eeuw bloeide de lakennijverheid. In de 2e helft van de 16e eeuw vonden de godsdiensttwisten plaats, waarbij de kerk verwoest werd. In 1622 werd aan de voet van de Kemmelberg, nabij de Nieuwstraat, een kasteel gebouwd, dat echter tijdens de Eerste Wereldoorlog werd verwoest. In 1925 werd op het neorenaissancekasteel Kasteel De Warande gebouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het dorp zwaar beschadigd. De Kemmelberg, die op 1,5 km zuidwest van het dorp ligt was een strategisch punt en werd door de strijdende partijen zwaar bevochten, vooral op 25 april 1918, toen de Duitsers een laatste offensief bewerkstelligden. Naast de tientallen begraafplaatsen herinneren een aantal gedenktekens aan de dramatische gevechten op die datum. Hoewel Kemmel een landbouwdorp is, is ook het toerisme een belangrijke bron van bestaan. Dit ontwikkelde zich vanaf het laatste kwart van de 19e eeuw met buitenverblijven van inwoners van Noord-Frankrijk en attracties op de top van de Kemmelberg, zoals een houten uitkijktoren en een berenkooi (1880). Bij de kerk in het dorp werd een doolhof geëxploiteerd (1890). In 1920 werd de houten uitkijktoren vervangen door een stenen Belvedère. Na de Eerste Wereldoorlog kwam ook het oorlogstoerisme in zwang. Er ontstonden hotels, restaurants, campings en dergelijke. De Lourdesgrot in het park van het voormalige kasteel trok bovendien bedevaartgangers aan.
Eenmaal aangekomen aan het pleintje waar het kiosk staat, parkeerden we de auto, trokken onze schoenen aan en gingen op pad. Deze wandeling is een 15tal km lang, het begin is heuvelachtig omdat men door het Kemmelberg domein gaat.Tot Dranouter komt men regelmatig wat zitbanken tegen, waar men mooie uitzichten heeft op de streek. Aangekomen in Dranouter kan men even rusten in één van de talrijke herbergen die rond het kerkeplein zijn. Daar heeft men al 5.3km op de teller. Dranouter (uitspraak: Dranoeter, "dranoetre" in het West-Vlaams) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Dranouter is gelegen in de Westhoek dicht bij de Franse grens. Dranouter telt een 700-tal inwoners. Door de plaatselijke bevolking wordt van Nouter gesproken. Dranouter is een landbouwdorp. De landbouwoppervlakte wordt voor een derde ingenomen door grasland. Er zijn ook vele nijverheidsgewassen. Vanuit het neolithicum en de Romeinse periode zijn vondsten bekend, voornamelijk kruiken en munten. Dranouter werd voor het eerst vermeld in 1123 als Drawenoltra, waarschijnlijk afgeleid van een persoonsnaam en altaar. Vanaf 1113 was Dranouter een zelfstandige parochie. Het dorp behoorde tot de Kasselrij Belle. In de eerste helft van de 15e eeuw kende het een bloeiperiode door de lichte lakennijverheid. Een dieptepunt was het jaar 1568, toen fanatieke beeldenstormers niet enkel kerken kort en klein sloegen, maar ook drie geestelijken vermoordden. In 1552 werd Petrus Plancius geboren, die in 1585 om zijn geloof naar de noordelijke Nederlanden moest vluchten en een beroemd geograaf werd. Hoewel het dorp tijdens de Eerste Wereldoorlog achter de frontlinie lag en een toevluchtsoord was voor Britse frontsoldaten, werd het uiteindelijk geheel vernield en daarna in ongeveer dezelfde stijl herbouwd. Diverse oorlogsgraven en -kerkhoven getuigen van die periode.
Na een stop in Dranouter gaat men richting Wulvergem-Nieuwkerke. Het parcours is afwisselend, verhard en onverhard, redelijk plat maar men komt geen enkele herberg of zitbank tegen in dit gedeelte. Dus is het aangeraden om wat drank bij zich te hebben. Dit is een hele mooie en rustige wandeling, en met veel vergezichten. Terug aangekomen te Kemmel kan men zeker de dorst lessen in de talrijke café's die daar zijn.
De startplaats op Kemmel . Dit is den Dries. Hier kan men de auto gratis parkeren.Als men met de rug naar het kioske staat ziet men in de linker hoek een pad naar het park en daar begint de wandeling.
Dit zijn de knooppunten van deze wandeling.
zicht op het gemeentehuis.
Wandelen door het mooie park. Men komt voorbij de Lork en moet dan de straat oversteken om in het Kemmeldomein te gaan.
Hier begint een mooi stukje natuur met klimmen en dalen.
Hier kan je eventjes rusten.
Zicht op de Belvedere. De Belvedère is een toeristische uitkijktoren op de Kemmelberg in het Vlaamse Heuvelland. De toren, sinds 2004 een beschermd monument van onroerend erfgoed, biedt wijdse verzichten zoals van een belvedère verwacht mag worden. De toren uit 1924 heeft een architectuurhistorische waarde als voorbeeld van wederopbouwarchitectuur. De toren werd opgetrokken ter vervanging van de tijdens de Eerste Wereldoorlog verwoeste houten toren. De Belvedère is gelegen op de top van de Kemmelberg en een bewijs van de reeds lang aanwezige toeristische traditie rond de Kemmelberg die na 1850 ontstond met passage van de Noord-Franse burgerij die hier ontspanning zochten.
Militair domein
Boven op de top van de Kemmelberg kijkt "Den Engel" van het "Monument aux Soldats français" treurig uit over het massagraf en het slagveld.
Begraafplaats Onderaan de westelijke flank van de Kemmelberg ligt een Franse begraafplaats. Deze begraafplaats bestaat uit 4 massagraven waarin 5294 Franse soldaten rusten. Enkel 57 onder hen zijn geïdentificeerd. Hun namen vind je terug op de centrale obelisk. Dit gedenkteken herinnert de Franse aanwezigheid tijdens WO I en herdenkt de vele Franse verliezen tijdens de Slag om de Kemmelberg in 1918. Vanaf dit punt geniet je van een prachtig panoramisch zicht. De Kemmelberg blijft tot 25 april 1918 in geallieerde handen. Dan verovert het Duitse leger de berg die zoveel strategisch voordeel zou brengen in een ultieme poging door te stoten naar de Franse kust en Ieper in te nemen. De slag bij de Kemmel is zeer hevig. Franse en Duitse divisies staan er tot juli tegenover elkaar en aan beide kanten zijn de verliezen zo groot als de verhalen gruwelijk zijn. De bestorming eist 5.000 doden. Pas in september 1918 wordt de Kemmelberg met hulp van Amerikaanse verse troepen terug ingenomen. Aan de foto’s van toen merk je ook de hevigheid van de gevechten: niets staat nog recht. Je vindt hier het Ossuaire français waar 5.294 Franse soldaten begraven liggen waarvan slechts 57 bekend zijn. Helemaal bovenaan de Kemmelberg is er nog het Monument aux soldats français: een engel die over het ossuarium kijkt.
hele mooie vergezichten
Nu gaan we richting Dranouter.
De kerk van Dranouter is in zicht.
Na een stop in Dranouter begonnen we aan de terugweg richting Kemmel. Men ging eerst richting Wulvergem en Nieuwkerke.
Laatste blik op Dranouter
het tweede gedeelte was eventjes plat en men kwam geen enkele bank meer tegen om eventueel wat te rusten.
Hier zien we een glimp van de Kemmelberg.
nog enkele mooie paden te doen.
terug lichtjes omhoog
Hier was het nog een km te wandelen alvorens men terug aan het begin van deze tocht waren.
Terug aangekomen op het plein.Hier kan men de dorst lessen in een van de talrijke cafés die er zijn. Een mooie, rustige tocht in een deel van het Heuvelland.
Vandaag gingen we een wandeling maken op de Kwaremont. We besloten een bestaande wandeling te volgen, nl: de Panoramaroute.
Kwaremont is een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Kluisbergen. De plaats ligt in de Vlaamse Ardennen en is bij wielerminnend Vlaanderen vooral bekend door de hellingen, de Kwaremont en de Oude Kwaremont, in het dorp. De naam is van Gallo-Romeinse oorsprong en betekent "vierkante berg". Kort na de Tweede Wereldoorlog vestigden zich heel wat kunstenaars in Kwaremont. Ook nu werken er nog veel kunstenaars en zijn er veel kunstgaleries. De witgekalkte Sint-Amanduskerk dateert uit 1787. Kasteel Calmont staat nabij het Kluisbos. Een 19e-eeuwse dienstwoning ervan werd uitgevoerd als een Zwitsers Chalet , een unicum in de streek. Er is een bier met de naam Kwaremont, dat wordt gebrouwen door Brouwerij De Brabandere.
Kwaremont: schilderachtig kunstenaarsoord Sinds de jaren 1940 groeide Kwaremont uit tot een toevluchtsoord voor kunstenaars. Wanneer je het dorpje ontdekt, lijkt het ook alsof je door een tableautje wandelt. De gebouwen, de indeling, het licht, de mensen… Geen wonder dat zoveel creatieve zielen zich aangetrokken voelden tot deze begeesterende plek. In de jaren 1970 en 1980 popte de ene galerie na de andere hier uit de grond. Kwaremont kreeg een ijzersterke reputatie als kunstencentrum en stond bekend als het Sint-Martens-Latem van de Vlaamse Ardennen. Met die reputatie, volgden natuurlijk ook de dagjestoeristen. En toch heeft dit dorp z’n rustige ziel kunnen bewaren.De wandeling is nogal pittig, we wandelen richting Zulzeke, daarna richting de Hotond en via de Rampe terug naar de Kwaremont.
Kwaremont: schilderachtig kunstenaarsoord Sinds de jaren 1940 groeide Kwaremont uit tot een toevluchtsoord voor kunstenaars. Wanneer je het dorpje ontdekt, lijkt het ook alsof je door een tableautje wandelt. De gebouwen, de indeling, het licht, de mensen… Geen wonder dat zoveel creatieve zielen zich aangetrokken voelden tot deze begeesterende plek. In de jaren 1970 en 1980 popte de ene galerie na de andere hier uit de grond. Kwaremont kreeg een ijzersterke reputatie als kunstencentrum en stond bekend als het Sint-Martens-Latem van de Vlaamse Ardennen. Met die reputatie, volgden natuurlijk ook de dagjestoeristen. En toch heeft dit dorp z’n rustige ziel kunnen bewaren.
De start van de wandeling is op het Kwaremontplein. Laat de kerk achter je en wandelt rechtdoor tot aan het Palet(café) daar ga je naar rechts en zie je meteen de bewegwijzering. Op weg richting onvergetelijke landschappen! Voorlopig laat je Kwaremont even achter je en ga je op pad voor de Panorama Wandelroute. Waarom die route zo heet, wordt al heel snel duidelijk. Kijk maar eens links in de Keuzelingsstraat, waar je in de verte zelfs Anzegem ziet liggen, als een stipje aan de horizon. Voor je ligt de glooiende Patersberg en iets verderop, aan Hof Ter Plancken, kijk je uit op landschappen die zo uit de film lijken geplukt. De kasseistrookjes die je hier afwandelt kunnen een pittige uitdaging zijn, met een hellingsgraad die je wandelschoenen op de proef stellen.
Deze bordjes volgen op je wandeling.
Veel variatie tijdens de wandeling en mooie vergezichten
Hier een mooi zicht op het landschap
op weg naar Zulzeke.
Hier zijn we aangekomen in de gemeente Zulzeke.Zulzeke is een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Kluisbergen. Het is een landelijk dorpje, en de kleinste deelgemeente van Kluisbergen. De Sint-Jan-in-de-Oliekerk heeft een kerkorgel dat als monument beschermd is. De kerhofmuur heeft een opvallend "bellemanshuisje", een schuilhuisje van waaruit vroeger berichten werden afgekondigd. In Zulzeke ligt ook het natuurgebied Spijkerbos. Het dorp heeft verschillende oude hoeven en (voormalige) watermolens: Molen ten Hove, Molen Ten Broecke, Molen ten Baete, Paepscheuremolen en één voormalige windmolen (Hotondmolen).
Na een 5tal km konden we wat drinken in Zulzeke. Dit cafeetje is gelegen op de hoek aan de kerk.
Daarna gingen we richting het Spijkerbos.
Hier zijn we aangekomen aan de ingang van het Spijkerbos. Het Spijkerbos of Elenebos is een natuurgebied in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het natuurgebied bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Kluisbergen (deelgemeente Zulzeke) en een klein deel in Maarkedal (deelgemeente Nukerke). Het wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen de Europese natuurdoelstellingen wordt op termijn 350 hectare extra bos gecreëerd in de Vlaamse Ardennen; het Kluisbos wordt via Feelbos, Beiaardbos, Fonteinbos en Ingelbos, Hotond-Scherpenberg, Kuitholbos en het Spijkerbos verbonden met het Koppenbergbos.
Rustig wandelen in dit domein. Als het zonnetje schijnt, valt haar warmte de hele dag door op het bos. En wandel jij de hele dag in het zonnetje, van ’s ochtends tot ’s avonds. Er is niets heerlijker dan de drukte vergeten met een gloeiend zonnetje op je gezicht, toch?
Echt genieten, op en neer en nu en dan een korte stijging.
Uit het bos werden we beloond met een prachtig uitzicht.
Nu volgt er een stukje vals plat.
Eventjes poseren, want we komen niks meer tegen tot we terug in Kwaremont aankomen. Nog een 7tal km te gaan.
prachtige zichten.
Een beetje vermargeren kan geen kwaad.
Hier eventjes een afdaling.
Hier dalen we ongeveer 40m, van 80m boven de zeespiegel tot een 40tal meter.
Hier een bekende strook onder de wielertoeristen en de wandelaars.
Een korte stijging of daling hoe je het bekijkt,maar wel een ferme kuitenbijter.
Hier zijn we dan terug op de Kwaremont. Het was een hele mooie wandeling en het weer was zalig. Nu vlug naar onze auto, schoenen verwisselen en dan iets ter plaatse drinken.
Onze trektocht die we op 1 september gingen ondernemen van Porto naar Santiago de Compostela is afgelast. Begin deze week een bericht gekregen van de vliegmaatschappij Vueling dat de terugvlucht niet kan doorgaan. Ondertussen is er ook een opwelling van het virus rond de stad Lugo die is niet veraf gelegen van Santiago.Ondertussen eens de site van de Vlaamse genootschap doorlopen en het gros van de albergues (slaapgelegenheden) blijven dicht. Dus we hebben besloten om deze trektocht dit jaar niet te stappen. Zullen waarschijnlijk volgend jaar deze tocht ondernemen.
Vandaag gingen we te voet vanaf ons huis richting Marke waar we de wandeling ging maken die de wandelclub uit Marke had gemaakt. Heb wat aanpassingen gedaan voor onszelf(wat meer natuur gebruikt). Het was ideaal wandelweer, hadden onze picknick mee en weg waren we. Een heel rustige wandeling met enkele mooie zichten op de omgeving.Deze wandeling gaat over het Prikkelpad, Tweebekenpad, Markebekepad en het Preshoekbos Geniet even mee.
Vanaf Lauwe langs de Leie richting Marke.
Zicht op Firma Alpro Wevelgem
Prikkelpad
Wat info betreft dit natuurstuk
Ingang van dit natuurstukje
best aangenaam om er in te wandelen.
Terug langs de Leie en volgde het Tweebekenpad.
Op weg op het Markebekepad
Zicht op de dorpskern van Marke
Hier aangekomen aan het OC waar de feitelijke start is van deze wandeling.
Door de Kinderboerderij van Marke
Nog een mooi stukje langs het Markebekepad.
Door een nieuw stukje natuur
Heel mooi en rustig
Mooie zichten
Wij gingen hier in het Preshoekbos vroeger in, in plaats van nog een stukje door te wandelen langs de weg.
Wat verder op een bank hebben we wat gedronken.
Dit gedeelte zit niet in de oorspronkelijke wandeling, ikzelf heb dit erbij genomen.
Dit zien de wandelaars niet als je de pijlen volgt van de wandeling
Gezellig langs de vijvers van het Biezeveld.
Nog een laatste inspanning alvorens we terug aan ons huis zijn.
Vanmorgen gestart vanaf het thuisfront en gewandeld naar Aalbeke om daar het parcours te wandelen dat de wandelclub uit Marke heeft samengesteld . Een rustige wandeling rondom deze Kortrijkse gemeente. Heb voor mezelf wat aanpassingen gedaan omdat men enkele mooie stukjes natuur links liet liggen. Deze morgen was het ideaal om te wandelen qua temperatuur.
Vandaag mijn 2° corona wandeling gedaan. Een wandeling van ongeveer 13km lang, die bewegwijzerd is.
Het Kortewagenpad loopt grotendeels over landelijke wegen en paadjes. We maken kennis met onbekende hoekjes, verrassende landschappen en prachtige stukjes natuur. Het pad ligt volledig op Lauwse bodem. Er is slechts één kort stuk dat over een onverhard pad gaat. Voor rolstoelgebruikers en kinderwagens voorzien we hier een alternatieve route. Hier enkele foto's van deze wandeling.
De aanduiding van het pad.
Richting Biezeveld
Mijn oude maten
Mooie vergezichten
wegdek in slechte staat
Zicht op het Preshoekbos
We kwamen voorbij het vroegere station van Lauwe
Ingang van het Hondebos, verleden week nog gesloten
Hier de achterkant van het Hondebos
Zicht op de LAR
Op naar het Kraaiveld
ook hier mooie zichten
Zicht op de Franse bodem
Eventjes de Golden River volgen
Nog een kleine km te gaan tot Lauwe plaats en deze wandeling zit erop.
Tijdens deze droevige periode besloot ik hier dicht bij huis een wandeling te maken. Het weer was ideaal om te fietsen of te wandelen, met respect voor de andere mensen op een veilige afstand. Enkele rustige plekjes uitgezocht, tussen het Preshoekbos en de Bramier. Het was een tochtje van een 6tal km. Ideaal om het hoofd eens leeg te maken. Hier enkele beelden van deze wandeling.
Heb genoten van deze wandeling en ook van de rust.
Gisteren een prachtdag qua weer, vandaag ging het terug regenen. We lieten dit niet aan ons hart komen, we gingen wandelen in Rollegem.
De Kindervriend is een samenwerking tussen drie diensten, een multifunctioneel centrum, buitengewoon basisonderwijs en een revalidatiecentrum voor peuters, kleuters en lagere schoolkinderen. Door deze samenwerking kan de Kindervriend in de regio Zuid-West-Vlaanderen een gevarieerde en kwaliteitsvolle zorg, type 2 onderwijs en therapie bieden aan kinderen met een verstandelijke beperking en hun gezin. Voor de 25ste maal organiseert M.P.I. De Kindervriend deze Lentewandeling in samenwerking met WSV Marke. De medewerkers van WSK Marke nemen de inschrijvingen op zich, de omlopen en catering ligt in handen van de medewerkers van het M.P.I. De opbrengst van deze wandeling gaat integraal naar het centrum.
Toen ik vertrok was het nog droog, we kregen wel een strakke wind.
Afstandstabel
Aangekomen aan hoeve Pontfort. Na iets te hebben gedronken gingen we verder richting het Stadsgroen de Marionetten en de Libel.
Nu kwamen we een mooi stukje natuur tegen.
Op een steenworp van het stadscentrum vind je een groene schat. Stadsgroen Marionetten is een ecologisch recreatief natuurgebied in Kortrijk, aantrekkelijk en bereikbaar voor alle Kortrijkzanen en bezoekers. Je wandelt er door verschillende stukken landschap: boskanten, waterpartijen, open plekken, verdoken hoeken, een speelheuvel, een bos om in te ravotten en weilanden. Een nieuw stuk natuur, midden in jouw stad. Ideaal om een frisse neus te halen, de benen te strekken, tot rust te komen of heerlijk te ravotten.
Hier zijn we aangekomen in de Libel. De Libel ligt zo’n 40 meter hoger dan de Leie in het stadscentrum. Vroeger werd het gebied gebruikt voor klei-ontginning, nu is het stukje bos een hoogtepunt van het stadsgroen
In de verte merk ik het nieuwe AZ Groeninge op, ook Barco en de opvallende watertoren vallen op. Ik zit op een steenworp van het stadscentrum van Kortrijk en hier vind je nabij het nieuwe ziekenhuis AZ Groeninge een verrassende, groene oase, het Stadsgroen Marionetten.
We kwamen net niet voorbij de Libel.
Ondertussen begonnen de eerste regendruppels neer te vallen. Gelukkig nog niet erg.
Kregen weidse vlakten te zien.
De hemel trok helemaal dicht.
Een dwergje kwam even goedendag zeggen.
De dorpskern was in zicht.
Matige opkomst ten opzichte van de vorige jaren. Toch nog meer dan 1300 wandelaars.
Deze keer een wandeling meedoen van de wandelclub De Colliemolen uit Oostnieuwkerke, die doorging in Westrozebeke.
Westrozebeke is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Staden. Westrozebeke ligt iets ten zuiden van Staden-centrum en op ongeveer 10 km van Roeselare en 15 km van Ieper. Het dorp ligt op de heuvelrug Passendale-Esen, en ten zuiden van de dorpskern reikt het uitzicht op sommige plaatsen tot Ieper en zelfs tot het West-Vlaams Heuvelland, 30 km verder. Door de plaatselijke bevolking wordt van Rozebeke gesproken. De parochie Westrozebeke ontstond rond 950 en is daarmee de oudste parochie van Staden. In 1066 werd de nederzetting reeds vermeld als Rosebeca (Rozebeke). Evenals een groot deel van Staden, was Westrozebeke afhankelijk van de Heren van Staden. De kerk van Westrozebeke werd in de 13e en 14e eeuw in gotische stijl verbouwd en vergroot. Westrozebeke is vooral bekend omdat hier (in de buurt van de Goudberg, tussen Westrozebeke en Passendale) op 27 november 1382 de Slag bij Westrozebeke plaatsvond waarbij de Vlamingen onder Filips van Artevelde (zoon van Jacob van Artevelde, wiens standbeeld op de Vrijdagmarkt in Gent te zien is) door een Frans leger verpletterend werden verslagen. Hieraan wordt men nog herinnerd door Corneillies monument op het dorpsplein. Na de slag werd Westrozebeke een bedevaartsoord omdat, volgens de legende, een rode draad rond de gemeente haar inwoners tegen het oorlogsgeweld had beschermd. Deze draad was op zeven plaatsen bevestigd, waarnaar tegenwoordig nog de zeven kapelletjes aan de Ommegang verwijzen. Sinds deze veldslag wordt Onze-Lieve-Vrouw van Westrozebeke bijzonder vereerd. Dat belette niet dat de vijandelijkheden tijdens de Eerste Wereldoorlog Westrozebeke volledig van de kaart veegden. Ook de kerk werd geheel vernield. Van dit oorlogsverleden getuigt nog het monument voor Luitenant Juul De Winde, die sneuvelde bij de bevrijding van Westrozebeke. De plaats werd in de jaren '20 van de 20e eeuw wederopgebouwd. Ook de Sint-Bavokerk is tamelijk recent. Binnen hangt er aan de muur een ex voto van de zinkende ferry "Sussex". Dit schip voer in 1916 van Folkestone naar Dieppe en werd getorpedeerd. De meevarende Westrozebekenaars baden tot Onze-Lieve-Vrouw en bleven gespaard. Ondanks dit tweede mirakel werd bij het debat over een basiliek niet gekozen voor Westrozebeke, maar voor het nabijgelegen Dadizele.
De inschrijving vond plaats in zaal de Nestel. Er was al aardig wat volk op de been toen ik aankwam. Eindelijk werd regen en wind geruild voor droog en mooi wandelweer. Meteen een stimulans om naar buiten te komen zo bleek.
Ik wandel voorbij het mooie stadhuis van Westrozebeke. Hierna bewonder ik de glooiende landschappen die er nog braak bij liggen. Binnen enkele maanden zal zich hier een heerlijke grote groentetuin uitspreiden. De streek staat immers bekend voor haar koolsoorten, prei en andere heerlijkheden. Ik stap door enkele modderige dreven, hoe kan het ook anders na de hevige regenval van de voorbije dagen…… Langzaam gaat het richting eerste rustpost langs de Moorsledestraat in Oostnieuwkerke
Wat plassen op de velden, door de aanhoudende regenval van de voorbije dagen.
Regelmatig wat ploeteren
Veel variatie op de wandeltocht.
De Vierkaven. Na de koffie nemen we eerst de oude spoorweg en zo stappen we naar het bos De Vierkaven. De aanplanting van het domeinbos de Vierkaven startte in 2002, beslaat achttien hectare en is een echt paradijs voor de natuurfanaat. Het ligt er nogal drassig bij na de hevige regenval van de afgelopen dagen maar ik ben voorzien van hoge, sterke wandelschoenen. Er is een tweede stop voorzien in ’t Glazen Huis
Rustige verkenning door dit domein.
Terug aangekomen in de rustpost.
Na de tweede rust gingen we terug richting aankomst via enkele trage wegen en nog een door steek door het vijverbos.
Het Vijverbos, is een oud bos en een groene oase van zo’n tien hectare. Het dankt zijn naam aan de Vijverbeek die door het bosje loopt. Het Vijverbos is het territorium van de spechten, die er lustig op los tokkelen. Samen met de boomvalken, brengen spechten hier jaarlijks hun kroost groot. Livemuziek verzekerd!
Een rustige wandeling door Westrozebeke en omstreken, door het mooie en rustig weer was er heel veel volk op de been. Er waren meer dan 2500 mensen die de wandeling maakten.
Deze keer een wandeling dicht bij huis.Ging wandelen in Menen, waar de Lauwse wandelclub de 12uren van Lauwe er hun jaarlijkse Kazemattentocht hielden. De start was vanuit het St Joris instituut.
Menen (Frans: Menin) is een plaats en stad in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad telt ruim 33.000 inwoners. In de streek zelf wordt de stad Mjinde genoemd, in de rest van de provincie wordt de naam Mjeenn gebruikt.De stad is ontstaan aan een doorwaadbare plaats in de Leie, op de handelsweg Torhout-Rijsel. De oudste naamsvermelding stamt uit 1087, toen het patronaatsrecht van de kerk van Menen werd toegekend aan de Abdij van Hasnon. In 1193 kwamen ze aan Arnulf en Mathilde van Menen, welke de heerlijkheid Menen in bezit hadden. De familie heerste tot 1288. Toen ontnam Graaf Gwijde van Dampierre de heerlijke rechten en viel Menen rechtstreeks onder de graaf. Het beheer kwam nu aan een baljuw. Nabij de Sint-Vedastushuis was waarschijnlijk de burcht van de heren.Als grensstad werd Menen al vroeg versterkt. De eerste omwallingen dateren uit 1578, nog tijdens de aanleg ervan werd Menen ingenomen door Malcontenten. In 1579 werd de stad door Schotse troepen op de Spaansgezinden heroverd en in 1582 kwam de stad, door Alexander Farnese, definitief in Spaanse handen. Tussen 1579 en 1830 werd Menen tweeëntwintig maal belegerd. De belegeringen drukten zwaar op de welvaart van de stad, de bevolking was sinds 1578 massaal vertrokken naar Haarlem, de weefindustrie zou de komende tien jaren zelfs halveren.In 1846 werd de steenweg naar Wervik in gebruik genomen en in 1869 die naar Moeskroen. Ook riolering en gasverlichting werden aangelegd. De industrie was verwaarloosbaar, de inwoners werkten in de fabrieken van Halluin, Roncq, Tourcoing en Armentières. In Menen kende men vooral de verwerking van vlas, katoen, kant en tabak. Vooral de firma van A. Plaideau, opgericht in 1815, was van belang. In de 2e helft van de 19e eeuw kwamen daarbij gas, rubber, baksteen en ijzer. Vaak stond er ook een fabriek in het naburige Halluin, om invoertarieven te ontwijken. Op 14 oktober 1914 werd Menen door de Duitsers bezet. De oorlog leidde ertoe dat de helft van de huizen werd vernield. Na de oorlog werd in 1921-1923 de wijk Ons Dorp gebouwd. De houten noodwoningen werden uiteindelijk vervangen door huizen in de Nieuwe Tuinwijk. In 1921 werd de Leie rechtgetrokken, waardoor schepen tot 300 ton Menen konden bereiken. De oude Leie-arm werd in 1923 gedempt. In 1971 en 1987-1988 werd de Leie geschikt gemaakt voor nog grotere schepen.
De wandelaars konden kiezen uit een 4-tal afstanden.
De kleine afstand maakt er een stadswandeling van. Met bezoek aan de kazematten en het Belfort (indien er geen werkzaamheden gepland zijn). De grotere afstanden trekken rond in Menen. De 2 grootste afstanden brengen zelf een bezoek aan de buren van Wevelgem om zo naar de controle op het dorp te wandelen, waar ze de 7km-stappers ontmoeten. Hier maakt de 18 km nog een lus via de Geluwebeek, rustige wegen en doorsteekjes, om dan samen met de 7 en 12 km via de Tuinwijk en onze jeneverstand opnieuw de stadskern te bereiken, waar de geurende 12 uren wafels hen opwachten.
DeReutelbeek
Aangekomen bij de Kazematten. De Kazematten van Menen waren onderdeel van de stadsversterkingen van de Belgische stad Menen. De kazematten maken deel uit van de stadsversterkingen. Het zijn bomvrije gewelfde ruimtes en ze werden gebruikt voor militaire doeleinden, om er munitie op te slaan, levensmiddelen te bewaren of als schuilplaats voor soldaten en geschut. De kazematten meten 4 bij 5 meter en zijn 3 meter hoog. Ze zijn met elkaar verbonden via manshoge doorgangen. Aan de stadszijde had men een ingang, aan de andere kant, tegen de watergracht, bouwde men een stevige bakstenen muur. Per bomvrije ruimte zijn er aan de buitenzijde vier kijkgaten. Op de gewelven bracht men een dikke laag aarde aan om de inslagen van de bommen te neutraliseren. Ook tijdens de twee wereldoorlogen zochten de bewoners er toevlucht.
Na deze doortocht begon het te regenen, dus geen verdere kiekjes meer. Al bij al een rustige tocht, met regelmatig een bui en wat strakke wind.
Vandaag eens wandelen in de Oostvlaamse provincie,ondermeer in Ruien, waar de wandelclub Omloop Kluisbergen er hun jaarlijkse folderwandeling organiseerde.
Ruien is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Kluisbergen. Ruien ligt in het zuidwesten van de provincie, langs de Schelde, tegen de taalgrens en de grens met West-Vlaanderen. Op het grondgebied van Ruien bevindt zich het grootste stuk van het Kluisbos, gelegen op de Kluisberg. Langs de Schelde stond een elektriciteitscentrale van Electrabel.
De start was vanuit het GOC Ruien en de wandelaars konden kiezen uit een 3tal afstanden.Wij kozen voor de grootste afstand, die bestond uit 2 delen. We besloten eerst het grootste gedeelte te wandelen en dit ging richting Kwaremont.
Hier hebben we al een zicht op de Kwaremont
Via verschillende verharde en onverharde paden stapten we naar onze eerste rust voor vandaag
Nog een paar gretige klimmetjes alvorens we onze rust bereiken.
Ja de tocht gaat langs ginder Luc
Mooie vergezichten
Aangekomen op onze bestemming.
Hier waren we op de nieuwe Kwaremont. De Kwaremont (ook wel Nieuwe Kwaremont genoemd) is een helling in de Vlaamse Ardennen gelegen in de gemeente Kluisbergen. Langs de beklimming ligt het dorp Kwaremont, wat tevens de naam van de helling verklaart. Ten westen van de top van de Kwaremont ligt de Knokteberg, ten oosten ervan de hogere Hotondberg. De Kwaremont is meermaals opgenomen in de Ronde van Vlaanderen en boezemde ontzag in. Samen met de Kruisberg te Ronse en de Edelareberg bij Oudenaarde vormde ze in de beginjaren van de Ronde een geducht trio hellingen. De Kwaremont bestond tot 1965 geheel uit kasseien met daarnaast een fietspad in grind. In 1965 werd de eerste 400 meter vanuit Berchem geasfalteerd, een jaar later volgde de rest van de helling. De helling was nu een eenvoudige hindernis geworden voor het peloton en de Rondes van 1966 tot en met 1973 kenden een minder spannend wedstrijdverloop. In 1973 werd de Oude Kwaremont, een straat die parallel aan de Kwaremont dezelfde heuvelkam beklimt, 'ontdekt'. De Oude Kwaremont werd in 1974 direct opgenomen in de Ronde. De Kwaremont is in totaal 54 maal (1919-1954, 1956-1965, 1967-1973, 1992) opgenomen in de Ronde. In 1992 werd ze voor de laatste maal opgenomen in verband met werkzaamheden aan de Oude Kwaremont. Van 1919-1927 was er sprake van twee hellingen in de Ronde, eerst de Tiegemberg gevolgd door de Kwaremont. In 1928 wordt ze beklommen voor de Tiegemberg. In 1929 volgt ze weer na deze berg. In 1930 en 1931 wordt ze gesitueerd tussen Tiegemberg en Kruisberg. Van 1932-1949, 1951, 1952, 1956, 1958-1965 is ze continu de eerste helling, voor de Kruisberg. In 1950 wordt ze nog eens voorafgegaan door de Tiegemberg. In 1953 en 1954 ligt ze tussen de Kluisberg en de Kruisberg. In 1957 is ze de eerste helling gevolgd door de Statieberg. In 1966 wordt de Kwaremont wegens asfalteringswerkzaamheden niet in de Ronde opgenomen. Van 1967-1973 is de Kwaremont weer de eerste helling. In 1967-1969 gevolgd door de Kloosterstraat. In 1970 en 1971 wordt ze weer gevolgd door de Kruisberg, in 1972 door de Hoogberg-Hotond en in 1973 door de Nieuwe Kruisberg. In 1992 lag ze tussen de Tiegemberg en de Paterberg. De Kwaremont is daarnaast elf maal (1935, 1945, 1946, 1949-1956) opgenomen geweest in Gent-Wevelgem. Ook is ze 15 maal (1945-1957, 1972, 1973) opgenomen in de Omloop Het Volk, in 1950 werd ze in deze wielerwedstrijd voor de eerste maal gevolgd door de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg. In de beginjaren was de helling ook onderdeel van Kuurne-Brussel-Kuurne en Dwars door België.
Zicht op de plaats van de Kwaremont. Na iets te hebben gedronken gingen we terug richting Ruien via de oude Kwaremont en het Kluisbos.
De oude De Oude Kwaremont is vooral bekend door de wielerwedstrijd de Ronde van Vlaanderen. De Oude Kwaremont was in het parcours tot 2011 een van de eerste hellingen en was daarom meestal geen scherprechter in de wedstrijd. Vanaf 2012 komt de Oude Kwaremont daarentegen meermaals voor in de finale van de wedstrijd en is het de op één na laatste helling die beklommen wordt. De eerste 600 m is een smalle asfaltweg, de overige 1600 m is een kasseiweg. De top is gesitueerd net voorbij de kasseistrook. De kasseien op de Oude Kwaremont zijn sinds 1993 beschermd monument. De Oude Kwaremont is vanaf 1974 de opvolger van de Kwaremont welke parallel omhoog loopt via de grote weg tussen Berchem en Ronse. De Oude Kwaremont werd tot en met 2017 al 56 keer beklommen in de Ronde (1974-2016). Dit in 44 edities, waarbij in de laatste 6 edities de Oude Kwaremont 3 maal wordt bedwongen. In 2018 wordt ze wederom drie maal bedwongen. Tot 1984 is de Oude Kwaremont de eerste helling in de Ronde, in 1974 en 1975 gevolgd door de Nieuwe Kruisberg, vanaf 1976 gevolgd door de Koppenberg. In 1985 wordt de Oude Kwaremont gesitueerd tussen de Molenberg en de Koppenberg. In de periode 1986-1989 wordt ze gesitueerd tussen Molenberg en Paterberg. In 1990 weer de eerste helling gevolgd door de Paterberg. In 1991 en 1992 tussen Tiegemberg en Paterberg. Van 1993-2003 wordt ze onafgebroken gesitueerd tussen de Knokteberg en de Paterberg. Van 2004-2006 en in 2008 en 2009 wordt ze gesitueerd tussen Wolvenberg en Paterberg. In 2007, 2010 en 2011 ligt ze wederom tussen Knokteberg en Paterberg. In 2012 en 2013 wordt ze in elke editie 3 maal bedwongen, in de eerste lus is ze gesitueerd tussen de Valkenberg en de Paterberg, in de tweede lus tussen de Kruisberg/Hotond en de Paterberg en tot slot in de derde lus tussen de Hoogberg-Hotond en de Paterberg. In 2014, 2016, 2017 en 2018 is ze in de eerste lus de 1e helling gevolgd door de Kortekeer, in de tweede lus ligt ze tussen Kanarieberg en Paterberg en in de derde lus tussen Kruisberg en Paterberg. In 2015 is dit hetzelfde, behoudens de eerste lus, daar is ze de 2e helling tussen Tiegemberg en Kortekeer.
Op de top ligt het monument van Karel van Wijnendaele. Dit monument is opgedragen aan Karel van Wijnendaele en bevindt zich op de Kwaremont, Ronde van Vlaanderenstraat, 9690 Kluisbergen. Karel Van Wijnendaele werd geboren op 16 november 1882. Hij was de stichter van de sportkrant 'Sportwereld' en had een groot hart voor wielrennen. Mede hierdoor heeft Karel ook de Ronde van Vlaanderen in het leven geroepen.
Hier stappen we door de Ronde van Vlaanderenstraat, bekend van al de winnaars van deze mooie ronde. Nu gaan we na de Kwaremont de Kluisberg opzoeken.
Waals grondgebied van de Kluisberg
We wandelen richting de Vierschaar via onverharde paden.
Het Kluisbos is een natuurgebied (deels domeinbos, deels openbaar bos, deels bosreservaat (Pensemont/Doveleenbos)) in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen en het Pays des Collines in Henegouwen (België). Het bosgebied is ongeveer 300 hectare groot. Het Vlaamse deel is 200 hectare groot en ligt op het grondgebied van de gemeente Kluisbergen (deelgemeenten Ruien en Kwaremont). Het Waalse deel (Bois de l'Enclus) is 100 hectare groot en ligt op het grondgebied van de deelgemeenten: Rozenaken, Orroir en Amougies in de streek Pays des Collines. Het Vlaamse deel van het bos wordt beheerd door de overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied als deel van de Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen (BE230007) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Bois de l'Enclus aan de Henegouwse kant is Europees beschermd als deel van Natura 2000-gebied 'Pays des Collines' (BE32003). Sinds 2006 is een 50 hectare groot deel aangemerkt als bosreservaat. Het Kluisbos is een reliëfrijk bos en ligt op de flank van de getuigenheuvel Kluisberg. In het Kluisbos staan "Peetje en Meetje". Dit zijn twee grote rotsblokken die de voetstukken vormen van een dolmen, een offertafel van de Keltische druïden. Bij de Vierschaar werd ten tijde van Karel de Grote recht gesproken. In het bos bevindt zich ook een grafheuvel. De Liefdesbron is een van de plekken in het bos waar bronwater aan de oppervlakte komt. Een andere bezienswaardigheid is de Toren. Hier zouden bosgeuzen vroeger het volk toegesproken hebben om ze tot het protestantisme te bekeren. De katholieken maakten fel jacht op deze bosgeuzen, vandaar dat ze zich op moeilijk toegankelijke plekken, zoals in het Kluisbos, schuil hielden. Later zou de toren gebruikt zijn als uitkijkpost door het leger van Napoleon Bonaparte.
Hier een zicht op de Vierschaar, vroeger een bekend resto en tearoom,nu verlaten.
Nog een klimmetje
In de verte zien we al de kerk van Ruien.
Na de rust in de startzaal begonnen we aan het laatste deel van deze mooie tocht. Deze ging ook richting Kluisbos, maar een ander deel ervan met enkele venijnige klimmetjes.
Ook hier enkele mooie vergezichten.
Even flirten met de taalgrens.
Afwisselend verharde en onverharde paden
Na een tijdje kwamen we terug op hetzelfde pad als het eerste gedeelte, en gingen richting einde. Een rustige en aangename tocht. Jammer van de geringe opkomst.
In september van dit jaar ga ik terug naar Compostella samen met Urbain. Deze keer zullen we de camino Portugues doen(de kustroute) en nadien de camino Ingles.
We hebben al onze vliegtickets en we vertrekken op 1 september richting Porto. Daar zullen we dan de kustroute volgen tot Santiago, en daarna volgen we dan de Engelse route(Ingles) vanuit Ferrol naar Santiago. Ik kijk er al naar uit.Later meer nieuws.
Vandaag ging ik richting Zonnebeke , waar de plaatselijke wandelclub de Drevestappers er hun 2°War Memories tocht hielden.
Zonnebeke is een plaats en gemeente in de Westhoek in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 12.000 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'.De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de gevluchte inwoners terug. De gemeente begon aan heropbouw. Architect Huib Hoste had er een groot aandeel in. Hij ontwierp namelijk de plannen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, maar ook de toenmalige gemeenteschool, de pastorij en een huizenrij in de Roeselarestraat. Architect Antoon Dujardijn uit Brugge tekende het gemeentehuis dat een heleboel vernieuwingen heeft meegemaakt. Hieraan gebeurden nog aanpassingen in 1975 en 1994 en kwam een nieuwe inkom met onthaal in 2011.
De start was vanuit het OC Zonnerad. De wandelaars konden er kiezen uit een 6tal afstanden. Eeerst nog een woordje geschiedenis.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vormde de ruime omgeving van Ieper het strijdtoneel. Het huidige Groot- Zonnebeke lag in de kern van het oorlogsgeweld. Eind 1917 had de Derde Slag bij Ieper plaats, beter gekend onder de naam Slag bij Passendale. In amper 100 dagen, tussen 31 juli en 10 november 1917, sneuvelden zo’n 450.000 militairen in de modder voor een terreinverschuiving van enkele km. Tijdens de oorlog was de ravage zo groot dat de meeste gemeenten rond Ieper volledig verwoest of zwaar beschadigd werden. Na de oorlog dienden deze gemeenten zo goed als volledig heropgebouwd te worden, zo ook Groot-Zonnebeke. Het landschap was een maanlandschap geworden. Het was niet toevallig dat de oorlog hier zijn beslag kreeg. Passendale ligt op een heuvelrug. Na de Tweede Slag bij Ieper was de stellingenoorlog ontstaan. De loopgraven lagen van noord naar zuid in een boog rond Ieper. In die fameuze Ieperboog (Ypres Salient) werden maar liefst vijf bloedige veldslagen uitgevochten. In de loop der jaren werden talloze monumenten, sites en begraafplaatsen neergepoot. Met de herdenkingsperiode 2014-2018 kwamen er nog een aantal bij. Tijdens deze War Memories tocht willen wij deze herdenkingstekens wat onder de aandacht brengen.
Hier een zicht op het Tyne Cot Cemetery, is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog gelegen in het Belgische dorp Passendale. De begraafplaats ligt 2,1 km ten zuidwesten van het dorpscentrum en 1,7 km ten noorden van Zonnebeke. Er liggen meer gesneuvelden begraven dan op elke andere Britse militaire begraafplaatsen op het Europese vasteland.
Het terrein heeft een oppervlakte van 34.941 m² en de Commonwealth War Graves Commission zorgt voor het onderhoud. De begraafplaats werd ontworpen door Herbert Baker in samenwerking met John Truelove. Een muur van zwarte vuurstenen keien, afgedekt met witte natuursteen, omgeeft hem. Het toegangsgebouw is eveneens uit zwarte vuursteen opgebouwd. Achteraan bevindt zich de halfcirkelvormige Tyne Cot Memorial met de namen van 33.783 vermiste Britse soldaten en, in een afzonderlijke apsis, nog eens 1.176 vermiste Nieuw-Zeelanders. Aan elk uiteinde van de Memorialmuur staat een paviljoen. Centraal op het terrein bevindt zich het Cross of Sacrifice, gebouwd boven op een bunker die vóór de verovering als Duitse commandopost dienstdeed. De Stone of Remembrance staat achteraan, tussen de Memorial to the missing en het Cross of Sacrifice. Twee bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich achteraan, onder de paviljoenen langs weerszijden van de Memorialmuur. In het toegangsgebouw bevindt zich het kastje waarin het register met de namen en de locatie van de graven. Er is ook een Visitors book waarin men een boodschap kan schrijven. Aan de buitenzijde van de ingang hangen 3 gedenkplaten in Nederlands, Frans en Engels. Ze vermelden deze tekst: "Deze grond werd voor eeuwig door de Belgische bevolking aan de geallieerde troepen geschonken, uit dankbaarheid voor hun inzet". Deze begraafplaats is een Open Cemetery, d.w.z. dat er nog stoffelijke resten uit de omringende slagvelden kunnen bijgezet worden. Op 6 november 2018 werden nog 3 ongeïdentificeerde doden begraven. 2 Australiërs en een Brit. Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden.(bron wikipedia)
Onze rustpost Waterfields. Na deze rust ging ik verder richting Passendale.
Hier zicht op het Canada Gate. Het Passchendaele Canadian Memorial is een Canadees oorlogsmonument dat de acties van het Canadese Korps in de Tweede Slag bij Passendale van Wereldoorlog I herdenkt . Het monument bevindt zich op de voormalige site van Crest Farm, een doelstelling die door de 4e Canadese Divisie werd veroverd tijdens de aanval op 30 oktober 1917.
Nu wandelen naar de volgende rust in Zonnebeke
We volgden een tijdje de oude spoorwegberm richting Zonnebeke.
Oeps wat doe deze plaat hier?
na de rust in de school in Zonnebeke begon ik aan het laatste gedeelte van deze tocht. Nu ging ik richting Polygonebos.
Het Polygonebos.Het Polygoonbos, of Doelbos of Den Doel is een bos in de Belgische gemeente Zonnebeke. Het is na het Zoniënwoud het oudste domeinbos van België. Het bos is ongeveer 69 ha groot en ligt 1,6 km ten zuiden van het dorpscentrum van Zonnebeke. Net ten zuidwesten van het bos loopt de snelweg A19. Het Polygoonbos is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland'. Het bos bestaat vooral uit dennenbomen, de Corsicaanse den of zogenaamde Koekelareden, maar de laatste jaren zijn er ook loofbomen aangeplant. In de omgeving liggen nog verschillende andere, kleinere bossen, zoals het Reutelbos, Vijverbos, Nonnebossen en iets verder de verschillende bossen van de Gasthuisbossen.
Rustig en aangenaam wandelen in dit natuurdomein.
Eénmaal het bos uit was het nog ongeveer 1km van de aankomst. Een mooie en aangename tocht. Proficiat aan de wandelclub.Toen ik terug vertrok naar huis hadden ze rond 13u al meer dan 2200 wandelaars genoteerd.
Vandaag ging ik wandelen in Zeeuws-Vlaanderen, net over de grens.
Ook in de winter is het in en rond Axel fijn wandelen met zijn stadsmolen, watertoren, Streekmuseum en weekmarkt. Door het mooie weidse Zeeuws-Vlaamse polderlandschap en zijn natuurgebieden. De startzaal was op 400m van de gezellige wekelijkse zaterdagmarkt. De start was in het CC De Halle. Toen ik aankwam was er al aardig wat volk in de zaal. De wandelaars konden kiezen uit 3 afstanden: 7 - 14 - 21km. De grootste afstand was in werkelijkheid 24km. Ik koos voor deze afstand, dronk eerst een kopje koffie vooraleer ik begon aan de wandeling.
Axel (Zeeuws: Aksel) is een stad in Zeeuws-Vlaanderen, het zuidelijk deel van de Nederlandse provincie Zeeland. Axel maakt deel uit van de gemeente Terneuzen.
De wandelaars moesten vertrekken via de achterkant van het rust en verzorgingshuis richting de polders.
Het natuurdomein langs de linkerzijde kon men niet betreden door werkzaamheden. Dus we volgden een asfaltweg richting het Kunstbos
Zicht op de haven van Terneuzen
hier wandelden we in de Smitschorre. Smitsschorre is de naam van een natuur- en recreatiegebied in de Nederlandse provincie Zeeland, gelegen ten zuiden van Axel en ten westen van de buurtschap Drieschouwen. Het totale gebied meet 276 ha en is eigendom van Staatsbosbeheer. Het was van oorsprong een schorrengebied dat uiteindelijk in de Beoosten en bewesten Blijpolder kwam te liggen, welke in 1790 werd ingedijkt. Dit laaggelegen gebied werd in 1968 gebruikt om het zand, dat vrijkwam bij de verbreding van het Kanaal Gent-Terneuzen in dit gebied op te spuiten. Vanaf 1985 werd een groot deel van het opgespoten terrein door Staatsbosbeheer bebost. Ten noorden van het bos werd een terrein voor meer intensieve recreatie aangelegd. Hier bevindt zich onder meer een golfterrein, een motorcrosscircuit en een zweefvliegveld. In het oostelijke deel van het bos, het Kunstbos, zijn kunstwerken opgesteld. Ten noorden van het opgespoten terrein ligt een laaggelegen gebied dat grenst aan de Axelse Kreek en ingericht werd als natuurgebied. De Zwartenhoekse Kreek sluit in het westen aan aan dit gebied. Het gebied is vrij toegankelijk, en er zijn wandelpaden aangelegd.
Veel uitgestrekte plassen te zien.
Hier een zicht op de watertoren van Axel, met vooraan het golfterrein "De Woeste Kop"
Een beoefenaar van deze sport.
De trapjes afdalen om bij de watertoren te komen.
De Watertoren. De 60,6 meter hoge met baksteen beklede watertoren uit 1936, officieel geopend in januari 1937, ontworpen door architect C. van Eck is bewaard in oorspronkelijke staat. Het is één van de hogere watertorens in Nederland. Ben je sportief? Grijp dan je kans en betreed de 264 treden naar de top waar je een schitterend uitzicht heeft over Zeeuws-Vlaanderen. De watertoren is op de begane grond ingericht als tentoonstellingsruimte. Hier worden in het bijzonder tentoonstellingen georganiseerd waarin de natuur centraal staat, hoewel er ook ruimte is voor kunstexposities en dergelijke. Ook is er een heemkundige tuin met waterelementen rondom de toren aangelegd. De toren dient ook als vertrekpunt voor natuurexcursies in de omgeving, zoals in het Axelse bos, in het bos op de Axelse Vlakte en in het kunstbos. De watertoren kent dezelfde openingstijden als de beide Axelse musea. Vanaf de begane grond krijg je een uitstekende indruk van de kathedrale hoogte en de twaalf indrukwekkende betonnen kolommen die het skelet van de toren vormen. Een niveau hoger is een vaste expositie ingericht over de toren zelf. De toren kan beklommen worden via een inpandige trap. Boven de eerste lekvloer op 28 meter hoogte, bevindt zich een waterreservoir van 300 m³ dat via een loopbrug bezichtigd kan worden. Vanaf de tweede lekvloer op ongeveer 50 meter hoogte heeft men een schitterend uitzicht op de Axelse kreken en het omringende landschap en recreatiegebied. Op deze hoogte krijgt men ook een indruk van de omvang van de beide bovenste reservoirs die samen een inhoud hebben van 1.000 m³. Tevens is er een reinwaterkelder van 250 m³ Het geheel wordt hier overkoepeld door een 10 meter hoge betonnen schaal die aan de buitenkant bekleed is met koper. Het geoxideerde koper is de oorzaak van de groenkleurige top van de toren. De watertoren is enige jaren geleden aangekocht door de gemeente Axel als industrieel monument. Het beheer is door de nieuwe gemeente Terneuzen opgedragen aan een gemeentelijke bestuurscommissie.De openstelling wordt verzorgd door een enthousiaste groep vrijwilligers.
We wandelen terug richting startzaal.
Hier 1 van de 4 kerken van Axel.
Hier het standbeeld van een aardappelkapper. In de streek worden Axelaars vaak êêrpelkappers (aardappelkappers) genoemd. Zij hadden de gewoonte op de aardappelvelden naar achtergebleven aardappels te zoeken wanneer de boeren de velden hadden geoogst. Deze bijnaam geldt in Axel als een geuzennaam. Op het J.F. Kennedyplein is een standbeeld voor de aardappelkapper opgericht.
terug aangekomen aan de startzaal. Deze lus ging samen met de kleinste afstand(7,1km)
Na deze rust ging de tocht verder richting Zaamslag via Spui en Schapenbouten en het mooie domein Eiland van de Meier.
deze afstand was ongeveer een 10km lang, maar wel heel mooi.
Heel veel natuur met een kleine afwisseling van een verhard pad.
hier wandelen tot aan het eerste huis, daarna doken we terug in de natuur.
Natuurdomein het eiland van de meier. Het Eiland van de Meijer is een natuurgebied dat gelegen is in de Otheensche Kreek, tegenover het dorp Spui, in de Nederlandse provincie Zeeland. Het is een nieuw natuurgebied van 68 ha dat eigendom is van Staatsbosbeheer. Het bestaat uit open grasland met jonge opgaande bomen, dat wordt begraasd door runderen. Vogels als kleine karekiet, rietgors, waterral, bruine kiekendief en tal van steltlopers komen hier voor. Het gebied is gelegen ten zuiden van de Otheense Kreek, waar de Bronkreek zich afsplitst en waar de Otheensche Kreek zich voortzet in het Gat van Pinte, dat ook deel uitmaakt van het natuurgebied. Op het Eiland van de Meijer kan men wandelen.
prachtig om er te wandelen en vooral heel rustig. Er waren geen honden toegelaten in dit domein.
Aangekomen in Zaamslag voor onze rustpost. Zaamslag is een dorp in de gemeente Terneuzen, in de Nederlandse provincie Zeeland. Het dorp, in de regio Zeeuws-Vlaanderen, heeft 2.820 inwoners (2019). Tot april 1970 was Zaamslag een zelfstandige gemeente. In de omgeving staat Zaamslag bekend als "'t Durp", waaraan ook het sportcomplex van de plaatselijke voetbalvereniging zijn naam dankt. Zaamslag wordt ook wel het "Staphorst van Zeeuws-Vlaanderen" genoemd, Het dorp telt vier kerken, waarvan er nog drie in gebruik zijn als gebedshuis, van de christelijke gereformeerde kerk, de PKN en de gereformeerde kerk vrijgemaakt.[2] Het dorp vindt zijn oorsprong mogelijk al in de Romeinse Tijd, maar het komt voor het eerst voor in 980. Het huidige dorp is opgezet in 1650, en kent een opbouw die voor die tijd modern was. Het middeleeuwse Zaamslag ging in 1586 verloren. Sinds een gemeentelijke herindeling in 1970 valt Zaamslag onder de gemeente Terneuzen. Dit ging destijds niet zonder slag of stoot, totdat de dreiging kwam dat Zaamslag bij de vroegere gemeente Axel gevoegd zou worden.
Na de rust nog de laatste kms wandelen, dit was het saaiste stukje. Eerst een fietspad volgen, hadden geen alternatief en dan nog wat kasseikopjes tot we aan de markt kwamen van Axel.
hier de Molen van Axel. De Stadsmolen is een korenmolen aan de Molenstraat in Axel (tegenwoordig gemeente Terneuzen). Het is een ronde bakstenen stellingmolen uit 1750, gedekt met dakleer, die een in 1747 afgebrande houten molen verving. De molen torent boven de omgeving uit, mede doordat hij op een bastion is gebouwd. De Stadsmolen was in bedrijf tot 1911. In dat jaar werd de molen onttakeld en werd het maalwerk gemechaniseerd. De romp brandde in de jaren 50 van de 20e eeuw af en bleef doelloos staan. In de jaren 80 ontstond het plan tot herbouw, waarmee uiteindelijk in 1998 werd begonnen. De restauratie nam twee jaar in beslag en veel onderdelen werden vernieuwd. De trappen naar de zolders zijn breder en veiliger gemaakt dan in de meeste andere molens, met het oog op bezoekers. De molen is uitgerust met twee koppels maalstenen, een buil en een pletmachine. Buil en pletmachine worden elektrisch aangedreven. Eigenaar van de Stadsmolen is de Stichting Exploitatie Axelse Molen, die de molen overnam van de voormalige gemeente Axel. Deze gemeente had de romp van de Stadsmolen in 1995 gekocht van de laatste molenaar, dhr. J. Misseghers. De Stadsmolen draait van april tot eind oktober regelmatig op zaterdagen en is dan te bezoeken. Hij is ook in gebruik als trouwlocatie voor kleine gezelschappen.
Nog een laatste blik op het stadhuis van Axel, dan nog een 200tal meters te stappen vooraleer we aan de zaal aankomen. Een rustige en mooie tocht in Zeeuws Vlaanderen.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.