Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag reden we naar Gentbrugge waar de Florastappers er een coronawandeling hadden uitgepijld. De wandeling was aan de Gentbrugse meersen. Deze wandeling was gedeeld in een Gentbrugse Meersen Noord en Zuid.
De Gentbrugse Meersen is een van de vier Gentse groenpolen. De naam verwijst naar het verleden van het gebied, een meers in een bocht van de Zeeschelde gelegen in de deelgemeente Gentbrugge. Het park- en natuurgebied is ongeveer 240 hectare groot en de aanleg ervan startte begin 2013. Het Frans Tochpark met het Braemkasteel, het geboortebos en het Rattendaelepark maken er deel van uit. Een gedeelte van de Gentbrugse Meersen is eigendom van de stad Gent. De volkstuinen werden uitgebreid in 2014 en sport- en speelterreinen legde men achter het dienstencentrum in hetzelfde jaar aan. Ook het Braembos wordt heringericht. Via de Weversbosdreef geraken fietsers en wandelaars gemakkelijk in Heusden via betonnen wandel- en fietspaden. Banken werden langs de paden neergezet en hier en daar geraakt men via staketsels tot aan kleine waterplassen. Vlak bij het Vredesbos staat het Vredesmonument. In 2015 begon de aanleg van 100 hectare in het zuidelijk deel van gebied. Hier ligt de nadruk op de natuur. Een achttiental runderen en paarden begrazen een deel aan de oostrand, tegen de Zeeschelde. Een deel van het park aan de oostrand waar plassen een aantrekkingspunt vormen voor watervogels is afgeschermd voor het publiek.
We begonnen met deel Zuid.
Zicht vanop de uitkijkheuvel
Dit is deel noord
Een rustige en mooie wandeling in het groen rond de stad Gent.
Het beloofde een mooie herfstdag te worden en we reden richting Zedelgem, alwaar de wandelclub 4 op een rij een uitgepijlde wandeling hadden gemaakt. De start was op een priveparking, We konden daar onze auto achterlaten en direct beginnen aan de wandeling.
Zedelgem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente ligt tussen Brugge en Torhout en telt ruim 22.000 inwoners. Zedelgem (in de volksmond Zilleghem) bestaat uit de deelgemeenten Aartrijke, Loppem, Veldegem en Zedelgem zelf.
Onze gele startborden zal je terugvinden op de parking van ’t Klokhof, deze leunt aan tegen de prachtwegel die je meteen naar het Merkenveld stuurt. Reeds van ver zie je het bos-en recreatiegebied liggen, we stappen het via de brede verhoogde Bruggeweg binnen. Algauw sturen de gele pijlen je dwars door het bos, volg hier goed de geel-zwarte lintjes want nu volgt er een avontuurlijk stukje. Plots bots je op de Spinneweg die je naar het nieuw opengestelde pad stuurt langs de Kerkebeek. Geniet ten volle van dit pas opengestelde stuk (hopelijk wordt deze lange wegel na deze coronatocht verder onderhouden). Nadat je het bruggetje hebt gedwarst volgen er opnieuw enkele spannende bospassages waar je de lintjes en fluo-pijlen goed in de gaten moet houden. Aan de rand van het bos splitsen de 2 afstanden, de 17km gaat nu de richting uit van de Vloethemveldzate. Via deze leuke oude spoorwegbedding stappen we richting de drukke Torhoutsesteenweg die we nu eventjes naar rechts moeten volgen. Ter hoogte van een boszone slaan we deze in, we bevinden ons nu in “Ter Loo”.
Het Merkemveld (soms ook gespeld als: Merkemveld) is een bos- en recreatiegebied in de West-Vlaamse gemeente Zedelgem, gelegen op het grondgebied van Zedelgem, Veldegem en vooral Loppem. Het ligt direct ten oosten van buurtschap De Leeuw. Het Merkenveld sluit aan bij het domein van Kasteel Baesveld (20 ha), particuliere bossen (22 ha) en het natuurgebied Doeveren (57 ha), waarmee de totale oppervlakte op ongeveer 110 ha komt. Het Merkenveld, ruim 18 ha, werd in de jaren 1980 aangekocht door de gemeente Zedelgem en staat sindsdien bekend als het Gemeentelijk domein Merkemveld. Het gebied wordt doorstroomd door de Kerkebeek. Het Merkenveld was onderdeel van het 390 ha grote Lichterveldeveld, een heidegebied met een aantal vennen die zich boven een leemlaag bevonden. In de tweede helft van de 18e eeuw werden deze vennen drooggelegd, deels in opdracht van de eigenaar, jonkheer Van Outryve de Merckem, kasteelheer van Baesveld. Begin 19e eeuw was een groot deel van de woeste grond ontgonnen en beplant met bos, of in landbouwgrond omgezet. Tussen 1815 en 1830 werd een jachtpaviljoen gebouwd dat enkele decennia later tot het Kasteel Baesveld werd uitgebouwd. In 1899 kwam het domein aan Gaston de Kerckhove d'Ousselghem. Na diens overlijden in 1943 kwam een klein deel in bezit van François Joly-Janssens de Bisthoven, de rest werd verkocht en raakte versnipperd over diverse eigenaren. Bijna 40 hectare van het gebied was in gebruik voor verblijfsrecreatie en werd uiteindelijk aangekocht door de gemeente. Een deel bleef eigendom van de scoutingorganisatie.
Aangekomen naar Park Ter Loo Het goed “Ter Loo” heeft een belangrijke rol in de geschiedenis van Loppem en heeft in de loop der eeuwen belangrijke veranderingen ondergaan. Tijdens de 2eWO werd het verkocht aan de priesters van het Heilig Hart om nadien als bezinningscentrum dienst te doen
Heel veel variatie tijdens deze wandeling. Onze wandeling kronkelt door de mooie tuin met schapenweide vooraleer we richting het sportcomplex “De Groene Meersen”. Enkele honderden meters later passeren we “Hoeve-ijs Z”, een ambachtelijke ijshoeve (hopelijk is deze open want een ijsje gaat er het ganse jaar in). Via een leuke single-track botsen we weer op de Vloethemveldzate die ons nu richting doet terugkeren
Hier zijn we terug in het Merkemveld.
Via een een lange graswegel stuurt de wandelaars langs de achterzijde van het industrieterrein opnieuw richting Merkenveld. Ter hoogte van het station slaan we net voorbij de sporen de wijk in die aanpaalt aan het bosdomein. Samen met de 10km ontdekken we verder die boscomplex. Langs verdoken en ongekende paadjes vallen we van de ene verrassing in de andere. Opnieuw volgen we die ‘vergeten’ bospaadjes die we via deze coronawandeling een nieuw leven willen inblazen. Bijna ongemerkt wandelen we het natuurgebied “Doeveren” binnen alwaar 16 Galloway-runderen grazen.
Het domein Doeveren Langs de oostzijde bevindt zich Doeveren, dit domein bestaat uit 60 ha bos, heide, dreven en grasland. Het maakt deel uit van de groene gordel rond Brugge. Leuk voor de bezoekers is dat het gebied wordt begraasd door de sympathieke Gallowayrunderen, deze worden ingezet als begrazers op de hooilanden en verblijven er de hele winter.
Eens dit domein te hebben verlaten was het nog enkele honderden meters vooraleer we terug bij onze wagen waren. pracht van een wandeling. Heel goed bewegwijzerd. Dikke proficiat aan deze club.
Vandaag eens een wandeling in het Meetjesland, nl in Knesselare waar we een knooppuntenwandeling deden in het Drongengoedbos.
Knesselare is sinds 1 januari 2019 een deelgemeente van de nieuwe fusiegemeente Aalter, in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Knesselare ligt in de regio Meetjesland en telt ruim 5.600 inwoners. De N44 loopt ten oosten van de dorpskern Knesselare. De oorspronkelijke benaming "Knesselare" zou komen van "clesse" of kliskruid, een vochtminnende plant, wat wijst op een moerassig gebied; een "lare" is een onbebouwd, woest stuk grond. Samengevoegd betekent dit dus een moerassig, onherbergzaam en ruw gebied. De gemeente Knesselare bestond, tot de fusie in 2019, uit twee deelgemeenten: Knesselare in het westen, Ursel in het oosten. Beide waren zelfstandige gemeenten tot eind 1976 waarna ze opgingen in de gemeente Knesselare. Buiten deze twee kernen liggen nog enkele gehuchten: Kapelle, Hulhoek, Westvoorde en Pietendries. Het Drongengoedbos is het grootste bos van de provincie Oost-Vlaanderen. Het bos is 750 hectare groot en ligt vooral op het grondgebied van Ursel (Aalter). Het Drongengoedbos is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen: oostelijk deel' . Een groot stuk van het bos is ontstaan door aanplantingen in de negentiende eeuw op een oud heidegebied, het Maldegemveld. Nu is Natuurpunt bezig een deel van het Drongengoedbos terug in zijn oorspronkelijk staat te herstellen. Vroeger was het grotendeels heide en venen en die worden nu terug aangelegd. Het Drongengoedbos maakt deel uit van het 'Landschapspark Drongengoed'. Het terrein ligt in het Meetjesland tussen Knesselare, Ursel en Maldegem, en is deels in privaat bezit, en deels militair terrein. Een ander deel is eigendom van het Vlaamse Gewest (Agentschap voor Natuur en Bos). Midden in het Drongengoedbos ligt de Drongengoedhoeve, een abdijhoeve die door de Norbertijnen gebruikt werd om vooral in de 18de eeuw bos te ontginnen. Nu is de Drongengoedhoeve een bezoekerscentrum. De dorpen Knesselare, Ursel, Oostwinkel en Kleit zijn de culturele toegangspoorten naar de groene long Drongengoed-Maldegemveld. Breng een bezoekje aan het landschapspark. Fiets en wandel, vanuit de dorpskernen, langs de verschillende attractiepunten binnen dit boeiend landelijk lappendeken. Het Maldegemveld is een natuurgebied in Knesselare en Maldegem in België. Het is gelegen aan de noordoostelijke rand van het Drongengoedbos, op een langgerekte rug die zich uitstrekt van Oedelem tot Zomergem en waarvan de hoogte oploopt tot 29 meter, de cuesta van het Meetjesland. Het gebied bestaat zowel uit heide als bos. Het Maldegemveld is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen: oostelijk deel.
Vandaag een wandeling gedaan in Zillebeke, namelijk de Palingbeek wandelroute. Ik reed naar het Bezoekerscentrum, wagen op de parking en we konden direct starten met de wandeling. Deze wandeling is bewegwijzerd met zeshoekige bordjes en is ongeveer 13km lang.
De Palingbeek is een natuurgebied en West-Vlaams Provinciaal Domein in Zillebeke, een deelgemeente van de Belgische stad Ieper. Het is meer dan 230 ha groot en ligt een paar kilometer ten zuiden van het dorpscentrum, op de grens met Voormezele en Hollebeke. Het domein ligt rond het oude kanaal Ieper-Komen. De Palingbeek is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland' Het gebied ligt op de waterscheidingskam tussen de bekkens van de IJzer en de Schelde, via de Leie. Men wenste een kanaal te graven dat de Leie zou verbinden met het Ieperleekanaal. In 1864 vingen de werkzaamheden aan. Probleem was dat men de tot 63 m hoge heuvelrug ten zuiden van Ieper moest doorsnijden. Men trachtte dit te bereiken hetzij met de aanleg van tunnels dan wel het graven van een diepe sleuf. De bodem was echter zeer instabiel en bestond uit een zandlaag die op klei was gelegen. Voortdurend stortten de constructies in. Ook een over het kanaal aangelegde brug verzakte en brak. In 1913 staakte men de werkzaamheden. Eén jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit, waarna de werkzaamheden nimmer werden hervat. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag de Palingbeek aan het front van Ieperboog. Zowel Britten als Duitsers bouwden hier stellingen uit. De Britten noemden de steile noordelijke oever van het kanaal The Bluff. In de loop van de oorlog werd hier regelmatig ondergronds oorlog gevoerd, waarbij beide kampen via ondergrondse mijnen probeerden de vijandelijke stellingen te uit te schakelen. De oevers wisselden regelmatig van bezetter. Verschillende betonnen constructies uit die periode zijn bewaard in het gebied. In het domein liggen ook een aantal Britse militaire begraafplaatsen. Wat van het kanaal bleef bestaan was een 3 km lange sleuf die geleidelijk aan in bezit werd genomen door de natuur. Deze Palingbeek, met het omliggende bos (Molenbos en landgoed De Vierlingen) van meer dan 200 ha en bovendien nog 30 ha open landschap, werd in 1970 ingericht als provinciaal domein. Het omvat onder meer een bezoekerscentrum. Een aantal wandelingen is in het gebied uitgezet. In de jaren 90 werden ten zuiden van het domein de golfbaan van de Golf & Countryclub De Palingbeek aangelegd.
Hedge Row Trench Cemetery. Hedge Row Trench Cemetery is een kleine Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Zillebeke, een deelgemeente van Ieper. De begraafplaats ligt 1,8 km ten zuidwesten van Zillebeke dorp in het provinciedomein De Palingbeek en is via een 300 m lang graspad bereikbaar vanaf de Verbrandemolenstraat. Ze werd ontworpen door John Truelove en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het terrein is 676 m² groot en is omgeven door een bakstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat centraal opgesteld. Er liggen 96 Britten (waarvan 2 niet geïdentificeerd konden worden) en 2 Canadezen begraven. Vlakbij bevinden zich ook nog Woods Cemetery en First D.C.L.I. Cemetery, The Bluff. De naam van deze begraafplaats heeft zijn oorsprong door een nabijgelegen boerderij die Hagereke heette, wat "hagen rij" betekent. Vroeger werd ze soms ook Ravine Wood Cemetery genoemd. De eerste slachtoffers werden er op 24 maart 1915 begraven en de laatste op 18 september 1917. Tijdens het Duitse lenteoffensief in april 1918 kwam dit terrein in handen van de Duitsers maar werd op 28 september 1918 heroverd door de Britten. Door de nabijheid van het Kanaal Ieper-Komen en de strategisch belangrijke hoogte The Bluff werd dit terrein door de hevige gevechten en artilleriebeschietingen zodanig beschadigd dat de graven niet meer gelokaliseerd konden worden. Daarom heeft men na de oorlog alle oorspronkelijke graven als Special Memorials[1] opgericht en deze in een cirkel rondom het Cross of Sacrifice opgesteld. De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd.
Een gedachte opschrijven in het register.
Alles netjes terug in de kluis steken.
De installatie "Coming World Remember Me" van Koen Vanmechelen lokte vorig jaar meer dan 200.000 bezoekers naar het provinciedomein De Palingbeek in Zillebeke. De 600.000 beeldjes stonden symbool voor de 600.000 slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog die vielen in ons land. De beeldjes waren allemaal handgemaakt. Iedereen kon zo'n beeldje maken. Heel wat mensen namen nadien een beeldje mee naar huis, maar de overblijvende 200.000 beeldjes vormen nu samen met het grote ei een nieuw, permanent kunstwerk. Het geheel vormt de wereldkaart waarbij alle continenten met elkaar verbonden zijn.
Op weg naar de Hill60
De Hill60 Hill 60 is een heuvel even buiten het Belgische dorp Zillebeke, waar fel werd gestreden tijdens de Eerste Wereldoorlog. De heuvel ligt nabij de spoorweg Ieper-Kortrijk (Spoorlijn 69), langs de Zwarteleenstraat. De heuvel is onderdeel van de zogenaamde Hoogte van Wijtschate-Zillebeke waar ook de Helling van Mesen, Helling van Wijtschate en Hill 62 deel van uitmaken. De hoogte van Hill 60 reikt tot 60 meter boven zeeniveau.[1] Eigenlijk is deze heuvel opgebouwd uit grond die vrijkwam bij de aanleg van 'de' spoorweg. De Gedenksite van Hill 60 is bewaard gebleven en kan vrij bezocht worden. Vlakbij was vroeger het 'Hill 60-museum' gevestigd in een typisch Belgisch café. De collectie van het voormalige museum werd in 2007 door de stad Ieper aangekocht. Op 10 december 1914 werd Hill 60 veroverd door het Duitse leger. De Britse 171e Tunneling Company begon echter in februari 1915 tunnels onder de Hill te graven. In april 1915 waren de tunnels klaar en waren zes mijnen geplaatst onder de Duitse posities. Op 17 april 1915 om 19.05 uur werden de mijnen tot ontploffing gebracht. De explosies duurden ongeveer tien seconden en verwoestten de verdedigingswerken van de Duitsers. Een Britse soldaat die boven de borstwering keek werd gedood door rondvliegend puin. De Britten konden Hill 60 innemen; ze verloren hierbij zeven man. De overwinning was echter van korte duur: op 18 april werden de Britten na een nachtelijke Duitse aanval weer verdreven van de heuvel. Britse versterkingen zorgden voor een nieuw offensief, en met succes: de heuvel kwam weer in Britse handen.
Aan ‘The Bluff’ werd een infobox gecreëerd waar het verhaal van de Palingbeek en de Zuidelijke Ieperboog gebracht wordt. Langs een vlonderpad wandel je doorheen het kraterlandschap. Dit verblijf werd gescreend maar bleek onvoldoende toegankelijk om een label A of A+ te ontvangen. Voor sommige mensen met een minder ernstige mobiele beperking, kan het verblijf toch bruikbaar zijn. Lees het detailrapport van de toegankelijkheidsscreening. Looproutes en niveauverschillen De toegang tot The Bluff start aan het vlonderpad ter hoogte van het paviljoen. De paden zijn voldoende breed en drempelloos. Op het vlonderpad is er een ruime zone ter hoogte van de kraterwand. Op dit punt is een infobord voorzien, waarna het pad via trappen naar het uitkijkpunt leidt. Als rolstoelgebruiker keer je terug naar het hoofdpad om zo naar het uitkijkpunt te gaan. Het pad loopt net voor het kijkpunt steil omhoog. Hulp kan nodig zijn.
Sluis 7Bis Beneden aan de Vaart ontdek je stenen resten. Het zijn overblijfselen van Sluis 7 bis. Dit was één van de zestien afgewerkte sluizen langs het kanaal. Wist je dat iedere sluis ook een sluiswachterswoning had? Nu is het een prachtige natuurplek, maar ook het verhaal van de mislukte vaart en het oorlogsverhaal.
Vandaag een wandeling aan zeetje. Reed naar De Panne waar wij de Westhoekwandeling gingen stappen. De start van deze mooie wandeling is aan het Provinciaal Bezoekers en Natuureducatiecentrum Duinpanne.
Het 340 ha groot Vlaams natuurreservaat De Westhoek met zijn unieke biotopen vormt het decor voor deze wandelroute. De Westhoekwandelroute gaat van het Provinciaal Bezoekerscentrum Duinpanne naar het Calmeynbos, een 55 ha groot duinbos dat aan het begin van de 20ste eeuw werd aangeplant. Via de residentiële Westhoekverkaveling stap je naar het strand. Daarna volg je de kustlijn tot aan het natuurreservaat De Westhoek. In dit beschermd landschap doorkuis je verschillende duintypes. Kale duinruggen wisselen af met ondoordringbaar struweel, grasland en bos. De terugweg leidt door het waterwinningsgebied van de IWVA en het Calmeynbos. Natuurreservaat De Westhoek is het grootste aaneengesloten duinmassief van onze kust.
Sedert 18 september 2020 om 16u, wordt het département du Nord code rood voor Belgen. Dit betekent dat we niet meer mogen reizen naar dit departement en dat niet-essentiële verplaatsingen verboden zijn. Recreatief wandelen behoort ook tot een niet-essentiële verplaatsing. Gezien deze route grensoverschrijdend is, kan je vanaf 18 september het stuk aan Franse zijde niet meer wandelen.Geniet even mee van enkele mooie kiekjes.
Deze keer een wandeling in de provincie Oostvlaanderen. We gingen wandelen in de streek van Ronse, de Muziekboswandelroute. Het was terug een mooie frisse dag, ideaal om er op uit te trekken. Deze wandeling deden we via de knooppunten. Ik reed naar de Fiertel(een jeugdherberg in Ronse) en parkeerde de wagen op hun 2¨° parking waar de wandeling start.Start is knooppunt 92.
Het Muziekbos is een natuurgebied op de Muziekberg in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het Muziekbos is 52 hectare groot en sluit aan op het 57 hectare grote Sint-Pietersbos. Het domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen de Europese natuurdoelstellingen wordt op termijn 100 hectare extra bos gecreëerd aan het Muziekbos en het Sint-Pietersbos. Het Muziekbos ligt op en rond de flank van de getuigenheuvel Muziekberg (150 m). De naam Muziekbos heeft oorspronkelijk niks met muziek te maken. De "Muz" in het woord Muziekbos verwijst wel naar het Keltische "moeras" - een drassig lapje grond gelegen tussen watertjes. Het Muziekbos ligt in het erg reliëfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen, met steile valleiwanden, glooiende heuvels en diep ingesneden dalen. Drie miljoen jaar geleden lagen deze heuvels nog als zandbanken aan de kust van een ondiepe en tropische zee. Op het hoogste punt van het bos staat de Geuzentoren, een ronde toren uit 1864 opgetrokken in ijzerzandsteen. Op een boogscheut van de Geuzentoren ligt een prehistorische grafheuvel uit het Bronstijdperk. Centraal in de heuvel bevond zich de grafkamer. Hier werden twee urnen met verbrande beenderen van een man en een vrouw, as en steenkool gevonden. Het Muziekbos is een beukenbos dat opnieuw werd aangeplant na de Eerste Wereldoorlog. Gerichte dunningen en kappingen in bepaalde zones van het bos zullen het Muziekbos op termijn omvormen tot een gemengd loofbos met beuk, kers, eik en es. Rond de top van de Muziekberg werd in 2014 2,5 hectare naaldhout gekapt om de oorspronkelijke vegetatie met struikheide, gaspeldoornstruweel, bremstruweel en bloemrijk schraal grasland te herstellen. Het Muziekbos is vooral bekend voor de voorjaarsbloeiers. In de lente zorgen boshyacint ("blauwe kousjes"), kleine maagdenpalm en daslook voor een bontgekleurd lappendeken. Ook de zeldzame paarse schubwortel, vermeld op de Vlaamse rode lijst van planten, komt voor in het Muziekbos. Het aangrenzende Sint-Pietersbos werd niet gekapt tijdens de Eerste Wereldoorlog en bevat dus nog zomereiken, eiken en essen van meer dan 150 jaar oud (met een omtrek tot vier meter).
Hier het plannetje met de knooppunten.
Infobord aan de parking
Het knooppunt aan de parking om te starten.
Hier de wagen parkeren.
We passeerden er de ijshoeve, nu niet open wegens de corona.
Kapel
prachtige zichten tijdens deze wandeling
op weg naar het bos.
het was nog wat rustig in de voormiddag.
Dit is echt genieten van de stilte.
Hier aangekomen aan de Geuzetoren. De Geuzentoren is een bouwsel op de top van de Muziekberg in het midden van het Muziekbos in de Oost-Vlaamse stad Ronse in België. M. Scribe zou de toren er in 1864 hebben gebouwd. Een echte reden hiervoor is niet gevonden, maar in de bouwperiode was de omgeving niet zo hoog begroeid. Men had toen vanaf de toren een heel mooi uitzicht over de Vlaamse Ardennen. De omgeving rond de toren bestond tot aan de Eerste Wereldoorlog vooral uit struikheide en grasland. Het Agentschap voor Natuur en Bos liet in het najaar van 2014 de bomen rondom de Geuzentoren rooien en daarna de grondlaag afschrapen. Dit in het kader van het historisch landschapsherstel op de top van de Muziekberg, waardoor de zeldzame fauna en flora terug vrij spel krijgen. Op deze manier zal de Geuzentoren ook opnieuw het oorspronkelijke zicht kunnen bieden, zoals in de bouwperiode, en beter zichtbaar zijn. De toren is opgetrokken uit ijzerzandsteen. Deze steensoort werd vroeger uit de vele zavelputten in de buurt bovengehaald. Bovenaan is de toren afgebakend met een gekanteelde ommuring. Binnenin is er een wenteltrap die over twee tussenverdiepen leidt tot de bovenste verdieping op het dak. In september 2013 was de toren deel van het decor in de opnames van de BBC-serie The White Queen. Hij is te zien in de eerste aflevering, waar de decorbouwers twee aanhangsels aangebouwd hebben. Wat verder van de toren ligt ook nog een oude Gallo-Romeinse grafheuvel (tumulus). De toren is lange tijd in privéhanden geweest tot in 2007 de Vlaamse overheid het stuk bos met deze bezienswaardigheden heeft kunnen opkopen. Na de aanschaf is er een wandelpad bijgekomen dat ook langs een oude bospoel leidt. De twee kijkgaten boven de voordeur geven licht aan de houten wenteltrap die tot het gekanteelde terras reikt. Lange tijd stond het bouwsel op instorten.
Af en toe wat modderpaden
Veel afwisseling tijdens de wandeling
prachtige zichten
Mooie afdaling
nog een laatste zicht alvorens we terug aan onze wagen waren. Deze wandeling is zeker een aanrader tijdens een droge periode. Stevig schoeisel en voor degene die moeite hebben met klimmen zijn wandelstokken een pluspunt.
Vandaag reden we naar Sint-Michiels Brugge om er de 3 Kastelenroute te wandelen. Het was nog een beetje fris deze morgen, maar de zon was reeds van de partij en het beloofde een mooie herfstdag te zijn. Eenmaal aangekomen op de parking van het domein Tillegembos, deden we onze wandelschoenen aan en konden meteen aan de wandeling beginnen. Het was nog kalm qua volk. Deze wandelroute is bewegwijzerd met zeshoekige bordjes met de aanduiding 3 kastelenroute. Deze wandeling is 13.05km.
De Drie kastelenwandelroute verkent de domeinen Tillegem, Tudor, Beisbroek en Chartreuzinnenbos. Via wandelpaden en kasteeldreven doorheen uitgestrekte bossen, heideveldjes, graslanden en hoogstamboomgaarden ontdek je het gevarieerde boslandschap ten zuiden van Brugge. Onderweg getuigen de kastelen van Tillegem, Tudor en Beisbroek van de rijke leefwereld van de Brugse elite door de eeuwen heen. Daarnaast brengt de route je ook naar historische hofstedes zoals ‘Hoeve Aandekooi’, ‘Hoeve Pereboom’ en ‘Hoeve Hermitage’. Ook de Rosmolen, de ‘Ster’ en het voormalig Kartuizerinnenklooster ‘Sint-Anna-ter-Woestijne’ komen aan bod. Tillegembos is een provinciaal domein in Sint-Michiels, een deelgemeente van de Belgische stad Brugge. Het is 144 ha groot en is het oudste provinciedomein van de provincie West-Vlaanderen. Het is een gemengd bos met naald- en loofbomen. In het bos is onder andere het kasteel van Tillegem te bezichtigen.
Ons parcours
De start van de wandeling
Wandelen door mooie kasteeldreven.
Aangekomen aan het Kasteel. Het Kasteel Tillegem is een kasteel in de Belgische stad Brugge (deelgemeente Sint-Michiels). Het omliggende Tillegembos is een provinciedomein. Tillegem zou aanvankelijk deel uitgemaakt hebben van de fiscus Snellegem. Daarvan zou in de tiende eeuw de fiscus Weinebrugge, het latere Sint-Michiels, zich afgesplitst hebben. Men vermoedt dat Tillegem een zeer oude heerlijkheid is. Het is bekend dat Tillegem bij het begin van de dertiende eeuw deel uitmaakte van de bezittingen van het huis van Voormezele. De oudst bekende heer van Tillegem was trouwens een telg uit het adellijk huis van Voormezele. In 1285 verkocht Jan van Tillegem, uit het huis Voormezele, de heerlijkheid aan Jan Hubrecht, hij was een van de meest welgestelde poorters van Brugge en was bij herhaling burgemeester of schepen van Brugge. In die periode liet deze zich opmerken als een partijganger van de Franse koning. De Franse nederlaag in 1302 (de Slag van de Gulden Sporen) leidde tot het beslag op alle Leliaardbezit. Op die manier kwam Tillegem in het bezit van de Aartrijkes. Vermeldenswaardig is hier de persoon Gillis van Aartrijke, burgemeester van Brugge.
Nadien is het kasteel door erfenis en verkoop vaak van eigenaar veranderd. Zo kwam het in eigendom van de familie van Overtvelt, Pinnock de Baenst, van Peke, de Burhgraevede Matanca en de Schietere de Damhouder. Een andere heer van Tillegem, Joseph Adrien le Bailly, was van 1730 tot 1754 burgemeester van het Vrije. Hij werd heer van Tillegem door zijn huwelijk in 1718 met Marie-Charlotte de Schietere de Damhouder. Zonder al te veel hinder doorstond de familie Le Bailly het Franse bewind. Hoewel ze hun heerlijke rechten verloren, bleven ze toch eigenaar van het domein. De laatste eigenaar van de familie was burggraaf Hector le Bailly de Tilleghem (1822-1877) die de eigendom schonk aan zijn petekind en kleinnicht Marguerite Koenig. Zij verkeerde echter in geldnood en in 1879 werd de eigendom Tillegem in drie loten verkocht. Het kasteel werd aangekocht door Eugène Charles de Peñaranda de Franchimont (1839-1907). Hij huwde met Clothilde de Laage de Bellefay (1851-1909). Zij waren het die het kasteel een neo-gotische verbouwing schonken. Bij gebrek aan nakomelingen lieten ze hun goederen na aan Guy en aan Marie-Henriette de Briey (1892-1978). Zij huwde in 1916 met baron Georges Verhaegen (1886-1963). Hun zoon, baron René Verhaegen (1924-1992), verkocht in 1980 het kasteel en omliggende domein aan het provinciebestuur van West-Vlaanderen.
Wie houdt ons hier in de gaten?
Mooie herfstkleuren.
Heel rustig, weinig last van tegenliggers.
Paddenstoelen tijd
Af en toe een mooie hoeve, nu zijn we op weg naar het kasteel van Tudor.
Aangekomen aan de kruidentuin van Tudor.
En hier het Kasteel. Tudor is een kasteeldomein in Sint-Andries, een deelgemeente van Brugge in West-Vlaanderen, België. Het domein bestaat uit bos, park, siertuinen en een kruidentuin. De belangrijkste bezienswaardigheid in het park is het neogotische landhuis in 'Tudor-stijl'. Het is gebouwd in 1904 en is daarmee een van de recentste kastelen in het Brugse. In 1980 kwam het kasteel en het domein in handen van de stad Brugge. Nu zijn in het kasteel salons, een restaurant en een bar gevestigd. Begin 2000 kwamen de kasteelgebouwen in privéhanden.De omliggende tuinen, kruidentuin en bossen zijn eigendom van stad Brugge.
prachtige bomen
Doortje aan haar buitenverblijf.
Nu op weg naar Beisbroek.
Schaapjes in de heide.
Eventjes een paar houten bruggetjes over.
Aangekomen aan Beisbroek. Beisbroek is een domein gelegen in Sint-Andries, een deelgemeente van Brugge in België. Het domein is eigendom van de stad Brugge en bestaat vooral uit heide, bos en akkers. In het Kasteel Beisbroek zijn een natuurcentrum, volkssterrenwacht en planetarium met observatiekoepel gevestigd. Het hele park is 98 ha groot. Er worden educatieve wandelingen en tentoonstellingen georganiseerd, dikwijls bedoeld voor kinderen en jongeren
Op weg naar het einde
Hier heb ik eventjes heel veel geluk gehad tijdens deze shot op het eekhoorntje.
Deze wandeling is zeker een aanrader. Heel goed bewegwijzerd en een hele mooie omgeving.
Door heel het gedoe van de corona kunnen de wandelclubs geen officiële wandeling organiseren, dus hebben ze gekozen voor een alternatief. Iedereen kan deze wandeling doen. De start is aan de St Arnolduskerk in Tiegem. De afstanden zijn 6-12-18km. Men moet enkel de pijlen volgen en aan de splitsingen de gewenste afstand stappen. Deze wandeling kan je nog tot 12 november bewandelen, nadien zijn de pijltjes weg.
Prachtige wandeling rond de Tiegemberg met zijn talrijke stenen voetwegels. Heerlijke vergezichten over de Scheldevallei. We gaan door het Sint-Arnolduspark met zijn eeuwenoude bron, mooie kapel, terrasvijvers, merkwaardige grotachtige bouwsels en bosgebied. Het Sint-Arnolduspark van Tiegem was vroeger een bedevaartsoord, nu vormt het tegelijk een enig stukje natuur en een domein van rust en ontspanning.Tiegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem. Het telt ongeveer 1550 inwoners.
Start voorkant kerk Tiegem. Voldoende parking rond de kerk.
Vele stapwegels en autoluwe wegen beheersen deze wandeling.
Ook mooie vergezichten.
Zicht op Tiegem
Hier passeren we het domein Bassegembos, maar we konden er niet in wandelen.
Op weg richting Anzegem
We kregen enorm veel veldwegels onder de voeten geschoven.
Aangekomen aan de verwoeste kerk van Anzegem. Anzegem is een plaats en gemeente in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 14.000 inwoners, die Anzegemnaars worden genoemd. Anzegem is een relatief landelijke gemeente in het heuvelland tussen de rivieren de Leie en de Schelde. De bijnaam van Anzegem is de Gapersgemeente en de inwoners worden ook wel Gapers genoemd.
Zijzicht van deze kerk. Het oudste gedeelte uit de 12de en 13 de eeuw met het koor, de Romaanse vieringstoren, de zij-altaren en het dak worden in hun oorspronkelijke staat hersteld. Ook het uurwerk, de beiaard en de klokken komen terug. Maar er wordt geen vloer of verwarming voorzien. En tussen het torengedeelte en het schip komt er een voorlopige houten wand.De kerk werd in oktober 2014 verwoest door een brand. Even werd gedacht om bij de heropbouw een deel van de gemeentelijke diensten onder te brengen in de kerk. Maar die plannen gaan niet door.
Op het grondgebied van Anzegem ligt ook nog het gehucht Heirweg, iets ten noordwesten van de dorpskern van Anzegem. Heirweg was nooit een zelfstandige gemeente, maar heeft wel een eigen kerk en school. Naast het echte dorpscentrum van Anzegem is net ten zuidoosten hiervan ook een kern gegroeid rond het treinstation (Station Anzegem). Anzegem is een naam van Germaanse oorsprong.
Mooie doorsteek
We hebben veel geluk gehad met het weer.
Aangenaam om te wandelen
Heel mooi zicht
Nogmaals een laatste blik op Anzegem.
Nu op weg naar het Arnolduspark in Tiegem.
Af en toe kwamen er wat dreigwolken opzetten.
Hier een zicht op de Bergmolen. De Bergmolen of Stampersmolen is een windmolen in het Belgische dorpje Tiegem. De witte Bergmolen dateert uit 1880 en werd toen gebouwd ter vervanging van een houten molen uit 1735, in opdracht van Petrus Verriest. De naam Stampersmolen komt van de stampers waarmee de olieslagerij van de houten molen was uitgerust. Tot 1915 bleef ook de stenen molen als oliemolen dienen, daarna gebruikte men hem voor het malen van koren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep de molen veel schade op, maar hij werd hersteld en vanaf 1921 opnieuw gebruikt tot in 1936. In dat jaar werd hij opzettelijk neergehaald door Herman Teirlinck en Charles Dekeukeleire voor hun film Het kwade oog. In 1970/71 werd de molen opnieuw gerestaureerd. De molen werd in 1986 gesloopt en enkele meter verder heropgebouwd. Sinds 1960 is de molen een beschermd monument. De vlakte voor de molen werd in 1942 als decor gebruikt voor de film Wenn die Sonne wieder scheint, een Duitse verfilming van Stijn Streuvels De vlaschaard.
mooie herfstkleuren.
Tussen de boomgaard
Aangekomen in het Arnolduspark. Het Sint-Arnolduspark wordt eind 19de eeuw aangelegd, nadat er zich een paar miraculeuze genezingen zouden hebben voorgedaan. Er wordt een kapel gebouwd en er komen kunstmatige rotsen, vijvers, fonteinen, wandelpaden en een ligweide. Vooral de rotspartijen in cement, een typisch Belgisch verschijnsel, zijn de moeite waard. Vandaag wordt het park nog altijd bezocht door bedevaarders, maar ook wandelaars en natuurliefhebbers komen er zeker aan hun trekken. Er is een speeltuin voor de kinderen, die het park ook al spelenderwijs kunnen leren kennen met de gezinszoektocht 'Op stap met Blob rond de Tiegemberg en Anzegem'.
Hier op weg naar de uitgang van het park en op een zucht van de kerk waar het vanmorgen allemaal begon. Zeker een aanrader.
Wandeling Houffalize - via Tavigny naar Cetturu - Houffalize:
Het was vandaag een regenachtige dag. Na het ontbijt begonnen we aan de wandeling naar Cetturu en terug. Af en toe kregen we wat motregen en ook enkele opklaringen te verwerken, ook een strakke wind liet zich voelen op de hoogvlakten. Deze was ook een rustige wandeling, geen mens te bespeuren.
Cetturu hoorde vroeger bij de gemeente Tavigny. Het is een oud dorpje met gebouwen in typisch Ardense stijl.
Het traject voor deze wandeling
Terug starten aan het hoofdgebouw.
Een groene wandeling volgens de beschrijving.
Het had al wat nattigheid gevallen en onze poncho was in handbereik.
Terug wat paddenstoelen en er waren wat eigenaardige exemplaren bij.
Deze heb ik nog nooit gezien
Mooie vergezichten.
Van het ene naar het andere pad.
Af en toe tussen wat gedruppel kwam efkes de zon kijken.
Heel rustig om er te wandelen.
Deze lijken wel op aardappelen
en dit heb ik nog nooit gezien. Weet niet hoe ze heten.
Terug donkere wolken
Prachtige streek
Hier begon het opnieuw wat te regenen en de wind was ook van de partij.
Aangekomen in het dorpje Cetturu
Mooi kapelletje
Zicht op het dorp
Hier onder een boom met banken hebben we wat gerust. Er is niks open, dus alles moesten we zelf mee hebben.
De kerk van Cetturu. . De neogotische St.-Sebastiaanskerk, herbouwd in 1862, geeft het dorp door zijn ligging en zijn omvang een extra pittoresk karakter. De doopvonten van de kerk zijn gemaakt uit een eenvoudige rode zandstenen kuip die waarschijnlijk uit de Romaanse periode stamt en in het oude heiligdom van Mont Saint Martin stond.
Herfst is de mooiste tijd om te wandelen.
Nog wat fraaie beelden
Een steile afdaling
Brugje over
We naderen stilaan het einde van een alweer mooie wandeling.
Vandaag gingen we wandelen richting Alhoumont en terug. Ook voor vandaag was er geen regen op komst. Deze wandeling was een stuk korter dan die van gisteren.
In het dorpje Alhoumont zijn bij «Blanc Bois» de sporen zichtbaar van een versterkte burcht uit het IJzeren Tijdperk. Het gehucht omvat verder een aantal erg mooie oude hoeven in typisch Ardense stijl. Op één ervan is de datum 1785 aangebracht. Alhoumont is een gehucht in de Belgische stad Houffalize gelegen in het Waalse Gewest in de provincie Luxemburg. Vóór de fusie van de gemeenten in 1977 maakte Alhoumont deel uit van de gemeente Tavigny. Dit gehucht is gelegen op een graslandplateau (hoogte tot 460 m) met uitzicht op het dorp Vissoule en de vallei van de Cowan-beek. Houffalize ligt 4,5 km ten noordwesten van het gehucht. Alhoumont is een klein stadje in de Ardennen met een paar prachtige 18e eeuwse boerderijen, voornamelijk gebouwd in lokale steen en vaak gekalkt. 1.500 m ten noordwesten van het gehucht zijn de ruïnes van het versterkte kamp van de Blancs Bois, dat naar verluidt rond het jaar 470 voor Christus is gebouwd.
Ook dwarstten we de dorpjes Cowan en Vissoule.
Cowan is een dorp in de Belgische provincie Luxemburg. Het ligt in Tavigny, een deelgemeente van Houffalize. Cowan ligt twee kilometer ten westen van het centrum van Tavigny. Het is vergroeid met het dorp Vissoûle. Op de Ferrariskaart uit de jaren 1770 is de plaats weergegeven als het dorpje Cowan ou Couant, met onmiddellijk ten oosten het gehucht Vissoulle, slechts gescheiden door een waterloop. Op het eind van het ancien régime werd Cowan een gemeente met gehuchten Vissoûle en Alhoumont. Het gehucht Vissoûle was parochiaal verbonden aan Cowan en werd rond 1808 de zetel van de parochie Vissoûle-Cowan. In 1823 werden bij gemeentelijke herindelingen in Luxemburg veel kleine gemeenten samengevoegd en Cowan werd bij de gemeente Tavigny gevoegd. Rond 1894-1895 werd de oude kerk van Cowan gesloopt. Het kerkhof bleef bewaard. Vissoul is een dorp in de Belgische provincie Luik. Vissoul heeft een oppervlakte van 320 ha en ongeveer 200 inwoners. Behalve de dorpskern maken ook de gehuchten en wijken Le Héna, Aux Triches.
Ons parcours voor vandaag
Veel natuur in het begin
Opnieuw op paddenstoelen jacht
Wat info over wat hier leeft en bloei
Mooie herfstkleuren
Heel veel variatie in de wandeling
Regelmatig wat weilanden
Pracht van een boom
Veel onverharde paden
Enkele mooie panorama's
Jammer geen kaboutertjes te zien
Kerk van Vissoule
Mooie zichten
Hier terug een zicht op Houffalize
Wandelen rondom Houffalize
Aangekomen aan onze verblijfplaats Vayamundo. Terug een mooie wandeling
Wandeling: Houffalize - Achouffe - Mont - Houffalize.
Het is best dat je deze wandelingen met een kaart of met gps op stap gaat.Start en eindpunt bij het domein van Vayamundo. Een pittige wandeling met veel variatie , enkele serieuze klimmetjes en afdalingen.Geniet even mee met enkele sfeerbeelden.We begonnen aan de dag met wat mist, maar volgens het weerbericht ging de zon eens komen piepen iets na de middag. We hebben geen regen gekregen.
Dit is het parcours die we deze dag wandelden.
Moulin Lemaire.De Moulin lemaire op de Ourthe vormde een dubbelmolen; op de ene oever stond de schors-en zaagmolen, op de andere de graanmolen.
Nu blijft enkel het metalen bovenslagrad (diameter 4m,breedte 1.70m) over als aandenken aan dit molencomplex.
Jammer van de mist, anders kon men meer zien van het landschap.
Heel veel variatie tijdens de wandeling.
De mist begon langzamerhand op te klaren.
Ondertussen zijn we aangekomen in het dorp Achouffe. Achouffe is een dorp in de deelgemeente Wibrin van de Belgische gemeente Houffalize. Achouffe ligt in de provincie Luxemburg. Achouffe ligt in de Ardennen tussen de deelgemeenten Wibrin en Mont op de Rue de la Grève (ook wel Rue d'Achouffeis). Het dorp is voornamelijk bekend vanwege de Brouwerij van Achouffe, waar het bier La Chouffe geproduceerd wordt.
Hier in dit parkje ziet je de brouwerij. Achouffe ligt aan het einde van de feeënvallei bij de samenvloeiing van de beekjes Martin-Moulin en Chevral, en is één van de charmantste dorpjes van de streek. Als toeristisch dorp bij uitstek is Achouffe trots op zijn kerk en zijn brouwerij. De brouwerij is gesticht door twee schoonbroers, een Waal en een Vlaming, in een voormalige boerderij. Het Chouffe-bier wordt uitsluitend gebrouwen met water van de bron van Cedrogne, dat het bier de typische smaak geeft. Bij de brouwerij hoort een taverne waar de bezoeker de kans krijgt om het bier in de beste omstandigheden te proeven. Dankzij de Chouffe Shop kunt u vertrekken met flessen, glazen en andere objecten, allen bestempeld met het kleine kaboutertje met de rode muts. In de kapel Saint-Joseph, gebouwd aan het begin van de 19e eeuw, bevindt zich een Madonna met Kind uit de 17e eeuw en een beeld van de H.Rochus uit de 18e eeuw. Aan de brug, bij de samenvloeiing van twee beekjes, ligt de plaatselijke viskwekerij die zich al jaren richt op het behoud van en het uitzetten van inheemse vissoorten.
Wat paddenstoelen op de foto plaatsen.
De hemel begon wat open te klaren,gelukkig geen regen op komst.
Mooie zichten
Hier zijn we dan aangekomen in het dorpje Mont. Nog wat herinneringen aan dit dorp overgehouden van de wandelingen die we in het verleden deden tijdens de tocht Vichte naar de Moezel.
Hier een zicht op de kerk van Mont.
De hemel was opengebroken en de zon probeerde wat warmte te geven.
Hier nogmaals een klimmetje
en een daling.
Hier krijgen we op het einde een mooi zicht op Houffalize. Een mooie tocht
We besloten om er even op uit te trekken en boekten er een midweek in de Ardennen, namelijk in Houffalize. We verblijven in Vayamundo Ol Fosse d'Outh.
Houffalize is een Belgische stad in de provincie Luxemburg, die aan de oever van de Ourthe ligt. De stad telt ongeveer 5000 inwoners. In Houffalize stonden ooit drie kastelen. Het meest recente - uit de 17e eeuw - werd door een bombardement tijdens de slag om de Ardennen verwoest. In de Sint-Catharinakerk ligt een goed bewaard gebleven gisant gebeeldhouwd van zwarte kalksteen voor de dertiende-eeuwse graaf Diederik II van Houffalize. De kerk is het enige restant van een voormalig klooster. Tijdens de slag om de Ardennen werd het stadje fel belaagd waarbij het verscheidene bombardementen van de geallieerden onderging. Een stille getuige van de strijd is het Tankmonument van de Panzerkampfwagen V Panther, nummer 111 van de 116e Panzerdivisie, op de Place Roi Albert. Hij werd in 1948 uit de Ourthe gehaald, onder de brug te Houffalize. Houffalize wordt door mountainbikers gezien als de Belgische hoofdstad van het mountainbiken. Tot 2010 vond er elk jaar een wereldbekerwedstrijd mountainbike plaats. In 2011 stond er geen wereldbeker meer op het programma, maar werden er voor het eerst onder meer een driedaagse en een downhill georganiseerd. In het wegwielrennen is de stad bekend van de jaarlijkse passage eind april van Luik-Bastenaken-Luik. Op de terugweg vanuit Bastenaken trekt het peloton via de Place Roi Albert over de steile beklimming Rue Saint-Roch. Het toerisme is zeer belangrijk. Het bekendste vakantieverblijf van Houffalize is Vayamundo Ol Fosse d'Outh, een vakantiecentrum gelegen aan de rand van de stad. Het stadje kwam in de belangstelling door de aanwezigheid van een beverkolonie bij het gehucht Cetturu, dat behoort bij het dorp Tavigny.
Bourgoyen-Ossemeersen, natuurreservaat op steenworp hartje Gent:
Een wandeling in het Gentse natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen zou je kunnen omschrijven als een therapie. Onthaasting, tot jezelf komen, één worden met de natuur. Je leert er echt anders naar de natuur te kijken en luisteren. Om extra lang te genieten van wat zich aan natuurschoon voor ons ontvouwt, staan er op verschillende plaatsen op de wandelpaden bankjes. Er is geen knooppuntennetwerk , gewoon de aanwijzingen van de gemarkeerde wandelroutes volgen. Honden zijn welkom, maar enkel aan de leiband. Vertrek en einde : Natuur-en Milieucentrum De Bourgoyen- Driepikkelstraat 32 9030 Mariakerke. Er is ruime parking aan het domein(gratis).
Het natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen ligt op amper enkele kms ten westen van de Gentse binnenstad. Het is een beschermd en erkend natuurreservaat van 220ha.Je vindt er voornamelijk open landschappen en een uitgebreide kolonie vogels. De Bourgoyen-Ossemeersen is één van de meest vogelrijke natuurgebieden van Vlaanderen. Daarom is deze grote groene long van Gent zo uniek. Natuurliefhebbers zullen hier zeker enkele uren wandel en kijkplezier beleven. De Leie baant zich een weg in de zuidelijke punt van het gebied. Ook 2 grachten, de Grijtgracht en de Loopgracht, trekken een lijn door het landschap. Bovendien situeert zich aan de zuidwestelijke zijde een grote plas, de Aalscholversplas genoemd.
De stad Gent startte in 1974 met de aankoop van stukken grond(zo'n 16ha) geprangd tussen de huidige deelgemeenten Mariakerke en Drongen. Eerder in 1971 had professor Jan Hublé(overleden in 2009) aan de stad voorgesteld om in de Bourgoyen een natuureducatief centrum op te richten. Ook Maurice Reynaerts ijverde fel om dit prachtige stuk te beschermen. Zonder de inspanningen van beide heren stonden er nu huizen want ooit lagen er plannen op tafel om hier een verkavelingsgebied te creëren. In 1980 werden 202ha aangekocht door de stad Gent en werd begonnen met de ontwikkeling van het gebied wat uiteindelijk leidde tot het huidige uitzicht. Sinds 2008 opende een Natuur-en Milieucentrum de deuren. Ongeveer 7ha is in beheer van Natuurpunt vzw, ca 1 ha hoort het Vlaams Gewest toe.
Vandaag reed ik naar het Heuvelland waar ik in Westouter het Stiltepad ging wandelen.
Westouter is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Westouter is gelegen in de Westhoek, tegen de Franse grens. Westouter werd voor het eerst vermeld in 1089 als Wistaltare (Altaar naar het westen gericht). Op het grondgebied van Westouter werden voorwerpen uit het neolithicum aangetroffen. In 1069 werd Westouter een zelfstandige parochie, waarvan het patronaatsrecht toekwam aan het kapittel van Terwaan. Op het grondgebied lagen drie heerlijkheden, waarvan de heerlijkheid Westouter onder de Kasselrij Belle viel. In 1678 werd dit gebied onderdeel van Frankrijk en in 1781 kwam het weer bij de Oostenrijkse Nederlanden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef het dorp in geallieerde handen, maar het werd wel verwoest door beschietingen, waarna herbouw volgde. Op 6 september 1944 werd het dorp bevrijd van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Poolse bevrijders werden geëerd met de bouw van een kapel op het dorpsplein, gewijd aan de Zwarte Madonna van Częstochowa.
Het Stiltepad is geen gewoon wandelpad. Het nodigt je uit om stil te worden, te luisteren naar je ademhaling, het ruisen van de bomen, het fluiten van de vogels, het kabbelen van een beekje … Neem de tijd om even stil te staan, je ogen te sluiten en te luisteren ... naar jezelf en naar de omgeving. Merk je ook dat stilte leeft! Hangmatten, ligzetels en zitbanken – op enkele heel bijzondere plekken- prikkelen je zintuigen.Het Heuvelland is een prachtig gebied om te wandelen. Neem het van mij aan, het Stiltepad vertrekkend in de dorpskern van Westouter moet niet onder doen voor de andere wandelingen in de buurt. Flirtend tegen de Franse grens nodigt het wandelpad je uit om stil te worden en te luisteren naar je ademhaling , het ruisen van de bomen , het fluiten van de vogels en het kabbelen van een beekje. Het Stiltepad zo’n 13 km lang maakt hoofdzakelijk gebruik van het wandelnetwerk Heuvelland. Op zich hoef je maar de knooppunten te volgen met uitzondering van een stukje Douvevallei . Je komt van de ene verrassing in de andere te vallen. Vooral in het voorjaar kleurt het traject met bosanemoon, gele dotterbloem , blauwe wilde hyacint en gele primula waanzinnig mooi. Plankenpaden of vlonders zorgen dan eerder voor het avontuurlijke aspect en een best pittig traject. De beboste heuvels van de Zwarte Berg , de Rode Berg, de Baneberg en de Vidaigneberg zijn immers nooit veraf. Maar het feit dat je 5 natuurgebieden afwisselt met unieke vergezichten maken het Stiltepad zo bijzonder. De 5 natuurgebieden die je doorkruist zijn niet van de minste. In het natuurgebied Broekelzen tref je afwisselend bronbossen en graslanden. Het kronkelende Broekelzenbeekje is er je metgezel. Wat verder kom je in de Douvevallei. Hier moet je heel goed uitkijken voor de knooppunten, niet altijd correct. Er kwam wat zoekwerk bij de pas. Een gebied dat zich kenmerkt door holle wegen, knotbomenrijen, houtkanten en hagen. Ze ademen zowaar een sfeer van lang vervlogen tijden uit. Hier hoor je echt de stilte om je heen. Eenmaal de flanken van de Baneberg achter de kiezen duik je regelrecht het Hellegat op de Rodeberg in. De zeer steile flanken zorgen voor een adembenemend zicht en behoren tot de mooiste landschappen van het Heuvelland. Afsluiten doe je met de Sulferberg en de Goeberg. Net een tweeling opnieuw omringd door kletsnatte graslanden en bosjes. Je waant je in de poëziewereld. Maar de echte poëzie vind je ook onderweg. Hangmatten, ligzetels en zitbanken – op enkele heel bijzondere plekken – prikkelen al je zintuigen. Ze nodigen je uit om volop te genieten van het mooie panoramische zicht op de heuvelrij. En er staan ook haiku’s van dichter en streekkenner Geert de Kockere. Hier kan je dus rustig en ontspannend een dag lang volop al wandelend genieten. Tip : plof zeker eens neer in een van de stiltegebieden langs de weg . Hoor , zie en geniet rondom je.
Geniet even mee van enkele sfeer foto's
Dit zijn de knooppunten die je moet volgen voor deze heel mooie wandeling.
Hier voor ons zie je het eerste paaltje met een knooppunt.
vanaf hier bijna 100% natuur.
Vele mooie vergezichten
Prachtig wandelen in het Heuvelland
Zicht op de Catsberg(antenne)
Regelmatig wat knuppelpaden.
Dit is hier knooppunt 8 en volg hier nr 14.
Ook regelmatig wat hobbelige paden.
Op en neer
Als je dit domein verlaat staan er geen paaltjes meer, je moet naar links gaan en volgen tot het 2°paaltje met de juiste nr(37) erop.
Je komt nu en dan enkele hangmatten tegen om eventueel wat uit te rusten en te genieten van de stilte of een mooi uitzicht.
Mooie tekst.
prachtig zicht op Loker
Een soort van amphitheater
Bloemen zijn bijna allemaal uitgebloeid.
Zicht op de Sulferberg
De laatste knuppelpaden van deze wandeling.
Nog een klimmetje en daarna vlak richting eindpunt.
Hier zijn we dan terug van deze heerlijke wandeling.
Vandaag voor het eerst een wandeling gemaakt,een samenwerking tussen de wandelclub Drevestappers uit Zonnebeke en de Wandelfederatie. Men kon inschrijven via strikte corona maatregelen(afstand houden aan de inschrijvingstafel en handen ontsmetten). Er waren geen rustposten voorzien zoals vroeger het geval was, maar op de parcours kon men iets drinken in een kroeg.
De start was vanuit het mooie Kasteelpark in Zonnebeke en de wandelaars konden kiezen uit 3 afstanden; 6km-13km en 23km.Wij gingen voor de grootste afstand. Het parcours liep richting Passendale waar we een café tegenkwamen aan de kaasmakerij. Vandaar eventjes het grondgebied van Moorslede betreden omdan zo terug te wandelen naar Zonnebeke. Er was veel verharde wegen deze keer, op het einde van de wandeling kregen we nog een deel van het Kasteelpark. Geniet even mee van wat sfeer foto's.
Zonnebeke is een Belgische gemeente in het zuidwesten van de provincie West-Vlaanderen, de streek die gekend is als de Westhoek. De gemeente omvat 5 deelgemeenten: Beselare, Geluveld, Passendale, Zandvoorde en Zonnebeke en telt ruim 12.500 inwoners. De plaatselijke bevolking spreekt van 'Zunnebeke'. De naam Zonnebeke komt van Sinnebeche. De eerste vermelding van Sinnebeche dateert van rond 1072. Dit staat in een oorkonde van de bisschop Drogo uit Terwaan. Hierin vraagt hij aan Fulpoldus, kastelein van Ieper, om in het reeds bestaande parochiekerkje een kapittel van drie kanunniken te vormen en te onderhouden. Hierdoor ontstond een klooster dat later zou uitgroeien tot de invloedrijke en machtige augustijnenabdij Zonnebeke. Iets verderop vestigde zich een benedictijnse vrouwengemeenschap, de Nonnenbosabdij. De godsdiensttroebelen dreven haar eind 16e eeuw tot een verhuis naar Ieper. De mannenabdij bleef zo'n goede 700 jaar het centrum van cultureel, bestuurlijk werk en economie van het dorpje, tot de Franse Republiek in 1797 alle kerkelijke goederen in beslag nam en verkocht. De paters werden daarna verbannen. Rond Zonnebeke hadden tijdens de Eerste Wereldoorlog heel wat gevechten plaats. In de deelgemeente Passendale bevindt zich het Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats ter wereld. In 2017 werd de Zonnebeke Church Dugout voor korte tijd voor het publiek opengesteld, een ondergrondse schuilplaats voor Britse soldaten onder de toenmalige kerk van Zonnebeke. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de gevluchte inwoners terug. De gemeente begon aan heropbouw. Architect Huib Hoste had er een groot aandeel in. Hij ontwierp namelijk de plannen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, maar ook de toenmalige gemeenteschool, de pastorij en een huizenrij in de Roeselarestraat. Architect Antoon Dujardijn uit Brugge tekende het gemeentehuis dat een heleboel vernieuwingen heeft meegemaakt. Hieraan gebeurden nog aanpassingen in 1975 en 1994 en kwam een nieuwe inkom met onthaal in 2011.
Prachtige vijver in het park.
Heerlijk rondje wandelen door het mooie park. Het historische kasteeldomein van Zonnebeke huisvest het Museum Passchendaele 1917, de gemeentelijke bibliotheek ‘De Letterschuur, de Koklikoo en de Toeristische Dienst van Zonnebeke. Dit is het ideale vertrekpunt voor een ontdekkingstocht doorheen Zonnebeke. Ook vertrekken er verschillende wandel- en fietsroutes langs autoluwe paden. Op minder dan drie kilometer liggen ondermeer het bekende Polygoonbos en Tyne Cot Cemetery, de grootste begraafplaats van de Commonwealth ter wereld. Naast de balie van het museum vind je in het bezoekerssalon alle nodige informatie, ook voor wie gewoon wil wandelen, fietsen of een plekje zoekt om lekker te eten. In het kasteeldomein kom je ook helemaal tot rust: een boek lezen op een bank in het park, hand in hand flaneren langs de vijver of even de tijd nemen om stil te staan bij de geschiedenis van WOI in de ‘Poppy gardens’, thematische tuinen die gewijd zijn aan de verscheidene naties die meestreden in de Slag bij Passendale. De Pou Maumahara, in 2019 geopend, herinnert aan de Maori inzet en slachtoffers tijdens WOI. Aan de rand van het park bevindt zich de Kerktoren van Zonnebeke die een prachtig uitzicht biedt over de ganse regio. De tentoonstelling “Getekend Landschap” vertelt je meer over het altijd veranderende landschap.
Een mooi gebaar van deze inwoner om even door zijn tuin te wandelen.
Regelmatig wat afwisseling tijdens de wandeling.
Tyne Cot Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog gelegen in het Belgische dorp Passendale. De begraafplaats ligt 2,1 km ten zuidwesten van het dorpscentrum en 1,7 km ten noorden van Zonnebeke. Er liggen meer gesneuvelden begraven dan op elke andere Britse militaire begraafplaats op het Europese vasteland. Het terrein heeft een oppervlakte van 34.941 m² en de Commonwealth War Graves Commission zorgt voor het onderhoud. De begraafplaats werd ontworpen door Herbert Baker in samenwerking met John Truelove. Een muur van zwarte vuurstenen keien, afgedekt met witte natuursteen, omgeeft hem. Het toegangsgebouw is eveneens uit zwarte vuursteen opgebouwd. Achteraan bevindt zich de halfcirkelvormige Tyne Cot Memorial met de namen van 33.783 vermiste Britse soldaten en, in een afzonderlijke apsis, nog eens 1.176 vermiste Nieuw-Zeelanders. Aan elk uiteinde van de Memorialmuur staat een paviljoen. Centraal op het terrein bevindt zich het Cross of Sacrifice, gebouwd boven op een bunker die vóór de verovering als Duitse commandopost dienstdeed. De Stone of Remembrance staat achteraan, tussen de Memorial to the missing en het Cross of Sacrifice. Twee bunkers bevinden zich aan de voorzijde van de begraafplaats, twee andere bevinden zich achteraan, onder de paviljoenen langs weerszijden van de Memorialmuur. In het toegangsgebouw bevindt zich het kastje waarin het register met de namen en de locatie van de graven. Er is ook een Visitors book waarin men een boodschap kan schrijven. Aan de buitenzijde van de ingang hangen drie gedenkplaten in het Nederlands, Frans en Engels. Ze vermelden deze tekst: "Deze grond werd voor eeuwig door de Belgische bevolking aan de geallieerde troepen geschonken, uit dankbaarheid voor hun inzet". Deze begraafplaats is een Open Cemetery, d.w.z. dat er nog stoffelijke resten uit de omringende slagvelden bijgezet kunnen worden. Op 6 november 2018 werden nog drie ongeïdentificeerde doden begraven, twee Australiërs en een Brit. Er liggen 11.957 doden begraven, waarvan 8.369 niet meer geïdentificeerd konden worden.
Enkele mooie vergezichten
Hier wandelen we door het nieuw aangelegd stuk van het park.
Na gisteren te hebben gewandeld in de Limburg, viel vandaag de provincie Antwerpen aan de beurt. We deden een knooppuntenwandeling in Herselt.
Herselt is een gemeente in de Belgische provincie Antwerpen. De gemeente telt ruim 14.000 inwoners. Herselt maakt deel uit van het kieskanton en het gerechtelijk kanton Westerlo. De fusiegemeente bestaat naast Herselt uit de deelgemeente Ramsel. In de gemeente liggen nog de gehuchten Blauberg, Bergom en Varenwinkel. Ongeveer 1400 ha van Herselt bestaat uit beboste oppervlakte. Dit is ongeveer 1/4 van de totale oppervlakte. Herselt omvat dan ook verschillende grote bosrijke gebieden, Hertberg, Varenbroek, Helschot en de Langdonken;
De hemel was vanmorgen betrokken en de zon liet het wat afweten. Het was doef, bij zo'n 28°.
De wandeling met de te volgen knooppunten.
De hemel sprak al boekdelen, gelukkig bestond de wandeling uit 90% bos. Deze wandeling loopt grotendeels via het Provinciedomein Hertberg te Herselt. In dit wandelparadijs van de Merode kan me niet nalaten om prinsheerlijk te genieten van de fauna en flora, de diverse boomsoorten, het gevarieerde landschap met ijzerzandsteen- en duinachtige zandgronden, de streekgerechten en de overheerlijke biertjes in de nabij gelegen horecazaken.
Het boscomplex Hertberg van 310 hectare ligt aan de Diestsebaan in Herselt. Dat is de verbindingsweg tussen de N19 (Herselt-Westerlo) en de N212 (Herselt-Averbode). Het oostelijke deel van dit bosgebied is in handen van het ANB. Al eeuwenlang was dit een bebost gebied, waar naaldhout de toon zette. Naast Corsicaanse en grove den, vind je ook lijsterbes, spork, smalle en brede stekelvaren, blauwe bosbes en wilde kamperfoelie. Aanwezige dieren zijn bijvoorbeeld ree, vos, steenmarter, havik, buizerd, bosuil, zwarte specht en levendbarende hagedis.
Goed om te weten, rechtover knpt 26 is er Eetcafé Mie Maan, waar u dagelijks van 9u tem 11u kan genieten van een ontbijtbuffet (reservatie gewenst). Net voor knpt 36 staat er een te bezichtigen bijenkast, en net na knpt 36 biedt een vleermuizentoren overnachting voor deze nachtdieren. Ter hoogte van knpt 119 werd een reetje gespot tijdens de verkenningstocht. Tussen knpt 419 en knpt 418 is het aangeraden om rust in te lassen en de dorst te laven met een biertje uit de meer dan 300 ambachtelijke bieren op de kaart. Je bevindt jer hier ter hoogte van Bierkroeg Den Hulst (open v 11u tem 23u30, ma-di gesloten).
De hemel begon dicht te slibben, er kwam een onweder opzetten.
regelmatig hoorden we het donderen, dus is dit niet prettig om door de bossen te wandelen.
We gingen een stapje door, want het begon wat te druppelen.
We hebben deze wandeling jammerlijk moeten in korten door de regenval.Zal zeker nog eens terug komen.
Coronawandeling te Kessenisch; Koningssteen-Kollegreend.
Deze keer reed ik naar het uiterste punt van de provincie Limburg, nl naar Kessenisch.
Kessenich, (geschreven als Kèsing en Kaesing) is een dorp in Belgisch-Limburg en een deelgemeente van de gemeente Kinrooi. Kessenich is de meest noordoostelijke plaats van België. Het bestaat uit een kerkdorp en diverse kleinere woonkernen. Hiervan zijn Borgitter, 'de Dolen' (Dolenweg) en 'de Hoeven' (Schoolstraat) oude gehuchten. Daarnaast ontstond er in de 20e eeuw ook bewoning in 'de Schutteheide' (Drietak), in 'de Hezer Heide' (Langvenstraat) en 'Aan het Schuttevendelen' (Lakerweg, tot in de 19e eeuw ook 'In de Gallert' genoemd). Fysisch gezien ligt de deelgemeente voor 40% in de riviervlakte van de Maas (hier liggen 'de O(h)é' en 'het Broek') en voor 60% op het hoger gelegen middenterras van de Maas ('het Kessinger/Kessenicher Veld', 'de Bommesaar' en 'de Hees').[3] Door en langs het grondgebied stromen drie rivieren: de Maas, Itterbeek en Witbeek. Er liggen drie natuurgebieden: het Vijverbroek, de Kollegreend en het Koningssteen. De plaatselijke economie bestaat voornamelijk uit de teelt van gewassen. Eeuwenlang werd er ook klei gewonnen en in veldovens tot brikken en pannen gebakken. Een industriële oven (1903–1975), eerst De Maas en later Kleiwarenindustrie geheten, gaf zijn naam aan de Fabrieksstraat. Ten tijde van de grindwinning (1949–2016) werden de bedrijven Belmagri en Dragrasa opgericht. Door het baggeren ontstonden de Maasplassen Boterakker en Dragrasa. (bron;wikipedia)
Daar hebben we de wandeling in het natuurdomein Koningssteen-Kollegreend gedaan. Een pracht van een wandeling.
Kollegreend, Koningssteen en het 'einde van België' In de grindplassen tussen Thorn en Kessenich, op enkele meters van het Vijverbroek, strekken zich op de landgrens twee schiereilanden uit: Koningssteen en Kollegreend. Deze voormalige grindeilanden in een snel stromende Maas evolueren vlug naar gevarieerde mozaïeklandschappen met bloemweiden, ooibos, ruigtes en ondiepe plassen. Wil je het meest noordoostelijke puntje van België bezoeken? Wandel dan naar de Kollegreend over de recent aangelegde dijk. Op de grens tussen België en Nederland maak je in natuurgebied Koningssteen-Kollegreend (Kessenich) kennis met een uniek rivierlandschap. Ooit kronkelde de Maas met haar vele meanders hier. Een deel van het gebied werd al ontgonnen en terug gegeven aan de natuur. De afgelopen jaren werd in verschillende fases grind gewonnen in het gebied. Nu is bijna gans het gebied ingericht als natuurgebied. Bezit van de koning Koningssteen was ooit een grindeiland in de Maas. Dergelijke eilanden lagen als stukjes niemandsland tussen beide zijden van de rivier. Ze werden toebedeeld aan de bezittingen van de koning. Aan de combinatie van het eigendomsrecht (‘koning’) en de grindige ondergrond (‘steen’) dankt het gebied haar naam. Door grote verleggingen van de Maas tussen 1743 en 1806 kwam Koningssteen samen met Kollegreend aan de linkerzijde van de oever te liggen en werd de huidige ligging bepaald. Tussen 1951 en 1957 is het grind van Koningsteen gewonnen. Vervolgens is het gebied weer grotendeels opgevuld met mijnsteen en grindresten. Omdat er ook op Vlaams grondgebied grind werd gebaggerd, werd een dijk op de grens tussen Nederland en België aangebracht: het huidige Koningssteen. Nieuwe natuur Door de natuurinrichtingswerken langs de Maas ontstaan prachte natuurgebieden. In Koningssteen-Kollegreend worden grote delen van deze natuur begraasd door Konikpaarden en Gallowayrunderen. Deze halfwilde, winterharde dieren zorgen samen met de bever voor een mozaïekstructuur in het gebied. Daardoor ontstaat een bloemenparadijs met planten als vijfdelig kaasjeskruid, wilde marjolein, wilde peen, enz waar heel veel vlinders en bijen dol op zijn. Misschien zie je de koninginnepage wel fladderen. Toegankelijk Niet alleen deelgebied Koningssteen en Kleizone zijn goed toegankelijk, maar sinds de afwerking van het gebied medio 2017 kan je nu ook volledig rond de Kessenichplas wandelen. In de Kleizone kan je over het knuppelpad richting de vogelkijkhut wandelen. Vanop de dijken heb je prachtig zicht over de Maas, de Vissenakkerplas en de Boterakker. Fietsers kunnen fietsen van de Grote Heggeplas richting het Bomenmonument en zo richting Kessenich. Voor gemotoriseerd verkeer is het gebied niet langer toegankelijk. Tussen de twee graslanden van de Boterakker is het in broedseizoen ook voor wandelaars verboden toegang. In het grensoverschrijdende deelgebied Koningssteen kan je tussen de halfwilde Konikpaarden en Gallowayrunderen wandelen. Hou voldoende afstand en aai of voeder de dieren niet. In het ganse gebied zijn honden toegelaten, maar wel kort aangelijnd. Binnenkort komt er vlakbij het Bastion ook een hondenlosloopzone.
De start van deze wandeling begon aan het oude Douanekantoor en is gemarkeerd met een rode driehoek op de paaltjes.
regelmatig wat infoborden.
Het Vijverbroek. Het wandelgebied Kessenich en de Drie Eigen bestaat uit een zeer divers landschap dat werd geschapen door Maas en mens. De natuurgebieden Vijverbroek en Koningsteen - Kollegreend zijn belangrijke schakels in dit uitgestrekte wandelgebied. Het natuurreservaat Vijverbroek in Kessenich is gelegen in een oude Maasmeander. Door eeuwenlange verleggingen van de Maas is het buiten de invloedssfeer van de huidige Maas komen te liggen en is de afgesloten Maasarm langzaam aan het verlanden. In de laagste delen van de Maasarm ontwikkelden zich elzenbroekbos en wilgenstruwelen met een zeer grote ecologische waarde. Natuurgebied Koningssteen - Kollegreend ligt pal op de grens tussen Nederland en België. Het is één van de oudste natuurontwikkelingsgebieden in het RivierPark Maasvallei. De Konikpaarden die er grazen zijn van Limburgs Landschap vzw, de Galloways zijn van Natuurmonumenten. Momenteel is het zonder twijfel een van de meest waardevolle natuurgebieden in het RivierPark Maasvallei.
Heel veel variatie op deze wandeling.
gelukkig konden we af en toe wat in de lommer wandelen, want het kwik kwam boven de 36°gr. uit.
Hier passeerden we dwars door het dorpje Thorn op Nederlands grondgebied.
deze plaatsen werden nog niet echt overrompeld door de toeristen.
Mooie zichten
Geen wandelaars te bespeuren.
Grenspalen in overvloed langs dit gedeelte.
Hier zien we de Kessenische plassen. Belgisch groendgebied.
Hier een mooi uitzicht op de grens met Nederland en een mooi zicht op de Maas.
Dit was het kwaadste stuk van deze wandeling,open en bloot , geen beschutting tegen de hitte.
In de verte zien we al de dorpskern van Kessenisch.
Zicht op het plezierhaventje.
knuppelpaden om over de plassen te wandelen.
Einde in zicht.
Deze toren was het eindpunt van deze hele mooie tocht. Zeker een aanrader.
Vandaag gingen we richting Kemmel om daar een knooppunt wandeling te maken. Kemmel is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Heuvelland. In deelgemeente Kemmel bevinden zich het gemeentehuis en de gemeentelijke administratie van de fusiegemeente, net als het politiekantoor en het postkantoor. Kemmel telt ruim 1000 inwoners en staat in de lijst van de 50 mooiste dorpen van Vlaanderen. Het grondgebied van Kemmel was al bewoond tijdens het neolithicum. Ook uit de vroege ijzertijd en uit de La Tène-periode zijn overblijfselen aangetroffen. Op de Kemmelberg lag een belangrijke nederzetting, waarvan de omgrachting 350 bij 90 meter mat. Ook tijdens de Romeinse tijd was het gebied bewoond. Kemmel werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 916, als Kemlis, naar het Latijn: culmen (top). In de 9e eeuw was er al een kerk. In de 15e en 16e eeuw bloeide de lakennijverheid. In de 2e helft van de 16e eeuw vonden de godsdiensttwisten plaats, waarbij de kerk verwoest werd. In 1622 werd aan de voet van de Kemmelberg, nabij de Nieuwstraat, een kasteel gebouwd, dat echter tijdens de Eerste Wereldoorlog werd verwoest. In 1925 werd op het neorenaissancekasteel Kasteel De Warande gebouwd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het dorp zwaar beschadigd. De Kemmelberg, die op 1,5 km zuidwest van het dorp ligt was een strategisch punt en werd door de strijdende partijen zwaar bevochten, vooral op 25 april 1918, toen de Duitsers een laatste offensief bewerkstelligden. Naast de tientallen begraafplaatsen herinneren een aantal gedenktekens aan de dramatische gevechten op die datum. Hoewel Kemmel een landbouwdorp is, is ook het toerisme een belangrijke bron van bestaan. Dit ontwikkelde zich vanaf het laatste kwart van de 19e eeuw met buitenverblijven van inwoners van Noord-Frankrijk en attracties op de top van de Kemmelberg, zoals een houten uitkijktoren en een berenkooi (1880). Bij de kerk in het dorp werd een doolhof geëxploiteerd (1890). In 1920 werd de houten uitkijktoren vervangen door een stenen Belvedère. Na de Eerste Wereldoorlog kwam ook het oorlogstoerisme in zwang. Er ontstonden hotels, restaurants, campings en dergelijke. De Lourdesgrot in het park van het voormalige kasteel trok bovendien bedevaartgangers aan.
Eenmaal aangekomen aan het pleintje waar het kiosk staat, parkeerden we de auto, trokken onze schoenen aan en gingen op pad. Deze wandeling is een 15tal km lang, het begin is heuvelachtig omdat men door het Kemmelberg domein gaat.Tot Dranouter komt men regelmatig wat zitbanken tegen, waar men mooie uitzichten heeft op de streek. Aangekomen in Dranouter kan men even rusten in één van de talrijke herbergen die rond het kerkeplein zijn. Daar heeft men al 5.3km op de teller. Dranouter (uitspraak: Dranoeter, "dranoetre" in het West-Vlaams) is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en sinds 1 januari 1977 een deelgemeente van de gemeente Heuvelland. Dranouter is gelegen in de Westhoek dicht bij de Franse grens. Dranouter telt een 700-tal inwoners. Door de plaatselijke bevolking wordt van Nouter gesproken. Dranouter is een landbouwdorp. De landbouwoppervlakte wordt voor een derde ingenomen door grasland. Er zijn ook vele nijverheidsgewassen. Vanuit het neolithicum en de Romeinse periode zijn vondsten bekend, voornamelijk kruiken en munten. Dranouter werd voor het eerst vermeld in 1123 als Drawenoltra, waarschijnlijk afgeleid van een persoonsnaam en altaar. Vanaf 1113 was Dranouter een zelfstandige parochie. Het dorp behoorde tot de Kasselrij Belle. In de eerste helft van de 15e eeuw kende het een bloeiperiode door de lichte lakennijverheid. Een dieptepunt was het jaar 1568, toen fanatieke beeldenstormers niet enkel kerken kort en klein sloegen, maar ook drie geestelijken vermoordden. In 1552 werd Petrus Plancius geboren, die in 1585 om zijn geloof naar de noordelijke Nederlanden moest vluchten en een beroemd geograaf werd. Hoewel het dorp tijdens de Eerste Wereldoorlog achter de frontlinie lag en een toevluchtsoord was voor Britse frontsoldaten, werd het uiteindelijk geheel vernield en daarna in ongeveer dezelfde stijl herbouwd. Diverse oorlogsgraven en -kerkhoven getuigen van die periode.
Na een stop in Dranouter gaat men richting Wulvergem-Nieuwkerke. Het parcours is afwisselend, verhard en onverhard, redelijk plat maar men komt geen enkele herberg of zitbank tegen in dit gedeelte. Dus is het aangeraden om wat drank bij zich te hebben. Dit is een hele mooie en rustige wandeling, en met veel vergezichten. Terug aangekomen te Kemmel kan men zeker de dorst lessen in de talrijke café's die daar zijn.
De startplaats op Kemmel . Dit is den Dries. Hier kan men de auto gratis parkeren.Als men met de rug naar het kioske staat ziet men in de linker hoek een pad naar het park en daar begint de wandeling.
Dit zijn de knooppunten van deze wandeling.
zicht op het gemeentehuis.
Wandelen door het mooie park. Men komt voorbij de Lork en moet dan de straat oversteken om in het Kemmeldomein te gaan.
Hier begint een mooi stukje natuur met klimmen en dalen.
Hier kan je eventjes rusten.
Zicht op de Belvedere. De Belvedère is een toeristische uitkijktoren op de Kemmelberg in het Vlaamse Heuvelland. De toren, sinds 2004 een beschermd monument van onroerend erfgoed, biedt wijdse verzichten zoals van een belvedère verwacht mag worden. De toren uit 1924 heeft een architectuurhistorische waarde als voorbeeld van wederopbouwarchitectuur. De toren werd opgetrokken ter vervanging van de tijdens de Eerste Wereldoorlog verwoeste houten toren. De Belvedère is gelegen op de top van de Kemmelberg en een bewijs van de reeds lang aanwezige toeristische traditie rond de Kemmelberg die na 1850 ontstond met passage van de Noord-Franse burgerij die hier ontspanning zochten.
Militair domein
Boven op de top van de Kemmelberg kijkt "Den Engel" van het "Monument aux Soldats français" treurig uit over het massagraf en het slagveld.
Begraafplaats Onderaan de westelijke flank van de Kemmelberg ligt een Franse begraafplaats. Deze begraafplaats bestaat uit 4 massagraven waarin 5294 Franse soldaten rusten. Enkel 57 onder hen zijn geïdentificeerd. Hun namen vind je terug op de centrale obelisk. Dit gedenkteken herinnert de Franse aanwezigheid tijdens WO I en herdenkt de vele Franse verliezen tijdens de Slag om de Kemmelberg in 1918. Vanaf dit punt geniet je van een prachtig panoramisch zicht. De Kemmelberg blijft tot 25 april 1918 in geallieerde handen. Dan verovert het Duitse leger de berg die zoveel strategisch voordeel zou brengen in een ultieme poging door te stoten naar de Franse kust en Ieper in te nemen. De slag bij de Kemmel is zeer hevig. Franse en Duitse divisies staan er tot juli tegenover elkaar en aan beide kanten zijn de verliezen zo groot als de verhalen gruwelijk zijn. De bestorming eist 5.000 doden. Pas in september 1918 wordt de Kemmelberg met hulp van Amerikaanse verse troepen terug ingenomen. Aan de foto’s van toen merk je ook de hevigheid van de gevechten: niets staat nog recht. Je vindt hier het Ossuaire français waar 5.294 Franse soldaten begraven liggen waarvan slechts 57 bekend zijn. Helemaal bovenaan de Kemmelberg is er nog het Monument aux soldats français: een engel die over het ossuarium kijkt.
hele mooie vergezichten
Nu gaan we richting Dranouter.
De kerk van Dranouter is in zicht.
Na een stop in Dranouter begonnen we aan de terugweg richting Kemmel. Men ging eerst richting Wulvergem en Nieuwkerke.
Laatste blik op Dranouter
het tweede gedeelte was eventjes plat en men kwam geen enkele bank meer tegen om eventueel wat te rusten.
Hier zien we een glimp van de Kemmelberg.
nog enkele mooie paden te doen.
terug lichtjes omhoog
Hier was het nog een km te wandelen alvorens men terug aan het begin van deze tocht waren.
Terug aangekomen op het plein.Hier kan men de dorst lessen in een van de talrijke cafés die er zijn. Een mooie, rustige tocht in een deel van het Heuvelland.
Vandaag gingen we een wandeling maken op de Kwaremont. We besloten een bestaande wandeling te volgen, nl: de Panoramaroute.
Kwaremont is een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Kluisbergen. De plaats ligt in de Vlaamse Ardennen en is bij wielerminnend Vlaanderen vooral bekend door de hellingen, de Kwaremont en de Oude Kwaremont, in het dorp. De naam is van Gallo-Romeinse oorsprong en betekent "vierkante berg". Kort na de Tweede Wereldoorlog vestigden zich heel wat kunstenaars in Kwaremont. Ook nu werken er nog veel kunstenaars en zijn er veel kunstgaleries. De witgekalkte Sint-Amanduskerk dateert uit 1787. Kasteel Calmont staat nabij het Kluisbos. Een 19e-eeuwse dienstwoning ervan werd uitgevoerd als een Zwitsers Chalet , een unicum in de streek. Er is een bier met de naam Kwaremont, dat wordt gebrouwen door Brouwerij De Brabandere.
Kwaremont: schilderachtig kunstenaarsoord Sinds de jaren 1940 groeide Kwaremont uit tot een toevluchtsoord voor kunstenaars. Wanneer je het dorpje ontdekt, lijkt het ook alsof je door een tableautje wandelt. De gebouwen, de indeling, het licht, de mensen… Geen wonder dat zoveel creatieve zielen zich aangetrokken voelden tot deze begeesterende plek. In de jaren 1970 en 1980 popte de ene galerie na de andere hier uit de grond. Kwaremont kreeg een ijzersterke reputatie als kunstencentrum en stond bekend als het Sint-Martens-Latem van de Vlaamse Ardennen. Met die reputatie, volgden natuurlijk ook de dagjestoeristen. En toch heeft dit dorp z’n rustige ziel kunnen bewaren.De wandeling is nogal pittig, we wandelen richting Zulzeke, daarna richting de Hotond en via de Rampe terug naar de Kwaremont.
Kwaremont: schilderachtig kunstenaarsoord Sinds de jaren 1940 groeide Kwaremont uit tot een toevluchtsoord voor kunstenaars. Wanneer je het dorpje ontdekt, lijkt het ook alsof je door een tableautje wandelt. De gebouwen, de indeling, het licht, de mensen… Geen wonder dat zoveel creatieve zielen zich aangetrokken voelden tot deze begeesterende plek. In de jaren 1970 en 1980 popte de ene galerie na de andere hier uit de grond. Kwaremont kreeg een ijzersterke reputatie als kunstencentrum en stond bekend als het Sint-Martens-Latem van de Vlaamse Ardennen. Met die reputatie, volgden natuurlijk ook de dagjestoeristen. En toch heeft dit dorp z’n rustige ziel kunnen bewaren.
De start van de wandeling is op het Kwaremontplein. Laat de kerk achter je en wandelt rechtdoor tot aan het Palet(café) daar ga je naar rechts en zie je meteen de bewegwijzering. Op weg richting onvergetelijke landschappen! Voorlopig laat je Kwaremont even achter je en ga je op pad voor de Panorama Wandelroute. Waarom die route zo heet, wordt al heel snel duidelijk. Kijk maar eens links in de Keuzelingsstraat, waar je in de verte zelfs Anzegem ziet liggen, als een stipje aan de horizon. Voor je ligt de glooiende Patersberg en iets verderop, aan Hof Ter Plancken, kijk je uit op landschappen die zo uit de film lijken geplukt. De kasseistrookjes die je hier afwandelt kunnen een pittige uitdaging zijn, met een hellingsgraad die je wandelschoenen op de proef stellen.
Deze bordjes volgen op je wandeling.
Veel variatie tijdens de wandeling en mooie vergezichten
Hier een mooi zicht op het landschap
op weg naar Zulzeke.
Hier zijn we aangekomen in de gemeente Zulzeke.Zulzeke is een dorpje in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Kluisbergen. Het is een landelijk dorpje, en de kleinste deelgemeente van Kluisbergen. De Sint-Jan-in-de-Oliekerk heeft een kerkorgel dat als monument beschermd is. De kerhofmuur heeft een opvallend "bellemanshuisje", een schuilhuisje van waaruit vroeger berichten werden afgekondigd. In Zulzeke ligt ook het natuurgebied Spijkerbos. Het dorp heeft verschillende oude hoeven en (voormalige) watermolens: Molen ten Hove, Molen Ten Broecke, Molen ten Baete, Paepscheuremolen en één voormalige windmolen (Hotondmolen).
Na een 5tal km konden we wat drinken in Zulzeke. Dit cafeetje is gelegen op de hoek aan de kerk.
Daarna gingen we richting het Spijkerbos.
Hier zijn we aangekomen aan de ingang van het Spijkerbos. Het Spijkerbos of Elenebos is een natuurgebied in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het natuurgebied bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Kluisbergen (deelgemeente Zulzeke) en een klein deel in Maarkedal (deelgemeente Nukerke). Het wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen de Europese natuurdoelstellingen wordt op termijn 350 hectare extra bos gecreëerd in de Vlaamse Ardennen; het Kluisbos wordt via Feelbos, Beiaardbos, Fonteinbos en Ingelbos, Hotond-Scherpenberg, Kuitholbos en het Spijkerbos verbonden met het Koppenbergbos.
Rustig wandelen in dit domein. Als het zonnetje schijnt, valt haar warmte de hele dag door op het bos. En wandel jij de hele dag in het zonnetje, van ’s ochtends tot ’s avonds. Er is niets heerlijker dan de drukte vergeten met een gloeiend zonnetje op je gezicht, toch?
Echt genieten, op en neer en nu en dan een korte stijging.
Uit het bos werden we beloond met een prachtig uitzicht.
Nu volgt er een stukje vals plat.
Eventjes poseren, want we komen niks meer tegen tot we terug in Kwaremont aankomen. Nog een 7tal km te gaan.
prachtige zichten.
Een beetje vermargeren kan geen kwaad.
Hier eventjes een afdaling.
Hier dalen we ongeveer 40m, van 80m boven de zeespiegel tot een 40tal meter.
Hier een bekende strook onder de wielertoeristen en de wandelaars.
Een korte stijging of daling hoe je het bekijkt,maar wel een ferme kuitenbijter.
Hier zijn we dan terug op de Kwaremont. Het was een hele mooie wandeling en het weer was zalig. Nu vlug naar onze auto, schoenen verwisselen en dan iets ter plaatse drinken.
Onze trektocht die we op 1 september gingen ondernemen van Porto naar Santiago de Compostela is afgelast. Begin deze week een bericht gekregen van de vliegmaatschappij Vueling dat de terugvlucht niet kan doorgaan. Ondertussen is er ook een opwelling van het virus rond de stad Lugo die is niet veraf gelegen van Santiago.Ondertussen eens de site van de Vlaamse genootschap doorlopen en het gros van de albergues (slaapgelegenheden) blijven dicht. Dus we hebben besloten om deze trektocht dit jaar niet te stappen. Zullen waarschijnlijk volgend jaar deze tocht ondernemen.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.