Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Vandaag besloot ik een knooppunten wandeling te maken in Kluisbergen.
Kluisbergen is een gemeente in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De gemeente, genoemd naar de Kluisberg in het zuiden, ligt in het heuvelachtige landschap van de Vlaamse Ardennen aan de rechteroever van de Schelde. Ten zuiden ligt de Waalse fusiegemeente Mont-de-l'Enclus, die eveneens hiernaar genoemd is. Kluisbergen telt ruim 6000 inwoners, die Kluisbergenaars[1] worden genoemd. De hoofdplaats van de gemeente is Berchem. Kluisbergen bestaat uit vier deelgemeenten, namelijk Berchem, Kwaremont, Ruien en Zulzeke.
Deze wandeling is bijna 11km.Eén minpuntje aan deze wandeling is: een bordje te weinig.Een hele mooie wandeling met regelmatig een klim en daling. het grootste gedeelte gaat de wandeling door het Kluisbos, zowel het Vlaams - en het Waals gedeelte. De start van deze wandeling is in de Ronde van Vlaanderenstraat( dit is de straat waar al de winnaars hun naam staat). Ik heb mijn auto aan het monument van Karel Van Wijnendaele geparkeerd.
Dit is het traject dat ik deze morgen wandelde. Opletten aan knooppunt 76 je moet nog een beetje doorwandelen tot aan het einde van de parking, links staat dan het bordje met nr 8 en dan ben je gerust tot je terug komt.
Een mooi verzicht
Op weg naar de Vierschaar.
Hier ben je aan de Vierschaar en je wandelt tot aan het einde van de parking en daar vind je het vervolg van deze wandeling.
Wat uitleg over de Taalgrens
Het was heel rustig om te wandelen.
Hier aan de Toren heb ik even halte gehouden om een warme chocomelk te drinken. De Toren staat op Waals grondgebied, op het hoogste punt van het Kluisbos (141 meter). Hij is gebouwd uit baksteen en dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. De Toren deed wellicht dienst als uitkijktoren ten tijde van Napoleon. Daarnaast is hij al meer dan 100 jaar een toeristische attractie. Van hieruit kan je genieten van een schitterend panorama.
Op de terugweg van knooppunt 8 naar 76 moet je voor enkele meters nr 53 volgen tot aan de parking van de Vierschaar en daar volg je dan terug de bordjes.
Vanaf hier kan je gewoon de bordjes terug volgen.
Het Kluisbos is een natuurgebied (deels domeinbos, deels openbaar bos, deels bosreservaat (Pensemont/Doveleenbos)) in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen en het Pays des Collines in Henegouwen (België). Het bosgebied is ongeveer 300 hectare groot. Het Vlaamse deel is 200 hectare groot en ligt op het grondgebied van de gemeente Kluisbergen (deelgemeenten Ruien en Kwaremont). Het Waalse deel (Bois de l'Enclus) is 100 hectare groot en ligt op het grondgebied van de deelgemeenten: Rozenaken, Orroir en Amougies in de streek Pays des Collines. Het Vlaamse deel van het bos wordt beheerd door de overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied als deel van de Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen (BE230007) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Bois de l'Enclus aan de Henegouwse kant is Europees beschermd als deel van Natura 2000-gebied 'Pays des Collines' (BE32003). Binnen de Europese natuurdoelstellingen wordt op termijn 350 hectare extra bos gecreëerd in de Vlaamse Ardennen; het Kluisbos wordt via Beiaardbos, Fonteinbos en Ingelbos, Hotond-Scherpenberg, Kuitholbos en Spijkerbos verbonden met het Koppenbergbos[1][2]. Sinds 2006 is een 50 hectare groot deel aangemerkt als bosreservaat.
Hier krijg je een mooi zicht op de Kwaremont
Terug aangekomen waar mijn auto stond. Een hele mooie wandeling in en rond het Kluisbos.
Vandaag stond de Wildenburg wandelroute op mijn agenda. Dit is een wandelroute uitgestippeld door Westtoer. Deze wandeling start aan de St-Joriskerk van Wildenburg.
Wildenburg is een dorp van de gemeente Wingene in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het ligt op enkele kilometers ten noorden van het centrum langs de weg van Wingene(Wingene is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 14.000 inwoners. De inwoners worden Wingenaars genoemd en hun dialect is het Wingens, een variant van het West-Vlaams. Wingene staat bekend om zijn vele aantal varkenskwekerijen, naast andere landbouwactiviteiten. Ook de varkenspest bracht Wingene in 1990 in het wereldnieuws. De gemeente is gekenmerkt door de aanwezigheid van vele landbouwactiviteiten. Grasland, landbouwgrond, boomkwekerijen en tuinbouw nemen het meeste oppervlakte in. Ook rundvee, varkens en pluimvee zijn in grote mate aanwezig in Wingene.) naar Beernem.
Deze wandelroute is met zeshoekige bordjes bewegwijzerd die de naam Wildenburg dragen. Een mooie natuurwandeling met heel veel variatie.
Parking achteraan deze kerk. De wandeling begint aan het paaltje links van de kerk. De Sint-Joriskerk, in 1860 door familie van der Bruggen als familiekapel opgericht. In 1897 werd de kapel een parochiekerk.
Na een paar honderd meter begonnen we aan een mooi stukje natuur.
heel veel variatie tijdens deze wandeling.
Ook heel rustig
Hier enkele Gallowayrunderen
Zicht op de Gulke putten.
De Gulke putten. Het natuurgebied De Gulke Putten is gelegen in de Belgische gemeente Wingene, op gronden van het Radiozendstation Belradio, op de grens met Ruiselede. Het natuurreservaat situeert zich in de nabijheid van de site Sint-Pietersveld en wordt beheerd door Natuurpunt vzw. Het gebied is rijk aan natte en droge heide, heischrale graslanden, hakhout met bloemrijke paden en open plekken met orchideeënrijk hooiland. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen: westelijk deel'
Zalig om te wandelen met zo'n mooi lenteweer
Een en al rust.
Hier een zicht op het Kasteel(het kasteel van de moord op de schoonzoon van Gysbrechts)
Enkel zwaluwnestjes hangen aan deze mast.
Mooie vijver
Deze bordjes moet je volgen.
De Vagevuurbossen (of het Vagevuurbos) is een 220 hectare groot bos- en natuurgebied bij Wingene in het 'Landschapspark Bulskampveld'. Het bos sluit aan bij Lippensgoed-Bulskampveld (domeinbos 90 hectare en 230 hectare provinciedomein); samen vormen ze het grootste complex van openbaar bos (540 hectare) in West-Vlaanderen. Het Vagevuurbos ligt niet ver van de De Gulke Putten. De Vagevuurbossen wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het bosgebied strekt zich uit ten zuiden van de E40 op het grondgebied van de gemeenten Beernem, Hertsberge en Wingene. De naam Vagevuurbos(sen) verwijst naar de Vagevuurkapel die langs de Blauwhuisstraat gebouwd werd. De Vagevuurbossen zijn Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-habitatrichtlijngebied 'Bossen, heiden en valleigebieden van Zandig Vlaanderen: westelijk deel'.
hier ben ik op weg naar het eindpunt van deze mooie en rustige wandeling.
Vandaag ging ik eens wandelen in Elverdinge (mijn eerste wandeling van 2021), waar de wandelclub uit Boezinge er hun coronawandeling doorging. De weerdiensten voorspelden een droge dag met in de voormiddag wat zon, dus ideaal om te wandelen. Het vertrekpunt van deze wandeling was aan het OC den Elver in Elverdinge. Elverdinge is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Ieper. De wandelaar kon kiezen uit 6-7-9 en 13km.
Iedereen vertrok richting de Galgebossen via autoluwe wegen en enkele paden.
De parcours kan je bekijken aan de deur van het OC.
De start is aan het OC. De eerste km was uitkijken voor gladde plaatsen op het wegdek.
We kregen enkele mooie vergezichten.
Mooie haan
De kleinste afstand mooest deze wegel niet nemen , zij gingen rechtdoor.
Dit was een modderpad
Een beetje uitkijken waar men stapte.
Terug op de verharde ondergrond. Deze heeft zeker gene kou.
en die was reddeloos
Aangekomen aan de Galgebossen. De Galgebossen zijn een bos op de grens tussen Poperinge, Elverdinge en Vlamertinge. Het is een recreatiegebied en heeft een oppervlakte van 111 hectare. Het wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos en is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-habitatrichtlijngebied 'West-Vlaams Heuvelland'. Het natuurgebied is een overblijfsel van een veel uitgestrekter bos dat van de 9e tot de 11e eeuw vrijwel geheel ontgonnen is. Tot in de 18e eeuw fungeerde het bos ook als galgenveld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleven de bossen, in tegenstelling tot andere bosgebieden, gespaard omdat ze een rustgebied vormden voor Britse soldaten. Er was een barak waar Anglicaanse erediensten werden gehouden, en er was een bioscoopzaaltje. Een nabijgelegen hoeve, de tegenwoordige Hospitaalhoeve, deed dienst als hospitaal. De Plank Road leidde naar het centrum van Vlamertinge en hierlangs trokken de soldaten naar het front. Aan de rand van het bos ligt het Hagle Dump Cemetery.
Ook hier was het nu en dan wat ploeteren
Aangenaam wandelen, weinig mensen tegen gekomen.
Hier waren aan de uitgang van dit natuurgebied.
verder gingen we over verharde paden en wegen.
Het Hagle Dump Cemetery. Hagle Dump Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Elverdinge, een deelgemeente van Ieper. Ze ligt 3,250 km ten zuidwesten van het dorpscentrum. De begraafplaats werd ontworpen door Reginald Blomfield met medewerking van Arthur Hutton en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het terrein heeft een rechthoekige vorm met een afgeschuinde hoek en is omgeven door een bakstenen muur. De oppervlakte bedraagt 1.800 m². Het Cross of Sacrifice staat vooraan, vlak bij de toegang. Er worden 439 slachtoffers herdacht. Elverdinge lag de hele oorlog achter de Britse linies. De begraafplaats werd aangelegd in april 1918 in de nabijheid van een opslagplaats dat Hagle Dump werd genoemd. Er werden slachtoffers begraven die gevallen waren tijdens het Duitse lenteoffensief. De begraafplaats werd tot oktober 1918 door gevechtseenheden en door Field ambulances (medische posten) gebruikt. De graven van 26 Amerikanen en 2 Fransen, omgekomen tussen juli en september 1918 werden later overgebracht naar andere begraafplaatsen. Na de wapenstilstand werden graven afkomstig uit het omliggende slagveld en de Ypres salient toegevoegd. Ook graven afkomstig van het ontruimde Brielen Military Cemetery werden naar hier overgebracht. Ze bevatte slachtoffers die gevallen waren tussen april 1915 en september 1917, daarbij waren 31 Fransen die toen naar elders overgebracht werden. Er rusten nu 397 Britten (waaronder 117 niet geïdentificeerde), 26 Australiërs (waaronder 16 niet geïdentificeerde), 14 Canadezen (waaronder 7 niet geïdentificeerde) en 2 geïdentificeerde Duitsers. De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd.
Rond de middag waren er al enkele wolken komen binnen drijven en de zon verdween langzamerhand.
Vanaf hier moesten we nog een modderpad doorstaan.
Terug aangekomen in Elverdinge
Een beeldje rond de Sint Pieter en Paulus kerk
Aan het einde van deze tocht passeerden we nog aan het kasteel van Elverdinge. Het kasteel van Elverdinge is gelegen aan de Vlamertingsestraat in Elverdinge. Het kasteel werd gebouwd in rococo-stijl. Het eerste kasteel in Elverdinge werd gebouwd rond de 12de eeuw. Het behoorde oorspronkelijk toe aan de bastaards van de graven van Vlaanderen. Adrianus Vander Borcht kreeg de heerlijkheid in 1629. Hij liet een kasteel in Vlaamse renaissancestijl bouwen. Het werd omringd door water. Dit kasteel stond op de plaats waar nu het oude klooster staat. Tijdens de Eerste Wereldoorlog brandde het kasteel uit, maar in 1925 begon de heropbouw van beide kastelen (naar het ontwerp van Jules Coomans). Het "nieuwe" kasteel was herbouwd vanaf de bestaande muren. De enige opmerkelijke verandering is de afwezigheid van een torelleke en een gesimplificeerd dak. Het "oude " kasteel was herbouwd in lokale gele bakstenen met een Franse Mansardedak, in de Lodewijk XV-stijl. Tijdens de Tweede Wereldoorlog namen Duitse stafofficieren hun intrek in het kasteel, zodat het na 1945 nog eens opgeknapt moest worden. Het kasteel is nog steeds eigendom van de nakomelingen van de familie de Laubespin: Graaf Eric du Cauzé de Nazelle en zijn echtgenote Isabelle de Rochechouart de Mortemart.Een goede en rustige tocht.
Vandaag eens gebruik gemaakt van de gratis treintickets en we spoorden eens naar Ieper, hebben daar een stadswandeling gemaakt.
Ieper (Frans: Ypres) is een stad in de Westhoek, in het zuidwesten van de Belgische provincie West-Vlaanderen. De stad telt ongeveer 35.000 inwoners en is daarmee de op vijf na grootste stad van West-Vlaanderen. Ieper is tevens het centrum van het gelijknamige arrondissement en de grootste stad in de Westhoek. De bijnaam van Ieper luidt 'de Kattenstad' of sinds het bezoek van paus Johannes Paulus II, 'Vredesstad'. Vroeger werd de stad soms ook Ieperen genoemd, zoals ook het Franse Ypres als een meervoud klinkt. Ieper ligt in de streek West-Vlaams Heuvelland.
Het begin van de wandeling is aan de Lakenhallen. De Lakenhalle van Ieper is een van Europa's grootste burgerlijke gebouwen in gotische stijl. De oorspronkelijke lakenhal werd gebouwd tussen ongeveer 1230 en 1304 en vormde een van de vroegste grote gebouwen ten noorden van de Alpen.[1] Het 70 meter hoge belfort werd gebouwd vanaf 1250 als teken van de macht der burgerij. Aan de oostzijde werd in 1360 het Gulden Halleke aangebouwd tegen het hallencomplex, in 1620 vervangen door het Nieuwerck. Het gebouw werd tijdens de Eerste Wereldoorlog volledig vernield en later weer opgebouwd. De gerestaureerde lakenhal werd in 1967 voltooid. De architecten, waaronder Jules Coomans, opteerden voor een getrouwe reconstructie van de vooroorlogse toestand. Onder aan de lakenhallen zijn de originele stenen nog zichtbaar, deze zijn de grootste. Hoe meer men naar boven gaat, hoe kleiner de stenen worden. De lakenhallen werden vroeger gebruikt als verhandelingsplaats van laken. In elke deuropening onder aan het belfort werd het laken verkocht. Ieper was in de middeleeuwen zeer beroemd vanwege de goede kwaliteit van het laken. Volgens een eeuwenoude traditie werden tijdens de Ieperse jaarmarkt een drietal katten levend van de belforttoren gegooid. Dit gebruik doofde uit in 1817 maar werd in 1938 hernomen tijdens de Kattenstoet, zij het dat de stadsnar sindsdien speelgoedkatten werpt. Tegenwoordig is de Lakenhalle een door UNESCO beschermd monument als onderdeel van de gezamenlijke inschrijving van een groep belforten in België en Frankrijk. In de belforttoren bevindt zich een beiaard met 49 klokken met een totaal gewicht van 11.892 kg. Om het kwartier speelt een automatisch spel het Iepers Tuindaglied. Kwart voor en kwart na het uur speelt een korte versie, op het half uur een langere, en op het uur zelf speelt het volledige lied. In de hallen zijn twee musea gevestigd: het In Flanders Fields Museum, sinds 1998, en het Yper Museum, sinds 2018.
Een beetje zigzag door de straten rond de Grote Markt en gingen richting de vestingen.
Hier een zicht op de vestingen. Ieperse vestingen zijn de vestingen waarmee de Belgische stad Ieper sinds de vroege middeleeuwen is omringd. De huidige structuur van de vestingen is gebaseerd op het werk van de Franse vestingbouwkundige Vauban, in opdracht van de Franse Zonnekoning Lodewijk XIV, in 1678. De huidige vorm is het resultaat van de ingrepen van de Nederlandse vestingbouwkundige Willem Lobrij (1773-1835) tussen 1815 en 1830. Vanaf 1852 werd de stad gedemilitariseerd en verdwenen de voorversterkingen. Ook ongeveer één derde van de hoofdomwalling verdween in deze tijd en werd vervangen door een afwateringsgracht met een rondweg aan de binnen- en de buitenkant van de stad, de huidige Wieltjesgracht.
Een groot deel van deze wandeling verliep over de vestingen.
Met enkele mooi zichten
Naar het einde toe kwamen we aan de Menenpoort.
De Menenpoort is een herdenkingsmonument in de Belgische stad Ieper. De stadspoort werd in 1927 door de Britten gebouwd aan de oostzijde van de stad, ter nagedachtenis van de ongeveer 54.900 Britse soldaten die in de Eerste Wereldoorlog sneuvelden en niet meer geïdentificeerd of teruggevonden werden. De naam verwijst naar de stad Menen, een stad waar men vanuit Ieper-centrum via de Menenpoort naartoe kan. De poort is een van de herdenkingsmonumenten voor vermisten van de Commonwealth War Graves Commission Op de Menenpoort staan de namen van 54.896 vermiste soldaten, onderofficieren en officieren van het Britse Gemenebest. De poort werd ontworpen door Reginald Blomfield en heeft de vorm van een Romeinse triomfboog. Omdat er te weinig plaats bleek te zijn om alle vermisten te vermelden werden degenen die na 16 augustus 1917 sneuvelden vermeld op het Tyne Cot Memorial. Als scheidingsdatum tussen deze twee groepen werd de nacht van de Slag bij Langemark genomen. Vermisten van Nieuw-Zeeland en Newfoundland staan op aparte memorialen. De stoffelijke overschotten van deze soldaten hebben geen bekend graf en liggen ofwel ergens verloren in de Ieperse velden, ofwel op een oorlogskerkhof rond Ieper met als vermelding op de grafsteen Known Unto God (alleen gekend bij God). Indien een lichaam geïdentificeerd wordt met een naam vermeld op de Menenpoort (of een ander monument voor vermiste gesneuvelden) wordt in principe zijn naam van de Menenpoort weggehaald. Deze gedenksteen, die opgedragen werd aan Koning Willem I, werd in 1822 geplaatst boven de ingang van de Rijselpoort en verving de gelijkaardige steen die opgedragen was aan Lodewijk XIV (In feite staat de tekst van Willem I op de achterkant van de gedenksteen die opgedragen was aan Lodewijk XIV). Hij verwijst naar het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden waar vanaf 1815 de Zuidelijke Nederlanden en dus de stad "Iprensem" toe behoorden. De vestingmuren werden grondig hersteld en aangepast tussen 1814 en 1822. De Menenpoort werd eind 19de eeuw afgebroken, enkel deze gedenksteen bleef bewaard. Hij is te bezichtigen aan de Rijselpoort. Sinds 1928 (uitgezonderd 1940 tot 1944) wordt hier iedere avond, klokslag acht uur door een groep klaroenblazers van de Last Post Association de Last Post gespeeld opdat we niet vergeten hoe zij voor ons streden (Lest we forget ...). De Menenpoort is sedert 14-09-2009 opgenomen in de inventaris van het Bouwkundig erfgoed
Achterzijde.Deze was een rustige wandeling door de Ieperse binnenstad. Weinig volk op de been. We hadden geluk wat het weer betreft.
Gisterenavond een wandeling gemaakt door het park van Wevelgem, het is er mooi verlicht. Je kan het nog bezoeken tot 3 januari 2021. Hier enkele sfeerbeelden.
Dit keer gingen we richting Waardamme waar we de Kampveld wandelroute gingen wandelen. Dit is een wandeling uitgestippeld door Westtoer en deze is bewegwijzerd met zeshoekige plaatjes met vermelding Kampveld.
Waardamme is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Oostkamp. De patroonheilige van Waardamme is Sint-Blasius. Het dorp ligt een tweetal kilometer van het centrum van een andere deelgemeente Ruddervoorde, en de twee kernen zijn tegenwoordig door een nijverheidsgebied met elkaar verbonden.
Deze wandeling is bijna 90%onverhard.Heel veel variatie tijdens de wandeling.
Het 294 ha grote domeinbos Kampveld bestaat uit vier delen: Rooiveld, Kampveld, Papenvijvers en Nieuwenhove. Bossen, graslanden en moerassen wisselen er elkaar af en twee natuurlijk meanderende beken stromen doorheen het gebied. Je kan het gebied gemakkelijk verkennen aan de hand van een korte bewegwijzerde wandeling (2,6 km) met start op de parking. Je kunt ook kiezen voor de uitgebreide Kampveldwandelroute (10,3 km), die zowat het hele domein doorkruist. Ook voor de mountainbikers is er een mooie avontuurlijke route (4 km) voorzien.
Een nieuw aangelegd brugje. Natuur en Bos liet twee nieuwe bruggen plaatsen in de overstroombare vallei van de Rivierbeek. Het gaat om stalen gelakte boogbruggen met draadstalen roosters die op een hoogte van 70 cm boven het maaiveld werden geplaatst. De ene brug verbindt Kampveld met Nieuwenhove enerzijds en Erkegem anderzijds. De tweede brug nabij het nieuwe speelbos in Waardamme maakt een wandeling rond het bosreservaat mogelijk. Door deze twee bruggen worden de wandelmogelijkheden sterk verhoogd. Let wel, de graslanden langs de Rivierbeek blijven overstroombaar, dus laarzen of stevige wandelschoenen zijn ten sterkste aangeraden. Veel wandelplezier!
Hier en daar waren de paden modderig
Heel veel variatie tijdens deze wandeling. In het grote domeinbos Kampveld wisselen bossen, graslanden en moerassen elkaar af. Langs verschillende wandel- en fietsroutes ontdek je deze onbekende parel aan de zuidrand van Brugge. Flaneer langs de kronkelende Rivierbeek en Hertsbergebeek, spot een buizerd of bosuil, geniet van de stilte of laat je kinderen ravotten in het speelbos. Enkel buggy’s kunnen je pad kruisen. Kampveld maakt deel uit van het landschapspark Bulskampveld.
Af en toe kwam er lichte mist opduiken.
Dit is de 2°maal dat ik een eekhoorntje kon vast leggen op de gevoelige plaat. Telkens was dit als het diertje aan het eten is.Heb hier de achtergrond wat veranderd.
Rustig om hier te wonen
Nog wat werk aan de winkel
Waardamme terug in zicht.
Hier de kerk waar onze auto stond geparkeerd.
Mooie houten beelden.
Een krokodil
Een bonte specht
en de vos.
Hier is het 2°brugje die dit domein verbindt. deze is gelegen aan het speelpleintje. Het was een hele mooie wandeling.
Gisteren naar Oost-Vlaanderen, vandaag Henegouwen.We gingen wandelen in de streek van Flobecq(Vloesberg). De start was in het gehucht La Houppe(D'Hoppe) aan de Sint Christoffelkapel.
D'Hoppe (Frans: La Houppe) is een gehucht in de Belgische provincie Henegouwen. Het is een overwegend Nederlandstalig gehucht behorend tot de gemeente Vloesberg (Frans: Flobecq). Het ligt op de Pottelberg, ten oosten ligt de Rhodesberg. De gemeente Vloesberg is sinds zeer lang een twistgebied tussen Vlaanderen en Wallonië, vroeger tussen de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen. Men sprak in die tijd van het Debattenland. De gemeente Vloesberg bleef bij de vastlegging van de taalgrens bij de provincie Henegouwen en dus in het Franse taalgebied. De gemeente heeft evenwel taalfaciliteiten voor de Nederlandstaligen die erom vragen.
De Sint Christoffelkapel waar de wandeling begint. Dit is een knooppuntenwandeling. Knooppunt 6 is links naast de kapel.
We starten direct richting Brakelbos.
Het Brakelbos Het Brakelbos is een natuurgebied in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het bosgebied van 52 ha ligt op het grondgebied van de gemeente Brakel (deelgemeente Opbrakel). Het natuurgebied ligt pal op de taalgrens op een flank van de Rhodesberg (Modderode) en sluit naadloos aan op het Pottelbergbos (Bois du Pottelberg) op de Pottelberg in D'Hoppe, een gehucht van Vloesberg, in het Waalse Pays des Collines. Het domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Het Brakelbos behoorde toe aan de heren van Opbrakel. Van de zestiende tot de achttiende eeuw was het in handen van verschillende Gentse adellijke families, waaronder D'Hane de Steenhuyse, Vander Meersche, Walckiers en Faligan. Na erfenissen en verkopen werd de Commissie voor Openbare Onderstand (later het OCMW) van Oudenaarde eigenaar in 1951. Sinds 1976 is het bos opengesteld voor het publiek.
Nog eventjes en we verlaten het domein Talrijke bronnen in het bos, waaronder het 'Rietfonteintje', voeden de visrijke Sassegembeek, die zich in steile ravijntjes en via een aantrekkelijke beekvallei (Bovenlopen Zwalm) een weg naar de Zwalm baant. In de Sassegembeek (genoemd naar Thadée van Saceghem, eigenaar van 120 hectare bos en landerijen vanaf de Franse bezetting tot aan zijn dood in 1855) vindt men beekprik en rivierdonderpad. Tot voor kort was deze beek de enige vindplaats van beekforel in de Vlaamse Ardennen. Het bos verschaft ook onderdak aan talrijke andere diersoorten, waaronder levendbarende hagedis, boompieper en hazelworm, glanskop, ree en vos. Het Brakelbos is vooral bekend om de voorjaarsbloeiers. In de lente zorgen boshyacint, bosanemoon, salomonszegel en wilde narcis voor een bontgekleurd lappendeken. Het bos herbergt ook struiken zoals blauwe bosbes en hulst.
Hier en daar modderpaden.
Enorm veel afwisseling.Af en toe hadden we ook enkele autoluwe wegen.
Afgewisseld met veldwegels.
Ook hindernissen.
De temperatuur was ietsje onder nul deze morgen.
De zon deed haar best om zich te tonen.
We kregen vele mooie vergezichten tijdens deze wandeling.
Uitkijken waar men moest gaan
We kwamen regelmatig mensen met een atbfiets tegen.
Hier waren we in het Lievierenbos, waar je in de 16e en 17e eeuw nog wolven aantrof. Het gebied wordt gekenmerkt door voorjaarsbloeiers. Geniet onderweg van de steile valleiwanden en glooiende heuvels. Je eindigt de route met het fenomenale uitzicht over de omliggende velden aan de Ferme de Géron. Deze route is uitermate geschikt voor wandelaars die het reliëfrijke gebied van de Vlaamse Ardennen willen ontdekken.
Hier moesten we het bos uit omdat de weg niet meer toegankelijk was.Een brede en diepe scheur was de oorzaak .Het was nog een 500tal meter van het einde van deze mooie tocht .
Enkele hout beelden aan het einde van deze tocht.
Een mooie tocht, een aanrader en ook stevig schoeisel is geen overbodige luxe.Nu in deze periode van het jaar zijn er veel paden onder de modder.
Vandaag reden we naar Gentbrugge waar de Florastappers er een coronawandeling hadden uitgepijld. De wandeling was aan de Gentbrugse meersen. Deze wandeling was gedeeld in een Gentbrugse Meersen Noord en Zuid.
De Gentbrugse Meersen is een van de vier Gentse groenpolen. De naam verwijst naar het verleden van het gebied, een meers in een bocht van de Zeeschelde gelegen in de deelgemeente Gentbrugge. Het park- en natuurgebied is ongeveer 240 hectare groot en de aanleg ervan startte begin 2013. Het Frans Tochpark met het Braemkasteel, het geboortebos en het Rattendaelepark maken er deel van uit. Een gedeelte van de Gentbrugse Meersen is eigendom van de stad Gent. De volkstuinen werden uitgebreid in 2014 en sport- en speelterreinen legde men achter het dienstencentrum in hetzelfde jaar aan. Ook het Braembos wordt heringericht. Via de Weversbosdreef geraken fietsers en wandelaars gemakkelijk in Heusden via betonnen wandel- en fietspaden. Banken werden langs de paden neergezet en hier en daar geraakt men via staketsels tot aan kleine waterplassen. Vlak bij het Vredesbos staat het Vredesmonument. In 2015 begon de aanleg van 100 hectare in het zuidelijk deel van gebied. Hier ligt de nadruk op de natuur. Een achttiental runderen en paarden begrazen een deel aan de oostrand, tegen de Zeeschelde. Een deel van het park aan de oostrand waar plassen een aantrekkingspunt vormen voor watervogels is afgeschermd voor het publiek.
We begonnen met deel Zuid.
Zicht vanop de uitkijkheuvel
Dit is deel noord
Een rustige en mooie wandeling in het groen rond de stad Gent.
Het beloofde een mooie herfstdag te worden en we reden richting Zedelgem, alwaar de wandelclub 4 op een rij een uitgepijlde wandeling hadden gemaakt. De start was op een priveparking, We konden daar onze auto achterlaten en direct beginnen aan de wandeling.
Zedelgem is een plaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente ligt tussen Brugge en Torhout en telt ruim 22.000 inwoners. Zedelgem (in de volksmond Zilleghem) bestaat uit de deelgemeenten Aartrijke, Loppem, Veldegem en Zedelgem zelf.
Onze gele startborden zal je terugvinden op de parking van ’t Klokhof, deze leunt aan tegen de prachtwegel die je meteen naar het Merkenveld stuurt. Reeds van ver zie je het bos-en recreatiegebied liggen, we stappen het via de brede verhoogde Bruggeweg binnen. Algauw sturen de gele pijlen je dwars door het bos, volg hier goed de geel-zwarte lintjes want nu volgt er een avontuurlijk stukje. Plots bots je op de Spinneweg die je naar het nieuw opengestelde pad stuurt langs de Kerkebeek. Geniet ten volle van dit pas opengestelde stuk (hopelijk wordt deze lange wegel na deze coronatocht verder onderhouden). Nadat je het bruggetje hebt gedwarst volgen er opnieuw enkele spannende bospassages waar je de lintjes en fluo-pijlen goed in de gaten moet houden. Aan de rand van het bos splitsen de 2 afstanden, de 17km gaat nu de richting uit van de Vloethemveldzate. Via deze leuke oude spoorwegbedding stappen we richting de drukke Torhoutsesteenweg die we nu eventjes naar rechts moeten volgen. Ter hoogte van een boszone slaan we deze in, we bevinden ons nu in “Ter Loo”.
Het Merkemveld (soms ook gespeld als: Merkemveld) is een bos- en recreatiegebied in de West-Vlaamse gemeente Zedelgem, gelegen op het grondgebied van Zedelgem, Veldegem en vooral Loppem. Het ligt direct ten oosten van buurtschap De Leeuw. Het Merkenveld sluit aan bij het domein van Kasteel Baesveld (20 ha), particuliere bossen (22 ha) en het natuurgebied Doeveren (57 ha), waarmee de totale oppervlakte op ongeveer 110 ha komt. Het Merkenveld, ruim 18 ha, werd in de jaren 1980 aangekocht door de gemeente Zedelgem en staat sindsdien bekend als het Gemeentelijk domein Merkemveld. Het gebied wordt doorstroomd door de Kerkebeek. Het Merkenveld was onderdeel van het 390 ha grote Lichterveldeveld, een heidegebied met een aantal vennen die zich boven een leemlaag bevonden. In de tweede helft van de 18e eeuw werden deze vennen drooggelegd, deels in opdracht van de eigenaar, jonkheer Van Outryve de Merckem, kasteelheer van Baesveld. Begin 19e eeuw was een groot deel van de woeste grond ontgonnen en beplant met bos, of in landbouwgrond omgezet. Tussen 1815 en 1830 werd een jachtpaviljoen gebouwd dat enkele decennia later tot het Kasteel Baesveld werd uitgebouwd. In 1899 kwam het domein aan Gaston de Kerckhove d'Ousselghem. Na diens overlijden in 1943 kwam een klein deel in bezit van François Joly-Janssens de Bisthoven, de rest werd verkocht en raakte versnipperd over diverse eigenaren. Bijna 40 hectare van het gebied was in gebruik voor verblijfsrecreatie en werd uiteindelijk aangekocht door de gemeente. Een deel bleef eigendom van de scoutingorganisatie.
Aangekomen naar Park Ter Loo Het goed “Ter Loo” heeft een belangrijke rol in de geschiedenis van Loppem en heeft in de loop der eeuwen belangrijke veranderingen ondergaan. Tijdens de 2eWO werd het verkocht aan de priesters van het Heilig Hart om nadien als bezinningscentrum dienst te doen
Heel veel variatie tijdens deze wandeling. Onze wandeling kronkelt door de mooie tuin met schapenweide vooraleer we richting het sportcomplex “De Groene Meersen”. Enkele honderden meters later passeren we “Hoeve-ijs Z”, een ambachtelijke ijshoeve (hopelijk is deze open want een ijsje gaat er het ganse jaar in). Via een leuke single-track botsen we weer op de Vloethemveldzate die ons nu richting doet terugkeren
Hier zijn we terug in het Merkemveld.
Via een een lange graswegel stuurt de wandelaars langs de achterzijde van het industrieterrein opnieuw richting Merkenveld. Ter hoogte van het station slaan we net voorbij de sporen de wijk in die aanpaalt aan het bosdomein. Samen met de 10km ontdekken we verder die boscomplex. Langs verdoken en ongekende paadjes vallen we van de ene verrassing in de andere. Opnieuw volgen we die ‘vergeten’ bospaadjes die we via deze coronawandeling een nieuw leven willen inblazen. Bijna ongemerkt wandelen we het natuurgebied “Doeveren” binnen alwaar 16 Galloway-runderen grazen.
Het domein Doeveren Langs de oostzijde bevindt zich Doeveren, dit domein bestaat uit 60 ha bos, heide, dreven en grasland. Het maakt deel uit van de groene gordel rond Brugge. Leuk voor de bezoekers is dat het gebied wordt begraasd door de sympathieke Gallowayrunderen, deze worden ingezet als begrazers op de hooilanden en verblijven er de hele winter.
Eens dit domein te hebben verlaten was het nog enkele honderden meters vooraleer we terug bij onze wagen waren. pracht van een wandeling. Heel goed bewegwijzerd. Dikke proficiat aan deze club.
Vandaag eens een wandeling in het Meetjesland, nl in Knesselare waar we een knooppuntenwandeling deden in het Drongengoedbos.
Knesselare is sinds 1 januari 2019 een deelgemeente van de nieuwe fusiegemeente Aalter, in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Knesselare ligt in de regio Meetjesland en telt ruim 5.600 inwoners. De N44 loopt ten oosten van de dorpskern Knesselare. De oorspronkelijke benaming "Knesselare" zou komen van "clesse" of kliskruid, een vochtminnende plant, wat wijst op een moerassig gebied; een "lare" is een onbebouwd, woest stuk grond. Samengevoegd betekent dit dus een moerassig, onherbergzaam en ruw gebied. De gemeente Knesselare bestond, tot de fusie in 2019, uit twee deelgemeenten: Knesselare in het westen, Ursel in het oosten. Beide waren zelfstandige gemeenten tot eind 1976 waarna ze opgingen in de gemeente Knesselare. Buiten deze twee kernen liggen nog enkele gehuchten: Kapelle, Hulhoek, Westvoorde en Pietendries. Het Drongengoedbos is het grootste bos van de provincie Oost-Vlaanderen. Het bos is 750 hectare groot en ligt vooral op het grondgebied van Ursel (Aalter). Het Drongengoedbos is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen: oostelijk deel' . Een groot stuk van het bos is ontstaan door aanplantingen in de negentiende eeuw op een oud heidegebied, het Maldegemveld. Nu is Natuurpunt bezig een deel van het Drongengoedbos terug in zijn oorspronkelijk staat te herstellen. Vroeger was het grotendeels heide en venen en die worden nu terug aangelegd. Het Drongengoedbos maakt deel uit van het 'Landschapspark Drongengoed'. Het terrein ligt in het Meetjesland tussen Knesselare, Ursel en Maldegem, en is deels in privaat bezit, en deels militair terrein. Een ander deel is eigendom van het Vlaamse Gewest (Agentschap voor Natuur en Bos). Midden in het Drongengoedbos ligt de Drongengoedhoeve, een abdijhoeve die door de Norbertijnen gebruikt werd om vooral in de 18de eeuw bos te ontginnen. Nu is de Drongengoedhoeve een bezoekerscentrum. De dorpen Knesselare, Ursel, Oostwinkel en Kleit zijn de culturele toegangspoorten naar de groene long Drongengoed-Maldegemveld. Breng een bezoekje aan het landschapspark. Fiets en wandel, vanuit de dorpskernen, langs de verschillende attractiepunten binnen dit boeiend landelijk lappendeken. Het Maldegemveld is een natuurgebied in Knesselare en Maldegem in België. Het is gelegen aan de noordoostelijke rand van het Drongengoedbos, op een langgerekte rug die zich uitstrekt van Oedelem tot Zomergem en waarvan de hoogte oploopt tot 29 meter, de cuesta van het Meetjesland. Het gebied bestaat zowel uit heide als bos. Het Maldegemveld is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'Bossen en heiden van Zandig Vlaanderen: oostelijk deel.
Vandaag een wandeling gedaan in Zillebeke, namelijk de Palingbeek wandelroute. Ik reed naar het Bezoekerscentrum, wagen op de parking en we konden direct starten met de wandeling. Deze wandeling is bewegwijzerd met zeshoekige bordjes en is ongeveer 13km lang.
De Palingbeek is een natuurgebied en West-Vlaams Provinciaal Domein in Zillebeke, een deelgemeente van de Belgische stad Ieper. Het is meer dan 230 ha groot en ligt een paar kilometer ten zuiden van het dorpscentrum, op de grens met Voormezele en Hollebeke. Het domein ligt rond het oude kanaal Ieper-Komen. De Palingbeek is Europees beschermd als onderdeel van het Natura 2000-gebied 'West-Vlaams Heuvelland' Het gebied ligt op de waterscheidingskam tussen de bekkens van de IJzer en de Schelde, via de Leie. Men wenste een kanaal te graven dat de Leie zou verbinden met het Ieperleekanaal. In 1864 vingen de werkzaamheden aan. Probleem was dat men de tot 63 m hoge heuvelrug ten zuiden van Ieper moest doorsnijden. Men trachtte dit te bereiken hetzij met de aanleg van tunnels dan wel het graven van een diepe sleuf. De bodem was echter zeer instabiel en bestond uit een zandlaag die op klei was gelegen. Voortdurend stortten de constructies in. Ook een over het kanaal aangelegde brug verzakte en brak. In 1913 staakte men de werkzaamheden. Eén jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit, waarna de werkzaamheden nimmer werden hervat. Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag de Palingbeek aan het front van Ieperboog. Zowel Britten als Duitsers bouwden hier stellingen uit. De Britten noemden de steile noordelijke oever van het kanaal The Bluff. In de loop van de oorlog werd hier regelmatig ondergronds oorlog gevoerd, waarbij beide kampen via ondergrondse mijnen probeerden de vijandelijke stellingen te uit te schakelen. De oevers wisselden regelmatig van bezetter. Verschillende betonnen constructies uit die periode zijn bewaard in het gebied. In het domein liggen ook een aantal Britse militaire begraafplaatsen. Wat van het kanaal bleef bestaan was een 3 km lange sleuf die geleidelijk aan in bezit werd genomen door de natuur. Deze Palingbeek, met het omliggende bos (Molenbos en landgoed De Vierlingen) van meer dan 200 ha en bovendien nog 30 ha open landschap, werd in 1970 ingericht als provinciaal domein. Het omvat onder meer een bezoekerscentrum. Een aantal wandelingen is in het gebied uitgezet. In de jaren 90 werden ten zuiden van het domein de golfbaan van de Golf & Countryclub De Palingbeek aangelegd.
Hedge Row Trench Cemetery. Hedge Row Trench Cemetery is een kleine Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Zillebeke, een deelgemeente van Ieper. De begraafplaats ligt 1,8 km ten zuidwesten van Zillebeke dorp in het provinciedomein De Palingbeek en is via een 300 m lang graspad bereikbaar vanaf de Verbrandemolenstraat. Ze werd ontworpen door John Truelove en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het terrein is 676 m² groot en is omgeven door een bakstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat centraal opgesteld. Er liggen 96 Britten (waarvan 2 niet geïdentificeerd konden worden) en 2 Canadezen begraven. Vlakbij bevinden zich ook nog Woods Cemetery en First D.C.L.I. Cemetery, The Bluff. De naam van deze begraafplaats heeft zijn oorsprong door een nabijgelegen boerderij die Hagereke heette, wat "hagen rij" betekent. Vroeger werd ze soms ook Ravine Wood Cemetery genoemd. De eerste slachtoffers werden er op 24 maart 1915 begraven en de laatste op 18 september 1917. Tijdens het Duitse lenteoffensief in april 1918 kwam dit terrein in handen van de Duitsers maar werd op 28 september 1918 heroverd door de Britten. Door de nabijheid van het Kanaal Ieper-Komen en de strategisch belangrijke hoogte The Bluff werd dit terrein door de hevige gevechten en artilleriebeschietingen zodanig beschadigd dat de graven niet meer gelokaliseerd konden worden. Daarom heeft men na de oorlog alle oorspronkelijke graven als Special Memorials[1] opgericht en deze in een cirkel rondom het Cross of Sacrifice opgesteld. De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd.
Een gedachte opschrijven in het register.
Alles netjes terug in de kluis steken.
De installatie "Coming World Remember Me" van Koen Vanmechelen lokte vorig jaar meer dan 200.000 bezoekers naar het provinciedomein De Palingbeek in Zillebeke. De 600.000 beeldjes stonden symbool voor de 600.000 slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog die vielen in ons land. De beeldjes waren allemaal handgemaakt. Iedereen kon zo'n beeldje maken. Heel wat mensen namen nadien een beeldje mee naar huis, maar de overblijvende 200.000 beeldjes vormen nu samen met het grote ei een nieuw, permanent kunstwerk. Het geheel vormt de wereldkaart waarbij alle continenten met elkaar verbonden zijn.
Op weg naar de Hill60
De Hill60 Hill 60 is een heuvel even buiten het Belgische dorp Zillebeke, waar fel werd gestreden tijdens de Eerste Wereldoorlog. De heuvel ligt nabij de spoorweg Ieper-Kortrijk (Spoorlijn 69), langs de Zwarteleenstraat. De heuvel is onderdeel van de zogenaamde Hoogte van Wijtschate-Zillebeke waar ook de Helling van Mesen, Helling van Wijtschate en Hill 62 deel van uitmaken. De hoogte van Hill 60 reikt tot 60 meter boven zeeniveau.[1] Eigenlijk is deze heuvel opgebouwd uit grond die vrijkwam bij de aanleg van 'de' spoorweg. De Gedenksite van Hill 60 is bewaard gebleven en kan vrij bezocht worden. Vlakbij was vroeger het 'Hill 60-museum' gevestigd in een typisch Belgisch café. De collectie van het voormalige museum werd in 2007 door de stad Ieper aangekocht. Op 10 december 1914 werd Hill 60 veroverd door het Duitse leger. De Britse 171e Tunneling Company begon echter in februari 1915 tunnels onder de Hill te graven. In april 1915 waren de tunnels klaar en waren zes mijnen geplaatst onder de Duitse posities. Op 17 april 1915 om 19.05 uur werden de mijnen tot ontploffing gebracht. De explosies duurden ongeveer tien seconden en verwoestten de verdedigingswerken van de Duitsers. Een Britse soldaat die boven de borstwering keek werd gedood door rondvliegend puin. De Britten konden Hill 60 innemen; ze verloren hierbij zeven man. De overwinning was echter van korte duur: op 18 april werden de Britten na een nachtelijke Duitse aanval weer verdreven van de heuvel. Britse versterkingen zorgden voor een nieuw offensief, en met succes: de heuvel kwam weer in Britse handen.
Aan ‘The Bluff’ werd een infobox gecreëerd waar het verhaal van de Palingbeek en de Zuidelijke Ieperboog gebracht wordt. Langs een vlonderpad wandel je doorheen het kraterlandschap. Dit verblijf werd gescreend maar bleek onvoldoende toegankelijk om een label A of A+ te ontvangen. Voor sommige mensen met een minder ernstige mobiele beperking, kan het verblijf toch bruikbaar zijn. Lees het detailrapport van de toegankelijkheidsscreening. Looproutes en niveauverschillen De toegang tot The Bluff start aan het vlonderpad ter hoogte van het paviljoen. De paden zijn voldoende breed en drempelloos. Op het vlonderpad is er een ruime zone ter hoogte van de kraterwand. Op dit punt is een infobord voorzien, waarna het pad via trappen naar het uitkijkpunt leidt. Als rolstoelgebruiker keer je terug naar het hoofdpad om zo naar het uitkijkpunt te gaan. Het pad loopt net voor het kijkpunt steil omhoog. Hulp kan nodig zijn.
Sluis 7Bis Beneden aan de Vaart ontdek je stenen resten. Het zijn overblijfselen van Sluis 7 bis. Dit was één van de zestien afgewerkte sluizen langs het kanaal. Wist je dat iedere sluis ook een sluiswachterswoning had? Nu is het een prachtige natuurplek, maar ook het verhaal van de mislukte vaart en het oorlogsverhaal.
Vandaag een wandeling aan zeetje. Reed naar De Panne waar wij de Westhoekwandeling gingen stappen. De start van deze mooie wandeling is aan het Provinciaal Bezoekers en Natuureducatiecentrum Duinpanne.
Het 340 ha groot Vlaams natuurreservaat De Westhoek met zijn unieke biotopen vormt het decor voor deze wandelroute. De Westhoekwandelroute gaat van het Provinciaal Bezoekerscentrum Duinpanne naar het Calmeynbos, een 55 ha groot duinbos dat aan het begin van de 20ste eeuw werd aangeplant. Via de residentiële Westhoekverkaveling stap je naar het strand. Daarna volg je de kustlijn tot aan het natuurreservaat De Westhoek. In dit beschermd landschap doorkuis je verschillende duintypes. Kale duinruggen wisselen af met ondoordringbaar struweel, grasland en bos. De terugweg leidt door het waterwinningsgebied van de IWVA en het Calmeynbos. Natuurreservaat De Westhoek is het grootste aaneengesloten duinmassief van onze kust.
Sedert 18 september 2020 om 16u, wordt het département du Nord code rood voor Belgen. Dit betekent dat we niet meer mogen reizen naar dit departement en dat niet-essentiële verplaatsingen verboden zijn. Recreatief wandelen behoort ook tot een niet-essentiële verplaatsing. Gezien deze route grensoverschrijdend is, kan je vanaf 18 september het stuk aan Franse zijde niet meer wandelen.Geniet even mee van enkele mooie kiekjes.
Deze keer een wandeling in de provincie Oostvlaanderen. We gingen wandelen in de streek van Ronse, de Muziekboswandelroute. Het was terug een mooie frisse dag, ideaal om er op uit te trekken. Deze wandeling deden we via de knooppunten. Ik reed naar de Fiertel(een jeugdherberg in Ronse) en parkeerde de wagen op hun 2¨° parking waar de wandeling start.Start is knooppunt 92.
Het Muziekbos is een natuurgebied op de Muziekberg in de Vlaamse Ardennen in Zuid-Oost-Vlaanderen (België). Het Muziekbos is 52 hectare groot en sluit aan op het 57 hectare grote Sint-Pietersbos. Het domeinbos wordt beheerd door de Vlaamse overheidsdienst Agentschap voor Natuur en Bos. Het bos is erkend als Europees Natura 2000-gebied (Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen) en maakt deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen de Europese natuurdoelstellingen wordt op termijn 100 hectare extra bos gecreëerd aan het Muziekbos en het Sint-Pietersbos. Het Muziekbos ligt op en rond de flank van de getuigenheuvel Muziekberg (150 m). De naam Muziekbos heeft oorspronkelijk niks met muziek te maken. De "Muz" in het woord Muziekbos verwijst wel naar het Keltische "moeras" - een drassig lapje grond gelegen tussen watertjes. Het Muziekbos ligt in het erg reliëfrijke landschap van de Vlaamse Ardennen, met steile valleiwanden, glooiende heuvels en diep ingesneden dalen. Drie miljoen jaar geleden lagen deze heuvels nog als zandbanken aan de kust van een ondiepe en tropische zee. Op het hoogste punt van het bos staat de Geuzentoren, een ronde toren uit 1864 opgetrokken in ijzerzandsteen. Op een boogscheut van de Geuzentoren ligt een prehistorische grafheuvel uit het Bronstijdperk. Centraal in de heuvel bevond zich de grafkamer. Hier werden twee urnen met verbrande beenderen van een man en een vrouw, as en steenkool gevonden. Het Muziekbos is een beukenbos dat opnieuw werd aangeplant na de Eerste Wereldoorlog. Gerichte dunningen en kappingen in bepaalde zones van het bos zullen het Muziekbos op termijn omvormen tot een gemengd loofbos met beuk, kers, eik en es. Rond de top van de Muziekberg werd in 2014 2,5 hectare naaldhout gekapt om de oorspronkelijke vegetatie met struikheide, gaspeldoornstruweel, bremstruweel en bloemrijk schraal grasland te herstellen. Het Muziekbos is vooral bekend voor de voorjaarsbloeiers. In de lente zorgen boshyacint ("blauwe kousjes"), kleine maagdenpalm en daslook voor een bontgekleurd lappendeken. Ook de zeldzame paarse schubwortel, vermeld op de Vlaamse rode lijst van planten, komt voor in het Muziekbos. Het aangrenzende Sint-Pietersbos werd niet gekapt tijdens de Eerste Wereldoorlog en bevat dus nog zomereiken, eiken en essen van meer dan 150 jaar oud (met een omtrek tot vier meter).
Hier het plannetje met de knooppunten.
Infobord aan de parking
Het knooppunt aan de parking om te starten.
Hier de wagen parkeren.
We passeerden er de ijshoeve, nu niet open wegens de corona.
Kapel
prachtige zichten tijdens deze wandeling
op weg naar het bos.
het was nog wat rustig in de voormiddag.
Dit is echt genieten van de stilte.
Hier aangekomen aan de Geuzetoren. De Geuzentoren is een bouwsel op de top van de Muziekberg in het midden van het Muziekbos in de Oost-Vlaamse stad Ronse in België. M. Scribe zou de toren er in 1864 hebben gebouwd. Een echte reden hiervoor is niet gevonden, maar in de bouwperiode was de omgeving niet zo hoog begroeid. Men had toen vanaf de toren een heel mooi uitzicht over de Vlaamse Ardennen. De omgeving rond de toren bestond tot aan de Eerste Wereldoorlog vooral uit struikheide en grasland. Het Agentschap voor Natuur en Bos liet in het najaar van 2014 de bomen rondom de Geuzentoren rooien en daarna de grondlaag afschrapen. Dit in het kader van het historisch landschapsherstel op de top van de Muziekberg, waardoor de zeldzame fauna en flora terug vrij spel krijgen. Op deze manier zal de Geuzentoren ook opnieuw het oorspronkelijke zicht kunnen bieden, zoals in de bouwperiode, en beter zichtbaar zijn. De toren is opgetrokken uit ijzerzandsteen. Deze steensoort werd vroeger uit de vele zavelputten in de buurt bovengehaald. Bovenaan is de toren afgebakend met een gekanteelde ommuring. Binnenin is er een wenteltrap die over twee tussenverdiepen leidt tot de bovenste verdieping op het dak. In september 2013 was de toren deel van het decor in de opnames van de BBC-serie The White Queen. Hij is te zien in de eerste aflevering, waar de decorbouwers twee aanhangsels aangebouwd hebben. Wat verder van de toren ligt ook nog een oude Gallo-Romeinse grafheuvel (tumulus). De toren is lange tijd in privéhanden geweest tot in 2007 de Vlaamse overheid het stuk bos met deze bezienswaardigheden heeft kunnen opkopen. Na de aanschaf is er een wandelpad bijgekomen dat ook langs een oude bospoel leidt. De twee kijkgaten boven de voordeur geven licht aan de houten wenteltrap die tot het gekanteelde terras reikt. Lange tijd stond het bouwsel op instorten.
Af en toe wat modderpaden
Veel afwisseling tijdens de wandeling
prachtige zichten
Mooie afdaling
nog een laatste zicht alvorens we terug aan onze wagen waren. Deze wandeling is zeker een aanrader tijdens een droge periode. Stevig schoeisel en voor degene die moeite hebben met klimmen zijn wandelstokken een pluspunt.
Vandaag reden we naar Sint-Michiels Brugge om er de 3 Kastelenroute te wandelen. Het was nog een beetje fris deze morgen, maar de zon was reeds van de partij en het beloofde een mooie herfstdag te zijn. Eenmaal aangekomen op de parking van het domein Tillegembos, deden we onze wandelschoenen aan en konden meteen aan de wandeling beginnen. Het was nog kalm qua volk. Deze wandelroute is bewegwijzerd met zeshoekige bordjes met de aanduiding 3 kastelenroute. Deze wandeling is 13.05km.
De Drie kastelenwandelroute verkent de domeinen Tillegem, Tudor, Beisbroek en Chartreuzinnenbos. Via wandelpaden en kasteeldreven doorheen uitgestrekte bossen, heideveldjes, graslanden en hoogstamboomgaarden ontdek je het gevarieerde boslandschap ten zuiden van Brugge. Onderweg getuigen de kastelen van Tillegem, Tudor en Beisbroek van de rijke leefwereld van de Brugse elite door de eeuwen heen. Daarnaast brengt de route je ook naar historische hofstedes zoals ‘Hoeve Aandekooi’, ‘Hoeve Pereboom’ en ‘Hoeve Hermitage’. Ook de Rosmolen, de ‘Ster’ en het voormalig Kartuizerinnenklooster ‘Sint-Anna-ter-Woestijne’ komen aan bod. Tillegembos is een provinciaal domein in Sint-Michiels, een deelgemeente van de Belgische stad Brugge. Het is 144 ha groot en is het oudste provinciedomein van de provincie West-Vlaanderen. Het is een gemengd bos met naald- en loofbomen. In het bos is onder andere het kasteel van Tillegem te bezichtigen.
Ons parcours
De start van de wandeling
Wandelen door mooie kasteeldreven.
Aangekomen aan het Kasteel. Het Kasteel Tillegem is een kasteel in de Belgische stad Brugge (deelgemeente Sint-Michiels). Het omliggende Tillegembos is een provinciedomein. Tillegem zou aanvankelijk deel uitgemaakt hebben van de fiscus Snellegem. Daarvan zou in de tiende eeuw de fiscus Weinebrugge, het latere Sint-Michiels, zich afgesplitst hebben. Men vermoedt dat Tillegem een zeer oude heerlijkheid is. Het is bekend dat Tillegem bij het begin van de dertiende eeuw deel uitmaakte van de bezittingen van het huis van Voormezele. De oudst bekende heer van Tillegem was trouwens een telg uit het adellijk huis van Voormezele. In 1285 verkocht Jan van Tillegem, uit het huis Voormezele, de heerlijkheid aan Jan Hubrecht, hij was een van de meest welgestelde poorters van Brugge en was bij herhaling burgemeester of schepen van Brugge. In die periode liet deze zich opmerken als een partijganger van de Franse koning. De Franse nederlaag in 1302 (de Slag van de Gulden Sporen) leidde tot het beslag op alle Leliaardbezit. Op die manier kwam Tillegem in het bezit van de Aartrijkes. Vermeldenswaardig is hier de persoon Gillis van Aartrijke, burgemeester van Brugge.
Nadien is het kasteel door erfenis en verkoop vaak van eigenaar veranderd. Zo kwam het in eigendom van de familie van Overtvelt, Pinnock de Baenst, van Peke, de Burhgraevede Matanca en de Schietere de Damhouder. Een andere heer van Tillegem, Joseph Adrien le Bailly, was van 1730 tot 1754 burgemeester van het Vrije. Hij werd heer van Tillegem door zijn huwelijk in 1718 met Marie-Charlotte de Schietere de Damhouder. Zonder al te veel hinder doorstond de familie Le Bailly het Franse bewind. Hoewel ze hun heerlijke rechten verloren, bleven ze toch eigenaar van het domein. De laatste eigenaar van de familie was burggraaf Hector le Bailly de Tilleghem (1822-1877) die de eigendom schonk aan zijn petekind en kleinnicht Marguerite Koenig. Zij verkeerde echter in geldnood en in 1879 werd de eigendom Tillegem in drie loten verkocht. Het kasteel werd aangekocht door Eugène Charles de Peñaranda de Franchimont (1839-1907). Hij huwde met Clothilde de Laage de Bellefay (1851-1909). Zij waren het die het kasteel een neo-gotische verbouwing schonken. Bij gebrek aan nakomelingen lieten ze hun goederen na aan Guy en aan Marie-Henriette de Briey (1892-1978). Zij huwde in 1916 met baron Georges Verhaegen (1886-1963). Hun zoon, baron René Verhaegen (1924-1992), verkocht in 1980 het kasteel en omliggende domein aan het provinciebestuur van West-Vlaanderen.
Wie houdt ons hier in de gaten?
Mooie herfstkleuren.
Heel rustig, weinig last van tegenliggers.
Paddenstoelen tijd
Af en toe een mooie hoeve, nu zijn we op weg naar het kasteel van Tudor.
Aangekomen aan de kruidentuin van Tudor.
En hier het Kasteel. Tudor is een kasteeldomein in Sint-Andries, een deelgemeente van Brugge in West-Vlaanderen, België. Het domein bestaat uit bos, park, siertuinen en een kruidentuin. De belangrijkste bezienswaardigheid in het park is het neogotische landhuis in 'Tudor-stijl'. Het is gebouwd in 1904 en is daarmee een van de recentste kastelen in het Brugse. In 1980 kwam het kasteel en het domein in handen van de stad Brugge. Nu zijn in het kasteel salons, een restaurant en een bar gevestigd. Begin 2000 kwamen de kasteelgebouwen in privéhanden.De omliggende tuinen, kruidentuin en bossen zijn eigendom van stad Brugge.
prachtige bomen
Doortje aan haar buitenverblijf.
Nu op weg naar Beisbroek.
Schaapjes in de heide.
Eventjes een paar houten bruggetjes over.
Aangekomen aan Beisbroek. Beisbroek is een domein gelegen in Sint-Andries, een deelgemeente van Brugge in België. Het domein is eigendom van de stad Brugge en bestaat vooral uit heide, bos en akkers. In het Kasteel Beisbroek zijn een natuurcentrum, volkssterrenwacht en planetarium met observatiekoepel gevestigd. Het hele park is 98 ha groot. Er worden educatieve wandelingen en tentoonstellingen georganiseerd, dikwijls bedoeld voor kinderen en jongeren
Op weg naar het einde
Hier heb ik eventjes heel veel geluk gehad tijdens deze shot op het eekhoorntje.
Deze wandeling is zeker een aanrader. Heel goed bewegwijzerd en een hele mooie omgeving.
Door heel het gedoe van de corona kunnen de wandelclubs geen officiële wandeling organiseren, dus hebben ze gekozen voor een alternatief. Iedereen kan deze wandeling doen. De start is aan de St Arnolduskerk in Tiegem. De afstanden zijn 6-12-18km. Men moet enkel de pijlen volgen en aan de splitsingen de gewenste afstand stappen. Deze wandeling kan je nog tot 12 november bewandelen, nadien zijn de pijltjes weg.
Prachtige wandeling rond de Tiegemberg met zijn talrijke stenen voetwegels. Heerlijke vergezichten over de Scheldevallei. We gaan door het Sint-Arnolduspark met zijn eeuwenoude bron, mooie kapel, terrasvijvers, merkwaardige grotachtige bouwsels en bosgebied. Het Sint-Arnolduspark van Tiegem was vroeger een bedevaartsoord, nu vormt het tegelijk een enig stukje natuur en een domein van rust en ontspanning.Tiegem is een dorp in de Belgische provincie West-Vlaanderen en een deelgemeente van Anzegem. Het telt ongeveer 1550 inwoners.
Start voorkant kerk Tiegem. Voldoende parking rond de kerk.
Vele stapwegels en autoluwe wegen beheersen deze wandeling.
Ook mooie vergezichten.
Zicht op Tiegem
Hier passeren we het domein Bassegembos, maar we konden er niet in wandelen.
Op weg richting Anzegem
We kregen enorm veel veldwegels onder de voeten geschoven.
Aangekomen aan de verwoeste kerk van Anzegem. Anzegem is een plaats en gemeente in het zuiden van de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 14.000 inwoners, die Anzegemnaars worden genoemd. Anzegem is een relatief landelijke gemeente in het heuvelland tussen de rivieren de Leie en de Schelde. De bijnaam van Anzegem is de Gapersgemeente en de inwoners worden ook wel Gapers genoemd.
Zijzicht van deze kerk. Het oudste gedeelte uit de 12de en 13 de eeuw met het koor, de Romaanse vieringstoren, de zij-altaren en het dak worden in hun oorspronkelijke staat hersteld. Ook het uurwerk, de beiaard en de klokken komen terug. Maar er wordt geen vloer of verwarming voorzien. En tussen het torengedeelte en het schip komt er een voorlopige houten wand.De kerk werd in oktober 2014 verwoest door een brand. Even werd gedacht om bij de heropbouw een deel van de gemeentelijke diensten onder te brengen in de kerk. Maar die plannen gaan niet door.
Op het grondgebied van Anzegem ligt ook nog het gehucht Heirweg, iets ten noordwesten van de dorpskern van Anzegem. Heirweg was nooit een zelfstandige gemeente, maar heeft wel een eigen kerk en school. Naast het echte dorpscentrum van Anzegem is net ten zuidoosten hiervan ook een kern gegroeid rond het treinstation (Station Anzegem). Anzegem is een naam van Germaanse oorsprong.
Mooie doorsteek
We hebben veel geluk gehad met het weer.
Aangenaam om te wandelen
Heel mooi zicht
Nogmaals een laatste blik op Anzegem.
Nu op weg naar het Arnolduspark in Tiegem.
Af en toe kwamen er wat dreigwolken opzetten.
Hier een zicht op de Bergmolen. De Bergmolen of Stampersmolen is een windmolen in het Belgische dorpje Tiegem. De witte Bergmolen dateert uit 1880 en werd toen gebouwd ter vervanging van een houten molen uit 1735, in opdracht van Petrus Verriest. De naam Stampersmolen komt van de stampers waarmee de olieslagerij van de houten molen was uitgerust. Tot 1915 bleef ook de stenen molen als oliemolen dienen, daarna gebruikte men hem voor het malen van koren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep de molen veel schade op, maar hij werd hersteld en vanaf 1921 opnieuw gebruikt tot in 1936. In dat jaar werd hij opzettelijk neergehaald door Herman Teirlinck en Charles Dekeukeleire voor hun film Het kwade oog. In 1970/71 werd de molen opnieuw gerestaureerd. De molen werd in 1986 gesloopt en enkele meter verder heropgebouwd. Sinds 1960 is de molen een beschermd monument. De vlakte voor de molen werd in 1942 als decor gebruikt voor de film Wenn die Sonne wieder scheint, een Duitse verfilming van Stijn Streuvels De vlaschaard.
mooie herfstkleuren.
Tussen de boomgaard
Aangekomen in het Arnolduspark. Het Sint-Arnolduspark wordt eind 19de eeuw aangelegd, nadat er zich een paar miraculeuze genezingen zouden hebben voorgedaan. Er wordt een kapel gebouwd en er komen kunstmatige rotsen, vijvers, fonteinen, wandelpaden en een ligweide. Vooral de rotspartijen in cement, een typisch Belgisch verschijnsel, zijn de moeite waard. Vandaag wordt het park nog altijd bezocht door bedevaarders, maar ook wandelaars en natuurliefhebbers komen er zeker aan hun trekken. Er is een speeltuin voor de kinderen, die het park ook al spelenderwijs kunnen leren kennen met de gezinszoektocht 'Op stap met Blob rond de Tiegemberg en Anzegem'.
Hier op weg naar de uitgang van het park en op een zucht van de kerk waar het vanmorgen allemaal begon. Zeker een aanrader.
Wandeling Houffalize - via Tavigny naar Cetturu - Houffalize:
Het was vandaag een regenachtige dag. Na het ontbijt begonnen we aan de wandeling naar Cetturu en terug. Af en toe kregen we wat motregen en ook enkele opklaringen te verwerken, ook een strakke wind liet zich voelen op de hoogvlakten. Deze was ook een rustige wandeling, geen mens te bespeuren.
Cetturu hoorde vroeger bij de gemeente Tavigny. Het is een oud dorpje met gebouwen in typisch Ardense stijl.
Het traject voor deze wandeling
Terug starten aan het hoofdgebouw.
Een groene wandeling volgens de beschrijving.
Het had al wat nattigheid gevallen en onze poncho was in handbereik.
Terug wat paddenstoelen en er waren wat eigenaardige exemplaren bij.
Deze heb ik nog nooit gezien
Mooie vergezichten.
Van het ene naar het andere pad.
Af en toe tussen wat gedruppel kwam efkes de zon kijken.
Heel rustig om er te wandelen.
Deze lijken wel op aardappelen
en dit heb ik nog nooit gezien. Weet niet hoe ze heten.
Terug donkere wolken
Prachtige streek
Hier begon het opnieuw wat te regenen en de wind was ook van de partij.
Aangekomen in het dorpje Cetturu
Mooi kapelletje
Zicht op het dorp
Hier onder een boom met banken hebben we wat gerust. Er is niks open, dus alles moesten we zelf mee hebben.
De kerk van Cetturu. . De neogotische St.-Sebastiaanskerk, herbouwd in 1862, geeft het dorp door zijn ligging en zijn omvang een extra pittoresk karakter. De doopvonten van de kerk zijn gemaakt uit een eenvoudige rode zandstenen kuip die waarschijnlijk uit de Romaanse periode stamt en in het oude heiligdom van Mont Saint Martin stond.
Herfst is de mooiste tijd om te wandelen.
Nog wat fraaie beelden
Een steile afdaling
Brugje over
We naderen stilaan het einde van een alweer mooie wandeling.
Vandaag gingen we wandelen richting Alhoumont en terug. Ook voor vandaag was er geen regen op komst. Deze wandeling was een stuk korter dan die van gisteren.
In het dorpje Alhoumont zijn bij «Blanc Bois» de sporen zichtbaar van een versterkte burcht uit het IJzeren Tijdperk. Het gehucht omvat verder een aantal erg mooie oude hoeven in typisch Ardense stijl. Op één ervan is de datum 1785 aangebracht. Alhoumont is een gehucht in de Belgische stad Houffalize gelegen in het Waalse Gewest in de provincie Luxemburg. Vóór de fusie van de gemeenten in 1977 maakte Alhoumont deel uit van de gemeente Tavigny. Dit gehucht is gelegen op een graslandplateau (hoogte tot 460 m) met uitzicht op het dorp Vissoule en de vallei van de Cowan-beek. Houffalize ligt 4,5 km ten noordwesten van het gehucht. Alhoumont is een klein stadje in de Ardennen met een paar prachtige 18e eeuwse boerderijen, voornamelijk gebouwd in lokale steen en vaak gekalkt. 1.500 m ten noordwesten van het gehucht zijn de ruïnes van het versterkte kamp van de Blancs Bois, dat naar verluidt rond het jaar 470 voor Christus is gebouwd.
Ook dwarstten we de dorpjes Cowan en Vissoule.
Cowan is een dorp in de Belgische provincie Luxemburg. Het ligt in Tavigny, een deelgemeente van Houffalize. Cowan ligt twee kilometer ten westen van het centrum van Tavigny. Het is vergroeid met het dorp Vissoûle. Op de Ferrariskaart uit de jaren 1770 is de plaats weergegeven als het dorpje Cowan ou Couant, met onmiddellijk ten oosten het gehucht Vissoulle, slechts gescheiden door een waterloop. Op het eind van het ancien régime werd Cowan een gemeente met gehuchten Vissoûle en Alhoumont. Het gehucht Vissoûle was parochiaal verbonden aan Cowan en werd rond 1808 de zetel van de parochie Vissoûle-Cowan. In 1823 werden bij gemeentelijke herindelingen in Luxemburg veel kleine gemeenten samengevoegd en Cowan werd bij de gemeente Tavigny gevoegd. Rond 1894-1895 werd de oude kerk van Cowan gesloopt. Het kerkhof bleef bewaard. Vissoul is een dorp in de Belgische provincie Luik. Vissoul heeft een oppervlakte van 320 ha en ongeveer 200 inwoners. Behalve de dorpskern maken ook de gehuchten en wijken Le Héna, Aux Triches.
Ons parcours voor vandaag
Veel natuur in het begin
Opnieuw op paddenstoelen jacht
Wat info over wat hier leeft en bloei
Mooie herfstkleuren
Heel veel variatie in de wandeling
Regelmatig wat weilanden
Pracht van een boom
Veel onverharde paden
Enkele mooie panorama's
Jammer geen kaboutertjes te zien
Kerk van Vissoule
Mooie zichten
Hier terug een zicht op Houffalize
Wandelen rondom Houffalize
Aangekomen aan onze verblijfplaats Vayamundo. Terug een mooie wandeling
Wandeling: Houffalize - Achouffe - Mont - Houffalize.
Het is best dat je deze wandelingen met een kaart of met gps op stap gaat.Start en eindpunt bij het domein van Vayamundo. Een pittige wandeling met veel variatie , enkele serieuze klimmetjes en afdalingen.Geniet even mee met enkele sfeerbeelden.We begonnen aan de dag met wat mist, maar volgens het weerbericht ging de zon eens komen piepen iets na de middag. We hebben geen regen gekregen.
Dit is het parcours die we deze dag wandelden.
Moulin Lemaire.De Moulin lemaire op de Ourthe vormde een dubbelmolen; op de ene oever stond de schors-en zaagmolen, op de andere de graanmolen.
Nu blijft enkel het metalen bovenslagrad (diameter 4m,breedte 1.70m) over als aandenken aan dit molencomplex.
Jammer van de mist, anders kon men meer zien van het landschap.
Heel veel variatie tijdens de wandeling.
De mist begon langzamerhand op te klaren.
Ondertussen zijn we aangekomen in het dorp Achouffe. Achouffe is een dorp in de deelgemeente Wibrin van de Belgische gemeente Houffalize. Achouffe ligt in de provincie Luxemburg. Achouffe ligt in de Ardennen tussen de deelgemeenten Wibrin en Mont op de Rue de la Grève (ook wel Rue d'Achouffeis). Het dorp is voornamelijk bekend vanwege de Brouwerij van Achouffe, waar het bier La Chouffe geproduceerd wordt.
Hier in dit parkje ziet je de brouwerij. Achouffe ligt aan het einde van de feeënvallei bij de samenvloeiing van de beekjes Martin-Moulin en Chevral, en is één van de charmantste dorpjes van de streek. Als toeristisch dorp bij uitstek is Achouffe trots op zijn kerk en zijn brouwerij. De brouwerij is gesticht door twee schoonbroers, een Waal en een Vlaming, in een voormalige boerderij. Het Chouffe-bier wordt uitsluitend gebrouwen met water van de bron van Cedrogne, dat het bier de typische smaak geeft. Bij de brouwerij hoort een taverne waar de bezoeker de kans krijgt om het bier in de beste omstandigheden te proeven. Dankzij de Chouffe Shop kunt u vertrekken met flessen, glazen en andere objecten, allen bestempeld met het kleine kaboutertje met de rode muts. In de kapel Saint-Joseph, gebouwd aan het begin van de 19e eeuw, bevindt zich een Madonna met Kind uit de 17e eeuw en een beeld van de H.Rochus uit de 18e eeuw. Aan de brug, bij de samenvloeiing van twee beekjes, ligt de plaatselijke viskwekerij die zich al jaren richt op het behoud van en het uitzetten van inheemse vissoorten.
Wat paddenstoelen op de foto plaatsen.
De hemel begon wat open te klaren,gelukkig geen regen op komst.
Mooie zichten
Hier zijn we dan aangekomen in het dorpje Mont. Nog wat herinneringen aan dit dorp overgehouden van de wandelingen die we in het verleden deden tijdens de tocht Vichte naar de Moezel.
Hier een zicht op de kerk van Mont.
De hemel was opengebroken en de zon probeerde wat warmte te geven.
Hier nogmaals een klimmetje
en een daling.
Hier krijgen we op het einde een mooi zicht op Houffalize. Een mooie tocht
We besloten om er even op uit te trekken en boekten er een midweek in de Ardennen, namelijk in Houffalize. We verblijven in Vayamundo Ol Fosse d'Outh.
Houffalize is een Belgische stad in de provincie Luxemburg, die aan de oever van de Ourthe ligt. De stad telt ongeveer 5000 inwoners. In Houffalize stonden ooit drie kastelen. Het meest recente - uit de 17e eeuw - werd door een bombardement tijdens de slag om de Ardennen verwoest. In de Sint-Catharinakerk ligt een goed bewaard gebleven gisant gebeeldhouwd van zwarte kalksteen voor de dertiende-eeuwse graaf Diederik II van Houffalize. De kerk is het enige restant van een voormalig klooster. Tijdens de slag om de Ardennen werd het stadje fel belaagd waarbij het verscheidene bombardementen van de geallieerden onderging. Een stille getuige van de strijd is het Tankmonument van de Panzerkampfwagen V Panther, nummer 111 van de 116e Panzerdivisie, op de Place Roi Albert. Hij werd in 1948 uit de Ourthe gehaald, onder de brug te Houffalize. Houffalize wordt door mountainbikers gezien als de Belgische hoofdstad van het mountainbiken. Tot 2010 vond er elk jaar een wereldbekerwedstrijd mountainbike plaats. In 2011 stond er geen wereldbeker meer op het programma, maar werden er voor het eerst onder meer een driedaagse en een downhill georganiseerd. In het wegwielrennen is de stad bekend van de jaarlijkse passage eind april van Luik-Bastenaken-Luik. Op de terugweg vanuit Bastenaken trekt het peloton via de Place Roi Albert over de steile beklimming Rue Saint-Roch. Het toerisme is zeer belangrijk. Het bekendste vakantieverblijf van Houffalize is Vayamundo Ol Fosse d'Outh, een vakantiecentrum gelegen aan de rand van de stad. Het stadje kwam in de belangstelling door de aanwezigheid van een beverkolonie bij het gehucht Cetturu, dat behoort bij het dorp Tavigny.
Bourgoyen-Ossemeersen, natuurreservaat op steenworp hartje Gent:
Een wandeling in het Gentse natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen zou je kunnen omschrijven als een therapie. Onthaasting, tot jezelf komen, één worden met de natuur. Je leert er echt anders naar de natuur te kijken en luisteren. Om extra lang te genieten van wat zich aan natuurschoon voor ons ontvouwt, staan er op verschillende plaatsen op de wandelpaden bankjes. Er is geen knooppuntennetwerk , gewoon de aanwijzingen van de gemarkeerde wandelroutes volgen. Honden zijn welkom, maar enkel aan de leiband. Vertrek en einde : Natuur-en Milieucentrum De Bourgoyen- Driepikkelstraat 32 9030 Mariakerke. Er is ruime parking aan het domein(gratis).
Het natuurgebied Bourgoyen-Ossemeersen ligt op amper enkele kms ten westen van de Gentse binnenstad. Het is een beschermd en erkend natuurreservaat van 220ha.Je vindt er voornamelijk open landschappen en een uitgebreide kolonie vogels. De Bourgoyen-Ossemeersen is één van de meest vogelrijke natuurgebieden van Vlaanderen. Daarom is deze grote groene long van Gent zo uniek. Natuurliefhebbers zullen hier zeker enkele uren wandel en kijkplezier beleven. De Leie baant zich een weg in de zuidelijke punt van het gebied. Ook 2 grachten, de Grijtgracht en de Loopgracht, trekken een lijn door het landschap. Bovendien situeert zich aan de zuidwestelijke zijde een grote plas, de Aalscholversplas genoemd.
De stad Gent startte in 1974 met de aankoop van stukken grond(zo'n 16ha) geprangd tussen de huidige deelgemeenten Mariakerke en Drongen. Eerder in 1971 had professor Jan Hublé(overleden in 2009) aan de stad voorgesteld om in de Bourgoyen een natuureducatief centrum op te richten. Ook Maurice Reynaerts ijverde fel om dit prachtige stuk te beschermen. Zonder de inspanningen van beide heren stonden er nu huizen want ooit lagen er plannen op tafel om hier een verkavelingsgebied te creëren. In 1980 werden 202ha aangekocht door de stad Gent en werd begonnen met de ontwikkeling van het gebied wat uiteindelijk leidde tot het huidige uitzicht. Sinds 2008 opende een Natuur-en Milieucentrum de deuren. Ongeveer 7ha is in beheer van Natuurpunt vzw, ca 1 ha hoort het Vlaams Gewest toe.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.