4.1.4.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Levende werken: mogelijk geworden
- Brengt vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt (Matth. 3:8).
Johannes de Doper was geen gemakkelijk heerschap. Naar een oppervlakkige beschouwing ook geen slimme tacticus. Moet men zich toch vóórstellen: hij is bezig, een opwekking te ontketenen. Zit er tussen al het gewone volk, dat daaraan deel wil hebben, opeens een stel hoge omes. Mensen, die leiding geven aan het culturele en maatschappelijke leven. Men zou zo zeggen:
Johannes: je kans: de dóórbraak. Pappen en nathouden; heel voorzichtig met deze dure jongens.
Maar híj niet hoor:
- Adderengebroed (satanskinderen), zíe je niet, wat hier aan de gang is?!
- Wérkelijke levensvernieuwing, ontstaan van de vrucht van een nieuw denken, dát is, wat hier gebeurt.
- Geen vrijblijvend vernisje over je leefsituatie, geen oppervlakkig geëngageerd zijn.
- Dit raakt aan de fundamenten, de oude zekerheden moeten eráán! (:9).
- Dachten jullie, op een kóópje de toorn van God voer jullie levenswijze te kunnen weg sussen?! (7).
- Wilden jullie er zo graag bíj zijn om er gréép op te houden?
- Echte levensverbetering behoort een nieuwe, stralende levenswijze mét zich te brengen.
Wel: even over dat zo-op-het-oog tactloze: wollig, diplomatiek gebabbel verdoezelt dikwijls tegenstellingen, die klaar-duidelijk hadden behoren te blijken. Rechtuit een mening uitspreken richt soms verrassend helder de schijnwerper op toestanden, die belichting nódig hebben. Waarom werd Johannes even zo fél?
Deze volksleiders wáren een gevaar voor de opwekking. Ze zóuden de vaart eruit gehaald hebben. Het wás goed, dat Johannes daarop attendeerde. Tikje pittig, maar dat was zijn aard.
Ik pas de striemende woorden van Johannes nu maar niet te uitvoerig op u en mij toe. In alle toonaarden heb ik u al het lied gezongen met déze inhoud:
- Met boze gedachten doortrokken mensen kúnnen niets van Gods rijk onderscheiden.
- Goede vruchten, levende werken, worden gedragen door een levensboom, die zijn wortels diep uitbreidt naar hemelse voeding (Ps. 1:3). Die goede vrucht is geen hobby, maar een noodzaak.
- Slechte vrucht wordt gedragen door een boom, die met opgebonden wortels zo wat oppervlakkig, de schrale bovengrond aftast. Telers van de dwergboompjes binden óók de worteltjes van de jonge plant op en het resultaat is: een dwergcypres in de vensterbank naast de clivia. Een reus in een bloempotje: wat een walgelijke gedachte. Slechte vrucht is niet een onschadelijk iets, maar een duidelijk gevaar (:10).
- Bekering is geen kwestie van een meer sociabel, meer aangepast gedrag. Het ís niet een verfje roef-roef, zonder schuren en plamuren over andere lagen heen gekwast.
- Bekering is afbranden, gronden, meerdere malen de deklaag aanbrengen met zorgvuldig gekozen materiaal.
- Bekering is doelbewust sloopwerk van oude, verpulverde fundamenten. In plaats daarvan nieuwe, sterkte kwaliteitsbetonelementen, zonder kans daardoor op betonrot.
- Bekering is geen kwestie van God iets tóe stoppen: kijk eens, ook wat voor ú. Het gaat hierom: in liefde zoveel mogelijk geven aan Hem, die in liefde álles gaf aan ons (Joh. 3:16).
- Bekering is niet meedoen met een nieuwe trend om in te blijven. Het is niet: via een soort lidmaatschap een vinger in de pap blijven houden. Het gáát niet om slimmigheid, maar om diepe bewogenheid. Het gaat niet om het handhaven van verworvenheden, maar om het prijsgeven daarvan.
U, bekeerde, hebt door de wedergeboorte:
- Een nieuw begin gemaakt. Oude, bedorven gist, die uw levensbrood deed stinken, hebt u weggedaan. U viert feest, nu u goed gerezen brood eet met nieuwe, verse, schone, frisse gistbrokken (1 Cor. 5:7,8).
- Zóóóó diep gezocht, dat het water van de Heilige Geest binnen bereik is gekomen (Jer. 17:8).
- Door God al uw wortels laten losmaken. Nu buigen zij zich dáárheen, waar zij móeten zijn: in zijn levenwekkende invloedsfeer.
- U los laten maken van de idee, dat bekering goed is voor uw promotie en uw portemonnee.
- Zelf verbonden met de gedachte, dat een radicaal herboren worden uit God nodig is. Nú pas is er de vlam, waarin taaie, saaie, minderwaardige verfjes vergaan. Nú pas is er de grondlaag, die afrekent met elke tot dusver onuitwisbare afdruk. Nu eindelijk, laat deklaag na deklaag u warmer en warmer stralen.
- Een hámer gekregen: Wég mokert u nu de hele toestand van dít doen en dát laten om zo uit eigen kracht iets te bereiken. Met cement van liefde strijkt u het nieuwe fundament aan van uit geloof geboren daden.
- Geleerd, om oprecht, zonder bijbedoelingen offerbereid te zijn voor God en Jezus.
- De genade gekregen om vrucht te dragen in overeenstemming met deze heerlijke ontwikkeling.
Even aftesten nu, of wij niet te ver zijn afgeweken van ons onderwerp:
- Wedergeboorte geeft kracht om van dode werken over te stappen op levende. God wíl het en het ís mogelijk.
Het valt mee, we zijn nog tamelijk dichtbij.
Wat bedóelde ik nu eigenlijk in het gedeelte hierboven. Hoe maak ik het wat meer tástbaar. Even weg daarom uit die hoge sfeer van zó net.
Ik noem even iets concreets om alles wat minder wazig te maken. Toch doe ik dat met enige aarzeling. Het voorbeeld is zo magertjes na alle ferme woorden. U kunt dadelijk zeggen:
Tant de bruit pour un omelet.
Al dat opgeklopte gedoe voor een gebakken ei.
Nu ja, vooruit toch maar:
- God wil, dat u zó handelt, dat Hij zijn Geest in U herkent. Hij wil bijvoorbeeld níet, dat u in een geestelijk gesprek alsmaar doordramt over uw stokpaardjes. U kent dat wel: vooropname: ja of nee. Het volk Israël een bepaalde eigen taak: ja of nee. Infra- of supralapsarisme ja, zelfs die zijn er nog- en ik weet niet wat niet al.
Goed, het kan eens te praat komen. Het wordt echter bedenkelijk, als u van elk gesprek een discussie probeert te maken om wéér eens gelijk te krijgen (1 Cor. 11:16).
Zulk een houding is op de keper beschouwd- wormstekig, voos, beurs, rot, pokdalig, wrang fruit. Dat mislukte fruit is de vrucht van een zieke boom. Het is het product van iemand, die mogelijk wel bekéérd is, maar niet wil afrekenen met negativisme, gebondenheid, verouderde opvattingen, zelfzucht.
- God wil, dat u in een geestelijk gesprek kunt lúisteren en bídden, terwijl de ander spreekt. En dán: uwerzijds: een woord op zijn pas (Spr. 15:23): gouden appelen op zilveren schalen (Spr. 25:11). Ach, ik doe maar een greep tussen dood en levend werk. Er zijn nog duizend andere voorbeelden.
Gód gaf u de mogelijkheden, ú bent ze aan het gebruiken. Uw bekering was echt en diep, ging verder door tot wedergeboorte. Zulk een voortgaande bekering maakt vrucht mogelijk, die behoort bij een positieve levensverandering. Bij een gezonde boom behoort een gave, rijpe, goed-ogende, goedsmakende vrucht.
Dát is het product van iemand, die jáágt naar wat geestelijk genoemd kan worden:
- nieuw élan
- vrijheid en reinheid
- eerlijkheid en nauwkeurigheid.
|