|
|
|
populaire geloofshandleiding |
|
|
07-06-2008 |
3.3.4. |
3.3.4. Nog even wat nakaarten.
Nu ja, u hébt dan een definitie, maar wat kúnt u er nu eigenlijk mee dóen?! Ik denk, dat u er wat aan zult hebben, als ik het nog eens op een andere manier zeg: Merkt u iets van blijde, lichtvoetige, zonnige, positieve, opbeurende, reinigende, herstellende, ontspannende gedachten in uw brein? Rol dan voor dat nieuwe denken de rode loper uit. Die heerlijke, schoonspoelende, gelukkig makende, niet-door-uzelf-te-bedenken ideeí«nwereld is deel van uw wedergeboorte, ís uw wedergeboorte.
Nog eens over die definitie: zie de wedergeboorte niet als een helemaal op zichzelf staand begrip. Gods werk is een eenheid. Hij maakt van u iets heerlijks: een van leven tintelend onderdeel van een gebouw, dat óók al sprankelt van hemels leven (1 Petr. 2:5). Hij maakt van u een constructie-element, misschien wel een héél belangrijk, in een eeuwig, geestelijk paleis, een tempel als het ware (Op. 3:12). Van dat gebouw is onze Heer Jezus het alles torsende bouwelement, de hóeksteen (Ps. 118:22, Ef. 2:20, Jes. 28:16). Door zíjn pioniersstrijd tégen en overwinning óp de duivel, maakte Hij al die dingen mogelijk. Op zijn onvervangbare fundament (1 Cor. 3:11) bouwt ú: - eerst heel bescheiden met uw bekering - dan: weidser met uw wedergeboorte - straks: nog weidser met de doop in de Heilige Geest. Maar de grondslag blijft dezelfde. Jezus Christus kan élk gewicht dragen, hoe ver u met uw bouw ook komt (Ef. 2:21). Bekering; wedergeboorte; dóóp ín en vervulling mét de Heilige Geest'; er zijn fasen te onderscheiden: casco bouw, ruwe afwerking, fijne afwerking. Maar: het is één bouwstroom, behóórt dat althans te zijn.
Het is allemaal begonnen, toen u "Ja" zei tegen God. Hij had allang "Ja" gezegd tegen ú. Dat "Ja" kreeg kracht van wet, toen u er uw instemming mee betuigde (Deut. 19:15). En wat die kracht inhoudt: daarover gaan we het krijgen in 3.4. en volgende.
Alleen, denk er om: nu nooit meer "Ja" zeggen tegen iets of iemand anders dan tegen God, zoals hij Zich in Jezus Christus aan ons heeft bekend gemaakt (Joh. 17:26). De verhouding met de Heilige is helemaal exclusief (Ex. 20:3). De valse vriend, (Hos. 3:1, 2) mag er nóóit meer tussen komen.
En: u niet meer zo druk maken of uw medegelovigen wel alle vensters open zetten voor het nieuwe licht. Kijk liever uw eigen levenshuis na. Nergens mag bij u een balk liggen, die deuren barricadeert (Matt. 7:3-5).
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|