4.3.5.2.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Word een feestelijk hoogoplaaiende, ríjke vuurgloed
Eerste deel.
Paulus stelt zich heel wat van zijn medegelovigen voor. Het ís me even een scala van verwachtingen omtrent hun mogelijkheden! Vroeger zaten zij met zoveel banden vast aan naar beneden zuigende omstandigheden (:7). Zij hadden God daarmee zó bedroefd gemaakt (:6). Maar nú: zouden zij ál die banden gaan doorkappen (Ps. 107:14).
- Nee tegen alles, wat in het seksuele leven viel buiten de norm van God: één man en één vrouw en één huwelijksband (Matt. 19:8).
- Neen ook geestelijk gezien- tegen alle knipoogjes naar de duivel.
- Neen, tegen elk onzindelijk denken en elke niet door liefde geregeerde passie.
- Neen tegen de begeerte naar steeds meer statussymbolen om jezelf een gevoel van zekerheid te geven (Col. 3:5).
- Neen tegen alle kwaad worden, woedend geschreeuw, gifkikkerigheid, roddel en smerige verhaaltjes (:9).
- Neen tegen alle gelieg; dat hoorde bij de oude steeds oudere- plunje (:9). Zéker hoorde het niet bij de nieuwe steeds nieuwere- plunje (:10). Wie immers dat nieuwe kostuum aandeed, ging deel uitmaken van een heerlijk leger van integere strijders. Allerlei soort mensen werden in dat leger op een nieuwe manier gelijk gemaakt (:11).
Daarentegen, (want dat hoorde nú bij je):
- Ja tegen een warme, positieve, bereidwillige, hulpvaardige opstelling jegens alle mensen.
- Ja tegen vriendelijke bescheidenheid, milde aanpak en tijd hebben en goed zijn voor iedereen (:12).
- Ja tegen wat van elkaar kunnen hebben en elkaar naar Goddelijk voorbeeld kunnen vergeven (:13).
- Ja tegen de van God afkomstige liefde jegens alle medemensen (:14).
- Ja tegen innerlijke vrede en harmonie (:15).
- Ja tegen het elkaar volgens Gods richtlijnen vooruit brengen en terecht helpen.
- Ja tegen een leven, dat steeds meer een loflied op de Alomvattende zou worden (:16).
Onze tekst geeft dan vervolgens een sleutel voor dat Nee en voor dat Ja.
Iedereen zelfs een kind- (Spr. 20:11) maakt zich naar buiten kenbaar via wat hij zegt of doet. Aan dat zeggen of doen gaat denken vooraf. Het is goed, als iemand er toe kan komen, om elke gedachte, elk woord en elke daad met positieve kracht te laden. De keuzen Neen en Ja komen dan vanzelf. De enige werkelijke positieve kracht is de naam van Jezus, die ín zichzelf een loflied is aan God. Doe uw mond maar wijd open (Ps. 81:11). Vraag de Heer maar luid en duidelijk om u bij dat opladen te helpen. Ik heb nog nooit anders géhoord, dan dat Hij metterdaad vérhoort (Luc. 11:13).
U, wedergeborene, doet, zegt en denkt zoveel, de hele dag door
Allereerst dít: ik wil er niet de oorzaak van zijn, dat u nu schichtig gaat worden. U moet vooral niet gaan denken:
O, nu moet ik zeker al die honderdduizenden gedachteflitsen, opmerkingen en verrichtingen per dag positief gaan laden. Mijn gúnst!
Welnee. Als u het aan Hem vraagt, zal God u zeker helpen. Hij zal u het vermogen geven om de belangrijke punten uit te pikken uit de brede stroom van uw activiteiten.
- U bent toch wédergeboren!
- Een van de kenmerken daarvan is toch, dat u de Heer niet meer in de gang laat staan.
- Door uw gebed nodigt u Hem toch bínnen.
- Daardoor kan Hij toch ook déze goede gingen geven (Op. 3:20).
Zomaar wat voorbeelden van omstandigheden, die op een bepaald moment nét van centraal belang kunnen zijn:
- U zit mét de schat van de wedergeboorte ín u- op een zonovergoten, mudvol strand. Uw vrouw zit naast u. Gedachten aan al het aanwezige vrouwelijk schoon willen van start gaan. Op het moment echter, dat zij uw bewustzijn binnenvaren, zijn ze al ontladen van hun negatieve vracht en béladen met de naam en het loflied. U legt uw arm om de schouder van uw echtgenote. Welgemeend zegt u, dat zij er voortreffelijk uitziet. De gedachte, die een dood- ja een dodend werk had kúnnen worden, krijgt iets gelukkigmakends.
- U bent in een gesprek gewikkeld. Door een u bekende omstandigheid te verzwijgen, kunt u de overleggingen in een u welgevallige richting buigen. Maar dat is eigenlijk niet mógelijk voor een opnieuw geborene. Gedachten aan Jezus en God maken uw woorden eerlijk. Een blij gevoel van voltooid en volwassen worden gaat door u heen.
- Een bijbaan op drie avonden in de week
: op uw vrije dagen eindelijk de tent úit en de caravan ín. Echter: waar het één zit, kan het ánder níet zitten. Avondwerk voor Jezus krijgt minder tijd. Gods Geest fluistert u in:
Niet het pad op van schnabbeltje dit en schnabbeltje dat (Jes. 30:21).
Jeugdig duikt u ook het volgende seizoen uw tentje in. U hebt uw daden laten verlichten door de raad van uw Vrienden (Ps. 119:105).
Feestelijke vuurgloed is er in uw overleggingen, wanneer u bedenkt, hoeveel u voor de Heer hebt kunnen doen door luxe tot wat later uit te stellen. O, dat nieuwe leven; wat bewaart het u voor veel domheden.
- U overdenkt uw weg door het leven tot dusver. Daarbij komt u ook uw tegenslagen tegen. Even is er de verleiding van een leugengeest, die uw denkwereld wil beïnvloeden (Jac. 1:14). Hij wil u influisteren, dat álle schuld van álle wanbegrip altijd bij de u dwarsbomende medegelovigen lag en nóóit bij u. Maar: u denkt aan de náám! De leugen wijkt. Een gedachtewerk vlamt hóóg op tot léven. Niet langer bergt het de dood in zich. Hoe kán het ook anders, als de wedergeboorte vorm in u krijgt.
- Het weekendjournaal is een gelegenheid bij uitstek om je kwaad te maken over de demonstraties van de dag. Sommigen zeggen heftig:
t Is weer zaterdag, ze moeten weer zo nodig.
Anderen sneren:
Daar lopen ze weer van onze centen.
|