|
|
|
populaire geloofshandleiding |
|
|
16-09-2006 |
|
2.2.1.2 Tegenspoed en ziekte
Wanneer Ik de hemel toesluit, zodat er geen regen is, wanneer Ik de sprinkhanen gebied, het land kaal te vreten, indien Ik pest onder mijn volk zend en mijn volk, waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dán zal Ik horen (2 Kronieken 7;13,14).
Deze tekst is veel moeilijker dan de vorige. Allereerst om de zinsneden: Ik sluit de hemel toe; Ik gebied sprinkhanen; Ik zend de pest. Uit het Nieuwe Testament weten wij, dat de goede dingen van God komen (Jac. 1:17) en de slechte dingen van de duivel (Joh. 10:10). Wij kunnen van het Oude Testament niet eisen, dat het zich even precies uit met betrekking tot diepere begrippen, zoals het Nieuwe dat doet. God moest zich bij het aan ons bekend maken van deze richtlijnen van Hem bedienen van de ideeënwereld van Salomo. Die wereld had zijn grenzen, gesteld door het mindere inzicht, dat er toen was. God ging niet buiten de begrenzing van Salomo´s gedachten om. Wij mogen - naar mijn mening - lezen:
Wanneer mensen zich van God afkeren, komen zij buiten het lichtrijk, buiten Gods bescherming (Matth. 23:37) en binnen het bereik van droogte, sprinkhanenvraat en pest (beelden van allerlei tegenspoed).
Zo is er één moeilijkheid weggenomen. Maar er is er nog één. In de eerste tekst was het verband tussen nederlaag en zonde duidelijk. Maar bij tegenspoed en ziekte is het verband met zonde niet zo gemakkelijk te leggen. Vele van Gods trouwe kinderen hebben ook met die twee te maken en dan loopt er geen lijn naar een eerder afwijken van Gods geboden. U moet het dus helemaal zelf uitmaken. Zijn er tegenspoed en ziekte in uw leven, terwijl u toch de Heer oprecht liefhebt? Leg dan deze tekst terzijde, als u niet direct rakende. Leg mijn opmerkingen bij deze tekst in dat geval naast u neer. U hebt immers de alles overtreffende troost, dat er wel rampen in uw leven kunnen zijn, maar dat de Heer u uit al die rampen redt (Psalm 34:20). Maar al uzelf wel een verband ziet, dan hebt u hier weer een merkteken. Dan zijn uw tegenspoeden en ziekten een aansporing om tot koerscorrectie over te gaan van niet minder (1 Sam. 7:3) en niet meer (Pred. 7:16) dan 180 graden.
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|