|
|
|
populaire geloofshandleiding |
|
|
28-10-2006 |
|
2.2.6 Het merkteken van de aanstaande ondergang
God hoort en zal hen vernederen Hij, Die van oudsher troont, sela hen, die onbekeerlijk zijn en God niet vrezen (Psalm 55:20).
Jezus zei: Als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzeer omkomen (dat evenzeer slaat op een aantal mensen, die op opzienbarende wijze waren omgebracht) (Lukas 13:3).
Gij hebt sommigen onder u, die aan de leer van Bileam of aan die van de Nikolaïeten vasthouden (twee valse leerlingen). Bekeert u dan, maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal strijd tegen hen voeren (Openb. 2:14-16).
En wie van de mensen overgebleven waren, die niet gedood waren door deze plagen, bekeerden zich toch niet van de werken hunner handen om de boze geesten niet (meer) te aanbidden en de afgoden. En zij bekeerden zich niet van hun moorden, noch van hun toverijen, noch van hun hoererij, noch van hun dieverijen (Openb. 9: 20,21).
In de eerste tekst wordt de ondergang aangekondigd van mensen, die steeds maar onbekeerlijk blijven. God, die onuitsprekelijke, geprezen zij zijn naam want dit kan sela betekenen zal tenslotte voor hen onbereikbaar worden. Zelf halen zij allerlei vernederende verslavingen over zich. Verwonderd zeggen ze: Ik moet altijd aan vrouwen denken. Het haalt me neer en verknoeit de sfeer thuis. Maar ik kan niet anders; en transcendente meditatie helpt ook al niet (uiteraard is dit maar een voorbeeld uit vele).
In de tweede tekst gaat het over een gebeurtenis, die veel opschudding heeft verwekt. Een aantal mensen was juist aan het offeren, toen soldaten van de bezettende macht hen overvielen. De militairen doodden de offeraars. Hun bloed vermengde zich met dat van de offerdieren: wat een gruwelijk levenseind. Men legde aan Jezus de vraag voor, hoewel onuitgesproken: Was dat offeren een grote fout en hield die ellendige dood daarmee verband? Jezus antwoordt: Neen, er is niet altijd een rechtstreeks verband tussen zonde en tegenspoed (Johannes 9:2). Hij voegt er echter aan toe: Eén ding is evenwel zeker: wanneer mensen zich niet bekeren, gaan ze naar de eeuwige dood. Temidden van al hun idealen hun offerdieren die zinloos zijn geworden, liggen ze: dood, zoals al hun activiteiten. Eén ding waren ze vergeten: die ene, beslissende activiteit, om zich toe te keren naar God. Ze bleven de berg afhollen naar het ravijn, totdat
ze hun loop niet meer konden stuiten.
In de derde tekst gaat het over een gemeente, waarin mensen als leraars werden toegelaten, die gevaarlijke dingen onderwezen. Zo zeiden zij, dat er heus niet zulk een scherpe scheiding behoefde te zijn tussen de volgelingen van Jezus en hun omgeving. Men hoefde niet zo nauwkeurig en oplettend te leven. Er kon beste eens een vrijerijtje plaatsvinden met de gewone, gezellige dingen van elke dag: een beetje roddel, een tikje ontrouw, een snuifje corruptie, een overdadige maaltijd, een dronkenschapje
kom, kom
een mens is niet van steen. Maar Jezus zegt: Niet bekeren van de door hen voorgestane ideeën betekent: strijd tegen Mij, allereerst van henzelf, maar ook van degenen die hen volgen.
In de vierde tekst worden mensen getekend, die definitief nee hebben gezegd tegen God. Uit dat nee-zeggen tegen God is nee-zeggen tegen de maatschappij als vanzelf voortgevloeid (min of meer in deze lijn ook Jesaja 8:21 en 22). Ze kunnen niet meer terug van hun verachting van God, Dien zij honen met hun afgoden. Zij kunnen ook niet meer terug van hun verachting van hun medemensen, die ze kwellen met geweld, lawaai, getover, aanrandingen, vandalisme en dagdieverij.
Als u iets in uzelf bespeurt van al de verschrikkelijke dingen, die in deze vier teksten aangeduid worden, druk dan uw hielen in het wegrollende gruis op de hellende rots. Grijp naar boomtakken, waaraan u zich kunt vastklemmen. Het donker is nu vlakbij! Alarm
.. als u al dwars wordt, als iemand maar naar Jezus als uw redder wíjst; als u achter allerlei idealen aanholt; ze ruilt voor nieuwe, als ze niet meer voldoen, maar vergeet orde op zaken te stellen in eigen leven; als u zegt: Leve de lol, toe nou, er mag een heleboel. Wie roekeloos langs het randje loopt, schiet er onverhoeds overheen; als u een hekel krijgt aan de maatschappij en alles-en-alles wel kort en klein wilt slaan.
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|