Tweede deel
U wedergeborene- heeft nu heel het geweld ondergaan van het in vele punten tot u brengen van levende en dode werken. Bravo voor uw incasseringsvermogen. Hebt u het geloof behouden?! Ik hoop van wel. Anders zou ik mijn doel danig hebben voorbijgeschoten.
Misschien tobt u:
Hé, wat moet ik nu aan veel dingen denken!
o ik kan niet eens lekker zingen in de sam; daar is die vinger: gaat het je niet teveel om die mooie stem van jou?
o En in mn handen klappen; wéér die vinger: zit daar niet iets demonstratiefs in?
Kom nou, u weet best, dat ik het niet zó bedoelde. Onthoud nu tenminste eens dit:
Vele geslachten vóór ons moesten zich met een pont behelpen. Wij hebben een vierbaansbrug ter beschikking. U hoeft niet zo krampachtig te denken:
Waar zit iets doods in mijn werk, dat ik toch zo levend wens.
Neem eens een voorbeeld aan die Joden van vroeger.
Ze waren zó blij met die offers van bokken, stieren en vaarzen. Ze waren zó razend opgelucht, wanneer bloed of reinigingswater hen had besproeid. Zelfs, wanneer hun óórlel maar was aangeraakt
- eerst met bloed; nee tegen het negatieve,
- daarna met olie: ja tegen het positieve,
sprongen ze al een gat in de lucht.
Die wet van tóen; die moeizame weg
gaf hun al zón blij gevoel van reiniging en heiliging. Ze dansten van vreugd (2 Sam. 6:5) voor die wet (Jer. 15:16).
U hebt zoveel méér! Jezus, de koninklijke Wegbereider, helpt u met zijn intense kracht. U hoeft niet bang te zijn, dat u iets vergeet. Hij helpt u om er aan te denken. Wees ook maar eens heerlijk ontspannen blij om zíjn bloed, zíjn offer. Dat offer reinigt u niet alleen in de bovenlaag van uw persoonlijkheid. Nee; het maakt u schoon in heel uw bewustzijn, ja, op de duur zelfs in uw onderbewuste en uw onbewuste.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vind uw muziekinstrument maar niet te klein. Zet uw piccolo aan de mónd. Als u het niet doet, tikt de grote Concertmeester wis en zeker bij de repetitie af en zegt:
Waar zijn die heel hoge, ijle fluittonen?
Blaas dóór!
Hebt u een triangel
nog zo iets
: die priemende, doordringende klank, denk er niet te gering over. Piccolo en triangel: ze horen er in hun nietigheid tóch bij.
Wanneer dadelijk het grote koor losbarst (Op. 5:9), doet het u nut, dat u het kleine werk niet geschuwd hebt (Zach. 4:10). Wie weet overigens, welk instrument u dán bespeelt.
Wanneer de oudsten hun kronen neerwerpen voor Jezus voeten om Hem te huldigen (Op. 4:10), stemt u daar volledig mee in .En u zingt met al die anderen zó uit volle borst, dat de hemeldorpels trillen (Jes. 6:4).
- Dank U Jezus, U hielp mij beslissend bij de doorbraak naar Gods hart.
- Dank U Jezus, U hielp mij af van wat doods is en mij scheidde van de Levende.
- Dank U Jezus, U hielp mij bij het verkrijgen van wat levend is. Nu zie ik God, zoals Hij is (1 Joh. 3:2).
- Dank U Jezus, U hielp mij om het vuil weg te kloppen en te blazen.
- Dank U Jezus, vanuit Sion zegen ik U (Ps. 118:26).
Toch nog even een opmerking achteraf. Ik doe dat niet graag, het maakt alles wat rommelig. Ik kon die aanvulling echter niet meer in de tékst verwerken.
Dat vóórbeeld hè, van die pont en die brug: dat ging tóch mank De tijd van het herstel was er vóór Christus niet. De toegang tot Gods heiligdom waarvan wij nu mogen genieten- was nog niet vrij (Hebr. 9:8). Het was nog niet de tijd van uitgedelgde (Hand. 3:10), uitgewiste (Col. 2:14) zonden. Men moest zich nog behelpen met bedekking (Ps. 32:1) van die zonden.
Nee, de pont van tóen bracht zelfs de besten van toen een etappe minder ver dan nu mogelijk is met de brug (Matth. 11:11).
Sneu, maar niet het laatste woord. Op de tribune (Hebr. 12:1) moedigen de gelovigen van tóen de ploeg van nú aan. Ze roepen in koor:
Help ons bij dat laatste stukje.(Hebr. 11:40).
U maakt deel uit van die eindselectie. Stel onze supporters niet teleur. Leg alles, wat belemmert, af. (Hebr. 12:1).
Scoor
!!
Vak E valt open (zie 4.2.1.).
|