|
|
|
populaire geloofshandleiding |
|
|
13-01-2007 |
|
2.3.8 Slotopmerkingen
Eerst even een technische opmerking over Jan en Joke. Die mooie bijbelteksten, waarmee hun verhaal doorspekt is, kennen zij lang niet allemaal zelf. Hun gedachten vertonen echter telkens weer raakpunten met schriftplaatsen. Ik ben er dan als de kippen bij om die verbanden zichtbaar te maken.
Dan een verdedigende opmerking over deze twee. U hebt misschien gezucht: Nou zeg, ze nemen er wel de tijd voor, wat een teuten. U hebt wel een beetje gelijk. Maar er zijn ook mensen, die zonder nadenken pardoes in het avontuur met God duiken. Soms klagen die in de kortste keren weer: Dat het zo tegenvalt en dat dit ook niks is (Luk. 8:13). Daar hoeft u bij Jan en Joke niet bang voor te zijn. Geeft u ze de tijd, bij 2.4.6 komen ze er heus door.
En tenslotte: wat zult u bedenken, wanneer u ontdekt, dat u op de slechte weg bent en eraf wilt (u bent dan iets verder dan Jan en Joke, maar die zijn ook ontaard langzaam): ik ga niet jammeren! Goed, ik ben gestruikeld, maar ik probeer op te staan. Als ik dat probeer op de door God aangeraden manier, zal het zeker lukken; ik toon mijn berouw, allereerst aan God. Maar daarna toon ik het aan mensen, die onder mijn verkeerde daden hebben geleden. U bent dan al verder dan Joke ten opzichte van Leontien (2.3.7.9). Zij constateert nog maar, u komt al tot voornemens; ik luister niet naar de duivel. Ik heb hem door. Eerst heeft hij mij opgestookt. Nu zegt hij, dat ik veel te slecht ben om mij te bekeren. Maar ik geloof zijn smoesjes niet. Jan is hier nog niet aan toe. U wel!; ik weet, dat God mij gaat helpen; ik weet, dat het kracht kost om los te komen, maar nu wil ik eindelijk eens flink worden; ik stel het niet meer uit. Mijn opeenvolgende pechgevallen spreken een duidelijk taal. Ik ga niet meer op een misschien fataal volgend pechgeval zitten wachten; ik dank God, dat Hij het überhaupt mogelijk maakt, dat ik mij bekeer. Want de kracht daartoe heb ik niet eens zelf.
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|