|
|
|
populaire geloofshandleiding |
|
|
07-04-2007 |
|
2.4.4.3 Laat de zonde los van de zelfingenomenheid
âBrengt vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt! Beeldt u niet in, dat gij bij uzelf kunt zeggen: âWij hebben Abraham tot vaderâ? (Matth. 3:8,9).
Johannes de Doper spreekt hier tot mensen, die zichzelf zoet hielden met een schijnzekerheid. Ze stamden af van Abraham. Hun stamvader had door zijn opmerkelijk en diep geloof een bijzondere band met God. Er was aan Abraham een belofte gegeven, dat uit hem een volk zou voortkomen, dat ook zulk een bijzondere band met God zou hebben (Gen. 22:17). Bij vele van zijn nazaten bestond nadien een misverstand. Zij redeneerden: âWij stammen in de lijn der geslachten â? van vader op zoon dus â? van Abraham af. Dan staan wij daarom nu in dezelfde speciale verhouding tot God, als hij vroeger stondâ?. Dat was fout gedacht: Abraham geloofde in God en dat geloof droeg vrucht. Wie niet in God gelooft, brengt geen vrucht voort, zoals Hij dat bedoelt. Als men niet gelooft zoals Abraham, doet het dus niets ter zake of men langs de natuurlijke weg afstamt van Abraham. Daarentegen: wie in God gelooft zoals Abraham, staat in dezelfde innige betrekking tot de Eeuwige als deze. Of men dan in de lijn van de geslachten niet van Abraham afstamt, is van geen enkel belang. Daarom zegt Johannes de Doper: âWat kan het mij schelen, dat jullie 'raszuiver' zijn. Waar is jullie vrucht? Ik zal alleen maar aannemen, dat jullie echt bekeerd bent, als het uit jullie handelen blijkt. Aan smoesjes, dat je 'bij zo'n goede ploeg hoort', heb ik niets. Praatjes vullen geen gaatjes. Alleen door daden laat ik mij overtuigenâ?.
Wanneer u bekeerd denkt te zijn, kan er toch deze gedachte bij u postvatten: âIk zit bij een heel beste, maatschappelijk hoog aangeschreven kerk. Ik breng mijn stem uit op een in de lijn liggende politieke partij. Ik ben georganiseerd in een vakbond, die ook al 'mijn soort mensen' omvat. Ja, hoor eens; als ik dat geregelde, geordende leven van mij vergelijk met die ordeloze meningentroep 'buiten', dan moet ik toch zeggen, dat ik een hele voorsprong heb, ik ben toch wel in de lijn van 'grote mannen van God' in het verledenâ?. Als u die zelfgenoegzame, zielse zekerheden blijft koesteren, raakt u nooit helemaal los van de slechte weg. U kunt van die weg niet vandaan blijven, als u alleen als vrucht hebt: â? degelijkheid; â? voortzetten van 'het vaderlijk erfdeel'. Bekering behoort een betere vrucht te dragen: â? een 'geestelijke' vrucht; â? een vrucht van geloof in God; â? de 'vrucht van de Geest' (Gal. 5:22). Bid uw Vader ook maar hierom. Natuurlijk kom ik op de doop in de Geest nog terug. Maar: vraag vast om een voorschot. Zeg: âHere Jezus, ik ben blij met mijn fatsoenlijkheid, maar ik bouw er niet meer op. Ik ben dankbaar voor de genade, die U ook daarin gegeven hebt. Heer, wilt U mij een andere, veel hogere, geestelijke vrucht laten dragen? (Ef. 5:9). Dank U!â?
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|