|
|
|
populaire geloofshandleiding |
|
|
30-07-2007 |
2.6.1.1. |
2.6 WEGWIJZER ZIJN NAAR GODS RIJK (hoofdgedachte)
Gedachten: - zij, die Wegwijzers zijn (2.6.1); - zij, die wegwijzers worden (2.6.2); - zij, die wegwijs worden (2.6.3); - Jan en Joke; deel van Gods plan om mensen te redden (2.6.4); - slotopmerkingen (2.6.5); - epiloog bij deel 1 en 2 (2.6.6).
2.6.1 Zij, die Wegwijzer zijn (gedachte)
Overwegingen: - eens Wegwijzer (2.6.1.1); - altijd Wegwijzer (2.6.1.2).
2.6.1.1 Eens Wegwijzer...
De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, dien gij hebt gehangen aan een hout en omgebracht; dezen heeft God door zijn rechterhand verhoogd tot een Leidsman en Heiland om Israí«l bekering en vergeving van zonden te schenken" (Hand. 5:31).
God heeft alles gedaan, wat in zijn eindeloos vermogen lag om ons maar zoveel mogelijk te helpen. Hiervoor hebben wij gezien, dat Hij werkelijk een overvoed van wegwijzers geeft. Die bebakening brengt ons eerst op de toeleidende wegen van onze 'route du soleil' (Jes. 35:8). En als wij op de 'autostrada del sol' zijn, blijven die tekens ons vergezellen. Daarmee volstaat God evenwel niet. Eens werd Hijzelf de grote Aanvangs-Wegwijzer. Aan het begin van de allereerste aanvoerstraat voor onze 'zonneweg' stond Hij! Hij zond zijn Zoon, zijn Woord, eigenlijk Zichzelf om die lichtovergoten weg überhaupt voor ons mogelijk te maken (Joh. 14:6).
Gods Zoon deed ook alles, wat in zijn eindeloos vermogen lag. Hij werkte mee aan het zenden door zijn vader (Ps. 40:8).
Het offer van dit 'zenden' en dit 'gezonden worden' was maar niet iets goedkoops. Zeker: de opbrengst, die tegenover het offer stond, overtrof alles. Na zijn dood - het offer - kreeg Jezus een nieuw leven teug - de opbrengst - nog oneindig veel meer glorieus dan het leven, dat Hij voordien had. En voor ontelbaar veel mensen werd Hij toen een Leidsman en Heiland, om ook hen te voeren van dood naar leven. Dat neemt evenwel niet weg, dat bij het offer zulke begrippen te pas kwamen als: - aan een kruishout vastgespijkerd worden: daar hing je; tussen hemel en aarde. Geen van beide wilde je. Wat vernederend: alles en iedereen zei: "Nee" tegen je. En in dit geval geldt dit Neen" in zeker zin God zelf; - op een smartelijke manier sterven: het lichaam kromp ineen onder de primaire pijn van bruut beschadigde spierweefsels en onder de secundaire pijn van wondkoorts, dorst en uitputting. Ziel en geest werden op een nog onbeschrijflijk veel meer intense wijze gepijnigd: door het vrijwillig leegdrinken van de beker met de zonden van alle mensen van alle tijden (Matth. 26:42).
Dit zijn omstandigheden, waaronder Zoon en Vader beide onuitsprekelijk moeten hebben geleden (Matth. 27:46).
Er is in de hemel niet gerekend. God heeft niet gezegd: Met hoe weinig kan ik toe om de grote Wegwijzer te zijn?"" Neen, Hij gaf alles, wat Hij had; zijn enige Zoon, die Hij liefhad (Joh. 3:16). Gods Zoon heeft niet gezegd: "Met hoe weinig kan ik toe om Openingswegwijzer te zijn?" Neen, Hij gaf alles, wat Hij had: zijn leven.
Even een zijwegje in; zullen wij dan ook maar niet te veel rekenen? Laatste hoorde ik iemand zeggen: "Je tienden; moet dat in procenten van je bruto- of netto loon? En je benzine voor de autorit naar de sam, mag je die ook meerekenen als tienden? Bij zulke hemelse voorbeelden vergeleken, komt deze overlegging wat benepen over. Wilt u wel bedenken, dat God en Jezus ruim en onbekrompen hebben geïnvesteerd en nu navenant rente ontvangen. Doet u dat ook maar (2 Cor. 9:6). Alleen als u weet van geven; in tijd, geld, aandacht of anderszins, zult u echt helemaal God ontmoeten in één van zijn eigenschappen, zijn vorstelijke royaliteit (Luk. 6:38).
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|