Ik zou hier een pleidooi willen houden voor zo ruim mogelijke bochten op de modelbaan. Persoonlijk vind ik er weinig realistisch aan als een TGV tegen 200km/u door een bocht raast met een diameter van 60 cm. Ik weet ook wel dat niet iedereen genoeg plaats heeft maar als je die scherpe bochten onder een berg of achter een rij huizen wegstopt ziet niemand ze daar. Ga voor de zichtbare stukken indien mogelijk naar een maatje meer. Hetzelfde geldt voor wissels. Daar waar mogelijk heb ik gekozen voor slanke wissels met een hoek van 9.5°. Voor rangeersporen en onderaardse stations kun je gewone wissels met een afbuighoek van 12 of 15° gebruiken. Met die slanke wissels ziet een trein met kortgekoppelde rijtuigen er veel beter uit op de afbuigsporen. Ter illustratie twee foto's, beiden van mijn baan. In het station waar net een S-Bahn binnenrijdt zijn slanke wissels (Roco Line) gebruikt. Op de tweede foto is een spiraal (diameter 150 cm) in de berg ingebouwd om hoogte te verkrijgen. Zoals je kan zien zijn de rijtuigen hier niet realistisch meer gekoppeld, de arme passagiers vallen zich te pletter als ze van het ene naar het andere rijtuig willen gaan. In de berg is dat niet erg, niemand ziet het.
Tot slot nog een foto van de westzijde van het station Wiesel. Het spoor maakt hier een bocht met een diameter van maar liefst 5m ! De wagons blijven keurig dicht bij mekaar. Halverwege deze bocht verdwijnt de trein in een tunnel en gaan we over naar een radius van 60-70 cm om plaats te besparen.
|