In 1937 bestelde de Bundesbahnen Österreich (BBÖ) 8 locomotieven bij de Lokomotivfabrik Floridsdorf. Deze locomotieven waren bedoeld voor de Westbahn tussen Salzburg en Linz. Naast aanpassingen aan de luchtroosters kregen de locomotieven krachtigere transformatoren dan hun Duitse broertjes (E18) en nieuwe door Siemens-Schuckert ontwikkelde motoren. Tevens werden delen van de mechanische constructie en elektrische installatie aangepast aan de Oostenrijkse normen.
In 1940 kwamen de locomotieven in het bezit van de Deutsche Reichsbahn, waar ze ingedeeld werden als bouwserie E 18.2 en kregen de bedrijfdnummers E 18 201 t/m E 18 208. Tijdens de 2e wereldoorlog deed de Deutsche Reichsbahn een aantal aanpassingen aan de locomotieven. Zo werden de drijfwielen en voorloopwielen vervangen door kleinere zoals bij de Duitse E 18 locomotieven.
Na de 2e wereldoorlog werden de locomotieven bij de ÖBB ingedeeld als bouwserie Rh 1018. De van oorsprong Duitse E 18 42 was in Oostenrijk achtergebleven en werd bij de ÖBB ingedeeld als bouwserie Rh 1118 met bedrijfsnummer 1118.01. De locomotief werd toegelaten voor een maximumsnelheid van 140 km/h en was daarmee op dat moment de snelste locomotief in Oostenrijk. oorspronkelijk waren de locs "dennengroen", later werden ze oranje geschilderd. In de jaren '90 werden de locomotieven uit dienst genomen. Eén loc werd rijvaardig gehouden voor historische ritten tot in 2001.

Het model is van Roco en stamt nog uit de jaren '90. Deze loc is bij mij reserveloc geworden wegens slijtage aan de overbrenging na meer dan 20 jaar trouwe dienst. Deze loc is nog uitgerust met een "oerdecoder" LE130 van Lenz. Toch rijdt er nog een E18 op de baan, maar dan in de blauwe kleur van de vroegere DB. Maar da's voor een andere keer.
|