Met z'n twee vlogen ze gisteren door het raam mijn woonkamer in . Een hommel en een bromvlieg .
Toen ik ze vanmorgen ontdekte, kroop de vlieg nog steeds over het vensterglas . Terwijl de hommel versuft en zonder kracht op de raamdrempel bleef zitten .
De vlieg bromde en was kwaad omdat ze niet naar buiten kon.Ze ketste van links naar rechts over de ruit. In wilde paniek zocht ze haar lijf te redden.Ik zocht de voorjaarse mepper op en mepte zonder mededogen naar het vette beest tot het dood op het tapijt viel.
De hommel gaf geen kick . Alsof het leven hem niets meer schelen kon. Voorzichtig nam ik hem op de mepper en liep er mee naar buiten waar ik hem bij de ribes bracht. Traag kroop de wollige dikkerd op een bloementros en zocht daar tussen de kelkjes naar de helende nectar . In het begin acrobateerde hij wat sukkelachtig van bloempje naar bloempje .Maar dat duurde niet lang . Je zag hoe hij met zijn zuigspriet de energie in zijn kleine lijf zoog. Zienderogen verbeterde zijn algemene toestand .En dan alsof hij genoeg leven in zich had, steeg hij plots als een kleine heli het zwerk in .Om voor zijn verdere bestaan in de bloemenwereld te verdwijnen.
Ik vraag me nu even af of ik in mijn oordeel over die twee eigenlijk wel rechtvaardig was.
|