De Krekel En De Mier ------------------------
Kriek, die heel den zomertijd Zich met zingen had verblijd, Zag met schrik de herfst verschenen Zelfs geen wormtjen, wààr ze zocht Dat den honger stillen mocht... Mier zal dan wel een kruimtjen leenen Uit haar volle voorraadschuur! Kriekjen loopt naar miertjen-buur, "Help", zoo sprak zij, tot de lente Mij grootmoedig aan de kost! Woord van eer, dat de schuld en rente Binnen t'jaar zijn afgelost. maar wat mier te wenschen liet, Leenen was haar zwak juist niet. "Ei" wat heb gij ,ving zij aan "Heel den zomer toch gedaan?" --Wel ik heb uit al mijn macht, Trouw gezongen , dag en nacht. --Trouw gezongen zij de mier, Wel dat doet mij groot plezier. "'K heb een goeden raad voor u, Zingen deed gij, dans dan nu ============ Wees niet zorgloos! als ge ziet Egoisten helpen niet. "Goede raad,"--- och, lieve man, Goede raad, wie eet daarvan.
|