Laatstleden Vrijdag werden we opgeschrikt door een hevigen slag in onze benedenste verdieping, gevolgd door een angstig geschreeuw. We vlogen gezamenlijk naar den kelder en ontdekten onzen geachten president languit op den grond, daar hij gestruikeld en gevallen was, toen hij hout wilde krijgen voor huiselijk gebruik. Een waar tooneel van verwoesting ontrolde zich voor onze ontstelde blikken, want de heer Pickwick was met hoofd en schouders in een tobbe water terecht gekomen, had een vaatje groene zeep over zijn kostbaar lichaam gekregen en zijn kleederen erg gehavend. Toen hij uit zijn gevaarlijke positie verlost was, ontdekte men, dat hem geen leed wedervaren was, behalve eenige lichte kneuzingen; we kunnen er tot onze vreugde bijvoegen, dat hij vrij wel is.