Alhoewel ik rekende dat de leerlingen minstens een halfuurtje zouden nodig hebben om hun 2 opdrachten naar behoren uit te voeren, arriveerde de groep die op zoektocht geweest was in het 3^de leerjaar reeds na een 20tal minuten…

Wat de feestbellenbol betreft, hadden zij inderdaad de voornaamste richtlijnen uit het verhaal gedistilleerd, nl. alles met elkaar delen, elkaar de hand reiken en van elkaar houden. Ook hadden zij reeds een schetsmatige invulling van de gevraagde triptiek.

Maar wat de lievelingselfjes betreft, waren zij compleet de vernieling ingegaan.

Omdat er 13 vrijdenkertjes in het 3^de leerjaar waren, hadden zij - begrijpe wie begrijpen kan - gedacht dat zij enkel de namen van die kinderen hoefden te noteren en “klaar is Kees”.

‘k Liet ze dus onmiddellijk zoeken op de 2 delen van het document of zij ergens die namen of delen ervan terugvonden. Noppes !

Bij het bekijken van het samengevoegde document viel het een van de leerlingen wel op dat er hier en daar een onafgewerkt stukje “poëzie” geschreven stond en zij realiseerde zich plots dat zij indertijd ook eens gedichtjes bestaande uit 11 woordjes hadden mogen schrijven: “elfjes” dus. Waarschijnlijk ging het in deze opdracht ook over zo’n “elfjes”…

Gelukkiglijk restten er nog een kleine 10 minuten van het lesuur. Indien zij dadelijk vertrokken, konden zij er wellicht nog in slagen om een aantal van de elfjes te pakken te krijgen.

Net toen de 2de groep binnenkwam, ging de eerste weer op pad...