Met dit lichaam en deze geest moet ik het doen. Dit is alles wat ik heb. Ik kan niet meer ruilen. Dit is blijkbaar precies zoals ik moet zijn; zonder mij, zoals ik op dit moment ben, was de schepping niet volledig. Ik houd op mezelf verwijten te maken voor dingen die ik (nog) niet kan.
2. Ik hoef niet perfect te zijn. Ik hoef niet te kunnen wat ik niet kan. Perfectie is stilstand en stilstand is dood. Ik leef dus ik maak fouten. Ik mag ook fouten maken. Van fouten leer ik. Sterker nog: ik ben perfect juist omdat ik de fouten maak die ik maak! Zo houd ik de evolutie op gang.
3. Ik krijg precies wat ik nodig heb. Alles helpt mij om mijn opdracht op aarde te vervullen - ook de tegenslagen en de ziekte, de vijanden en de ruzies, de verloren liefdes en de gebroken harten. Als ik dat nu niet zie, zal ik het later wel kunnen zien. Ik besef bij elk moeilijk moment, dat alles nog veel erger had kunnen zijn.
4. Ik hoef alleen maar volsterkt eerlijk naar mezelf te zijn. Soms moet ik selectief met de waarheid omgaan. Totale eerlijkheid naar andere mensen is niet altijd liefdevol, integendeel. En soms moet ik mezelf beschermen, dat is nu eenmaal zo in deze wereld. Als ik maar niet lieg tegen mezelf; als ik maar weet wat ik doe en waarom.
5. Ik kan het nooit de hele wereld naar de zin maken. Wat de een goed vindt, vindt de ander waardeloos. Er zal altijd iemand zijn die mij bekritiseert; er zal altijd iemand zijn die mij bewondert. Ik moet maar gewoon doen wat ik voel dat ik moet doen.
6. Ik houd mijn aandacht in het nu. Oude koeien horen in de sloot. Alles is gebeurt omdat het moest gebeuren,het heeft geen zin er over te piekeren. Ook vage fantasieën over de toekomst verspillen energie. NU is verreweg het boeiendste, interessantste moment van mijn leven, want alleen NU gebeurt er echt, in vlees en bloed, wat er gebeurt! Gebruik maken van mijn geheugen en het opdiepen van nuttige herinneringen, best maar ik ga niet zeuren.
7. Ik houd mijn aandacht hier. Hier is mijn lichaam dus hier ben ik. Hier is de belangrijkste plek op aarde! Alleen hier kan ik werkelijk zien, ruiken, horen, voelen, proeven Hier klopt mijn hart, hier haal ik adem, hier voel ik mijn spieren onder mijn vel. Ik ga niet zweven, geen twee dingen tegelijk doen met mijn geest, want dan doe ik er minstens eentje half. Ik ga me niet nodeloos druk maken over de eventuele gevoelens en gedachten van andere mensen over mij elders. Ik ben hier.
8. Iedereen mag van mij genieten op zijn/ haar eigen wijze. Ik ben hier nodig. Anderen leren van mij, ik leer van anderen. Maar hoe dat weet ik niet altijd en dat hoef ik ook niet te weten. Ik laat iedereen zijn/haar oordeel over mij; positief of negatief. Ik mag genieten van complimenten. Ik kan ook kritiek incasseren. En ik hoef niet elk beeld van een ander over mij te corrigeren.
9. Ik hoef niet bang te zijn. Ik houd mijn angsten kritisch tegen het licht. Lijdt een mens niet het meest onder het lijden dat hij vreest? Ik wacht rustig af en ik bereid me voor, maar ik ga niet fantaseren over alle vreselijke dingen die eventueel ooit zouden kunnen gebeuren. Dat vind ik zonde van de tijd. We zien wel ! Als alles goed gaat heb ik gelukkig niet vergeefs geleden. En als er wel iets akeligs gebeurt, heb ik tenminste niet vooraf geleden.
10. Ik houd ontzettend veel van mezelf. Daarom kan ik ook van andere mensen houden. Net zoals ik houd van dieren, planten, bomen, rotsen. En alles houdt van mij. De stoel waarop ik zit, houdt van mij. Het tijdschrift dat ik in mijn handen heb, houdt van mij. De zon bemint mij, de maan ook. Alles is Liefde en ik ben er een deeltje van.
Het kost niet zoveel, iemand een glimlach te schenken, Of je hand op te steken voor een vriendelijke groet. Zoiets kan opeens de zon laten schijnen, in het hart van de mens, die je zomaar ontmoet.
Het kost niet zoveel een hand uit te steken, Om een ander een beetje behulpzaam te zijn. Een dankbare blik is vaak de beloning, Al was de moeite, voor u slechts klein.
Het kost niet zoveel om je hart wat te openen, Voor de mens om je heen in zijn vreugd en verdriet. Wees blij, dat je zo wat kan doen voor die ander Of is die ander je medemens niet?
Het kost maar weinig, je arm om een schouder. Of alleen maar een zachte druk van een hand. `t Is vaak voor de ander of hij heel even in een klein paradijs is beland.
Het kost zo weinig om een ander te geven, Iets wat je zelf ook zo heel graag ontvangt. Liefde, alleen door dat weg te schenken, Geef je iets waar ieder mens naar verlangt.
Een zaadje in de grond dat gaat groeien. Een stengel met een knop die gaat bloeien.
Zo mooi als een bloem kan het leven zijn. Maar het leven kan ook zijn, met heel veel pijn.
Als een bloem die geknakt is door wind en regen, en je de blaadjes bij elkaar moet vegen.
Het zaadje geeft weer een nieuwe bloem. Eerst een stengel met blaadjes, o zo groen en dan ontplooit die bloem.. vol pracht en kracht.
Maar als de pracht is verdwenen blijft er toch nog wat staan. Dit is de kracht die je hebt opgedaan.
Zoals een bloem.. ja zo is het leven.
Rood is de klaproos de kleur van het hart. Maar juist in het hartje, zit ook nog wat zwart. Zo heb je in je leven en in ieder vertrekje, ook wel eens een donker plekje. Maar ik zeg je van harte: let meer op het rode dan op het zwarte.