Gisteren hadden we prachtig weer, het was puffen geblazen want het was warm oh zo warm.
Maar die zelfde avond werden wij door elkaar geschud, het rommelde en rammelde en de wind ging heftig te keer.
Om 21 uur werd de lucht hier ijzig zwart en donker, even later begon het licht te flitsen in al haar schoonheid en het rammelen, ik neem aan van zware stenen, begon in al haar hevigheid.
Nu klopt een saaie regen op mijn raam. Het is hier triest en troosteloos want buiten is er niets te doen of te zien.