Hieronder lees je steeds het meest recente verhaal. Wil je alle verhalen chronologisch volgen dan moet je helemaal naar onder scrollen.
PERDÓN VRAGEN IS IEMAND DE HAND REIKEN…
Zouden het fysieke wrakken zijn die ik aan de ontbijttafel zal ontmoeten? Wel integendeel! Ik hoor een geroezemoes van jewelste. Waarschijnlijk vertellen ze uitgebreid hoe hun spieren reageerden tijdens de nacht, waar ze een pijnlijk plekje ontdekten aan hun voet(en). Pier wist mij toch te vertellen dat zijn voetsalon deze morgen iets meer bezoek kreeg dan de avond ervoor. Voor de rest mocht hij wegens beroepsgeheim niets meer zeggen. Zouden die kleine pijntjes een rem kunnen zijn voor de volgende etappe? We zullen het straks wel zien als we in Cizur Menor aankomen.
Draaien en keren, de helling naar beneden richting Pamplona. Wat een herfstbeeld. De ochtendnevels schenken het goudgeel van het lover een zweem van romantiek. Wat een begin van een nieuwe dag. Een tekst onderschrijft sprekend die schoonheid:
“Aanvaard elke nieuwe dag als een geschenk, als een gave en zo mogelijk als een feest…”
De aubade van zo een dag kunnen we alleen maar compleet maken met ons lijflied: Ultreya e suseya”. Dag na dag begint het voller en krachtiger te klinken.
We rijden door de regio vanwaar Indurain, de ronderenner en bergkoning, afkomstig is. Las ik gedachten in de geest van de pelgrims die ik mag begeleiden? Ik probeer: “…Als Indurain bergen kan overwinnen met zijn fiets dan kunnen wij dat als Flandriens met ons voeten.” Ik denk dat ik er boenk op was want iedereen verlaat de bus, uitgezonderd Dré die gisteren de prijs van de ongelukkigste Neospelgrim ontving.
Onderweg naar de klim.
Koetsier Jan jaagt al zijn paarden verder de hoogte in. Door de nevels heen bereiken we de Alto del Perdón, letterlijk vertaald de berg van vergiffenis. Ik voel mij een reporter op het front. Jan weet mij hot news te melden: Een bomauto heeft de vitale Krim-brug vernield.
Eens uit de bus zie ik een herdenkingsmonument aan de 92 slachtoffers van Franco’s waanideeën. Zou Franco ooit vergiffenis gevraagd hebben om die 92 burgers hier koelbloedig te laten vermoorden en ze in een massagraf te dumpen. Oorlog, wat een contrast met wat een pelgrim wil. De fameuze pelgrimskaravaan getuigt vredevoller dan wat ik zo net hoorde en las. Het waait stevig op de berg van vergiffenis. "Ik ben in de wind" krijgt hier zijn letterlijke betekenis. Met het plat water in ons lunchpakket kom je immers niet in de wind zoals de meeste het zouden interpreteren. De wind is de natuurlijke energiebron voor al die windmolens op de bergrug. Of misschien waait die wind ook alle zondekes weg. Ik blijf nog een tijdje staan om met een rein zieltje weer in de bus te gaan waar ik mijn tijdelijk persbureau installeer. In een mum van tijd vind ik voldoende inspiratie om onze lezers hopelijk te plezieren.
Vanuit het venster zie ik de eerste dappere klimmers de top halen. Je gaat toch niet afdalen zonder tussen die roestige pelgrimskaravaan te poseren voor het beeld dat je nooit meer wil vergeten. Een schitterend contrast: De bruisende vitaliteit van de pelgrim die “rust roest” met de lach uitdaagt. De een na de andere verdient de vergiffenis van de berg. Hun inspanning heeft het gehaald op het roest van de beeldengroep.
De pelgrimskaravaan
Had ik hen vooraf misschien iets te angstig gemaakt voor de afdaling langs die vervelende rolkeien dan was meteen al hun vrees al ver weggewaaid. Miljoenen pelgrims hadden het al voor hen gedaan, waarom zij dan niet. Het was mooi om zien hoe gezwind ze steil naar beneden dansten, als hindes naar Uterga dat zich in de verte al liet zien.
Klaar voor de afdaling of tijd voor een hapje
Neen, ik geef niet te veel meer prijs van mijn opgedane terreinkennis. Elke pelgrim heeft trouwens ooit die weg ontdekt met zijn ups en downs. Ook op onze levensweg is niet alles voorspeld. Komt een hindernis op ons pad dan proberen we die te overwinnen, valt een onverwacht mooi moment in onze schoot dan delen we dat. Het leven is al van ons prilste begin een weg van vallen en opstaan. En dat ervaart een pelgrim hier op zijn best.
De autocar van Sercu wordt het exclusieve receptiebureau van hotel Jakue (d.i. het Baskische van Jacobus). De Neospelgrims arriveren op de parking, melden zich aan bij receptionist Jan en ontvangen in ruil hun bagage en de kamersleutel. Ze krijgen ook de niet-verplichte opdracht om samen te komen om half zeven voor een wandeling naar de Iglesia del Crucifijo. Ondertussen vind ik de rust op kamer 209. Niet op het bed, wel aan de schrijftafel. Hier kan ik in alle rust mijn blog verder vormgeven.
Wat een trouwe volgelingen. Om half zeven is iedereen present om mee te wandelen naar het kerkje van de Gekruisigde, el Crucifijo. In het kerkje begeleidt een muzikale virtuoos zijn middeleeuwse gezangen. Oei, een hindernis op mijn geplande weg. Hoe los ik dit op? Heel eenvoudig. Ik vraag heel beleefd of wij een kwartuurtje krijgen voor ons bezinningsmoment. Met veel waardering krijg ik zijn zegen. De zegen om een gedachte te vertolken na de tocht over de Alto del Perdón:
“… Vergeven is de zon brengen, is de muur afbreken, is de brug bouwen, is terug contact opnemen…”
Vergaf de Gekruisigde de goede moordenaar ook niet tijdens zijn doodstrijd op het kruis?
Je schaduw ontloop je nooit
“Where you there when they crucified my Lord…” Deze sfeervoll negro spiritual sloot zo toepasselijk deze korte bezinning af.
Onderweg hoorde je de waardering, voelde ik dat ik pelgrims mag begeleiden en dat gaf zo een voldaanheid. Ik vond dat ik nu mijn eerste pacharán mocht proeven. Salud! Als je wil weten wat we aten? Groentesoep, kip of heek en crema catalana.
Met een zalig gevoel gaan slapen, het is wel, zeer wel geweest vandaag. Perdón als ik iets fout zei of deed…
|