coctail skemerkelkie spectaculair skouspelagtig paperclip skuifspeld bulldozer stootskraper stuntman waagarties aanbellen die deurklokke lui
Onze groep: het 11-tal
Liliane - Freddy
Denise - Paul
Hilda- Raymond
Folkert en Denise
Sam (onze chauffeur)
Karoline
Hilda en Denise
Uitspraak Commissie Sauer (1945)
"Ons kan alleen in één van twee rigtings beweeg: of ons moet die weg van gelykstelling opgaan en uiteindelik gelyke politieke, ekonomiese en maatskaplike regte aan die nie-blanke toeken, wat op die duur vir die blanke ras nasionale selfmoord en vir die nie-blanke rassegroep vernietiging van eie identiteit sal beteken: of ons moet op die weg van apartheid beweeg waardeur elke ras se karakter en toekoms binnen sy eie gebied beskerm word (...)"
Nie gewoon nie L
Reis door Zuid-Afrika in 21 dagen
01-11-2008
Vereenigde Oost-Indische Compagnie ( VOC )
Bij de stichting van de Republiek der Verenigde Provinciën (1588) besloten een aantal Nederlandse handelsmaatschappijen, die hun activiteit op het Oosten gericht hadden, hun inspanningen te bundelen. Dit was een initiatief van de kapitaalkrachtige burgerij en niet, zoals vroeger in Spanje of Portugal, van de staat. Aan het hoofd stond Johan van Oldenbarnevelt ( landsadvocaat en raadpensionaris van de Staten van Holland . geboren te Amersfoort op 14 september en gestorven in Den Haag op 13 mei 1619). Zo kwam in1602 de Vereenigde Oost-Indische Compagnie tot stand. De VOC kreeg van de Staten-Generaal van de jonge republiek ( door toedoen van J. van Oldenbarnevelt) het monopolie voor de scheepvaart en de handel met het Oosten. Het bestuur van de VOC werd gevormd door de Heren XVII ( ook wel de Heeren Seventien genoemd. Was de naam voor het centrale bestuur van de VOC. De Heeren Seventien was een wisselend college dat door de bewindhebbers uit hun midden werd gekozen). De VOC kreeg een uitgebreide bevoegdheid. Zij mochten gebieden naar believen veroveren, exploiteren en besturen. De huidige staten Sri Lanka (vroeger Ceylon genoemd ) en Indonesië werden door de Compagnie veroverd. De Compagie had soldaten in dienst die voor de defensie in die gebieden zorgden; de VOC kon oorlogen voeren en verdragen sluiten; voor het bestuur werden eigen ambtenaren aangesteld.
Het hoofddoel van de Compagnie lag evenwel elders: alles was erop gericht winst te maken. De handelsmaatschappij was dan ook enkel bereid om een initiatief te nemen wanneer dat zo weinig mogelijk zou kosten en onmiddellijk voordeel opleverde. Door het verslag van schipbreukelingen werd de VOC van het nut van een vestiging aan de Kaap overtuigd. Die hadden van hun gedwongen verblijf gebruik gemaakt om de streek te verkennen. Na te zijn opgepikt door een retourvloot, deelden Leendert Jansz en M. Proot hun oordeel mee aan de VOC-bestuurders. Voordelen: aangenaam klimaat, voldoende vlees en vis en er waren groenten in overvloed.
In 1651 werd Jan van Riebeeck aan boord van de Dromedans door VOC uitgestuurd om aan de Kaap een verversingsstation op te richten.Was zeker geen eenvoudige opdracht.Onbekwame werklui, malfide personen en slecht betaald worden, zorgden voor vele kopzorgen voor van Riebeeck. Oplichterij en diefstallen waren schering en inslag.
Al direct kwam van Riebeeck in contact met de plaatselijke bevolking, de Khoi's. In het begin waren er geen problemen daar de Khoi's dachten dat het verblijf van die blanken maar tijdelijk was. Maar toen ze zagen dat ze zich daar wilden vestigen, probeerden ze zich daartegen te verzetten.
Toen de koloisten zelf vee begonnen te kweken en het nomadenleven van de khoi's wilden inperken, groeide de vijandigheid. De Khoi's moesten zich aan de blanken onderwerpen. Sommigen bleven aan de Kaap wonen en traden in dienst van de " nieuwkomers", anderen trokken met hun kudden weg. De Khoi bevolking zou verder uitdunnen, omdat ze niet bestand was tegen Europese ziektes. De Khoi's zjn nu nog in Namibië te vinden.
Als werkkrachten gebruikten de blanke niet enkel Khoi's, die trouwens niet zo gewillig waren. Aan de Compagnie werd om slaven gevraagd. Na nauwelijks 5 jaar aanwezigheid aan de Kaap voerden de Nederlanders al zwarte slaven in. Deze slaven kwamen uit Afrika en Maleisië. De slaven werden menselijk behandeld, daar ze geld kosten en niet als buit konden veroverd worden. Met de slavinnen gingen de meesters ook naar bed, zoals dat in andere kolonies gebeurde. Halfbloedkinderen werden meestal voor de huisdienst opgeleid.
My Sarie Marais is so ver van my hart, Maar ek hoop om haar weer te sien. Sy het in die wyk van die mooirivier gewoon, nog voor die oorlog het begin. O bring my terug na die ou Transvaal, daar waar my Sarie woon, daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais