coctail skemerkelkie spectaculair skouspelagtig paperclip skuifspeld bulldozer stootskraper stuntman waagarties aanbellen die deurklokke lui
Onze groep: het 11-tal
Liliane - Freddy
Denise - Paul
Hilda- Raymond
Folkert en Denise
Sam (onze chauffeur)
Karoline
Hilda en Denise
Uitspraak Commissie Sauer (1945)
"Ons kan alleen in één van twee rigtings beweeg: of ons moet die weg van gelykstelling opgaan en uiteindelik gelyke politieke, ekonomiese en maatskaplike regte aan die nie-blanke toeken, wat op die duur vir die blanke ras nasionale selfmoord en vir die nie-blanke rassegroep vernietiging van eie identiteit sal beteken: of ons moet op die weg van apartheid beweeg waardeur elke ras se karakter en toekoms binnen sy eie gebied beskerm word (...)"
Nie gewoon nie L
Reis door Zuid-Afrika in 21 dagen
01-11-2008
Transvaal en Oranje Vrijstaat
Maar de Britse gouverneur van de Kaap hechtte op 3 februari 1848 ook de oranjerivier-Souvereiniteit aan ( tussen Oranje en Vaal). De Britten slaagden er gemakkelijk in een aantal opstandige Boeren te verslaan. Deze toestand zou echter vlug veranderen. De problemen in het Zuiden van Afrika verontrustten de Britse minister van Koloniën: in de Kaap duurde de grensoorlog voort, terwijl het Basoeto - volk ( in het huidige Lesotho) in Oranje-Vrijstaat heel wat hinder en problemen schiep voor de blanken.
Met hun pragmatische ingesteldheid verkozen de Britten zich met de onafhankelijkheid van de twee Boerenstaten te verzoenen. Een effectief bestuur van het geannexeerde gebied zou alleen maar veel geld en moeite kosten. De Zandrivier-Conventie ( 1852) en de Bloemfontein-Conventie (1854) legden de erkenning van respectievelijk Transvaal en Oranje-Vrijstaat vast. Hier werden de Boeren weer heer en meester.
Omstreeks 1850 was de structuur van het huidige Zuid-Afrika met zijn vier provincies dus al gevormd. Op economisch vlak waren er geen grote verschillen: de landbouwactiviteit overheerste. In de Britse Kaapkolonie nam wol de plaats van wijn in als voornaamste export product. De Britse kolonie Natal introduceerde de suikernijverheid die geleidelijk voor het grootste deel van de uitvoer zou zorgen.
Omdat de zwarten voor het werk op de rietsuikervelden minder geschikt waren, liet men Indische koelies naar Natal overkomen. Over hun werk was men zeer tevreden, maar de Indiërs werden minder geliefd toen velen zich na afloop van het contract in de kolonie vestigden als handelaars of kleine ambachtslui. De beslissing van de Britten om deze Indiërs naar Natal te halen verklaart de aanwezigheid van de zowat 800.000 Zuid-Afrikanen van Indische afkomst.
Op politiek gebied waren er wel grote verschillen. In de Kaapkolonie bezaten alle inwoners, ook de niet-blanken, in principe dezelfde rechten. In 1853 kreeg de kolonie een eerste parlement. 19 jaar later mocht de Kaap een eigen regering aanstellen. Het stemrecht hing niet af van huidskleur, maar wel van rijkdom. In praktijk waren parlements- en regeringsleden bijna uitsluitend rijke Britten. De Afrikaners waren burgers van tweede rang. Engels was de enige officiële taal en de elite sprak Engels ( en niet de Boeren).
Natal verleende zijn burgers ook stemrecht en in principe ook niet-blanke medezeggendschap.De voorwaarden waren evenwel zo opgesteld dat deze gelijkheid enkel theoretisch bestond.
In Transvaal ( vanaf 1853 Zuidafrikaanse Republiek genoemd) en Oranje-Vrijstaat was het Nederlands de officiële taal, al was de omgangstaal Afrikaans. De calvinistische gereformeerde kerken hadden er een bevoorrechte plaats. Enkel de blanken bezaten politieke rechten. De burgers waren vertegenwoordigd in de Volksraad. In de praktijk had de president veel macht. Oranje-Vrijstaat kon beter bestuurd worden dan Transvaal, al leefde tussen de Oranje ( de rivier) en de Vaal een heterogene bevolking van Engelsen, Boeren, zwarten en kleurlingen.
De situatie in Transvaal was verward. Eensgezindheid en solidariteit was niet de sterkste kant van de Boeren. Iedereen was overtuigd van zijn eigen gelijk: conflicten over gezag en leiderschap hadden ook al tijdens de Trek doorgewogen en zouden een constante worden in de Boerengeschiedenis. De Boeren hielden niet van gezag en aan belasting betalen hadden ze een broertje dood.( wie niet).
Zeer vlug ontstonden er in de Boerenstaten moeilijkheden met allerlei verspreide zwarte volkeren die na de nederlaag van de Zoeloes naar hun vroegere woonplaatsen terugkeerden. De blanken hadden door de verschuivingen van deze zwarte volkeren tijdens de Mfecane ( uitdunning) dit gebied vrij gemakkelijk tot hun woonplaats gemaakt. De zwarten wilde hun gebied beschermen of terugwinnen. Voor deze tegengestelde belangen zochten blanken en zwarten soms een oplossing door onderhandelingen en overeenkomste. Blanken kochten gronden af. maar gezien de zwarten een soms andere opvatting hadden over "grond kopen" ( voor hen was dit maar een paar jaar geldig) dan de blanken voor wie het een overdracht van eigendom was. Vaak liep het op geweld uit. De Boeren sloegen terug of ze schuwden zich er niet voor verdragen met bepaalde zwarte bvokeren te sluiten tégen andere zwarten. Als dat maar in hun kraam paste. Maar de zwarten zouden ook de bescherming van de Boeren zoeken tegen de Engelsen en vice versa.
Geleidelijk konden de Boeren hun suprematie vestigen. Zij gebruikten hierbij nooit de Amerikaanse weg, namelijk de ongenadige uitroeiing van de inheemse volkeren. De Boeren waren hiervoor ook te weinig talrijk (25.000 mensen in Oranje-Vrijstaat, 30.000 in Transvaal). Ze hadden daarenboven zwarten nodig als arbeidskrachten. Tenslotte verhinderde het diepchristelijke geloof van de Boeren massale mensenslachtingen.
De boeren hadden geschikte gronden gezocht en daarop boerderijen gevestigd die gemiddeld 3.000 hectare ( één hectare is gelijk aan 10.000 m²) groot waren. De zwarte bevolking die op deze grond woonde, mocht blijven op voorwaarde dat ze de Boeren als bazen erkende. De zwarte chefs moesten mannen afstaan om de landbouwers en de veetelers te helpen. Iedere boerderij voorzag in haar eigen behoeften en het verschil in leefwijze tussen blank en zwart was niet groot. Maar de blanke boer was koning op zijn bedrijf, met het recht op leven en dood. Toch koesterden de Boeren een gezonde eerbied voor de nog altijd onafhankelijke zwarte volkeren als de Swazi's, de Zoeloes of de Venda's, die aan hun grenzen woonden en die ze niet konden verslaan.
My Sarie Marais is so ver van my hart, Maar ek hoop om haar weer te sien. Sy het in die wyk van die mooirivier gewoon, nog voor die oorlog het begin. O bring my terug na die ou Transvaal, daar waar my Sarie woon, daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais