coctail skemerkelkie spectaculair skouspelagtig paperclip skuifspeld bulldozer stootskraper stuntman waagarties aanbellen die deurklokke lui
Onze groep: het 11-tal
Liliane - Freddy
Denise - Paul
Hilda- Raymond
Folkert en Denise
Sam (onze chauffeur)
Karoline
Hilda en Denise
Uitspraak Commissie Sauer (1945)
"Ons kan alleen in één van twee rigtings beweeg: of ons moet die weg van gelykstelling opgaan en uiteindelik gelyke politieke, ekonomiese en maatskaplike regte aan die nie-blanke toeken, wat op die duur vir die blanke ras nasionale selfmoord en vir die nie-blanke rassegroep vernietiging van eie identiteit sal beteken: of ons moet op die weg van apartheid beweeg waardeur elke ras se karakter en toekoms binnen sy eie gebied beskerm word (...)"
Nie gewoon nie L
Reis door Zuid-Afrika in 21 dagen
01-11-2008
De Unie van Zuid-Afrika tot 1948
Hoewel de haat tegen de Engelssprekenden tijdens de Boerenoorlog opgelaaid was en de Boeren een verbeten strijd gevoerd hadden, bleken de Afrikaners zich in de nieuwe Unie snel te integreren.
In de eerste verkiezingen voor het nationale parlement haalde de South African Party ( SAP ) een overwinning. In deze partij waren Engelstaligen en gematigde Afrikaners vertegenwoordigd. De SAP had de absolute meerderheid behaald en vormde de eerste regering. Twee vroegere Boerengeneraals namen de leiding: Louis Botha werd de eerste minister. De tweede belangrijke man was Jan Smuts. In die eerste regering zat evenwel ook James Hertzog. Hij was de leider van de Afrikaners die van GEEN verzoening wilden weten en die met heimwee aan de verdwenen Boerenrepubliek bleven terugdenken.
Verzoening was nu het hoofddoel van de regering Botha. Zij liet de vijf miljoen niet-blanken wel de prijs betalen voor de eendracht onder het miljoen blanken. Deze regering nam een aantal beslissingen die lang gevolgen zouden hebben. De onderwerping van de niet-blanken en de vorming van lokaties en reservaten waren de eerste vormen van apartheid in Afrika. De zwarten mochten zich al lang niet meer vrij in het land bewegen; ze moesten een 'pas' bij zich dragen. Daarnaast werden zij met verschillende middelen verplicht voor de blanken te werken.
Zo maakten de blanken zich evenwel afhankelijk van de zwarte arbeid. Daarom kon de segregatie ook nooit totaal zijn: men moest de zwarten immers voortdurend bij de hand hebben. De Britten hebben dit systeem van dwangarbeid net zo goed toegepast als de Boeren. Zo werden de reservaten in de buurt van de mijnstreken echte reservoirs van arbeidskrachten. Hier werd het stelsel van verplichte werkgelegenheid op grote schaal toegepast. Geleidelijk werd nu de bestaande segregratie en de aparte behandeling van de niet-blanken in de wetgeving verankerd. Botha's ministerie verdeelde het grondgebied van de Unie tussen blanken en zwarten; de diverse rassen mochten voortaan elkanders grond niet meer kopen of verkopen. Het gebied van de zwarten werd min of meer "bevroren" tot de bestaande reservaten.
De zwarten kregen aanvankelijk nauwelijks 8% van de grond, terwijl 92% van de bodem voor de blanken gereserveerd bleef. Deze maatregelen beperkten wel de verdere afbrokkelig van zwarte woongebieden door blanke indringing, maar bestendigden ook de toestand dat de meerderheid van de bevolking met een klein ( zeer klein ) deel van de grond genoegen moest nemen.
De economische toestand van Zuid-Afrika evolueerde gunstig De goud- en diamantindustrie had het karakter van Zuid-Afrika fundamenteel gewijzigd: de inbreng van kapitaal en de toenemende transportbehoeften leidden tot de ontwikkeling van een verkeersnet waardoor het hele binnenland opengebroken werd. De kapitaalvorming ten gevolge van de bloeiende mijnnijverheid lag aan de oorsprong van investeringen in andere sectoren. Ook de landbouwstructuur wijzigde zich. De goud- en diamantvelden trokken massaal arbeiders aan, zodat de agrarische productie marktgeoriënteerd werd. De Act of Union ( 1910 ) stimuleerde de handel doordat er nu een gemeenschappelijke markt gevormd werd, waarin in- en uitvoerrechten en andere belemmeringen wegvielen.
De zwarten droegen wezenlijk bij tot dit succes. In Transvaal en Oranje-Vrijstaat woonden nog honderdduizenden zwarten op blanke boerderijen. Ze pachtten een stuk grond en concurreerden vaak met de boeren om de mijnen te bevoorraden. De nieuwe wetgeving bepaalde dat maar een beperkt aantal zwarte families op elke boerderij mocht wonen. Ze moesten daarenboven in dienst van de blanke boeren treden. De Afrikanerboeren konden op die manier moderne arbeidsintensieve boerderijen oprichten. Tienduizenden zwarte pachterfamilies werden van de blanke grond verdreven. Voor hen bleef geen andere weg over dan de mijnbouw, die een schrijnend tekort aan ongeschoolde arbeidskrachten had. Vooral de Engelstalige mijnbazen hadden daar belang bij.
Tegen die wetgeving werd verwoed geprotesteerd door een nieuwe organisatie: het African National Congress (ANC). In het ANC zetelden geschoolde zwarten uit de Kaapprovincie en enkele traditionele chefs. Ze eisten gelijke rechten met de blanken voor zichzelf, niet voor de andere zwarten die op traditionele manier leefden. Ze zonden zelfs een delegatie naar de Britse koning, maar zonder resultaat.
De vijandigheid tussen Afrikaners en Engelssprekenden verdween niet op enkele jaren. Generaal Hertzog verliet de regering in 1913 en stichtte de Nationale Partij (NP). Deze partij verzamelde de Afrikaners die niet met de Britten wilden samenwerken. Eén jaar later verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland. De Britten verwachtten dat de dominions hetzelfde deden. Eerste minister Botha en Jan Smuts gedroegen zich zeer loyaal tegenover de Britten. Ze gingen in op de Britse uitnodiging om de Duitse kolonie Zuidwest-Afrika te veroveren, een enorm woestijnachtig gebied dat nu beter bekend staat onder de naam Namibië.
Een deel van het Zuidafrikaanse leger rebelleerde evenwel en wilde niet tegen de bevriende Duitsers vechten. Ex-Boerengeneraals als Christiaan de Wet en Koos de la Rey leidden een rebellie tegen de oorlogsinspanningen. Botha onderdrukte deze rebellie en veroverde aan het hoofd van een Zuidafrikaans leger de Duitse kolonie.
Na de oorlog kreeg Zuid-Afrika een mandaat van de pas gestichte Volkenbond om Zuidwest-Afrika te besturen.
Reacties op bericht (1)
15-12-2008
Zeeeer goed omschreven en Baden Powel heeft die ingezet dacht ik zo
My Sarie Marais is so ver van my hart, Maar ek hoop om haar weer te sien. Sy het in die wyk van die mooirivier gewoon, nog voor die oorlog het begin. O bring my terug na die ou Transvaal, daar waar my Sarie woon, daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais daar onder in die mielies by die groen doringboom, Daar woon my Sarie Marais