Vader brengt regelmatig op zijn dagelijkse boerenreis bij zijn aardappelen en
groenten, ook geraapt tarwe of graan mede. Op zon zondagochtend pellen wij de
aren uit en er komen aanstonds enkele kilo van terecht. Dat betekent voor ons
een maand of 2 eten en pap. De dagen tegenwoordig zijn donker en regen altijd
door regen. De boeren zien alles rotten, ook dit slaat tegen
Hier tehuis haalt
Dillie weer wat nare gedachten in t hoofd doordat ons Theo iets zegt over
duur van de thuiskomst. Ik ondervindt weer wat wantrouwen is.
11 Augustus 1941 Maandag.
2de kermisdag. Er staat wat foor op den boulevard. Muziek en pret
klinken zo vies in dezen tijd! Toch wordt er veel geld verteerd door de lui die
in Duitsland werken. In deze periode zegeviert ook de mode! Er was tarwe in de
molens en we kregen een paar keer beter brood. Nadelig is het wel doordat een
mens zodoende meer te eten hoeft. De strijd in Rusland: Duitsland spreekt
steeds over Smolensk. Ze hebben het al van 16 Juli. De radio logenstraft het.
Er hangt overal viesheid in de lucht door de regen.
Smolensk is
een stad in het westen van Rusland, gelegen aan de rivier Dnjepr. Zij is het
toneel van een grote veldslag. Doordat Smolensk zo lang stand houdt, kunnen de
Russen de verdedigings-linies rondom Moskou op orde brengen, 93% ervan is verwoest.
19 Augustus 1941 Dinsdag
1 kilo petatbloem aan 35 Frank!
10 September 1941 Woensdag
Vader, Jos, Petere, Hubert en nonkel Bert gaan petaten rapen
en komen steeds goed geladen terug. Het is harde arbeid voor vader die ziek is
zeker. Maar er komt al een soort kontentement over hem dat wij een beetje aan
petaten zullen geraken. Dat doet me goed
Bij Dillie moeten ze altijd laat
werken maar ze verdienen nu een schoon centje. Dat is maar goed ook! Arbeid adelt.
14 September 1941 Zondag. Niel kermis. Julian komt niet want daarvoor is het te slecht
weer. Ik wacht op Dillie, wij maken petatbloem van de slechte petaten. Met een
rasp wordt de petat fijn gewreven en dan daarna in een schonen handdoek gedaan
en altijd schoon water bijvoegen. De bloem blijft langs onder liggen.
12 Oktober 1941 Zondag. 7 uur mis.
Daarna rijden vader en ik gans de streek van Geizegem rond om ajuin te zoeken
maar tevergeefs. Ik leer zo ook wat vragen en vader ken ik als den beste vrager
met het meest meelijwekkende gezicht. Hij krijgt een ruime kilo ajuin. Wij
plukken nog wat rapen en dat is de prijs van ons reis die tot een eind na de
middag duurde. De boeren zijn rijke smeerlappen. Ik kan er geen meer voor mijn
ogen zien en moet mezelf bedwingen als ik voor zon type sta die zijn leugens
tastbaar zijn en die zich nog uitgeeft voor martelaar door kontroleurs
uitgezogen. Ze verleren de les Gods
27 Oktober 1941 Maandag. Men neemt
61 jongens mee naar Antwerpen.
In de
Rupelstreek en Klein-Brabant is een verzetsgroep actief : De Zwarte Hand . De
Duitsers pakken een aantal vermoedelijke leden op. Velen onder hen zullen niet
terugkeren en sneuvelen in concentratiekampen.
De Zwarte Hand (bron: internet)
Aanvankelijk doel van de verzetsbeweging was om door de verspreiding van
pamfletten en kranten de Belgische bevolking op te ruien tegen de Duitse
bezetters en Duitsgezinde Belgen en daarnaast de nationaal-socialistische
Belgische verenigingen zoals VNV van Staf de Clercq en de Zwarte Brigade van
Jef Van de Wiele te bestrijden. De verzetsgroep had haar zetel in Puurs en haar
actieterrein besloeg de ganse Rupelstreek en delen van Klein-Brabant.
Hun acties beperkten zich tot eenvoudige handelingen zoals
het verspreiden van sluikbladen als La Libre Belgique, die
vanuit Brussel met koeriers naar hun hoofdkwartier worden overgebracht. In
Puurs wordt de V van Victory op de gevels gekalkt. De groep schaft zich ook
kleine vuurwapens aan om zich 's nachts te kunnen verdedigen, maar nooit werd
er gebruikt van gemaakt.
De actiegroep schaft zich ook in het geheim een radiozender
aan en zendt boodschappen uit naar Londen omtrent militaire bewegingen in hun
streek. Ze plegen ook een enkele sabotagedaad door een kerosineketel op het
militair vliegveld van Hingene te laten leeglopen. Hun 'spectaculairste' daad
was wellicht toen de groep op 21 juli 1941 (nationale feestdag van België) via
hun radioapparatuur een radio-uitzending houden, het Belgisch Volkslied
afdraaien, en onder pianospel de luisteraars oproept tot verzet tegen de
nazi-onderdrukking.
Een jaar later, tegen de herfst van 1941 telde de groep reeds
111 actieve leden, het merendeel jonge twintigers. Ondanks de goede bedoelingen
werd het amateurisme spoedig de groep fataal. Elk lid moest namelijk een
lidmaatschapsformulier met een pasfoto er op gekleefd ondertekenen, en al die
formulieren werden tezamen opgeborgen onder het altaar van de kerk van Tisselt.
Op 20 september 1941 worden de
eerste twee verzetsmannen (Bert De Mul en Jos Thijs) van de groep ingerekend.
Met in hun handen een pak pamfletten dat ze verdeelden over de brievenbussen in
hun gebied. Waarschijnlijk na een tip, vond de SD (Sicherheitsdienst) de
bewuste formulieren in de kerk en werden de leden massaal opgepakt.
Op 12 oktober wordt de VNV-er Richard Philips de nieuwe
burgemeester van Puurs en in zijn openingsspeech belooft hij 'dat schorremorrie
van De Zwarte Hand een lesje te leren!'. Ook Albert Moortgat (Brouwerij
Moortgat, "Hier rust den Duvel") de VNV-burgemeester van Breendonk
steekt een stevige duit in het zakje. Tegen 28 oktober 1941 waren 109 leden
ingerekend en dat betekende ook het vroegtijdige einde van De Zwarte Hand.
23-08-2011 om 16:24
geschreven door uw neef
|