Ik kreeg felicitaties van ouders en verwanten
s Avonds fijne motregen. t Wordt toch beter. Kan weg. Wandel met ze. Bedtijd:
9 ½ omtrent.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ze is zijn vriendinnetje sinds 25 augustus
1935. Hun relatie wordt thuis nog verzwegen, daarom geen voornaam in zijn dagboek.
Frans, zie foto, woont
met zijn ouders en 5 jaar jongere broer Theo in Boom, in de Vrijheidshoek op
nummer 6, de Calversroot in de volksmond, een dialectische verbastering van
de naam van de oprichter van de arbeiderswoningen, een zekere Caluwaerts.
De
wijk ligt in een doodlopende straat die uitgeeft op den beemd, een
braakliggend terrein begroeid met heesters, wilde bomen en gras . De huisjes worden
achteraan geflankeerd door een steenbakkerij. Als het weer tegenzit komen de
zwavelige dampen van het steenbakken de woningen binnengedreven.
Het zijn een
30-tal rijwoninkjes van amper 4 meter breed, met een halve verdieping waar de kleine
ramen gelijk komen met de vloer en op het gelijkvloers is er naast de gang een
voorplaats en een half uitgegraven kelder met daarboven een opkamertje van 3
bij 3 meter.
Je kan een smalle, steile trap op en bovenaan is een valluik dat uitgeeft op 2 slaapkamers.
Je slaapt er direct onder de pannen.
In de voorplaats, ook zon 3 bij 3 meter staat de chainslon (chaise longue), de vitrinekast met het schone porselein, een kleine tafel en enkele stoelen.
Men komt daar enkel als men volk ontvangt of al men ziek is want het is de
enige plaats waar je beneden liggend kan rusten. Ook een stoof, maar die brandt
maar sporadisch.
De elektriciteitsvoorzieningen zijn pover en water neem je met een emmer aan een haak op een stok uit een gemetste put waarin het regenwater van het dak verzameld wordt; stromend water is er niet en ook geen bad. Het toilet is op t koerke, een kleine plaats achter de woning, buiten en afgesloten met een planken deur
die noch bovenaan, noch onderaan dicht is. Binnenin ligt een horizontale plank
met een groot gat en gazettenpapier aan een nagel. Het gevoeg valt rechtstreeks
met een plons in de, gelukkig diepe, put.
Koken gebeurt op een Leuvense stoof in het opkamertje, een geval met opzij vakken met deurtjes en bovenaan heel wat concentrische ringen die je kan verwijderen zodat je er potten van diverse maten kan in hangen en die zodoende dichter bij of verder af van de gloeiende kolen brengt.
Boom is dan
vooral een gemeente met handarbeiders die werken op steenfabrieken, in de
metaal-, glas- en diamantnijverheid en de scheepsbouw. Er wonen dan ongeveer
19500 mensen, het toppunt in haar geschiedenis.
|