Gewone teek, volgezogen nymfestadium, na verwijdering. Lengte ca. 3 mm
Teken zijn zeer gespecialiseerde eters: ze leven parasitair, van bloed en lichaamsvloeistoffen van gewervelde gastheren. Voor hun ontwikkeling hebben zij drie bloedmaaltijden nodig van een of meer gastheren; vooral in het geval van meer dan één gastheer is er veel potentieel risico op het overbrengen van ziekten aanwezig. Harde teken ondergaan tijdens hun leven twee vervellingen; het hangt ervan af of ze deze op de gastheer of op de grond doormaken hoeveel gastheren ze meestal hebben. De indeling kan dan verder gemaakt worden in eengastherig (alle vervellingen op gastheer), tweegastherig (één vervelling op de grond) en driegastherig (beide vervellingen op de grond). Lederteken kunnen meer vervellingen doormaken.
Verreweg de meeste soorten harde teken (Ixodidae) (ca. 600, = 90%) hebben drie gastheren. Alle drie stadia (larve, nimf en adult) parasiteren. In hun speeksel zit zowel een verdovende stof als een stof die de bloedstolling tegengaat. Hierdoor wordt de tekenbeet niet gevoeld, en kan de teek zich onmerkbaar ergens neerzetten. Sommige teken (niet in de Benelux) hebben speeksel met een gif dat bij de gebetene tot verlammingsverschijnselen kan leiden. Harde teken scheiden na zich in de huid te hebben geboord een aparte kitstof uit waarmee ze zich zeer goed vastzetten.
Een teek kan enige dagen tot wel een week lang op dezelfde gastheer blijven zitten. Het vrouwtje zet na haar volwassen bloedmaaltijd een aanzienlijk percentage van haar lichaamsgewicht (50% of meer) in eieren om voor zij sterft en produceert dan honderden tot enige duizenden eieren. Uit de eieren komen larfjes die in hun eerste stadium geen acht, maar zes poten hebben. Alle stadia kunnen lang zonder voedsel: De ontwikkelingscyclus van Ixodes ricinus kan, afhankelijk van de omstandigheden, tussen 1,5 en 7 jaar duren.
Een teek kan sterk groeien door het opzuigen van bloed.De teken zitten te wachten tot een gastheer langskomt in struikgewas, maar ook op grassprieten. Teken gaan extreem zuinig met hun energie om en kunnen meer dan een jaar zonder voedsel. Ze detecteren hun potentiële gastheer door de uitgestraalde lichaamswarmte, en wellicht ook door geurdetectie. Op hun eerste potenpaar zit dicht bij het uiteinde het orgaan van Haller dat hierbij een rol speelt maar waarvan de werking nog niet geheel begrepen wordt. Ze kunnen via de benen van de gastheer omhoog klimmen en nestelen zich bij voorkeur in huidplooien, maar ook wel gewoon op een been of arm. Een teek wandelt meestal enige minuten rond op zoek naar een optimale plaats alvorens zich in de huid vast te bijten. Naast in het wild voorkomende zoogdieren, worden vooral honden, katten en mensen gebeten.
Een niet met bloed volgezogen teek is slechts een paar millimeter groot. Als ze zich helemaal volgezogen heeft met bloed, kan ze meer dan een centimeter groot worden. De bekendste Europese soort, die dan ook de Lyme-ziekte overbrengt, is Ixodes ricinus of schapenteek, een parasiet op vogels en zoogdieren.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Teek
|