Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
27-09-2025
BIJ DE 26ste ZONDAG C
BIJ DE 25ste ZONDAG C
‘PROFETEN’
Maar Abraham zei:
‘Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren,
zullen ze zich ook niet laten overtuigen
als er iemand uit de dood opstaat.’
(Lucas 16,31)
‘Als ze niet naar de profeten luisteren …’, zo besluit Jezus zijn gekende parabel over de naamloze rijke en de arme Lazarus. Niet alleen toen, ook nu nog zendt God zijn profeten! Misschien is het goed om er eens op te letten dat ze niet ongezien voorbijgaan!
Cesar Maes is zo’n ongekende profeet. Begin 1970 – hij was toen bijna 40, een gevierde prof met veel talent en aanzien – liet hij de wijsheid en de rijkdom van de wereld achter zich en vertrok, als missionaris naar een verloren hoek, ergens in Guatemala, om te levenbij de indiaanse bevolking, hoog in de bergen.
Hij bouwde een kerkje, bezocht oude en zieke mensen op de meest onmogelijke plekken… en overleed in 2005. Hij was toen bijna 75. Zijn belevenissen heeft hij neergeschreven in ‘ADIOS TRISTEZA’, en ik ben nog eens gaan grasduinen.
‘Voorlopig huis ik nog in het primitieve hok. Ik gaf het een moderner uitzicht met een degelijke petroleumlamp, een paar planken voor de potten en de pannen en een reeks nagels voor de kopjes, want ik heb er nu al vijf. Een plastiekzak, waarin ooit een deken stak, is het venster. De WC, die honderd meter verder staat, kan nu eindelijk ook bij regenweer gebruikt worden.’
‘Ik kook zelf mijn potje. Ik ben helemaal geen sukkelaar. Men moet eerst honger hebben om te weten hoe lekker een schotel pakjessoep smaakt. Lekker zijn ook de bananen, de tomaten, de eieren, de aardappelen, al zijn er niet telkens alle ‘oogjes’ uit, en de ruwe lappen vlees. Men moet eerst door vlooien gebeten zijn om te weten hoe weldoend een zalfje kan zijn. Men moet eerst moe zijn om van rust te genieten. De nachten zijn heerlijk, ook zonder lakens, na een bezoek te paard aan een ver bergdorp. Men moet eerst heimwee hebben naar het oneindige en naar de mensen opdat elk woord van omhoog en elke groet van een vriend verrijkende vreugde kan geven.’
‘Dit heb ik nu al beter begrepen: dat er zonder behoeften geen voldoening kan zijn en dat wie sterren wil zien in de nacht moet gaan staan.’
‘Soms heb ik het gevoel dat ik mij vergist heb, dat ik allang hier had moeten zijn, dat ik deugden heb geleerd die hier niet passen. Stiptheid? Wat een gekke uitvinding is een uurwerk, dat ons steeds op de hielen zit en aanspoort om tijd te winnen, zonder te weten waarvoor. Een Indiaan weet beter en heeft tijd genoeg. Beleefdheid? Geef mij maar de warme, vuile hand van een Indiaanse boer en de glimlachende groet van ongewassen kinderen.’
Wij steken van wal met vertrouwen in de toekomst en met de hoop dat het getuigenis van ons geloof luid en oprecht mag klinken.
‘Terzelfdertijd groeide echter de pijnlijke zekerheid dat er een onchristelijke kloof ligt tussen de theologie van de welgevoeden en de theologie van de opzijgeduwden’.
‘Voor de zwijgzame Indianen is de glimlach de taal van hun vriendschap. Ze glimlachen voortdurend.’
‘Het ouder worden doet denken. Over de mooie, kleine dingen hier, die ik in België niet kon zien, omdat daar de huizen te hoog zijn.’
‘Eigenaardig hoe volle magen niet enkel stevige buiken maar ook slappe geesten kweken.’
Geen knecht kan twee heren dienen: Je kunt niet tegelijk God dienen en de geldduivel.'
(Lucas 16,13)
HET VERHAAL VAN DE TWEE WOLVEN
Een opa zei tot zijn kleinzoon, die naar hem toe was gekomen, vol boosheid op een vriend die hem onrecht had aangedaan: ‘Laat mij een verhaal vertellen…’
‘Ook ik heb soms grote ergernis gevoeld voor hen die meer namen, zonder zich te bekommeren om de anderen. Maar woede schaadt jou maar hindert jouw vijand niet. Het is als vergif nemen en hopen dat jouw vijand zal sterven. Ook ik heb meermaals met die gevoelens geworsteld.’
‘Het is of er twee wolven in mij schuilen; de ene is goed en berokkent geen kwaad. Hij leeft in harmonie met allen rondom hem en hij neemt geen aanstoot wanneer er geen kwaad opzet is. Hij wil enkel vechten als het gerechtvaardigd is en enkel op een faire manier.’
‘Maar…de andere wolf… oei! De kleinste zaak wekt zijn ergernis op. Hij vecht met iedereen, op elk ogenblik, zonder reden. Hij kan niet nadenken om dat zijn woede en ergernis zo groot zijn. Zijn ergernis is nutteloos want die ergernis zal niets veranderen.’
‘Het is soms moeilijk te leven met die wolven binnenin mij want elk van beiden tracht mijn geest te domineren.’
De jongen keek in de ogen van zijn opa en vroeg: ‘Opa, welke van de twee wint?’
De opa glimlachte en antwoordde rustig: ‘Hem die ik voed.’
(De auteur van dit verhaal is mij onbekend)
De afgod geld
U bent mijn God,
maar er is midden in mijn leven
een gouden teken opgeheven
dat met uw macht en liefde spot.
De afgod geld
staat allerwegen voor mijn ogen
als nieuw en enig alvermogen
en roept en trekt mij met geweld.
Laat toch niet toe
dat ik mij op hem blind zou staren
en hem tot meester zou verklaren:
dat ik een knieval voor hem doe.
O maak mij vrij
van al de nieuwe aardse goden
en hun verslavende geboden;
van hebzucht en van hovaardij.
Houd U mij vast,
dat ik mijn vingers niet zal branden:
leer mij dat in uw eigen handen
het ware goud ligt opgetast.
En laat U zien:
dat ik voortaan voorgoed zal weten
hoe groot en rijk en niet te meten
de ene Heer is die ik dien.
Michel van der Plas (1927-2013)
De drie foto’s werden genomen tijdens een reis naar Roemenië in 2015. Foto 1 toont de Andrassy boulevard in Boekarest. Met dit prestigeproject wou de voormalige dictator Ceaucescu de Champs Elysées in Parijs overtreffen. Foto 2 geeft het luxejacht van dezelfde dictator. En de 3de foto werd genomen tijdens de heenreis, in Boedapest, Hongarije, met een zicht op het Burchtpaleis, vanaf de overkant van de Donau.
Er zijn wel eens woorden van Jezus waar we moeilijk mee weg kunnen. En toch willen we Hem verstaan en volgen! En daarom:
Ik moet Jezus op de eerste plaats stellen in alles wat ik doe en beleef. Ik moet Hem meer beminnen dan mijn familie en vrienden. Maar als ik voor Hem kies, zal ik met zijn liefde naar de mensen toegaan, zeker naar mijn familieleden en vrienden.
Ik moet het kruis opnemen, mijn kruis, dat altijd anders is dan ik verwacht en dat mij toch op het lijf geschreven staat. In het leven van iedere dag moet ik liefde geven, mijn eigen plannetjes en ontgoochelingen vergeten, en altijd weer opnieuw beginnen.
Slechts als ik mij telkens opnieuw losmaak van mijn bezit, kan ik met heel mijn hart de weg van Jezus gaan. Want het bezit is zulk een tirannieke heerser, dat het mij geen enkele ruimte laat om ‘ook nog’ Jezus te dienen en Hem te volgen op de weg, die het evangelie tekent.
Het oorspronkelijke dorp Graun bevindt zich op de bodem van het Reschenmeer. Door de bouw van een stuwdam tussen 1948 en 1950 om een stuwmeer aan te leggen kwam het dorp onder water te staan. Alle gebouwen werden daarbij gesloopt. Enkel de kerktoren van het oude dorp werd behouden en deze steekt tegenwoordig boven het wateroppervlak van het meer uit.
EPILOOG
Ode Marítima
Reizen, reizigers – in zo veel soorten!
Zo veel nationaliteiten op de wereld!
Zo veel beroepen! Zo veel mensen!
Zo veel verschillende bestemmingen,
die men het leven geven kan,
Het leven dat, uiteindelijk, in wezen,
altijd en altijd hetzelfde is!
Zo veel merkwaardige gezichten!
Alle gezichten zijn merkwaardig.
En niets schenkt zo veel religiositeit
als heel scherp naar de mensen kijken.
Broederschap is, per slot, geen revolutionair idee.
Op onze weg naar de kabellift voor de Passo Pordoi passeren we maar liefst 33 haarspeldbochten! Dit brengt mee – zeker als je af en toe eens naar buiten kijkt – dat sommige mensen wel eens misselijk worden. Het is geen overbodige luxe om kotszakjes bij de hand te hebben.
Deze weg naar de bergpas is ook een populaire wieler- en motorroute. We moesten regelmatig achter een paar wielrenners of motorrijders blijven ‘hangen’ totdat we ze veilig konden inhalen.