Inhoud blog
  • Bezinning bij de derde zondag van de Advent
  • WOENSDAG IN DE TWEEDE WEEK VAN DE ADVENT
  • TWEEDE ZONDAG VAN DE ADVENT
  • EEN GEDACHTE BIJ DE ADVENT
  • BIJ DE EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    30-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    ER KOMT GEHOOR …

     

    Er komt gehoor voor onze nood,

    de wachttijd gaat verlopen.

    Zie, weldra wordt het Woord voltooid

    en gaat de hemel open.

     

    Voor wie aan deze wereld leed

    zal zich de hemel tonen.

    Zie, God die alles van ons weet

    zal bij de mensen wonen.

     

    Maak alle wegen voor Hem recht,

    nu wij de hoop ontwaarden.

    Zie, vrede is ons aangezegd,

    de hemel raakt de aarde.

     

    Wij zullen licht en redding zien,

    een Kind zal God ons geven.

    Wij zullen woning zijn en lied,

    wij zullen leven.

     

    Jan Veulemans

    30-11-2015 om 17:30 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    1ste ZONDAG VAN DE ADVENT C

    ‘ER KOMT EEN TIJD …’

     

    Vandaag beginnen we – met de eerste zondag van de advent – onze voorbereiding naar Kerstmis toe. Telkenjare treden hierbij twee klemtonen op de voorgrond.

    Allereerst innerlijke bekering, werken aan onze eigen spiritualiteit. Eigenlijk is dat een levenslange opdracht, het hele jaar door. Maar net daarom riskeert er sleet op te komen of kunnen we in zielloze routine zonder geestdrift vervallen: hooguit alleen maar plicht en geen bezieling meer. Heel menselijk en verstaanbaar, de boog kan immers niet altijd gespannen staan … maar net daarom is het goed om hem af en toe eens extra op te spannen. Advent en veertigdagentijd zijn sinds mensenheugenis deze uitverkoren perioden van innerlijke verdieping.

    En dan is er de buitenkant van deze innerlijkheid. We zijn immers geen engelen of louter geestelijke wezens: onze geest is door en door – tot in zijn diepste kern – doorweven met lichamelijkheid. Elke innerlijke bekering in een mensenleven vindt zijn vertaling naar de uiterlijke beleving in de buitenwereld. Reeds 45 jaar werkt Welzijnszorg daaraan, met jaarlijks een nieuwe klemtoon van de algemene noemer: ‘Armoede uitsluiten!’

    Als gemeenschap – parochie of kerk – én als individu – ieder in zijn eigen leven en omgeving – kunnen we daaraan meewerken … En een beetje hoop geven aan één of enkele van die vele mensen die uitgestoten of uitgesloten worden. Die vele mensen voor wie – net als voor Maria en Jozef – geen plaats is, omdat zij – om welke reden of in welke vorm dan ook – anders zijn dan wij zelf … die het eeuwenlang al zo goed menen, naar eigen zeggen.

     

    Op die dag, in die tijd,

    zal ik aan Davids stam

    een rechtmatige telg laten ontspruiten,

    die recht en gerechtigheid

    in het land zal handhaven.

    Dan wordt Juda verlost

    en de inwoners van Jeruzalem

    zullen in vrede leven.

    En de naam van de stad zal zijn:

    ‘De HEER is onze gerechtigheid’.

    (Jeremia 33, 15-16)

     

    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

    op aarde worden de mensen onmachtig van angst

    om wat de wereld zal overkomen.

    Wanneer dat alles staat te gebeuren,

    sta dan op, recht en fier,

    want jullie verlossing is nabij!

    Wees waakzaam en bid onophoudelijk

    dat jullie krachtig mogen zijn.’

    (Lucas 21,26.28.36

     

    ‘ER KOMT EEN DAG …’

     

    Binnenkort zullen de Kerstlichtjes weer volop fonkelen. Een heimwee naar licht en warmte in deze donkere dagen. Wat een contrast met die rampen en die angst, waarover het evangelie spreekt – en die we de voorbije weken zozeer mochten ervaren. We zien inderdaad veel dreiging en onheil: oorlog, onrecht, terreur. Enkele machten lijken het einde van de wereld in handen te hebben door het recht van de sterkste, het recht van de rijkste, het recht van de machtigste.

    Daarom horen we vandaag: richt je op, wees waakzaam, blijf bidden. Geef niet toe aan de bekoring van onmacht en wanhoop. Dat alle leven, alle liefde en alle goede wil verloren zullen gaan. Dat alle goeds vernietigd zal worden door de waanzin van kwade machten.

    Jeremia zegt dat de belofte van Jahwe vervuld zal worden. Recht zal heersen en de aarde wordt een veilige stad om in te wonen. Leef daarom niet als versufte mensen zonder hoop, zegt Lucas. Wees waakzaam en bid dat die bekoring je niet overvalt.

    Blijf vertrouwen dat alles ten goede gekeerd kan worden. Hou daarom stand in het goede. Waar mensen elkaar een warm hart toedragen is er toekomst, tegen alle onrecht en geweld in.

    De belofte van Kerstmis valt niet vanzelf uit de lucht, als een sneeuwvlokje dat lieflijk neerdwarrelt op onze aarde. Eerst hebben wij de advent hard nodig: verlangen, gebed, meer goede wil en liefde. Naar Kerstmis uitzien is de spanning ontdekken tussen ideaal en werkelijkheid, tussen de vrede, die wij verlangen en de vrede die wij zo moeilijk kunnen opbouwen

    Kerstmis, God-met-ons, verwachten is durven zien. Durven zien hoe het met onszelf en onze wereld gesteld is. Durven zien hoever wij nog afstaan van dat visioen dat God voor ogen had, nog voor de tijd begon.

    En dan aan de slag gaan. Opdat het eindelijk waar mag worden waar de ziener zo naar uitzag: ‘Kom, Heer Jezus, kom!’ (Apokalyps 22,20)

     

    Wolven

     

    Een opa zei tot zijn kleinzoon,

    die naar hem toe was gekomen,

    vol boosheid op een vriend

    die hem onrecht had aangedaan:

    ‘Laat mij een verhaal vertellen…’

     

    ‘Ook ik heb soms grote ergernis gevoeld

    voor hen die meer namen,

    zonder zich te bekommeren om de anderen.

    Maar woede schaadt jou

    en hindert jouw vijand niet.

    Het is als vergif nemen

    en hopen dat jouw vijand zal sterven.

    Ook ik heb meermaals met die gevoelens geworsteld.’

     

    ‘Het is of er twee wolven in mij schuilen;

    de ene is goed en berokkent geen kwaad.

    Hij leeft in harmonie met allen rondom hem

    en hij neemt geen aanstoot

    wanneer er geen kwaad opzet is.

    Hij wil enkel vechten als het gerechtvaardigd is

    en enkel op een faire manier.’

     

    ‘Maar … de andere wolf … oei!

    De kleinste zaak wekt zijn ergernis.

    Hij vecht met iedereen,

    op elk ogenblik en zonder reden.

    Hij kan niet nadenken

    omdat zijn woede en ergernis zo groot zijn.

    Zijn ergernis is nutteloos

    want die zal niets veranderen.’

     

    ‘Het is soms moeilijk te leven

    met die wolven binnenin mij

    want elk van beiden

    tracht mijn geest te domineren.’

     

    De jongen keek in de ogen van zijn opa

    en vroeg:

    ‘Opa, welke van de twee wint?’

     

    De opa glimlachte en antwoordde rustig:

    ‘Hem die ik voed.’

     

    (Bron onbekend)







    28-11-2015 om 08:24 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    25-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    IN DE ROMMELBAK

    Op zekere dag is God op zoek gegaan in de wereld van de mensen, zoals wij ook al eens in onze rommelbak scharrelen, op zoek naar iets wat we niet vinden.

    In het begin was het niet duidelijk waar God naar uitkeek.

    Hij ging zoveel flinke mensen voorbij, mensen met een goed figuur en wel ter tale, mensen met een leidende positie en heel veel invloed ... God ging hen voorbij.

    En zoveel andere mensen die zich afsloofden in goede werken, die tombola's en feestjes organiseerden en al zoveel hadden verwezenlijkt.

    Zelfs de geleerden en de kunstenaars schonk God geen aandacht en de monniken ... God ging hen voorbij.

    En God zocht maar verder en keek op Zijn uurwerk: ‘Wij zijn bijna in de éénentwintigste eeuw!’ riep Hij verstoord uit en liet bijna een lelijk woord vallen.

    En toen, helemaal in een vergeten hoekje van de wereld, een klein maar énig exemplaar.

    ... 'Eindelijk', zei God opgelucht en Hij hield die mens even in het volle licht van Zijn genade .

    ... 'Prachtig', zei Hij … Zo heb ik het gedroomd: gewoon rechtvaardig, zonder bijbedoelingen of listige streken, zonder wantrouwen. Hij heeft evenveel tijd voor een klein kind als voor een grote meneer.

    Gewoon rechtvaardig, zelfs als hij zijn belastingbrief invult of papieren voor de verzekering. Rechtvaardig in zijn uren en trouw aan zijn woord. Als deze wereld ooit nog menselijk wordt, zal het dank zij zulke mensen zijn.

    En dat ligt nu onderaan in de rommelbak. Maar ja, 't is dan ook maar een rommelbak. Maar als Ik ooit eenmaal alles zal opruimen ... dan neem Ik hem zeker en vast bij Mij in Huis, voor altijd.

     

    Phil Bosmans: ‘Kleine mensen, grote mensen’

     

    25-11-2015 om 17:01 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    23-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    Totdat Hij komt ...



    Totdat Hij komt zal het hier zo gebeuren:
    's morgens de melkboer tweemaal bellen, dan
    gordijnen open en met grauwe kleuren
    breekt 't eerste licht de nachtelijke ban.



    Het heldere ontbijt iedere morgen,
    dan naar de stad, de tram zingt langs de rand
    heen van je dromen en je kleine zorgen,
    en 's avonds staan de grote in de krant.



    Zo zal het eindeloos zich hier herhalen,
    liefelijkheid der huiselijke haard,
    kinderen, zorgen en de angst rondom.



    En eind'lijk met het vege lijf betalen
    de koorts des levens en diep in de aard
    wachten en luisteren, totdat Hij komt.



    Jan Willem Schulte Nordholt

    23-11-2015 om 16:46 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHRISTUS KONING

    KINDEREN EN CHRISTUS KONING

     

    Een raar feest vandaag, lieve mensen. Jezus, een koning? Hoe kan dat nu? Hij woonde niet in een paleis. Hij had geen kroon op, en Hij had ook geen deftige koningsmantel aan. Hij liep gewoon op straat, en Hij deelde zijn leven met armen en kinderen.

    En toch een koning? Ja, maar dan anders dan de meeste andere koningen. Een koning is bedoeld om te zorgen voor de armen in zijn land. Zo staat het in de heilige boeken van de Bijbel. Een koning is bedoeld om ervoor te zorgen dat iedereen meetelt, en dat niemand iets tekort komt.

    Zo’n koning was Jezus en dat mogen we samen vieren.

     

    ‘Ik ben de alfa en de omega,’

    zegt God, de Heer,

    ‘ik ben het

    die is, die was en die komt,

    de Almachtige.’

    (Uit het Boek van de Openbaring 1,8)

     

    Jezus antwoordde: 

    ’Ja, koning ben Ik. 

    Hiertoe werd Ik geboren

    en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen: 

    om getuigenis af te leggen van de waarheid. 

    Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.’

    (Johannes 18,37)

     

    DE PARABEL VAN DE TROONOPVOLGER

     

    Lang geleden, in een land hier ver vandaan, regeerde Koning Goedheid. Hij werd oud en moe en voelde dat hij niet zo lang meer zou leven. Omdat hij geen kinderen had, maakte hij zich zorgen wie de troonopvolger zou worden.

    Daarom liet hij in het hele land het bericht verspreiden dat er een opvolger voor de koning gezocht werd: iedereen die zichzelf geschikt vond om koning te worden, mocht zich aanbieden op het paleis om zich te komen voorstellen.

    En dus nam de koning, samen met enkele ministers plaats in de grote troonzaal, en liet de kandidaten één voor één binnenkomen.

    Als eerste kwam er een bankdirecteur binnen die een heel duur maatpak droeg en een dikke sigaar rookte.

    Hij zei: ‘Beste Koning Goedheid. Ik heb veel geld. Ik kan er voor zorgen dat het koninkrijk zijn bezittingen kan uitbreiden, en zo dus veel rijker kan worden. Dus ik ben de meest geschikte kandidaat.’

    De ministers knikten goedkeurend, maar de koning had zo zijn twijfels.

    Daarop kwam een generaal binnen. Hij droeg een schitterend uniform met blinkende knopen, en een hele reeks decoraties op zijn borst .

    Hij sprak: ‘Ik voer het bevel over vele soldaten, en ik heb een heel arsenaal krachtige wapens. Daarmee ben ik in staat om het land perfect te verdedigen tegen vijandelijke aanvallen. Bovendien kan ik zo ook de orde en rust bewaren, én … ik zou er zelfs kunnen voor zorgen dat we meer land kunnen veroveren, en zo het koninkrijk uitbreiden! Dus, Koning Goedheid, ik ben de meest geschikte kandidaat.’

    De ministers waren enthousiast, maar de koning keek bedenkelijk.

    Vervolgens kwam een belangrijke diplomate binnen. Zij had een aangenaam verfijnd parfum op, gaf iedereen met een brede glimlach een hand, en deelde haar visitekaartjes uit.

    Toen zei zij: ‘Ik heb heel veel relaties, en ik ken alle ministers in de landen rondom ons. Daardoor kan ik er voor zorgen dat ons land het machtigste wordt van allemaal! Daarom ben ik de beste kandidaat.’

    De ministers waren opgetogen, maar de koning schudde het hoofd.

    Toen kwam een professor binnen in een lange toga, met een heleboel diploma’s onder zijn arm. Hij fronste bedachtzaam zijn voorhoofd en sprak: ‘Regeren is een ernstige en moeilijke taak, die veel verstand vereist. Ik heb jarenlang gestudeerd, en nu heb ik genoeg kennis om het land goed te kunnen besturen. Ik kan er voor zorgen dat er geen fouten gemaakt worden in het regeringswerk, dus ben ik de perfecte kandidaat.’

    De ministers juichten, maar de koning had tranen in de ogen.

    Tenslotte kwam een jongeman binnen. Hij was doodgewoon gekleed, droeg een hoedje en had ook een fluit bij zich. Hij bleef eerbiedig op een afstand staan en zei:

    ‘Ik ben maar een eenvoudige herder, maar ik ben met mijn kudde schapen door heel het land getrokken. Zo heb ik de mensen leren kennen, en daardoor weet ik wat hun zorgen zijn en wat hen blij maakt. Ik houd van de mensen en ik zou graag hun problemen oplossen. Ik ben niet zo lang naar school geweest en dus zal ik dat niet alleen kunnen, maar met de hulp van de ministers ben ik er zeker van dat het lukt.’

    Toen zei Koning Goedheid blij: ‘Dit is de kandidaat die ik zoek!’

    Maar de ministers zeiden: ‘Maar Sire, deze jongen is maar doodgewoon. Hij heeft niet zoveel opleiding en geen speciale vaardigheden voor deze zware taak!’

    En de koning antwoordde:

    ‘Jullie hebben gelijk als je zegt dat hij niet veel boekenkennis heeft, of veel geld, of krachtige wapens, of veel relaties. Maar hij heeft veel belangrijkere kwaliteiten. Een land besturen is in de eerste plaats omgaan met mensen. En deze jongeman kent de mensen en wat hen zoal bezighoudt. Bovendien is hij een herder die goed voor zijn kudde zorgt. Hij gaat opgewekt door het leven want hij speelt af en toe een deuntje op zijn fluit. Hij is ook niet te ijdel of te trots om toe te geven dat hij hulp zal kunnen gebruiken. Maar het allerbelangrijkste is, dat hij van de mensen houdt. En dat is wat we écht nodig hebben: een koning met een hart.’

    Toen knikten de ministers instemmend; en samen met Koning Goedheid kozen ze allemaal de eenvoudige herder met het goede hart als troonopvolger.

    (De oorsprong van deze parabel is mij onbekend)

     

    GEKOMEN OM TE DIENEN

     

    Hij was geen koningszoon

    die opgeleid was om gediend te worden.

    De zoon van de timmerman

    had geleerd zich te plooien

    naar de nukken van het hout

    en de grillen van de klanten.

     

    Hij was geen Romeins staatsburger,

    kon zich nergens op beroepen.

    De rechteloze Jood uit Galilea,

    ver van het politieke forum,

    had geleerd zich te onderwerpen aan de bezetter.

     

    Hij was geen priester en geen wetgeleerde.

    Kon niet terugvallen op enig privilege.

    De simpele leek had geleerd

    hoe mensen zich achter God verschuilen

    om hun eigen belangen beter te behartigen.

     

    Hij stond weigerachtig en argwanend

    tegenover elke vorm van macht:

    de macht van de tollenaar

    en de macht van de opperpriester;

    de macht van het geld

    en de macht van de godsdienst.

     

    Hij hield het bij de macht

    van de geweldloosheid;

    de macht van offer en gebed.

    Alleen op die manier

    kon macht worden omgezet in dienst,

    kon de meester voetenwasser worden.

     

    Manu Verhulst 







    21-11-2015 om 08:58 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    11-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    KIEMEN VAN VREDE

     

    In een kleine stad

    maakten de bewoners vaak ruzie met elkaar.

    Het kon er soms warm aan toe gaan

    als de verschillende partijen elkaar uitscholden.

    Op een nacht

    werd er op de muur van het stadhuis gekalkt:

    GOD ZORGT VOOR VREDE.

     

    Met duidelijke letters,

    zodat iedereen het van verre al kon lezen.

    Sommige mensen mopperden:

    'bij ons toch niet'.

    En, kijk, de volgende nacht schreef iemand

    er het woordje ‘nooit’ tussen,

    zodat er nu te lezen stond:

    GOD ZORGT NOOIT VOOR VREDE.

     

    Toen de mensen dit 's morgens zagen,

    werden ze boos.

    Lag het dan aan hen

    dat er nooit vrede was in hun stadje.

    Ze eisten dat de burgemeester

    de zin meteen van de muur van het stadhuis liet halen.

    Maar toen kwam er plotseling een vrouw naar voren.

    De vrouw schreef het woord ‘alleen’ tussen de regel

    en nu kon iedereen lezen:

    GOD ZORGT NOOIT ALLEEN VOOR VREDE.

     

    (Bron onbekend)

     













    11-11-2015 om 18:27 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    DE DODEN

     

    De doden met hun ogen van aarde

    met handen en voeten van gras

    zijn de stilste doden der wereld.

    Zij zijn gelijk halmen en aren

    verbaasd zonder woede gevallen.

    De weerloze akker van Vlaanderen

    ligt van hun aanwezigheid vol.

     

    Zij roepen hun boodschap van vrede

    met wrede verhakkelde monden

    met modderspatten en wonden.

    De levenden moeten het weten

    het nooit meer moedwillig vergeten

    terwijl zij ademen en eten

    in het heilige rijk der gezonden.

     

    Anton van Wilderode



















    09-11-2015 om 17:17 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    07-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    VAN GANSER HARTE

    Jezus stelt de verwaandheid en de schone schijn van heel wat hoge dames en heren van stand naast het gedrag van een arme weduwe, die door en door nederig is, bescheiden … én over het hoofd gezien.

    Eens te meer spreekt Hij harde woorden over de tomeloze zucht naar macht en de blinde drift naar prestige en voordeel van zovelen, die zich meer en beter achten dan die andere, eenvoudige mensen. Gewone mensen – die meer dan eens ‘gewoon’ zijn op een ongewone wijze. Mensen, die groot kunnen zijn in hun schijnbare kleinheid. In hun onopvallende manier van leven, die de schijnwerpers niet opzoekt. Mensen, die niet voor het voetlicht hoeven te staan om goed te zijn, doodgewoon en simpelweg goed.

    Aan zulke mensen gaat Jezus niet voorbij: het zijn mensen naar zijn hart. Zijn woorden over de zelfvergeten mildheid van een kleine vrouw zonder aanzien zijn dan ook ontroerend, teder en liefdevol. En net zulke woorden worden niet door iedereen in dank aanvaard.

     

    De profeet Elia ging op weg naar Sarefat,

    en toen hij bij de stadspoort aankwam,

    zag hij een weduwe die bezig was hout te sprokkelen.

    Hij riep haar en vroeg

    of ze een kommetje water voor hem wilde halen,

    zodat hij zijn dorst kon lessen.

    (1 Koningen 17,10)

     

    Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen:

    ‘Ik verzeker jullie,

    die arme weduwe offerde meer

    dan al die anderen. 

    Want allemaal gooiden ze er iets in van hun overvloed,

    maar zij gaf van haar armoede

    alles wat ze had,

    alles waar ze van moest leven.’

    (Marcus 12,43-44)

     

    OVER WOORDEN DIE LEVEN WORDEN

     

    Zingen of spreken over liefde en genegenheid kan eerlijk en echt gemeend zijn. Of het kan vals klinken. De waarheid komt aan het licht wanneer er een beroep gedaan wordt op deze liefde. Dan zal al gauw blijken wat er echt van is: gaat het alleen om schone, holle woorden, sentimentaliteit, die vooral zichzelf koestert, of liefde, die belangeloos en zelfvergeten kan zijn? Dat geldt voor individuele mensen, dat geldt ook voor onze kerkgemeenschap.

    Het handvol meel en het beetje olie dat de arme vrouw aan de profeet Elia geeft, staat los van elke sentimentaliteit, maar is een liefde, die zichzelf vergeet voor God en de medemens. Hetzelfde kan gezegd worden van de twee penningskes, die de weduwe in de offerkist werpt. Het zijn voorbeelden, die ons laten aanvoelen dat ons geloof niet los van ons leven mag staan. Maar alleen geloofwaardig is, als dit geloof ook tot leven gebracht wordt.

    De gezindheid waarmee wij iets geven, is belangrijker dan de inhoud van onze gaven, belangrijker dan de hoeveelheid of de grootte. Mama en papa zijn blij met het kleine bloempje of de tekening van hun peuter of kleuter omwille van de liefde die erachter steekt. Wanneer die liefde er is, wordt al de rest bijkomstig. Wie iets geeft, zal dan niet zitten rekenen of gierig zijn, en zijn vrijgevigheid niet afmeten. Hij zal ook iets kunnen afstaan van wat hij zelf nodig heeft. Hij zal vreugde vinden in de vreugde van de ander.

    Ik zou hier willen herhalen, wat ik al bij herhaling aanstipte: dat kan allemaal wereldvreemd en bovenmenselijk lijken, maar het hoeft niet zo te zijn. Godsdienst is geen soort van topsport voor supermensen, topatleten, voetbal- of wielergoden. Jezus stelt nooit de uiterlijke, opvallende daden in het licht: steeds is hij begaan met gewone mensen, zoals wij allemaal zijn. Ons eigen eerlijk oordeel, ons eigen geweten speelt daarbij een grote rol. Van ons wordt gevraagd dat we zelf uitmaken wat we echt aankunnen. Bovendien geldt deze oproep van goedheid en liefde niet alleen voor de individuele gelovige: als kerkgemeenschap moeten wij evenzeer onszelf kritisch durven bevragen. Getuigen wij, als Kerk, genoeg van het Woord, dat leven geeft, of vergeten wij dat Woord van God, en zijn wij soms te zeer bedacht op diplomatie en aardse zekerheden?

    Er zijn ongetwijfeld ontzettend veel goede gelovige mensen, die in hun dagelijkse leven echt kerk of geloofsgemeenschap zijn. Maar het blijft een feit dat vele mensen in onze tijd het precies moeilijk hebben met die Kerk, omwille van haar macht, van haar rijkdom, van haar diplomatie en berekening. Die grote Kerk kunnen wij niet veranderen; het stukje kerk hier bij ons, het stukje kerk dat wij zelf zijn, daar hebben wij wel greep op. Laten wij proberen daar als echte gelovigen te leven, in alle eenvoud en zonder veel grote woorden.

     

    Het lied van de weduwe

     

    Heel schuw en kleintjes komt zij aan,

    het vrouwtje in het zwart,

    dat bij de offerkist gaat staan,

    met rijkdom in haar hart.

     

    De dure dame en de hoge heer

    gaan rinkelend voorbij,

    ze kijken zuinig op haar neer

    en duwen haar opzij.

     

    Maar 't wordt nog overal verteld

    hoe 't muntje dat zij stort,

    het niet te horen kleine geld,

    haar eer en glorie wordt.

     

    Wat zij daar van haar armoe geeft,

    God maakt het duizendvoud,

    want het is alles wat zij heeft:

    haar penning wordt van goud.

     

    Daar staat ze met haar stille lach,

    na zoveel honderd jaar,

    en daarom klinkt op deze dag

    van ons dit lied voor haar.

     

    Michel van der Plas









    07-11-2015 om 08:32 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    04-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    EEN LADDER EN EEN REGENBOOG

     

    Het is één of andere gewone dag waarop de kleinkinderen Thijs en Nel, 7 en 5 jaar, bij mij thuis zijn. Ze zitten met Lego te spelen op de grond aan het grote raam dat uitkijkt op de tuin.

     

    Buiten spelen kan niet vandaag. Het weer zit niet mee en enkele donkere wolken drijven na de regenbui sierend in de lucht. En toch doet de zon haar best! Ik merk van in mijn keuken een prachtige regenboog.

     

    Ik roep naar de kleinkinderen: ‘Kijk eens welk een mooie regenboog!’ Ze kijken even op naar de mooie kleurenboog en Thijs zegt: ‘O, maar het is oma Monique die komt goedendag zeggen’ en zus Nel herhaalt dezelfde woorden. En ze spelen gewoon verder. Alsof het de doodgewoonste zaak van de wereld is.

     

    Ik word er even stil van en krijg een warm gevoel. Oma Monique, in het hiernamaals, komt even goedendag zeggen aan mijn kleinkinderen, aan mij. Zo simpel is het, geen fictie maar werkelijkheid.

     

    Kamiel, 4 jaar, is aan het spelen in de tuin. Mama Leen is niet ver. Plots zegt hij, zomaar:

    ‘Opa Manuel is dood, hé.’

    ‘Ja ventje, hij is dood.’

    ‘Waar is hij dan?’

    ‘In de hemel.’

    ‘Waar is de hemel?’

    Mama wijst naar boven.

    ‘Kunnen we dan geen ladder zetten om bij hem te komen?’

    Als ik het verhaal hoor van mijn
    dochter, word ik er even stil van en krijg een warm gevoel. Een ladder zetten om bij opa te komen in de hemel. Zo kinderlijk eenvoudig is het, geen fictie maar werkelijkheid.

     

    Leven na de dood, fictie of werkelijkheid? Was het antwoord voor ons, volwassenen, maar zo eenvoudig. Voor mijn jonge kleinkinderen is het zo gewoon, zo echt. Zij brengen oma en opa gewoon even terug bij ons, de ene met de regenboog, de andere met een ladder!

     

    Zalige fictie, zalige werkelijkheid?

    Kinderlijke vanzelfsprekendheid!

    Hemels!

     

    Hilda Defossez

     

    (overgenomen uit: ‘Leven na de dood: fictie of werkelijkheid?’ Een uitgave van Catechesehuis)





    04-11-2015 om 10:54 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    02-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    DROOM

     

    De lieve doden zitten in een tijdloze

    kamer met de deuren dicht. Er gaan

    dagen voorbij dat ik niet aan hen denk.

     

    Ze raken bedolven onder lagen

    en lagen van leven. Vannacht kwam

    ik je tegen op een grasveld, riep ik

     

    waar was je, waar was je? Als water

    wilde ik mij leggen langs je lichaam,

    het was vrede, niets kon mij deren.

     

    Het verlangen wordt in de droom

    opgerold. Ik dek je toe met de deken

    van een nieuwe dag als ik opsta.

     

    Anna Enquist







    02-11-2015 om 17:27 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    01-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WOORDEN VOOR ALLERZIELEN

    ALLERZIELEN

     

    We komen op bezoek bij onze doden en kijken, zonder woorden naar een kruis, een stuk arduin en witte bloemen in een vreemde tuin. We kijken even om ons heen en slaan een vluchtig kruis, zoeken naar een stil moment en pogen vruchteloos misschien, even maar, hun aangezicht, hun blik, hun ogen weer voor onze geest te zien.

    We willen, zonder spreken, een gesprek beginnen zoals wij ooit te biechten gingen: ‘Het is zo lang geleden, vader, en ik heb zoveel misdaan’. Zoals we daar dan staan, ietwat gebogen voor een stuk arduin zijn wij een pover stukje mens, zo machteloos en klein. We zoeken haast geen woorden meer, want al ons pogen en ons vechten in de eenzaamheid wordt als een dwarrelend blad even nutteloos, even klein.

    Eens stonden op een kerkhof twee jonge mannen in een wit gewaad. Zij hebben toen gezegd: ‘Het is niet juist wat gij hier doet. Zoek de Levende niet bij de doden. Hij is hier niet.’

    De jonge mannen zijn reeds lang verdwenen. Misschien zijn zij er nooit geweest, en waren zij slechts een manier om de boodschap te verwoorden, bestemd voor elke mens van elke tijd.

     

    ‘Wat zoekt gij in deze vreemde tuin?’

    ‘Wat loopt gij hier met bloemen in de hand?’

    ‘Wat maakt u hier zo klein en armzalig?’

     

    Gij weet het toch: zij zijn niet hier! Kijk liever naar de lucht, in plaats van naar dat stuk arduin en zoek een stukje blauw en .... adem diep in God. Dan zijn uw lieve doden dichter nog bij u dan in hun aards bestaan... Dan zijn zij stille kracht en toevlucht en schuilplaats in de storm

    Adem in God! Dan zult gij met hen kunnen spreken en nieuwe wegen vinden en een nieuwe vrede, heel dicht bij God.

     

    (Bron onbekend)

    ---

    Ik boog me over het graf van mijn vader en liet mijn hand op de koude steen rusten. Er hing een donkere wolkenhemel. De zon brak erdoor en legde haar hand op de mijne. Het ijskoude van de steen zei me dat mijn vader definitief weg was en de warmte van de zon zei me dat de zachtheid van zijn ziel nog altijd werkzaam was. Een handvol seconden slechts ben ik zo blijven staan, dan heb ik me weer opgericht. Ik ben naar de stad teruggekeerd met in mijn hart een enorme kracht.

    ---

    Zielen zijn decreten, ze zijn ieders eigen manier om zijn leven in het niets te smijten of naar de hemel omhoog te gooien – en die beslissing neemt een mens in het diepst van zichzelf, in duisternis en toch in alle helderheid, en de leeftijd doet er niet toe.

     

    (Christian Bobin: ‘Verrijzen’)











    01-11-2015 om 11:49 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    31-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WOORDEN VOOR ALLERHEILIGEN

    ALLERHEILIGEN

     

    Het woord ‘Allerheiligen’ doet ons denken aan ‘ver weg’, een paradijs waar velen samenzijn en waar ook wij zijn uitgenodigd. En dan stellen velen onder ons zich wel de vraag: zullen wij daar ooit geraken? Doen we wel genoeg? Beantwoorden wij wel voldoende aan de eisen van het evangelie? Zijn wij niet té laks geworden? Als we gaan vergelijken met de bagage waarmee we vertrokken, dan denken wij: we hebben wel veel overboord gegooid ... in huwelijksleven, in opvoeding, werk, solidariteit met de armen, gebed en zondagsplicht. We doen niet wat van ons verwacht wordt, we doen niet wat we destijds van onszelf eisten. En we denken: als je de wegwijzers van de wetten niet volgt, dan kom je er nooit, in dat lokkend rijk van Allerheiligen ...

    Als wij zo met onzekerheid en schuldgevoelens en angst zitten, dan krijgen we juist bemoediging vanuit dit feest van Allerheiligen. Zo veel mensen voor ons en ook zo veel tijdgenoten van ons, stonden of staan net zoals wij op deze wereld: even beladen en bezwaard, erfelijk belast, door een milieu belast. Zij hadden ook met alle denkbare verzoekingen te maken, ook zij moesten in bloed en tranen strijden en bereikten hun doel niet in één dag. Zij hebben onze moeilijkheden beleefd en kwamen langs dwaalwegen of omwegen aan. Er is een diepe solidariteit tussen hen en ons. Heiligen veroordelen ons niet: zij begrijpen ons en leren ons onszelf te begrijpen en te aanvaarden.

    Ieder van die ontelbare heiligen van vroeger en van nu heeft het goede evangelische leven verwezenlijkt, op zijn manier, volgens zijn eigen aard en talent. In een kerk met zoveel heiligen vindt ieder wel iemand die hem concrete aanwijzingen kan geven voor de vraag: hoe moet ik leven vanuit het evangelie, en die hem kan prikkelen om het ook te doen. Ieder vindt wel een heilige in wie hij zich kan spiegelen, herkennen, identificeren. Vroeger sprak men van een patroonheilige, niet zo gek, zelfs heerlijk dubbelzinnig ... want patroon wil zeggen: beschermer, voorspreker. Maar ook een model, zou je kunnen zeggen, als voor een kleed dat mij past, waarmee ik op straat kan komen.

    Levende mensen wijzen ons de weg en dit feest geeft hoop omdat er zovelen zijn en ze deden het met dezelfde tekorten en talenten als wij. Niet de wetten zijn onze wegwijzers, maar de levende mensen. Geen supermensen, die langs de kant van de weg staan en hooghartig roepen: die kant uit, dommerik!; bezwaard met een verleden en een karakter, die ons dragen omdat ze weten waar het over gaat.

    Mensen dragen mensen; daar las ik een mooie bladzijde over, die wel past bij dit zo menselijke feest. Een vriend, een levenspartner, een geliefde draagt je in zijn hart: dan word je gedragen als een kostbaar bezit. Kijk maar om je heen: er zijn zo veel gezichten die je niet zou willen missen. Zij dragen je elke dag in hun gedachten. Kleine kinderen kunnen je door het leven dragen: ik weet niet, zegt een moeder, hoe ik het anders zou volhouden, indien ik die kinderen niet zou hebben. Zij dragen hun moeder – zonder het te beseffen – naar betere tijden. Wij ervaren ook hoe wij geholpen worden door iemand van de overkant. Door een lieve dode, door je vader, je moeder, je man of je vrouw, je kind, je vriend.

    Je moet geen spiritistische zitting houden om in contact te komen met een overledene: geen zwarte doeken, geen wiebelende tafel. Lach hiermee. Gebruik je eigen taal van je hart, de taal van je verdriet, de taal van je levensmoed, om hen aan te spreken, waar of wanneer ook. En zij zullen je dragen, zoals jij hen misschien gedragen hebt.

    Zij zijn de heiligen van elke dag, ook al komen zij nooit op de kalender. Gewone mensen worden nooit heilig verklaard, want zo een proces kost veel geld door al de vereiste onderzoeken. Daarom is er het feest van Allerheiligen: je moet niet wachten tot iemand heilig verklaard wordt om heiligen te hebben. Je kunt ze zelf heilig verklaren. Zij zijn het voor jou: je lieve heilige is je dan evenveel waard als een ganse kalender vol officiële heiligen.

    Laat je dragen over je ontmoediging heen, over je ongeloof heen, over je oppervlakkigheid heen, laat je dragen door het wondere geheim van hun liefdevolle aanwezigheid.

    (Dries Morel, ‘Gods droom in onze handen’)

     

    Geliefde zusters en broeders,

    bedenk toch hoe groot de liefde is

    die de Vader ons heeft geschonken!

    Wij worden kinderen van God genoemd,

    en dat zijn we ook.

    (1ste brief van Johannes 3,1)

     

    ‘Gelukkig zijn zij,

    die arm van geest zijn.’

    (Matteüs 5,3)

     

    HEILIGHEID

     

    Heiligheid is echt niet wat de mensen denken. Ik heb vandaag een bosje sleutelbloempjes ontmoet die in de open lucht stonden te praten en hun gepraat als een gebed ten hemel lieten stijgen. Hun hart stond open voor regen en droogte en zelfs voor wie hen eventueel zou plukken. Geen keuze maken in wat op hen toekwam, was hun feilloze manier van heilig zijn.

    Ik was rondjes aan het maken in mijn gedachten toen ze me plots in het oog sprongen, opzij van de weg. Ze boden het licht de kleurige wieg van hun bloemblaadjes aan. De wind bracht hun contouren in beweging en de tekst die ze neerschreven op een achtergrond van grassen, was een lofzang waardig.

    Alle mensen die ik ontmoet, doen mij verdriet. Ik zie hoe een schaduw – een verdriet, een afwezigheid, een gemis – door hun ogen trekt, zelfs wanneer ze lachen, als een hagedisje dat wegglipt tussen twee stenen, bibberend van schrik dat iemand het zou opmerken. En ik ben net als zij. Mijn hart slaat in het donker.

    Het leven wordt er triest van dat het zo zelden tot bij ons kan raken. Het is bij ons als een moeder die haar kinderen haar hart zou te eten geven, terwijl haar kinderen niet van dit verheven voedsel willen proeven, er zelfs niet over willen horen spreken. Om tot bij mij te raken heeft de schittering van de sleutelbloempjes de nacht rond mijn hart moeten openscheuren.

    Voor mij is het een wonder als ik heel arme dingen zie. Ik word nooit moe van dit soort wonderen en ik heb er volstrekt geen verklaring voor waarom er soms niets is en soms alles. Het paradijs, wel, dat is: een hele dag leven als een sleutelbloempje, oh, als één enkel maar.

    (Christian Bobin: ‘Verrijzen’)













    31-10-2015 om 08:49 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    HET IS PRECIES OF OMA

    ER NU EEN BEETJE IS.

     

    Opa, mag ik je iets vragen?

    Ja, jongen, natuurlijk.

    Als Sinterklaas niet bestaat, dan is oma ook geen sterretje aan de hemel geworden. Ik was met papa in de sterrenwacht en er komen echt geen sterren bij telkens als er iemand sterft.

    Hij kijkt zijn opa aan met ogen vol zelfzekerheid maar ook vol zorg.

    Ik wil je geen pijn doen, opa.

     

    De oude man kijkt rond alsof hij naar een antwoord zoekt in de bomen en het ruisen van de wind. Zei Origenes niet dat een beeld altijd een geestelijke betekenis heeft maar niet altijd een letterlijke?

    Hij neemt een stokje en tekent een boom met de kruin in de vorm van een hart. Binnenin die grote boom tekent hij een kleine ovale boom.

     

    De grote boom is het hele leven; de kleine boom is de wereld van ons verstand.

     

    Weet je nog wat je zei toen je kleine broertje was begraven?

    De jongen schudt zijn hoofd, hij was toen net geen drie.

    Je vroeg of je broertje in zijn graf lag te spelen.

    Nu is oma gestorven en daar ben je verdrietig om. Je probeert te begrijpen waar en hoe ze nu is; vragen die horen bij de kleine wereld van ons verstand. Maar je bent ook heel bezorgd om me niet te kwetsen, omdat je veel van mij houdt.

    Dat hoort bij de wereld van het hart.

     

    Opa, geloof jij dat oma ons nu kan zien en horen?

    Opa herinnert zich nog hoe beklemmend het kon zijn toen hij als kind dacht dat zijn overleden familie alles kon zien wat hij deed of nog maar dacht.

     

    In de kleine boom van ons verstand is geen spoor te vinden van oma. Maar in ons hart kunnen we heel dicht bij haar komen.

    Opa stelt voor om samen de ogen dicht te doen en eens met oma te spreken.

     

    Lieve oma, we missen jou zo erg.

    De lekkere koekjes die je voor ons bakte, zullen nooit meer zo lekker zijn.

    Ook al ben je dood, je blijft altijd mijn liefste oma.

    De lucht trilt.

    Het is precies of ze er nu een beetje is.

     

    Wind en bomen zwijgen.

     

    Een oud verhaal dringt zich op bij de opa. Maria Magdalena die bij het lege graf van Jezus komt. Ze ziet de tuinman die zegt dat Jezus niet langer in het graf is. Plots herkent ze hem en wil hem omhelzen, maar Jezus zegt: ‘Raak me niet aan.’ Het is zo broos en niet te begrijpen. Vol vreugde vertelt ze het voort.

     

    Dan zegt opa: lieve Jan, ik zal je een brief schrijven die je pas mag openen als je 21 bent.

     ---

    Beste Jan,

     

    Toen je 10 jaar was, vroeg je me of ik geloofde in het leven na de dood. Om dat duidelijk te maken vertel ik jou wat ik meemaakte toen ik bijna 21 was. Op mijn 18de leerde ik een heel lieve vrouw kennen. Ze was mijn eerste lief. Ze leerde me heel langzaam de liefde kennen. Het was een verrukkelijke tijd en we besloten om te trouwen. We gingen op huwelijksreis en lagen de avond voordien in bed, bewust van ons grote geluk. We waren God dankbaar en konden ons geen leven meer voorstellen zonder elkaar.

     

    ’s Anderendaags maakte een frontaal auto-ongeluk abrupt een einde aan dat geluk. Toen ik bij bewustzijn kwam, zat ik in een ziekenwagen en mijn vrouw lag naast mij. Ze kreunde en ik stelde haar gerust dat we nog leefden.

     

    Mijn wereld stortte in, toen mijn vader me het slechte nieuws bracht dat mijn liefste het niet had gehaald. Ik ben beginnen huilen en huilen. Ik kon er niet mee ophouden.

     

    Op het moment van de begrafenis lag ik in het ziekenhuis. Een tante was bij me. Toen kreeg ik een droombeeld, ik noem het een visioen. Ik zag de hemel voor me. Engelen droegen mijn liefste binnen. Ze lag op een brancard en overal lagen bloemen en er werd gezongen. Terwijl ze haar binnendroegen, dankte ik God dat Hij me drie jaar lang zo een lieve vrouw had gegeven. Ik gaf ze Hem nu terug en zei dat ze voor allen een bron van vreugde zou zijn. Ze zette zich toen recht en glimlachte naar me.

     

    Het vervulde me van vreugde, Jan. Ze is mijn hele leven een bron van steun gebleven. Want op moeilijke momenten zag ik haar weer zitten, glimlachend aan de voeten van Jezus.

     

    Ik hoop, beste Jan, dat dit verduidelijkt wat in mijn leven het leven na de dood heeft betekend.

     

    Je opa,

     

    Hendrik Van Moorter

     

    (overgenomen uit: ‘Leven na de dood: fictie of werkelijkheid?’ Een uitgave van Catechesehuis)

















    28-10-2015 om 18:22 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    26-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    ‘O, als ik dood zal, dood zal zijn

    kom dan en fluister, fluister iets liefs,

    mijn bleke ogen zal ik opslaan

    en ik zal niet verwonderd zijn.

     

    En ik zal niet verwonderd zijn;

    in deze liefde zal de dood

    alleen een slapen, slapen gerust

    een wachten op u, een wachten zijn.’

    J.H.Leopold

    ---

    DE GESTORVENE

     

    Zeven maal om de aarde te gaan,

    als het zou moeten op handen en voeten;

    zeven maal, om die éne te groeten

    die daar lachend te wachten zou staan.

    Zeven maal om de aarde te gaan.

     

    Zeven maal over de zeeën te gaan,

    schraal in de kleren, wat zou het mij deren,

    kon uit de dood ik die éne doen keren.

    Zeven maal over de zeeën te gaan –

    zeven maal, om met zijn tweeën te staan.

    Ida Gerhardt

     

    26-10-2015 om 20:22 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    24-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    ‘DIEPER ZIEN’

    Er was eens een man die niet kon zien zoals de meeste mensen. Hij was blind, zo werd er gezegd. Of onooglijk, want misschien was het veeleer zo dat de anderen hem niet wilden zien of opmerken omdat hij daar zo maar zat, iemand die bedelde om aandacht en respect, iemand die schreeuwde om gezien en opgemerkt te worden, iemand die verlangde naar warmte, waardering en liefde ... ?

    Hij was blind, zo werd er gezegd. En toch bleek hij de enige die inzag wie Jezus was. Misschien omdat hij zijn blindheid onder ogen durfde zien, en wist dat hij een ander nodig had om mens onder de mensen te kunnen zijn.

    Ook wij, die ogen hebben om te zien, wenden wel eens de blik af voor wie of wat ons niet zint. Daardoor blijft God door ons ... vaak ongezien.

    Vandaag spreekt het evangelie ons over ‘zien’, in vele betekenissen en een heel verhaal lang: er is de blinde Bartimeüs, wiens ogen niet goed meer zijn … maar hij ziet wel in wie Jezus is, waartoe Hij gekomen is en in staat is; er zijn de omstaanders of meelopers, die de onooglijke bedelaar niet opmerken, voorbijlopen en over het hoofd zien. En dan is er het zien van Jezus die wel opmerkt, wie weggedrumd en aan de kant geschoven wordt. En juist daardoor van deze kleine armoezaaier een ander mens maakt …

    Een verhaal van toen, een verhaal van nu. Want de ontmoeting met een milde, begrijpende mens kan een hele verandering brengen in ons leven. Zo een ontmoeting kan de eentonigheid doorbreken of de ontmoediging genezen, die ons misschien kwelt. We kunnen nieuwe levensmoed vinden, omdat we gaan inzien dat wij meer waard zijn, dan anderen ons soms laten aanvoelen.

     

    ‘De HEER heeft zijn volk gered,

    en wat er van Israël nog overbleef bevrijd.’

    Ik laat hen uit het noorden terugkeren

    en breng hen samen

    van de einden der aarde.

    Ook blinden en lammen komen mee,

    ook zwangere vrouwen,

    en vrouwen in barensnood.

    (Jeremia 31,7-8)

     

    De omstanders snauwden hem toe

    dat hij zijn mond moest houden,

    maar hij schreeuwde des te harder:

    ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 

    Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’

    (Marcus 10,48-9)

     

    ANDERS GAAN ZIEN

     

    Vandaag gaat het in het evangelie over een kleine mens, een blinde bedelaar. 'Jezus, heb medelijden met mij', bidt hij. En Jezus hoort en ziet die kleine mens. En hij doet een wonder voor die verstoten, weggedrumde man. In ons land zijn er enkele duizenden blinden, en enkele duizenden mensen die moeilijk zien. Dit evangelie is niet alleen voor hen geschreven; het werd ook voor ons opgetekend, die niet blind zijn – misschien is het zelfs meer voor ons geschreven. Ik herinner mij hier een gedachte van een gehandicapte mens, hij was niet blind, maar leed aan M.S., multiple sclerose en kon niet meer gaan. Op een dag schreef hij mij:

     

    'Gezonde mensen leven vaak in zo'n jachtig tempo. Zij buitelen van de ene ervaring in de andere, en genieten van geen enkele. De indruk, die één ervaring zou kunnen nalaten, wordt al meteen uitgewist door een volgende impressie. Een gezonde mens is meestal een slokop, een veelvraat. Hij slikt maar zonder te smaken. Vroeger was ik ook zo. Nu ben ik verplicht om trager te leven, en ik geniet veel meer van het weinige dat ik beleef.’

     

    Wie niet of moeilijk kan gaan, wie niet of moeilijk kan zien, wie niet of moeilijk hoort, neemt dikwijls meer op en gaat dikwijls meer naar de kern. Als je weinig mogelijkheden hebt, kan je geen omwegen maken. Je kan geen tijd verliezen aan bijkomstigheden. Je hebt je tijd hard nodig om bij de kern te komen. De meesten van ons zijn niet gehandicapt. Als ik de kerk inkijk, zie ik weinig witte stokken en weinig rolstoelen. We zijn valide, en wij riskeren de kern te missen, afgeleid te worden. Er is immers zoveel: het drukke leven, de spellekes en de soaps van de tv, het grove geld van de topsport, de meedogenloze macht van politiek en economie, de talrijke programma's met veel seks en weinig liefde. En tussen al die grootmachten wordt de kleine mens vergeten: hij is geen nieuws, hij moet maar ondergaan en laten gebeuren.

    Maar Jezus was anders. Hij ziet en hoort de kleine mens. En hier en daar leeft Hij voort. In enkele grote namen, die geroemd worden, of heilig verklaard om hun liefde en hun geloof. Maar vooral in vele klein namen, gewone mensen, die nooit genoemd of geroemd worden, omdat ook zij geen nieuws zijn. Mensen, die vandaag als Jezus zijn, mensen die door hun geloof in Jezus genezen werden tot nieuwe mensen: mensen, die anders zien en beter zien; mensen, die anders leven en beter leven.

    En dan gebeurt het wonder. Dan komt er hoop en kleur en vreugde in onze wereld, naar het woord van Jeremia: 'Jubel van vreugde, want de Heer heeft redding gebracht. Bedroefd gingen wij heen, maar getroost mogen wij terugkeren.'

     

    Waar ligt voor jou Jericho,
    de plaats waar God jou aansprak?
    Welke plaats,
    welk moment heeft voor jou
    een onvergetelijke betekenis,
    omdat je ogen en je hart er genezen werden
    van je twijfel, van je blindheid?



    Waar heb jij Jezus’ vraag herkend:
    ‘wat kan Ik voor je doen?’
    Je wordt vanaf je doopsel tot leerling geroepen,
    maar echt leerling zijn,
    leer je vooral
    in de concrete situaties en vragen van je leven.



    Ook bij jou blijft Jezus staan,
    zelfs wanneer iedereen
    aan je vragen en twijfel voorbij loopt,
    en Hij geneest je, zodat je weer kan leven
    en met Hem op weg kan gaan, gaandeweg…

     

    Federatie Kana















    24-10-2015 om 09:47 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    SIMON ISTVAN

     

    Simon Istvan is gestorven. Hij was 67.

     

    Vijftien jaar voor zijn dood had hij geprobeerd een einde aan zijn leven te maken. Hij wilde zichzelf levend begraven in een kloostertuin van de jezuïeten in het Brusselse. Het was winter. Hij was in een kuil gaan liggen en had sneeuw over zich heen getrokken. Een hond had hem gevonden voor hij van de koude was omgekomen.

     

    Met de opstand in Hongarije in 1956 kwam Istvan naar België. Hij vond werk in Brussel in de wegenbouw en hielp bij de opbouw van de wereldtentoonstelling van 1958. Het was zwaar werk. Omdat hij alles deed wat men hem vroeg, kreeg hij de moeilijkste job tussen lawaaierige drilboren en machines. De helse decibels maakten hem vrijwel doof. Voor zijn collega's was hij vaak het mikpunt van spot vanwege zijn goedheid en zijn hardhorendheid. Soms gingen de plagerijen zo ver dat hij van het werk wegliep.

     

    Op een dag vond hij de moed niet meer om te gaan werken. Wekenlang zwierf hij door de straten, tot hij werd opgepakt als landloper. In de gevangenis slaagde hij erin om wat spaarcentjes te verdienen, ongeveer 125 euro. Toen werd hij vrijgelaten, samen met een collega-landloper. Die had de goedhartige Simon Istvan in de gevangenis leren kennen en kreeg het voor elkaar om hem al zijn geld af te snoepen. Simon voelde zich diep ongelukkig en wilde met mensen niets meer te maken hebben. Ze wilden toch allemaal van hem profiteren.

     

    Op een avond sloop hij via een keldergat binnen in een sloophuis, waar hij zich installeerde. Hij vond wat vodden om op te slapen. ’s Nachts kwam hij naar buiten om in de vuilniszakken naar eten te zoeken. Hij voelde zich vreselijk verlaten in een vreemd land, waarvan hij ook de taal niet begreep. Hij had geen notie van tijd. Later vertelde hij dat hij zoveel mogelijk lege bierflesjes had verzameld, waar hij een keer per dag in plaste. Zo kon hij de dagen tellen.

     

    Toen hij 165 flesjes vol had, deed hij wat hij al een hele tijd van plan was geweest. Hij wilde dood zijn. Sterven leek hem gemakkelijker dan verder te gaan met zijn ellendige leven. Hij kroop via het keldergat naar buiten, maar dit keer niet om naar eten te zoeken. Hij doolde wat rond in de nacht en kwam in een kloostertuin terecht. Het was winter en koud.

     

    Plots struikelde hij en hij viel in een kuil vol bladeren en sneeuw. Daar bleef hij liggen en hij trok nog meer bladeren en sneeuw over zich heen. Terwijl hij daar zo lag, kwam er een bijna zalig gevoel over hem. Kon hij nu maar rap dood zijn. De mensen hadden hem toch allang begraven. Hij voelde de kou niet meer.

     

    Heel lang heeft hij daar gelukkig niet gelegen, want in de vroege ochtend kwam een grote hond al blaffend de bladeren wegkrabben. Hij schrok en was bang. Met moeite kwam hij overeind, stram, ijskoud en lijkbleek. Voor hem stond een pater die in alle vroegte met de hond was gaan wandelen. Die omarmde hem en nam hem mee naar de warmte van het klooster.

     

    Daar waren ineens weer mensen voor wie hij de moeite waard was. En via de paters kwam hij bij werkhuis MIN terecht. Omdat wij zijn taal niet konden verstaan, belde ik mijn goede vriend Sandor Dobai op, aalmoezenier van de Hongaren in Luik en Limburg. Die haalde Istvan op en schonk hem in Luik een thuis en veel vrienden. Vooral de mensen van ‘Les Sans Logis’ hebben veel voor hem gedaan.

     

    Langzaam maar zeker verzoende Simon Istvan zich weer met het leven. Hij ging alleen wonen en was echt een lieve man voor iedereen die zijn pad kruiste. Hij was blij en dankbaar, en een grote kindervriend.

     

    In het begin van dit jaar is hij plots overleden.

     

    Phil Bosmans: ‘Kleine mensen, grote mensen’

    21-10-2015 om 18:14 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    19-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    BLIND

    Toon me het leven, hoor je de twijfelaar zuchten.
    Ik wijs hem op de lachende luchten.
    Ik toon hem groene wouden.
    Ik toon hem de winter met de sneeuw en de koude.
    Ik toon hem het landschap in zijn pracht.
    Ik toon hem de rotsen in hun kracht.
    Ik toon hem de zee, door stormen geteisterd.
    Ik vraag hem te luisteren naar het lied van de lijster.
    Ik toon hem de bloemen overal verscholen.
    De lelies, de rozen en de violen.
    Ik toon hem rivieren, kabbelende stromen.
    Ik toon hem de jeugd met haar hoop en haar dromen.
    Ik toon hem de meisjes met verlangende harten.
    Ik toon hem de zwoegers op de markten.
    Ik toon hem de sterren, de zon, de maan.
    Ik toon hem daden, uit vriendschap gedaan.
    Ik toon hem de blijheid en hartelijkheid.
    Maar toch, hij raakt zijn twijfel niet kwijt.
    Hij kan niet geloven wat hij ziet,
    Want zijn ziel is blind en ziet het niet!

     

    John Kendrick Bangs









    19-10-2015 om 17:56 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    17-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    MISSIEZONDAG

    ‘Hij gaf zijn leven …’ in het bijzonder voor wie klein, uitgesloten en van geen tel was. Sedert Jezus op aarde kwam gaat het niet langer om ereposten, ook niet, zeker niet in de Kerk. Alleen wie in staat is zichzelf weg te cijferen en daarbij het kruis in zijn leven niet uit de weg gaat kan iets betekenen voor andere mensen.

    In het licht van het evangelie zijn wij slechts groot als wij ons leven willen geven in zelfvergeten dienstbaarheid. Ons leven geven, we zullen allicht geen heldhaftige marteldood moeten sterven. Het is veeleer een ongezien en dagelijks leven voor de andere, ook als dat moeilijk valt en soms een kruisweg kan worden.

     

    Waarlijk, Hij gaf zijn leven als zoenoffer  

    maar hij zal zijn nakomelingen mogen zien,

    en lang blijven leven; 

    en wat de HEER behaagt

    komt door Hem tot vervulling. 

    (Jesaja 53,10)

     

    Wie van jullie de belangrijkste wil zijn,

    zal de anderen moeten dienen

    en wie van jullie de eerste wil zijn,

    zal ieders dienaar moeten zijn, 

    want ook de Mensenzoon

    is niet gekomen om gediend te worden,

    maar om te dienen

    en om zijn leven te geven als losgeld voor velen.’

    (Marcus 10,43-45)

     

    HIJ GAF ZIJN LEVEN

     

    Een jaar of vijftien geleden kwam een missionaris uit Thailand op verlof. Hij had daar meer dan 30 jaar gewerkt en niet zo danig veel mensen kunnen bekeren en dopen. Het is trouwens zeer de vraag of dat wel zijn grootste doel was. Voor zijn afreis kwam een Boeddhistische monnik hem nog zeggen:

    ‘Pater, het is goed dat je eens naar huis gaat om wat te rusten en je familie te zien. Maar blijf toch niet te lang weg, want ik kom graag luisteren naar wat jij over God te zeggen hebt.

    Weet je: ik geloof in God en ik denk dat jouw God eigenlijk dezelfde is als mijn God maar jij kent onze God blijkbaar beter dan ik en daarom ben ik telkens geboeid door wat jij zegt over onze God.

    Pater, als het waar is dat onze God, 2000 jaar geleden, mens geworden is, dat Hij geboren werd uit de schoot van een moeder, dat Hij kon wenen, lachen, werken en lijden, en dat Hij op 33 jaar voor ons zijn leven gaf en werd gedood. Als het waar is dat Hij uit de doden is opgestaan, dat Hij ons zijn Geest geschonken heeft en zo voor altijd in ons midden wil blijven … als wij Hem maar toelaten en ontvankelijk zijn.

    Pater als dit allemaal waar is waarom hebben jullie dan zolang gewacht om ons dit te komen vertellen?’

    Wellicht had deze eenvoudige monnik geen grote studies gedaan, maar hij had een nederige open geest bewaard, en ongetwijfeld had hij tijd gemaakt om stil te zijn, en in alle rust en zonder drukdoenerij te luisteren naar wat God hem te zeggen had. In het ruisen van de wind op een zomeravond, in de vreugde en het leed van zoveel mensen, in de rust van een oude man of vrouw, en door die pater, die jaren geleden, zijn leven had gegeven … om zonder enige pretentie te gaan vertellen over God, die ook zelf zijn leven had gegeven, opdat wij leven zouden hebben, en wel in overvloed.

    Zo kon die monnik, na al die jaren, zeggen: ‘Pater, jouw God is dezelfde als mijn God. Maar jij kent onze God blijkbaar iets beter.’

    Daarom blijft het nodig om hier en elders nog altijd te vertellen van een God, die zijn leven gaf. En blijft het goed dat sommige mensen hun leven geven voor die velen, voor wie het leven ook nu nog hard en onrechtvaardig is.

     

    Wat is de taak die op mij wacht?


    Het is: vertellen over Jezus,

    getuigen dat Hij leeft.

    Soms met woorden

    en heel dikwijls

    alleen met mijn manier van leven.

     

    Mensen zullen Hem ontdekken

    in mijn blije lach,

    in mijn open oor

    en mijn luisterend hart.

     

    Zij zullen het evangelie zien

    in mijn gevende hand,

    in mijn vergevend gebaar

    en in mijn dienstbaarheid.

     

    Zij zullen geloven dat Jezus echt leeft

    als ik kan kiezen voor de zwaksten,

    als ik eigen grenzen ophef

    en rood, geel, zwart, bruin en blank

    slechts één kleur zijn.

     

    Dit is mijn opdracht.

    Niet gemakkelijk,

    maar meer dan boeiend.

     

    Ik geloof erin.

    En jij?

     

    Levensecht











    17-10-2015 om 08:40 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    14-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WOORDEN DIE SPREKEN

    Eddy hield van zwerven en van bedelen. Hij was nog tamelijk jong, maar hij was niet in de wieg gelegd om te werken. Op een avond kwam hij binnenvallen. Terwijl we wat met elkaar praatten, merkte ik dat de naad van zijn broek los was. Ik vroeg of hij er een andere wilde. Hij vond het onmiddellijk goed. Tussen de kleren die de mensen hadden binnengebracht, vonden we een mooie broek die hem perfect paste. Hij hield ze aan. Toen ik hem vroeg om de andere bij ons te laten, was zijn reactie kordaat: 'Neen, die pak ik mee.'

     

    Twee weken later kwam ik hem tegen in de Familiestraat. Het viel mij op dat hij weer zijn oude, kapotte broek had aangetrokken. Ik keek hem verbaasd aan en schudde hem door elkaar met de woorden: 'Maar Eddy toch. Hoe is het mogelijk!' Hij antwoordde heel bedeesd: 'Maar deze brengt meer op.'

     

    Eddy was onverbeterlijk. Op zekere dag belde een pastoor: 'Wat moet ik doen? Hier komt regelmatig een zekere Eddy bedelen. Ik weet niet of je hem kent. Ik heb hem al eens de weg naar werkhuis MIN gewezen.'

     

    'Och, meneer pastoor, Eddy kent beter de weg naar het pakhuis dan u. U mag hem niet meer helpen.'

     

    Toen heeft de pastoor Eddy eens flink aangepakt en gezegd: 'Je hoeft niet meer terug te komen, want je krijgt niets meer.'

     

    Eddy bleef een tijd weg, maar kwam later terug. 'Wat heb ik je gezegd? Je krijgt niets meer,' had de pastoor geroepen. En zonder één woord was Eddy weer weggegaan. Na maanden kwam hij terug en toen de pastoor hem vroeg wat hij kwam doen, antwoordde hij heel onschuldig: 'Ik kom niet bedelen, ik wil biechten.' Nu moest de pastoor hem wel binnenlaten! En Eddy knielde en biechtte zoals het hoorde.

     

    Daarna ging hij heel devoot op een stoel zitten en deed alsof hij zijn penitentie bad. Maar opeens, heel hard, kwam het eruit: 'Heer, geef hem de kracht me nog één keer te helpen!'

     

    Phil Bosmans: ‘Kleine mensen, grote mensen’

    14-10-2015 om 17:05 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    AYLAN

     

    Is er een dode zeehond aangespoeld?

    Een klein dolfijntje, onderkoeld,

    Uit een boze zee verdreven?

    Of een pak wrakhout geloosd

    Uit een boot, onervaren

    Uitgevaren in een plotse storm ?

    Het antwoord is neerbliksemend

    ‘Maar, neen.’ Het is een mens,

    Een mensje met zijn gezichtje in het zand

    Van het natte strand gedrukt,

    Want ademen hoefde toch niet meer.

    Terwijl de oceaan nauwelijks ontdaan

    Zijn zielige melopee bleef zingen

    In tij en ontij, onverstoord.

     

    Het was een jongetje met een naam,

    Kon mijn eigen kleinzoon zijn,

    En toch maar eentje uit miljoenen

    Met vader, moeder onder weg

    Naar het land van Ergens,

    Een beloofde land van vrijheid

    En gastvrijheid waar mensen

    Niet op mensen schieten

    En niet het eigen volk eerst

    Maar alle mensen eerst aan bod

    Zouden moeten kunnen komen.

    Een land van droom; geen moord.

     

    Toen bleek het land van Ergens

    Veeleer een land van Nergens

    De droom verdampte met het water

    Van de zee die wild golfde om zich heen

    Geen talen kunnen nog vertalen

    Hoe cynisch woorden kunnen zijn

    Als palindromen worden opgehoest

    Want dan wordt droom echt moord

    Toen de droom van Aylan

    Onbarmhartig werd vermoord.

     

    Mark Eyskens





    12-10-2015 om 17:22 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1617)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!