Inhoud blog
  • Bezinning bij de derde zondag van de Advent
  • WOENSDAG IN DE TWEEDE WEEK VAN DE ADVENT
  • TWEEDE ZONDAG VAN DE ADVENT
  • EEN GEDACHTE BIJ DE ADVENT
  • BIJ DE EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    26-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEEST VAN DE HEILIGE FAMILIE

    IN HET HUIS VAN DE VADER

     

    Het gaat allemaal erg vlug en vreemd in de liturgie. Vorige vrijdag vierden we de geboorte van het Kind en vandaag is dit Kind in het evangelie reeds 12 jaar. Maar wees gerust: volgende week ligt het weer in de kribbe te wachten op de komst van de wijzen uit het Oosten. Het is al bij al een wat vreemde volgorde. Maar dat komt omdat traditioneel op de zondag tussen Kerst en Nieuwjaar het feest van de H. Familie wordt gevierd.

    Met dit feest wilde de Kerk het gezin, als kern van de samenleving, in bescherming nemen. Zij wilde het beveiligen, toen in de vorige eeuw de gezinsstructuur bedreigd werd door de gevolgen van de armoede, de opkomst van het Marxisme en de ontkerstening van de arbeiderswereld.

    Dat feest van de H. Familie lijkt een goede gelegenheid om even na te denken over ons eigen gezin, en wat zich daar soms afspeelt tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen.

    En we kunnen ook even nadenken over onszelf en over de kronkelwegen die wij – destijds – volgden om de ouderlijke zorg te ontgroeien.

    (vrij naar: ‘Zondagsvieringen Dominicanen’)

     

    Bekleed u,

    als Gods heilige en geliefde uitverkorenen,

    met tedere ontferming,

    goedheid, nederigheid, zachtheid en geduld.

    Verdraag elkaar en vergeef elkaar,

    als de een tegen de ander een grief heeft.

    Zoals de Heer u vergeven heeft,

    zo moet ook u vergeven.

    (Kolossenzen 3,12-13)

     

    Toen ze Hem daar zagen,

    waren ze zeer ontdaan.

    Zijn moeder zei:

    `Kind, hoe kon je ons dit aandoen?

    Wat waren je vader en ik ongerust toen we je kwijt waren.'

    Hij zei tegen hen:

    `Waarom hebben jullie mij gezocht?

    Wisten jullie niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?'

    (Lucas 2,48-49)

     

    ‘HIJ WAS TOEN AMPER TWAALF’

     

    Het evangelie vertelt ons weinig over de kindertijd van Jezus: allicht heeft Hij die jaren doorgebracht als elke andere jongen in zijn land en in zijn tijd. Maar Lucas en Matteüs vertellen enkele heerlijke anekdotes. Zo zijn er ook nu een paar zinnetjes, die meer betekenis krijgen door zijn latere leven.

    Het verhaal begint nog heel gewoon: zoals vrome mensen wel meer deden, ging ook dit gezin uit Nazareth Pasen vieren in Jerusalem. Eerst verloopt alles heel normaal, de heenreis, het Paasfeest zelf, en dan vatten ze de terugtocht aan. De avond van de eerste dag al is er onrust: het kind van twaalf is niet bij de groep. Is hij verloren gelopen? Werd hij ontvoerd? Het is een angst en een verdriet, die ook vandaag bestaan: de zoektocht, het opsporingsbericht, niet zelden een tragische afloop. Hier is de afloop anders: Jezus is achtergebleven in de tempel en is volop met de rabbi’s in gesprek. We verstaan de vrees van Maria: ‘Kind, hoe kon je ons dit aandoen?’ Het woord van Simeon komt al uit: het leven van Jezus zal als een zwaard haar moederhart doorsteken.

    Het antwoord van Jezus was onbegrijpelijk voor hen: ‘Wisten jullie dan niet dat ik bij mijn Vader moest zijn?' Het eerste woord van Jezus wijst al naar zijn unieke verbondenheid met God, die Hij zonder enige schroom ‘mijn Vader’ noemt. Moeder Maria, die alles in haar hart bewaarde, kan dat niet begrepen hebben, zoals er later nog zoveel zou gebeuren, dat zij niet kon begrijpen, maar dat wel als een zwaard door haar moederhart ging.

    De jaren nadien rijpt zijn roeping. Er worden ons geen details meer gegeven, maar Lucas schrijft wel: ‘Jezus werd een wijs en volwassen man, die steeds meer in de gunst kwam bij God en de mensen.’

    De wondere jaren van later, waarover wij zoveel meer weten, waren toen nog veraf. Maar in dat ene zinnetje, dat een hele jeugd samenvat, vinden wij een oproep voor ons allemaal, voor een leven lang. Mochten ook wij – ongeacht onze leeftijd – dag na dag nog groeien in wijsheid en in welgevalligheid bij God en bij de mensen.

     

    DE WEG NAAR HUIS INSLAAN

     

    Vader en moeder

    zien iets van zichzelf herleven

    in hun kinderen, hun kleinkinderen.

    Ze hebben dezelfde trekjes.

    Met een fijne glimlach

    verstaan zij de blik in hun ogen

    en de trekken in hun karakter.

    God heeft iets van zichzelf

    in de mens gelegd.

    Zo zal Hij ook

    teder glimlachen

    om onze explosies van creativiteit en energie.

    We zijn wel groot geworden,

    weg gegroeid van thuis,

    maar Hij kan ons niet vergeten.

    Geloven in God

    is de weg naar huis inslaan.

    Het is een oeroud geheim

    omzetten in kleine gebaren.

    En opnieuw familie worden.

    God is onze beste familie.

     

    (Zondagsvieringen Dominicanen)













    26-12-2015 om 07:25 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    23-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZALIG KERSTMIS

    Ik heb je uit de treurwilg

    van mijn hart

    gesneden klein zoet Kind –

     

    Daar moet toch eerst zoveel

    gebeuren

    overwinterd

    en geleden

    en gevallen

    zijn –

    om Je trekken te ontvangen.

     

    (Omer Gielliet)

     

    Zalig Kerstmis

    Een gezegend Nieuwjaar

     

    omer











    23-12-2015 om 16:35 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN WITTE KERST

    EEN WITTE KERST

     

    Er was eens een man die het kerstfeest grondig wilde vieren. Hij haalde een laddertje uit de schuur en spande langs het plafond de rode papieren slingers die daarvoor garant zijn. Aan de lamp hing hij een van die rode bellen, die opgevouwen weinig lijken, maar naderhand nog aardig meevallen. Toen dekte hij de tafel. Hij had hiervoor urenlang over drie winkels verdeeld in de rij gestaan, maar het zag er dan ook goed uit. Naast elk bord stak hij ten slotte een kaarsje aan, waarvan je er tien in een doos koopt, en klapte in zijn handen. Dit was het teken om binnen te komen. Zijn vrouw en kinderen, die al die tijd in de keuken elkaar met een verlegen glimlach hadden aangekeken, kwamen bedremmeld binnen.

     

    ‘Nee maar,’ zeiden ze, ‘dat had je niet moeten doen.’

     

    Maar omdat hij het toch gedaan had gingen ze blij zitten en keken elkaar warm aan.

     

    ‘En nu gaan we niet alleen smullen,’ zei de man, ‘we moeten ook beseffen wat er nu eigenlijk gebeurd is.’

     

    En hij las voor hoe Maria en Jozef alle herbergen afliepen, maar nergens was er plaats. Maar het kind werd ten slotte toch geboren, zij het in een stal. En toen begonnen ze te eten, want nu mocht het, al was er dan veel ellende in de wereld.

     

    ‘Kijk,’ zei de man ‘dat is nu Kerst vieren en zo hoort het eigenlijk.’ En daarin had hij gelijk. En zij verwonderden zich over de hardvochtigheid van al die herbergiers, maar het was ook tweeduizend jaar geleden moet je denken, zo iets kwam nu niet meer voor. En op dat ogenblik werd er gebeld. De man legde de banketstaaf die hij juist aan de mond bracht, verstoord weer op zijn bord.

     

    ‘Dat is nu vervelend,’ zei hij, ‘er is ook altijd wat.’ Hij knoopte zijn servet los, sloeg de kruimels van zijn knie en slofte naar de voordeur.

     

    Er stond een man op de stoep met een baard en heldere, lichte ogen. Hij vroeg of hij hier ook schuilen mocht, want het sneeuwde zo. Het was namelijk een witte Kerst, dat heb ik nog vergeten te zeggen, hoe kan ik zo dom zijn. De beide mannen keken elkaar een ogenblik zwijgend aan en toen werd de een door een grote drift bevangen. ‘Uitgerekend op Kerstmis,’ zei hij, ‘zijn er geen andere avonden.’ En hij sloeg de deur hard achter zich dicht. Maar terug in de kamer kwam er een vreemd gevoel over hem en de tulband smaakte hem niet. ‘Ik ga nog eens even kijken,’ zei hij, ‘er is iets gebeurd, maar ik weet niet wat.’ Hij liep terug naar de stoep en keek in de warrelende sneeuw. Daar zag hij de man nog juist om de hoek verdwijnen, met een jonge vrouw naast zich, die zwanger was.

     

    Hij holde naar de hoek en tuurde de straat af, maar er was niemand meer te zien. Die twee leken wel in de sneeuw te zijn opgelost. Want het was, zoals gezegd, een witte Kerst. Toen hij weer in de kamer kwam zag hij bleek en er stonden tranen in zijn ogen. ‘Zeg maar even niets,’ zei hij, ‘die wind is wat schraal, het gaat wel weer over.’ En dat was ook zo, men moet zich over die dingen kunnen heen zetten. Het werd nog een heel prettig Kerstfeest, het was in jaren niet zo echt geweest. Het bleef sneeuwen, de hele nacht door en zelfs het kind werd opnieuw in een schuur geboren.

     

    Godfried Bomans

     









    21-12-2015 om 16:23 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    19-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    GELUKKIG BEN JE ALS JE GELOOFT

    Alle vier de kaarsen van onze Adventskrans branden, dus is het volgende zondag Kerstmis. Het feest van de geboorte. Het verhaal van het bezoek van Maria aan Elisabeth brengt ons in de juiste stemming: een ontmoeting van twee vrouwen, allebei in verwachting.

    Dat drukt perfect uit wat Advent is: wachten op wat komt, uitzien naar de komst van het kind, uitzien naar de toekomst.

    Op het einde van haar bezoek barst Maria uit in een lofzang, het bekende Magnificat. Daaruit blijkt dat die ontmoeting haar heeft deugd gedaan. Door Elisabeths woorden en aandacht is zij open gebloeid, is zij een ander mens geworden.

    Misschien kunnen we ons afvragen hoe vaak het voorkomt dat degenen die ons willen ontmoeten – af en toe, of misschien dagelijks – door onze woorden echt zijn open gebloeid.

    (Zondagsvieringen Dominicanen)

     

    ‘Bethlehem in Efrata,

    al bent u klein onder Juda’s stammen,

    toch zal er, zeg Ik, iemand uit u voortkomen

    die over Israël gaat heersen.

    Zij zullen in veiligheid wonen,

    omdat Hij zijn macht zal laten reiken

    tot aan de uiteinden van de aarde:

    dat zal vrede zijn.

    (Micha 5,1.3)

     

    Gelukkig is zij

    die geloofd heeft

    dat de woorden van de Heer

    in vervulling zullen gaan.’

    (Lucas 1,45)

     

    GOD IN MENSEN

     

    Het evangelie van vandaag spreekt over twee vrouwen, die een kind verwachten. Maria, de moeder van de Heer, en Elisabeth, de moeder van Johannes de Doper. Beide vrouwen hebben een bijzondere plaats in het heilsplan van God. Zij maken voor ons duidelijk wat God kan doen met mensen, die openstaan voor zijn woord, en hoe mensen handelen, die geleid worden door Gods Geest.

    Laten we eerst eens kijken naar Maria. Zij is een mens, die God in haar hart draagt. Maria, die door het bergland van Juda naar Elisabeth gaat, toont ons hoe het geloof zich op weg begeeft om Jezus naar anderen te brengen. Zij gaat met spoed, een heilige onrust drijft haar voort, zij gaat door het gebergte, niets houdt haar tegen, zij wil haar genade en haar geluk naar Elisabeth brengen om het met haar te delen. God is voor Maria niet iets om over te praten, maar iemand die bij haar is, de onzichtbare aanwezige. Zo is zij de ontmoetingsplaats van de levende Heer voor Elisabeth. 'Waaraan heb ik het verdiend dat de moeder van mijn Heer tot mij komt?'. In Maria wordt God op een nieuwe wijze ervaarbaar. Maria draagt God naar de mensen. Dat heeft zij niet in een keer gedaan, bij haar bezoek aan Elisabeth, neen zij doet dat nog altijd. God komt tot de mensen door mensen die helemaal van Gods Geest vervuld zijn, God geeft vrede en vreugde aan de mensen, door mensen die helemaal met Zijn vrede en vreugde vervuld zijn. Men zegt dat wij leven in een tijd van Godsverduistering. Veel mensen kunnen God niet meer ervaren; voor veel mensen is God dood. Heeft deze klacht misschien niet haar oorzaak in het feit dat er onder ons zo weinig mensen zijn waarin God tegenwoordig kan worden, zoals Hij in Maria tegenwoordig was?

    Kijken we nu ook naar Elisabeth. Zij is het voorbeeld van een gelovige, die een bijzondere feeling heeft voor de aanwezigheid van God in andere mensen. Zij ziet niet alleen wat zich aan het oog aanbiedt, maar ook dat, wat onder de zichtbare werkelijkheid schuilgaat en werkzaam is. Dit vermogen om het heilige in anderen te ervaren, waarmee Elisabeth zo rijk begiftigd was, kan de mens zich zelf niet geven. Dat gebeurt onder de werkzaamheid van Gods Geest. Daarom juicht Maria ook over Gods genade, die iedere tijd opnieuw in mensen werkt.

    Gelukkig ben je als je gelooft, dat wil zeggen, als je het waagt een stap verder te zetten dan wat je nu weet, ziet en kunt. Beide vrouwen hebben dit gedaan, hun geloof is tastbaar geworden, zij zijn voor elkaar een plaats van ontmoeting geworden met de levende Heer. Maria en Elisabeth ontmoeten elkaar; de mens die God in zijn hart draagt en de mens die God in de ander erkent en prijst, staan tegenover elkaar. Beide gestalten beelden een wezenlijke grondhouding uit van een gelovig bestaan.

    Laten we opzien naar Maria en ook proberen, zoals zij, de goedheid en mensenliefde van God in ons leven voor anderen zichtbaar te maken. Laten we ook kijken naar Elisabeth, die zo fijn aanvoelde hoe God ons kan ontmoeten in gewone mensen. Ga door het bergland naar de mensen toe en stel de deur van je hart wijd open voor God, die naar je op weg is langs mensen om.

    (Federatie Herent)

     

    GELUKKIG DAT ER ZULKE MENSEN ZIJN

     

    Gelukkig dat er mensen zijn die altijd weer
    Gods droom ook nog zelf durven dromen.

    Die weten dat deze wereld
    niet zo hoeft te zijn.
    Niet mag zijn zoals hij nu is.

     

    Die geloven dat hij anders kan worden:
    Beter, gerechtiger, gelukkiger voor allen…
    Méér de wereld van God!

     

    Gelukkig dat er mensen zijn
    Die dromen zoals God , die 'ja' durven zeggen,
    En die zijn wegen gaan,

    Die levensweg waarvoor God hen proficiat wenst;
    Die weg die Jezus ons is voorgegaan,

    trouw en arm en zachtmoedig,

    Gelovend dat God zelf ons thuisbrengt

    uit onze ballingschap…

     

    Gelukkig dat er zulke mensen zijn.

     

    Bron onbekend







    19-12-2015 om 10:39 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    17-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    DE KAARS (deel 2)

    (Nu moet ik zeggen dat die opmerking aan de meesten van ons voorbijging, zij had immers nergens iets mee te maken, zij sprak over iets dat geheel buiten ons bestaan viel, maar dat zij de wonderlijkste en meest onverwachte gevolgen had.)

     

    Toen het al laat in de avond geworden was en iedereen daar zo een beetje neerlag, op de planken, met zijn eigen gedachten, of eigenlijk helemaal zonder gedachten, werd mijn vriend onrustig. Hij schoof naar zijn koffertje en haalde de kaars te voorschijn. Ik kon het heel goed zien in het donker, de witte kaars. Hij eet hem op, dacht ik, als hij nu maar aan mij denkt. En ik loerde naar hem, door mijn oogharen. Hij legde de kaars op zijn brits en ik zag hem naar buiten verdwijnen, waar een klein vuurtje smeulde. Hij keerde terug met een brandende spaander. Als een spook dwaalde dat kleine vlammetje door de loods, tot het zijn plaats weer bereikte. Toen gebeurde het vreemde: hij nam de spaander, dat vuur, en stak zijn kaars aan.

     

    De kaars stond op zijn brits en brandde.

     

    Ik weet niet hoe iedereen dat zo onmiddellijk ontdekte, maar het duurde niet lang of de ene schaduw na de andere schoof nabij, halfnaakte kerels, van wie je de ribben kon tellen, met holle kaken en brandende hongerogen. Zwijgend vormden zij een kring om de brandende kaars.

     

    Stuk voor stuk kwamen zij naar voren, die naakte mannen, ook de pastoor en de dominee. Je kon niet zien dat ze pastoor of dominee waren, zij waren ook maar een stuk uitgemergelde ribbenkast, maar ze wisten het toevallig.

     

    De pastoor zei met een schorre stem: ‘Het is kerstmis. Het licht schijnt in de duisternis.’ En toen zei de dominee: ‘En de duisternis heeft het niet overmocht.’ Het is, als ik mij niet vergis, uit het Evangelie van Johannes. Je kunt het in de Bijbel vinden, maar die nacht, om deze kaars, was het geen geschreven Woord van eeuwen geleden. Het was de levende werkelijkheid, een boodschap voor dit uur en voor ons, voor ieder van ons.

     

    Want het Licht scheen in de duisternis. En de duisternis overwon het niet. Dat kon je toen zo niet beredeneren: dat was wat zij voelden, zwijgend rond het kerstlicht, die spitse vlam. Daar was iets heel bijzonders mee. Die kaars was witter en slanker dan ik ooit gezien heb, in de bewoonde wereld. En die vlam. Dat was een kaarsvlam die tot de hemel reikte, en in die vlam zagen wij Dingen die niet van deze wereld zijn. Dat kan ik nooit navertellen. Niemand van ons die nu nog leeft. Dat was een geheim. Een geheim tussen het kerstkind en ons. Want we wisten toen zeker dat Het er was. Dat Het leefde tussen ons en voor ons. Wij zongen zwijgend, wij baden zonder een woord, en ook heb ik gehoord dat de klokken begonnen te luiden en dat een engelenkoor liederen aanhief. Ja, dat weet ik heel zeker en ik heb wel honderd getuigen, van wie de meesten niet meer spreken kunnen, ze zijn niet meer hier. Maar daarom wéten ze het nog wel.

     

    Daarginds, diep in de moerassen en de rimboe, zongen ijle engelachtige stemmen kerstliederen voor ons, en galmde het brons van duizend klokken. Waar dat vandaan kwam, dat blijft ook een geheim. Die kaars brandde hoger en hoger, spitser en spitser, tot aan het uiterste nokje van die hoge donkere loods en toen daar doorheen, tot aan de sterren, en alles werd wit van licht. Zoveel licht heeft later niemand meer gezien. En wij voelden ons vrij en opgeheven, en kenden geen honger meer. Die kaars had niet mijn vriend gevoed, en mij, die kaars had ons allen gevoed en sterker gemaakt. Er kwam geen einde aan het licht.

     

    En toen iemand zacht zei: ‘Volgend jaar kerstmis thuis,’ toen geloofden wij dat voor deze maal onvoorwaardelijk. Want het licht had ons zelf geboodschapt, het stond in vurige letters in de kerstvlam geschreven; u kunt het van mij aannemen of niet, ik heb het zelf gezien.

     

    De ganse nacht heeft de kaars gebrand. Er is geen kaars ter wereld die zolang en zo hoog kan branden.

     

    Toen het ochtend was, waren er een paar die zongen. Dat was in geen jaren gebeurd. Die kaars heeft velen van ons het leven gered, want toen wisten wij dat het nog de moeite waard was om verder te gaan, waarheen ook: dat er ergens aan het eind op ieder van ons een Thuis wachtte.

     

    En dat was ook zo.

     

    Sommigen zijn naar huis gegaan, vóór het volgend jaar kerstmis. Zij staan weer in het leven. Zij vinden de kaarsjes aan onze kerstbomen maar klein, veel te klein. Zij hebben een veel groter licht gezien, dat brandt nog altijd.

     

    De meeste anderen zijn ook thuis gekomen vóór het weer kerstmis was, ik heb hen zelf helpen neerleggen in de aarde achter ons kamp, een droog plekje in het moeras. Maar toen zij stierven waren hun ogen minder dof dan vroeger. Dat was het licht van die vreemde kaars. Het Licht, dat de duisternis niet had overmocht.

     

    (Willem Brandt)



















    17-12-2015 om 15:01 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    16-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    DE KAARS (deel 1)

    Ach nee, een kerstverhaal is het eigenlijk niet. Het is niet eens een verhaal, het is een verslag van iets dat ergens gebeurde. En dan mist het zelfs nog de actualiteit, die doorgaans het kenmerk van een verslag pleegt te zijn. Want het is een lange tijd geleden gebeurd. Wie kan dat nog wat schelen? Maar het kerstverhaal, het echte kerstverhaal, was tenslotte ook niet zomaar-een-verhaal. En ook dat is oud nieuws, van een kleine tweeduizend jaar geleden Wat doen dus al die jaren ertoe?

     

    Overigens bestaat er nog een eigenaardige overeenkomst, al zult u die misschien een beetje gezocht vinden. Het oude kerstverhaal speelde zich af in een stal. Het verhaal dat ik vertel, speelde zich ook af in een stal. Nu ja, geen echte stal, maar het leek er veel op. Het was een sombere donkere loods. Daarbinnen heerste vrijwel permanente schemering of duisternis. Maar daarbuiten straalde het licht heel fel en glorieus, zowel overdag als in de avond en in de nacht. Die loods stond namelijk in een tropisch gebied, onder een gloeiende, brandende zon. Maar ook onder een fantastische sterrenhemel. En een maan die veel groter scheen dan men hier ooit in het westen aanschouwt. Er woonden mensen in die loods.

     

    ‘Wonen’ is een beetje te sterk uitgedrukt. Ze waren er opgeborgen. Want iets verder daarbuiten, flitsten de zon en de maan kleine vonkjes uit de prikkeldraad, voor zover dat in de loop der jaren niet verroest was. Want het duurde nu al jaren; of waren het misschien eeuwen? Je wist dat zo niet meer. Je was te moe en te ziek en te zwak om daarover te denken, om de uren te volgen en de dagen. Dat deed je in het begin. Nu was het allang voorbij. Je werd meer met de eeuwigheid geconfronteerd dan met de dag of het uur. Want er stierven er zoveel, naast je en tegenover je, door honger, dysenterie, andere tropische ziekten; of ook alleen omdat ze niet meer leven wilden, hun laatste sprankje hoop was uitgedoofd.

     

    Wij trachtten het nog een beetje te rekken in het Japanse concentratiekamp. Waarom, ach dat wist je eigenlijk niet meer. Aan het einde van de oorlog, aan de bevrijding kon je al niet meer geloven. Je leefde verder uit een soort routine, in een verdoving, afgestompt, en met nog maar één drift, die nu en dan als een wild beest naar je keel sprong: eten, eten wat dan ook. Het was er niet want we werden systematisch uitgehongerd. Nu en dan ving iemand eens een slang, of een ander dier, een rat bijvoorbeeld. Vergeet het maar, niemand die het overleefd heeft, praat daar nog graag over.

     

    Er was één man in het kamp die nog iets eetbaars bezat. Een kaars. Een gewone waskaars. Natuurlijk had hij die destijds niet meegenomen of bewaard om op te eten. Een normaal mens eet geen kaarsvet, hoewel ze zeggen dat de Kozakken er vroeger dol op waren. In elk geval: het is vet, dat moet u niet onderschatten, wanneer je alleen maar uitgeteerde lichamen om je heen ziet en daarin ook jezelf herkent.

     

    Als de marteling van de honger helemaal niet meer was uit te houden, nam hij die kaars, die hij goed verborgen had in een verfomfaaid koffertje, en hij kloof eraan. Maar eten deed hij hem niet. Hij beschouwde de kaars als zijn laatste redding. Eenmaal als iedereen krankzinnig werd van de honger (en dat duurde nu niet zolang meer), zou hij die kaars opeten. Ik hoop dat u het niet gek of griezelig vindt. Ik, die zijn kameraad was, vond het heel gewoon in die tijd. Hij had mij trouwens een klein stukje van die kaars beloofd. Het werd mijn levenstaak, mijn voortdurende zorg erop te letten dat hij die kaars achteraf toch niet helemaal alléén opat. Ik beloerde en bespioneerde hem en zijn koffertje dag en nacht. Misschien bleef ik daardoor ook wel leven, omdat ik zo een belangrijke taak te vervullen had.

     

    Nu, op een keer ontdekten wij dat het kerstmis was. Heel toevallig was iemand daar achter gekomen, na langdurige berekeningen aan de hand van kleine streepjes en inkervingen in een balk. Hij vertelde het aan iedereen. ‘Het volgend jaar kerstmis zijn we thuis’, voegde hij eraan toe, nogal vlak en toonloos. Wij knikten of reageerden helemaal niet. Dat hadden wij nu al een paar jaar gehoord. Toch waren er een paar die zich daar aan vastklampten. Je weet immers nooit.

     

    Toen zei iemand, misschien zonder bedoeling, maar misschien ook wel, daar ben ik nooit achtergekomen: ‘Met kerstmis branden de kaarsen en is er klokgelui.’ Dat was heel vreemd om te zeggen. Het klonk als een zwak nauwelijks hoorbaar geluid uit een onafzienbare verte, een diep, diep verleden, iets volkomen onwerkelijks.

     

    Nu moet ik zeggen dat die opmerking aan de meesten van ons voorbijging, zij had immers nergens iets mee te maken, zij sprak over iets dat geheel buiten ons bestaan viel, maar dat zij de wonderlijkste en meest onverwachte gevolgen had.

     

    (Willem Brandt)

     

    Deel 2 volgt morgen.



















    16-12-2015 om 22:05 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    14-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    HERFST

     

    Vreemd, dat boom en tak zoo stil staan
    In het gouden licht vandaag,
    Dat de bladertjes zoo stil gaan,
    't Een na 't ander, naar omlaag.

     

    Dat het zonlicht zoo voorzichtig
    Door de ijlheid straalt van 't lof,
    En het groene blad doorzichtig
    En veel eed'ler maakt van stof,

     

    Dat het windje in de twijgen
    Zoo behoedzaam gaat te werk
    En alleen wat blaadjes zijgen
    Doet op 't pad en 't bloemenperk,

     

    Zonder 't wazig diep te raken
    Waar de groene schemer blauwt,
    Of den goudglans schuw te maken
    In het ijlbebladerd hout,

     

    Of te roeren aan den vijver,
    Waar zeer statiglijk en traag
    Twee voorname zwanen drijven
    Met hun spiegelbeeld omlaag,

     

    En wat late najaarsrozen,
    Als bewasemend amethyst,
    Al den weemoed van hun broze
    Schoonheid heffen in den mist.

     

    Jacqueline E. van der Waals



















    14-12-2015 om 17:08 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    ‘MET GROOT VERLANGEN’

    Terwijl Johannes in de woestijn predikte en doopte, vroegen sommige mensen hem op de man af: ‘Wat moeten wij doen?’ Een heel concrete vraag: ‘Maar wij zelf … wat moeten wij doen?’ Johannes draait niet rond de pot dan of windt er geen doekjes om maar geeft duidelijke, directe antwoorden, aangepast aan ieders eigen situatie. Niet iedereen zal daarmee blij geweest zijn, want dat druiste nogal in tegen hun gewone manier van doen. Dat eiste bekering of ommekeer dus.

    En toch, aldus Johannes, is dat de enige manier om klaar te staan als, na mij, diegene komt, die groter en sterker is dan ik. ‘Hij moet groter worden, ik zelf evenwel kleiner.’

    Die ‘grotere’ hoopt eens te meer naar onze wereld te mogen komen, in ons en onder ons. Maken we ons klaar om Hem te ontvangen. Want naar Hem zien wij uit met een groot verlangen – meer dan de wachters naar de morgen – wij hopen en bidden dat zijn woorden en beloften levende, tastbare werkelijkheid mogen worden. En dat wij zelf dan ook, in zijn spoor, nieuwe, andere mensen mogen worden, doordrongen van een innerlijke vreugde die naar buiten treedt.

     

    Zusters en Broeders,

    laat de Heer uw vreugde blijven;

    ik zeg u nogmaals:

    wees altijd verheugd.

    Laat iedereen u kennen

    als vriendelijke mensen

    want de Heer is nabij.

    (Filippensen 4,4-5)

     

    Eens vroegen de mensen aan Johannes de Doper:

    `Wat moeten wij dan doen?’

    Hij gaf hun ten antwoord

    `Wie twee stel kleren heeft,

    moet delen met iemand die niets heeft,

    en wie te eten heeft,

    moet hetzelfde doen.’

    Ook tollenaars kwamen zich laten dopen en zeiden:

    `Meester, wat moeten wij doen?’

    Tegen hen zei hij:

    `Vorder niet meer dan u is voorgeschreven.’

    En ook soldaten stelden hem de vraag:

    `En wij, wat moeten wij doen?’

    Tegen hen zei hij:

    `Pers niemand geld af,

    ook niet onder valse voorwendsels,

    maar wees tevreden met uw soldij.’

     

    `Ik doop u met water.

    Maar er komt iemand die krachtiger is dan ik;

    ik ben te min om de riem van zijn sandalen los te maken.

    Hij zal u dopen in heilige Geest en vuur.

    (Lucas 3,10-16)

     

     

    ‘DAT LAAIEND VUUR, HET DOVE NIET!’

     

    Kerstmis hangt al volop in de straten, maar in de kerk is Johannes de Doper nog steeds op post. En die spreekt geen zoete woordjes. In de beste traditie van de oude profeten, houdt hij een donderpreek: de Messias, die vlakbij is, heeft de wan in zijn hand, hij zal zijn dorsvloer eens goed opruimen en het kaf zal hij verbranden. In de kerk is het nog geen feest vandaag. Dat begint pas in de kerstnacht. Tot dan is het leven met een groot verlangen.

    Geen zalig afwachten in de zin van: ‘nog even geduld, het zal wel vanzelf goed komen’. Johannes spaart zijn toehoorders niet, hij wijst hen terecht: ‘Breng vruchten voort waaruit bekering blijkt.’ En zonder omwegen geeft hij heel concrete voorbeelden als ze hem vragen: ‘wat moeten wij doen?’

    Godsdienst – God dienen – heeft voor Johannes weinig te maken met een zelfzeker en warm gevoel van binnen. ‘Wat denken jullie wel’, zegt hij tegen de massa die naar hem toekwam in de woestijn. ‘Wat denken jullie? Wij zijn toch wel goed in Gods ogen. Wij zijn zijn volk, wij zijn zijn uitverkorenen, en nu zijn we ook nog door u gedoopt, wat kan ons nog gebeuren?’ ‘Ik doop u wel met water, zegt Johannes, maar er komt iemand die groter is. Hij zal u dopen in heilige geest en vuur’.

    Een kindje, dat gedoopt wordt, het is zo mooi en vertederend. Maar dat lieflijke doopsel met water is maar een begin: de echte doop moet dan nog volgen: in heilige Geest en vuur.

    De doop van Johannes, en ons sacrament van het doopsel, doet ons onszelf bevragen. Wij zijn gedoopt met water, maar leeft zijn Heilige Geest, dat vuur van Jezus ook in ons?

    Wij bidden dat wij in deze dagen van de Advent vuriger gaan geloven en meer openstaan voor zijn heilige Geest. Zo kan Hij telkenjare wat meer naar ons, naar onze aarde komen.

    Soms zullen wij dagen kennen met dat warme gevoel van binnen. Dan mogen we dankbaar zijn, want dat kan ons helpen. Maar dikwijls zal die steun er niet zijn. Vooral dan – en dat kan dikwijls zijn – zullen wij leven van het verlangen dat het vuur van zijn Geest weer oplaait en in ons mag blijven branden, want ‘dat laaiend vuur, het dove niet!’

     

    LIED VOOR DE ADVENT

     

    Ik heb mijn hart tot U geheven,

    Heer, al mijn hoop zijt Gij.

    Ik weet: Gij zult mij niet begeven;

    mijn Heiland is nabij.

     

    Al ligt de wereld diep verduisterd,

    al drukt de grauwe tijd,

    mijn hart heeft met geloof geluisterd,

    mijn hart heeft zekerheid.

     

    Mijn hart weet dat ons oud verlangen

    weldra vervulling vindt.

    Het eeuwig Licht is reeds ontvangen,

    de maagd verwacht haar Kind.

     

    Vergeef, Heer, al mijn slechte daden,

    zet recht mijn dwarse voet

    en leer mij lopen langs uw paden

    mijn Heiland tegemoet.

     

    Gerard Wijdeveld











    12-12-2015 om 08:16 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    ALS ELK …

    Als elk volk

    recht krijgt op elementair welzijn

    en elementaire welvaart,


    als elk land

    zorg besteedt aan democratie,


    als elke cultuur

    zoekt naar verbondenheid met andere culturen,


    als elke etnische groep recht krijgt

    op de eigen kleur

    en oog heeft voor de eigen bijdrage

    aan het land waar ze wonen,

    als elke godsdienst en elke levensbeschouwing

    haar eigen rijkdom deelt met anderen

    en de eigen zwakheden ziet en wegwerkt,


    als elke mens en elke groep,

    naar anderen luisterend,

    het eigen woord mag spreken,


    als elke organisatie en politicus

    haar of zijn eigen weldaden zou schenken

    en niet de weldaden van anderen zou benijden,


    als elk denken en elk spreken,

    het eigen tekort erkent

    en blij is met de aanvulling

    en opbouwende kritiek van anderen,


    zou dat niet een droom van een wereld worden?

    Zou God dan niet onder de mensen wonen?

    Zou Kerstmis dan niet heel dichtbij zijn?

     

    Vrij naar bezinningstekst uit

    ‘Mee zorg dragen voor sociale beweging’  

    09-12-2015 om 17:59 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    07-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    ZOEKEN IN HET DONKER


    De Heer verlicht de weg?

    Maar donker zijn de paden

    en duister al mijn daden.

    Al wat ik doe en zeg

    is van het licht verstoken,

    het licht in mij gebroken.

    Ik weet hier heg noch steg.



    De Heer verlicht de weg?

    De winter is gekomen

    in 't land van onze dromen.

    Het licht vriest uit ons weg;

    een koud bevroren wachten

    nog langer dan wij dachten.

    De dood achter de heg.



    De Heer verlicht de weg?

    O, God, hoe moet ik lopen,

    hoe kan ik blijven hopen?

    Uw licht is zo ver weg.

    Ik vrees dat het zal doven

    als het teert op mijn geloven.

    Maar neem het toch niet weg!



    O Heer, verlicht mijn weg!

    Stuur op mijn pad nieuw leven,

    een Kind om naam te geven,

    aan wie ik eerlijk zeg:

    ‘Ik kan alleen niet verder.

    Wees, Christuskind, mijn herder,

    licht op mijn levensweg!’

     

    Joke Verweerd





    07-12-2015 om 14:48 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    05-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    2de ZONDAG VAN DE ADVENT C

     

    ‘GOOI HET ROER OM’

     

    Profeten zijn adventsfiguren bij uitstek. Vandaag ontmoeten wij er twee, of misschien wel drie: Baruch en Johannes de Doper, en allebei zoeken zij inspiratie bij Jesaja.

    Zoals alle profeten houden ook zij hun blik op de toekomst gericht, houden zij de verwachting levendig. Baruch schetst een lieflijk beeld van God die toekomst maakt. Johannes de Doper daarentegen is zo ontgoocheld over de wereld dat hij vreest dat God, vooraleer Hij iets moois kan maken, de verloederde wereld eerst zal moeten vernietigen. Alleen wie zich bekeert, zal die vernietiging overleven.

    Hoe verschillend ook van toon, beiden verkondigen dezelfde boodschap: gooi het roer om. Maken we in ons hart en in ons leven ruimte opdat God in ons kan worden geboren, opdat zijn aanwezigheid zichtbaar moge worden in de manier waarop wij elkaar bejegenen.

    (Bron: ‘Zondagsvieringen Dominicanen)

     

    Jeruzalem, leg uw kleed van rouw en ellende af;

    en bekleed u voor immer met Gods heerlijke schoonheid.

    Sla uw mantel van Gods gerechtigheid om,

    zet op uw hoofd de schitterende kroon van de Eeuwige.

    Want God leidt het jubelende Israël in zijn heerlijk licht;

    met zijn barmhartigheid zal Hij hen omgeven

    én met zijn gerechtigheid.

    (Baruch 5,1-2.9)

     

    Toen kwam het woord van God over Johannes,

    die in de woestijn verbleef.

    Een stem roept in de woestijn:

    bereidt de weg van de Heer:

    de ruwe wegen moeten effen worden.

    En heel de mensheid zal Gods redding zien.

    (Lucas 3,2.5-6)

     

    ‘EEN ANDERE STEM’

     

    Wanneer je aandachtig luistert naar de ouverture van een opera dan hoor je in kleine muzikale motieven bepaalde aria's die naderhand zullen klinken. Zo'n ouverture maakt je al nieuwsgierig of, wanneer je de opera beter kent, roept al gelijk herkenning op!

    Zo is het ook met wat wij vandaag in het Lucasevangelie horen: door bepaalde namen te noemen wordt de tijd waarin Jezus geboren wordt heel concreet, maar dat is het niet alleen. Je moet goed letten op welke en wat voor een soort mensen er genoemd worden om die tijd aan te duiden. De romeinse keizer wordt genoemd en zijn landvoogd in Judea Pontius Pilatus, Herodes en zijn broer Filippus en tenslotte de religieuze overheid in de persoon van Annas en Kajafas.

    Het zijn die machthebbers, de groten der aarde die in hun familie de functies verdeeld hebben en die een kwalijke rol zullen spelen in het leven van Jezus. Herodes wordt 'een vos' genoemd, Pilatus is een gewetenloze hielenlikker van de keizer en de hogepriesters zijn de mensen die zogenaamd op Gods gezag Jezus uit de weg ruimen.

    In die wereld van vriendjes- en machtspolitiek, die verrassend veel lijkt op de wereld waarin wij leven, klinkt in een uithoek, in de woestijn een stem waarin wij de woorden herkennen van de profeet Jesaja: 'keer je om en schep rechte verhoudingen'.

    Die stem is een andere dan die van de machthebbers die hun wil opleggen aan anderen en een wereld zoeken waarin zij het voor het zeggen hebben. Dit is een stille, weerloze maar indringende stem, het is de stem die van meet af aan en tot op vandaag in onze wereld klinkt en die roept 'mens, waar ben je, waar is je zuster, waar is je broeder?' Door ernaar te luisteren worden wij bepaald bij waar het nu werkelijk in onze wereld om draait: om het recht van de sterksten of om het kwetsbare gezicht van de mens naast je?

    Evenals Baruch het volk in de tijd van de ballingschap moed insprak en de hoop deed herleven op een andere wereld, worden ook wij geroepen om niet mee te heulen met de waan van de dag en het verlangen naar macht, maar ons te bekleden met 'vrede door gerechtigheid' en 'glorie door vroomheid'. Wij worden geroepen om weer vroom te worden, in de juiste vorm te steken en te leven in het besef van een God die 'genade' is, zoals de naam van Johannes betekent. Waar wij met elkaar gaan leven in de aanwezigheid van een God die ruimte maakt voor mensen en zijn zon laat schijnen over mensen opdat zij elkaar zien en beminnen, worden wij opnieuw geboren tot mensen zoals God die voor ogen staan, mensen die lijken op de zoon van Maria waarvan wij de geboorte verwachten.

    In het perspectief van die verwachting heb ik veertig jaar mogen vieren en verkondigen. Ik heb dat woord elke dag als nieuw mogen beluisteren en verder vertellen en er is nog niets van die vreugde verdwenen, integendeel zij is gegroeid en heeft mij gemaakt tot een gelukkig mens die naar een woord van Eckhart kan zeggen: 'mijn ziel is jong in mij als op de dag dat ik geboren ben'. Daarvoor dank ik mijn ouders die mij in vroomheid zijn voorgegaan en allen die mij bevestigd hebben in de weg die ik in goede en slechte dagen ben gegaan.

    Moge het ons allen gegeven worden elke dag opnieuw gevoelig te zijn voor het roepen van een God die ons zoekt en vraagt om deze lieve aarde bewoonbaar te maken voor velen. Dat is de weg naar vrede! 

    (Henk Jongerius O.P.)

     

    ADVENT

     

    God, de weg van het geloof

    is voor geen mens gebaand,

    niet uitgedacht of aangelegd

    als een patroon van zekerheden.

     

    Wij kunnen enkel

    in uw licht trachten te staan

    met open ogen

    en zien dat Gij onachterhaalbaar zijt,

    altijd anders dan wij U denken:

    een stem van vuur, een zachte bries.

    Onverwacht woord,

    veerkracht of levensadem.

     

    Ga dan, God,

    met allen die U zoeken,

    de lange weg

    van twijfel naar vertrouwen.

     

    En in de leegte

    waarin wij soms moeten staan,

    kom ons daar tegemoet.

    Houd Gij ons vast,

    opdat wij leren loslaten

    wat niet tot leven wekt.

    Laat ons uw adem voelen,

    als een mantel om ons heen.

    Kris Gelaude











    05-12-2015 om 08:31 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    02-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    Advent wordt het als de dagen somber zijn.

    We snakken naar zon

    en ontsteken de lichten.

    Maar we weten dat er – ook dicht bij ons –

    mensen zijn die soms een leven lang

    in de schaduw gezet worden.

     

    Advent is het als de winterkou komt.

    We verlangen naar warmte en geborgenheid.

    En we voelen ons verbonden met mensen

    die menselijke warmte tekortkomen.

    Mensen die, letterlijk of figuurlijk,

    in de kou gezet worden.

     

    Advent is een oproep

    om warmte en licht uit te stralen,

    voor hen

    die niet ten volle kunnen leven.

    We willen verandering brengen

    voor mensen aan wie onrecht wordt gedaan,

    voor mensen die door armoede uitgesloten worden.

     

    Advent is een kans

    om wat ons is gegeven,

    te delen en aan anderen door te geven.

    Een kans om wat krom is, recht te trekken,

    om wie inslaapt, wakker te schudden,

    om wie hopeloos of radeloos is,

    weer te helpen geloven.

     

    Advent is licht zien en licht brengen

    waar het duister is.

    Warmte voelen en warmte geven

    waar het koud aanvoelt.

     

    Vrij naar Bezinningen Dominicanen

    02-12-2015 om 12:51 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    30-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    ER KOMT GEHOOR …

     

    Er komt gehoor voor onze nood,

    de wachttijd gaat verlopen.

    Zie, weldra wordt het Woord voltooid

    en gaat de hemel open.

     

    Voor wie aan deze wereld leed

    zal zich de hemel tonen.

    Zie, God die alles van ons weet

    zal bij de mensen wonen.

     

    Maak alle wegen voor Hem recht,

    nu wij de hoop ontwaarden.

    Zie, vrede is ons aangezegd,

    de hemel raakt de aarde.

     

    Wij zullen licht en redding zien,

    een Kind zal God ons geven.

    Wij zullen woning zijn en lied,

    wij zullen leven.

     

    Jan Veulemans

    30-11-2015 om 17:30 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    1ste ZONDAG VAN DE ADVENT C

    ‘ER KOMT EEN TIJD …’

     

    Vandaag beginnen we – met de eerste zondag van de advent – onze voorbereiding naar Kerstmis toe. Telkenjare treden hierbij twee klemtonen op de voorgrond.

    Allereerst innerlijke bekering, werken aan onze eigen spiritualiteit. Eigenlijk is dat een levenslange opdracht, het hele jaar door. Maar net daarom riskeert er sleet op te komen of kunnen we in zielloze routine zonder geestdrift vervallen: hooguit alleen maar plicht en geen bezieling meer. Heel menselijk en verstaanbaar, de boog kan immers niet altijd gespannen staan … maar net daarom is het goed om hem af en toe eens extra op te spannen. Advent en veertigdagentijd zijn sinds mensenheugenis deze uitverkoren perioden van innerlijke verdieping.

    En dan is er de buitenkant van deze innerlijkheid. We zijn immers geen engelen of louter geestelijke wezens: onze geest is door en door – tot in zijn diepste kern – doorweven met lichamelijkheid. Elke innerlijke bekering in een mensenleven vindt zijn vertaling naar de uiterlijke beleving in de buitenwereld. Reeds 45 jaar werkt Welzijnszorg daaraan, met jaarlijks een nieuwe klemtoon van de algemene noemer: ‘Armoede uitsluiten!’

    Als gemeenschap – parochie of kerk – én als individu – ieder in zijn eigen leven en omgeving – kunnen we daaraan meewerken … En een beetje hoop geven aan één of enkele van die vele mensen die uitgestoten of uitgesloten worden. Die vele mensen voor wie – net als voor Maria en Jozef – geen plaats is, omdat zij – om welke reden of in welke vorm dan ook – anders zijn dan wij zelf … die het eeuwenlang al zo goed menen, naar eigen zeggen.

     

    Op die dag, in die tijd,

    zal ik aan Davids stam

    een rechtmatige telg laten ontspruiten,

    die recht en gerechtigheid

    in het land zal handhaven.

    Dan wordt Juda verlost

    en de inwoners van Jeruzalem

    zullen in vrede leven.

    En de naam van de stad zal zijn:

    ‘De HEER is onze gerechtigheid’.

    (Jeremia 33, 15-16)

     

    In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:

    op aarde worden de mensen onmachtig van angst

    om wat de wereld zal overkomen.

    Wanneer dat alles staat te gebeuren,

    sta dan op, recht en fier,

    want jullie verlossing is nabij!

    Wees waakzaam en bid onophoudelijk

    dat jullie krachtig mogen zijn.’

    (Lucas 21,26.28.36

     

    ‘ER KOMT EEN DAG …’

     

    Binnenkort zullen de Kerstlichtjes weer volop fonkelen. Een heimwee naar licht en warmte in deze donkere dagen. Wat een contrast met die rampen en die angst, waarover het evangelie spreekt – en die we de voorbije weken zozeer mochten ervaren. We zien inderdaad veel dreiging en onheil: oorlog, onrecht, terreur. Enkele machten lijken het einde van de wereld in handen te hebben door het recht van de sterkste, het recht van de rijkste, het recht van de machtigste.

    Daarom horen we vandaag: richt je op, wees waakzaam, blijf bidden. Geef niet toe aan de bekoring van onmacht en wanhoop. Dat alle leven, alle liefde en alle goede wil verloren zullen gaan. Dat alle goeds vernietigd zal worden door de waanzin van kwade machten.

    Jeremia zegt dat de belofte van Jahwe vervuld zal worden. Recht zal heersen en de aarde wordt een veilige stad om in te wonen. Leef daarom niet als versufte mensen zonder hoop, zegt Lucas. Wees waakzaam en bid dat die bekoring je niet overvalt.

    Blijf vertrouwen dat alles ten goede gekeerd kan worden. Hou daarom stand in het goede. Waar mensen elkaar een warm hart toedragen is er toekomst, tegen alle onrecht en geweld in.

    De belofte van Kerstmis valt niet vanzelf uit de lucht, als een sneeuwvlokje dat lieflijk neerdwarrelt op onze aarde. Eerst hebben wij de advent hard nodig: verlangen, gebed, meer goede wil en liefde. Naar Kerstmis uitzien is de spanning ontdekken tussen ideaal en werkelijkheid, tussen de vrede, die wij verlangen en de vrede die wij zo moeilijk kunnen opbouwen

    Kerstmis, God-met-ons, verwachten is durven zien. Durven zien hoe het met onszelf en onze wereld gesteld is. Durven zien hoever wij nog afstaan van dat visioen dat God voor ogen had, nog voor de tijd begon.

    En dan aan de slag gaan. Opdat het eindelijk waar mag worden waar de ziener zo naar uitzag: ‘Kom, Heer Jezus, kom!’ (Apokalyps 22,20)

     

    Wolven

     

    Een opa zei tot zijn kleinzoon,

    die naar hem toe was gekomen,

    vol boosheid op een vriend

    die hem onrecht had aangedaan:

    ‘Laat mij een verhaal vertellen…’

     

    ‘Ook ik heb soms grote ergernis gevoeld

    voor hen die meer namen,

    zonder zich te bekommeren om de anderen.

    Maar woede schaadt jou

    en hindert jouw vijand niet.

    Het is als vergif nemen

    en hopen dat jouw vijand zal sterven.

    Ook ik heb meermaals met die gevoelens geworsteld.’

     

    ‘Het is of er twee wolven in mij schuilen;

    de ene is goed en berokkent geen kwaad.

    Hij leeft in harmonie met allen rondom hem

    en hij neemt geen aanstoot

    wanneer er geen kwaad opzet is.

    Hij wil enkel vechten als het gerechtvaardigd is

    en enkel op een faire manier.’

     

    ‘Maar … de andere wolf … oei!

    De kleinste zaak wekt zijn ergernis.

    Hij vecht met iedereen,

    op elk ogenblik en zonder reden.

    Hij kan niet nadenken

    omdat zijn woede en ergernis zo groot zijn.

    Zijn ergernis is nutteloos

    want die zal niets veranderen.’

     

    ‘Het is soms moeilijk te leven

    met die wolven binnenin mij

    want elk van beiden

    tracht mijn geest te domineren.’

     

    De jongen keek in de ogen van zijn opa

    en vroeg:

    ‘Opa, welke van de twee wint?’

     

    De opa glimlachte en antwoordde rustig:

    ‘Hem die ik voed.’

     

    (Bron onbekend)







    28-11-2015 om 08:24 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    25-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    IN DE ROMMELBAK

    Op zekere dag is God op zoek gegaan in de wereld van de mensen, zoals wij ook al eens in onze rommelbak scharrelen, op zoek naar iets wat we niet vinden.

    In het begin was het niet duidelijk waar God naar uitkeek.

    Hij ging zoveel flinke mensen voorbij, mensen met een goed figuur en wel ter tale, mensen met een leidende positie en heel veel invloed ... God ging hen voorbij.

    En zoveel andere mensen die zich afsloofden in goede werken, die tombola's en feestjes organiseerden en al zoveel hadden verwezenlijkt.

    Zelfs de geleerden en de kunstenaars schonk God geen aandacht en de monniken ... God ging hen voorbij.

    En God zocht maar verder en keek op Zijn uurwerk: ‘Wij zijn bijna in de éénentwintigste eeuw!’ riep Hij verstoord uit en liet bijna een lelijk woord vallen.

    En toen, helemaal in een vergeten hoekje van de wereld, een klein maar énig exemplaar.

    ... 'Eindelijk', zei God opgelucht en Hij hield die mens even in het volle licht van Zijn genade .

    ... 'Prachtig', zei Hij … Zo heb ik het gedroomd: gewoon rechtvaardig, zonder bijbedoelingen of listige streken, zonder wantrouwen. Hij heeft evenveel tijd voor een klein kind als voor een grote meneer.

    Gewoon rechtvaardig, zelfs als hij zijn belastingbrief invult of papieren voor de verzekering. Rechtvaardig in zijn uren en trouw aan zijn woord. Als deze wereld ooit nog menselijk wordt, zal het dank zij zulke mensen zijn.

    En dat ligt nu onderaan in de rommelbak. Maar ja, 't is dan ook maar een rommelbak. Maar als Ik ooit eenmaal alles zal opruimen ... dan neem Ik hem zeker en vast bij Mij in Huis, voor altijd.

     

    Phil Bosmans: ‘Kleine mensen, grote mensen’

     

    25-11-2015 om 17:01 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    23-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    Totdat Hij komt ...



    Totdat Hij komt zal het hier zo gebeuren:
    's morgens de melkboer tweemaal bellen, dan
    gordijnen open en met grauwe kleuren
    breekt 't eerste licht de nachtelijke ban.



    Het heldere ontbijt iedere morgen,
    dan naar de stad, de tram zingt langs de rand
    heen van je dromen en je kleine zorgen,
    en 's avonds staan de grote in de krant.



    Zo zal het eindeloos zich hier herhalen,
    liefelijkheid der huiselijke haard,
    kinderen, zorgen en de angst rondom.



    En eind'lijk met het vege lijf betalen
    de koorts des levens en diep in de aard
    wachten en luisteren, totdat Hij komt.



    Jan Willem Schulte Nordholt

    23-11-2015 om 16:46 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHRISTUS KONING

    KINDEREN EN CHRISTUS KONING

     

    Een raar feest vandaag, lieve mensen. Jezus, een koning? Hoe kan dat nu? Hij woonde niet in een paleis. Hij had geen kroon op, en Hij had ook geen deftige koningsmantel aan. Hij liep gewoon op straat, en Hij deelde zijn leven met armen en kinderen.

    En toch een koning? Ja, maar dan anders dan de meeste andere koningen. Een koning is bedoeld om te zorgen voor de armen in zijn land. Zo staat het in de heilige boeken van de Bijbel. Een koning is bedoeld om ervoor te zorgen dat iedereen meetelt, en dat niemand iets tekort komt.

    Zo’n koning was Jezus en dat mogen we samen vieren.

     

    ‘Ik ben de alfa en de omega,’

    zegt God, de Heer,

    ‘ik ben het

    die is, die was en die komt,

    de Almachtige.’

    (Uit het Boek van de Openbaring 1,8)

     

    Jezus antwoordde: 

    ’Ja, koning ben Ik. 

    Hiertoe werd Ik geboren

    en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen: 

    om getuigenis af te leggen van de waarheid. 

    Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.’

    (Johannes 18,37)

     

    DE PARABEL VAN DE TROONOPVOLGER

     

    Lang geleden, in een land hier ver vandaan, regeerde Koning Goedheid. Hij werd oud en moe en voelde dat hij niet zo lang meer zou leven. Omdat hij geen kinderen had, maakte hij zich zorgen wie de troonopvolger zou worden.

    Daarom liet hij in het hele land het bericht verspreiden dat er een opvolger voor de koning gezocht werd: iedereen die zichzelf geschikt vond om koning te worden, mocht zich aanbieden op het paleis om zich te komen voorstellen.

    En dus nam de koning, samen met enkele ministers plaats in de grote troonzaal, en liet de kandidaten één voor één binnenkomen.

    Als eerste kwam er een bankdirecteur binnen die een heel duur maatpak droeg en een dikke sigaar rookte.

    Hij zei: ‘Beste Koning Goedheid. Ik heb veel geld. Ik kan er voor zorgen dat het koninkrijk zijn bezittingen kan uitbreiden, en zo dus veel rijker kan worden. Dus ik ben de meest geschikte kandidaat.’

    De ministers knikten goedkeurend, maar de koning had zo zijn twijfels.

    Daarop kwam een generaal binnen. Hij droeg een schitterend uniform met blinkende knopen, en een hele reeks decoraties op zijn borst .

    Hij sprak: ‘Ik voer het bevel over vele soldaten, en ik heb een heel arsenaal krachtige wapens. Daarmee ben ik in staat om het land perfect te verdedigen tegen vijandelijke aanvallen. Bovendien kan ik zo ook de orde en rust bewaren, én … ik zou er zelfs kunnen voor zorgen dat we meer land kunnen veroveren, en zo het koninkrijk uitbreiden! Dus, Koning Goedheid, ik ben de meest geschikte kandidaat.’

    De ministers waren enthousiast, maar de koning keek bedenkelijk.

    Vervolgens kwam een belangrijke diplomate binnen. Zij had een aangenaam verfijnd parfum op, gaf iedereen met een brede glimlach een hand, en deelde haar visitekaartjes uit.

    Toen zei zij: ‘Ik heb heel veel relaties, en ik ken alle ministers in de landen rondom ons. Daardoor kan ik er voor zorgen dat ons land het machtigste wordt van allemaal! Daarom ben ik de beste kandidaat.’

    De ministers waren opgetogen, maar de koning schudde het hoofd.

    Toen kwam een professor binnen in een lange toga, met een heleboel diploma’s onder zijn arm. Hij fronste bedachtzaam zijn voorhoofd en sprak: ‘Regeren is een ernstige en moeilijke taak, die veel verstand vereist. Ik heb jarenlang gestudeerd, en nu heb ik genoeg kennis om het land goed te kunnen besturen. Ik kan er voor zorgen dat er geen fouten gemaakt worden in het regeringswerk, dus ben ik de perfecte kandidaat.’

    De ministers juichten, maar de koning had tranen in de ogen.

    Tenslotte kwam een jongeman binnen. Hij was doodgewoon gekleed, droeg een hoedje en had ook een fluit bij zich. Hij bleef eerbiedig op een afstand staan en zei:

    ‘Ik ben maar een eenvoudige herder, maar ik ben met mijn kudde schapen door heel het land getrokken. Zo heb ik de mensen leren kennen, en daardoor weet ik wat hun zorgen zijn en wat hen blij maakt. Ik houd van de mensen en ik zou graag hun problemen oplossen. Ik ben niet zo lang naar school geweest en dus zal ik dat niet alleen kunnen, maar met de hulp van de ministers ben ik er zeker van dat het lukt.’

    Toen zei Koning Goedheid blij: ‘Dit is de kandidaat die ik zoek!’

    Maar de ministers zeiden: ‘Maar Sire, deze jongen is maar doodgewoon. Hij heeft niet zoveel opleiding en geen speciale vaardigheden voor deze zware taak!’

    En de koning antwoordde:

    ‘Jullie hebben gelijk als je zegt dat hij niet veel boekenkennis heeft, of veel geld, of krachtige wapens, of veel relaties. Maar hij heeft veel belangrijkere kwaliteiten. Een land besturen is in de eerste plaats omgaan met mensen. En deze jongeman kent de mensen en wat hen zoal bezighoudt. Bovendien is hij een herder die goed voor zijn kudde zorgt. Hij gaat opgewekt door het leven want hij speelt af en toe een deuntje op zijn fluit. Hij is ook niet te ijdel of te trots om toe te geven dat hij hulp zal kunnen gebruiken. Maar het allerbelangrijkste is, dat hij van de mensen houdt. En dat is wat we écht nodig hebben: een koning met een hart.’

    Toen knikten de ministers instemmend; en samen met Koning Goedheid kozen ze allemaal de eenvoudige herder met het goede hart als troonopvolger.

    (De oorsprong van deze parabel is mij onbekend)

     

    GEKOMEN OM TE DIENEN

     

    Hij was geen koningszoon

    die opgeleid was om gediend te worden.

    De zoon van de timmerman

    had geleerd zich te plooien

    naar de nukken van het hout

    en de grillen van de klanten.

     

    Hij was geen Romeins staatsburger,

    kon zich nergens op beroepen.

    De rechteloze Jood uit Galilea,

    ver van het politieke forum,

    had geleerd zich te onderwerpen aan de bezetter.

     

    Hij was geen priester en geen wetgeleerde.

    Kon niet terugvallen op enig privilege.

    De simpele leek had geleerd

    hoe mensen zich achter God verschuilen

    om hun eigen belangen beter te behartigen.

     

    Hij stond weigerachtig en argwanend

    tegenover elke vorm van macht:

    de macht van de tollenaar

    en de macht van de opperpriester;

    de macht van het geld

    en de macht van de godsdienst.

     

    Hij hield het bij de macht

    van de geweldloosheid;

    de macht van offer en gebed.

    Alleen op die manier

    kon macht worden omgezet in dienst,

    kon de meester voetenwasser worden.

     

    Manu Verhulst 







    21-11-2015 om 08:58 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    11-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    KIEMEN VAN VREDE

     

    In een kleine stad

    maakten de bewoners vaak ruzie met elkaar.

    Het kon er soms warm aan toe gaan

    als de verschillende partijen elkaar uitscholden.

    Op een nacht

    werd er op de muur van het stadhuis gekalkt:

    GOD ZORGT VOOR VREDE.

     

    Met duidelijke letters,

    zodat iedereen het van verre al kon lezen.

    Sommige mensen mopperden:

    'bij ons toch niet'.

    En, kijk, de volgende nacht schreef iemand

    er het woordje ‘nooit’ tussen,

    zodat er nu te lezen stond:

    GOD ZORGT NOOIT VOOR VREDE.

     

    Toen de mensen dit 's morgens zagen,

    werden ze boos.

    Lag het dan aan hen

    dat er nooit vrede was in hun stadje.

    Ze eisten dat de burgemeester

    de zin meteen van de muur van het stadhuis liet halen.

    Maar toen kwam er plotseling een vrouw naar voren.

    De vrouw schreef het woord ‘alleen’ tussen de regel

    en nu kon iedereen lezen:

    GOD ZORGT NOOIT ALLEEN VOOR VREDE.

     

    (Bron onbekend)

     













    11-11-2015 om 18:27 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    DE DODEN

     

    De doden met hun ogen van aarde

    met handen en voeten van gras

    zijn de stilste doden der wereld.

    Zij zijn gelijk halmen en aren

    verbaasd zonder woede gevallen.

    De weerloze akker van Vlaanderen

    ligt van hun aanwezigheid vol.

     

    Zij roepen hun boodschap van vrede

    met wrede verhakkelde monden

    met modderspatten en wonden.

    De levenden moeten het weten

    het nooit meer moedwillig vergeten

    terwijl zij ademen en eten

    in het heilige rijk der gezonden.

     

    Anton van Wilderode



















    09-11-2015 om 17:17 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    07-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEDITEREN OP ZONDAG

    VAN GANSER HARTE

    Jezus stelt de verwaandheid en de schone schijn van heel wat hoge dames en heren van stand naast het gedrag van een arme weduwe, die door en door nederig is, bescheiden … én over het hoofd gezien.

    Eens te meer spreekt Hij harde woorden over de tomeloze zucht naar macht en de blinde drift naar prestige en voordeel van zovelen, die zich meer en beter achten dan die andere, eenvoudige mensen. Gewone mensen – die meer dan eens ‘gewoon’ zijn op een ongewone wijze. Mensen, die groot kunnen zijn in hun schijnbare kleinheid. In hun onopvallende manier van leven, die de schijnwerpers niet opzoekt. Mensen, die niet voor het voetlicht hoeven te staan om goed te zijn, doodgewoon en simpelweg goed.

    Aan zulke mensen gaat Jezus niet voorbij: het zijn mensen naar zijn hart. Zijn woorden over de zelfvergeten mildheid van een kleine vrouw zonder aanzien zijn dan ook ontroerend, teder en liefdevol. En net zulke woorden worden niet door iedereen in dank aanvaard.

     

    De profeet Elia ging op weg naar Sarefat,

    en toen hij bij de stadspoort aankwam,

    zag hij een weduwe die bezig was hout te sprokkelen.

    Hij riep haar en vroeg

    of ze een kommetje water voor hem wilde halen,

    zodat hij zijn dorst kon lessen.

    (1 Koningen 17,10)

     

    Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen:

    ‘Ik verzeker jullie,

    die arme weduwe offerde meer

    dan al die anderen. 

    Want allemaal gooiden ze er iets in van hun overvloed,

    maar zij gaf van haar armoede

    alles wat ze had,

    alles waar ze van moest leven.’

    (Marcus 12,43-44)

     

    OVER WOORDEN DIE LEVEN WORDEN

     

    Zingen of spreken over liefde en genegenheid kan eerlijk en echt gemeend zijn. Of het kan vals klinken. De waarheid komt aan het licht wanneer er een beroep gedaan wordt op deze liefde. Dan zal al gauw blijken wat er echt van is: gaat het alleen om schone, holle woorden, sentimentaliteit, die vooral zichzelf koestert, of liefde, die belangeloos en zelfvergeten kan zijn? Dat geldt voor individuele mensen, dat geldt ook voor onze kerkgemeenschap.

    Het handvol meel en het beetje olie dat de arme vrouw aan de profeet Elia geeft, staat los van elke sentimentaliteit, maar is een liefde, die zichzelf vergeet voor God en de medemens. Hetzelfde kan gezegd worden van de twee penningskes, die de weduwe in de offerkist werpt. Het zijn voorbeelden, die ons laten aanvoelen dat ons geloof niet los van ons leven mag staan. Maar alleen geloofwaardig is, als dit geloof ook tot leven gebracht wordt.

    De gezindheid waarmee wij iets geven, is belangrijker dan de inhoud van onze gaven, belangrijker dan de hoeveelheid of de grootte. Mama en papa zijn blij met het kleine bloempje of de tekening van hun peuter of kleuter omwille van de liefde die erachter steekt. Wanneer die liefde er is, wordt al de rest bijkomstig. Wie iets geeft, zal dan niet zitten rekenen of gierig zijn, en zijn vrijgevigheid niet afmeten. Hij zal ook iets kunnen afstaan van wat hij zelf nodig heeft. Hij zal vreugde vinden in de vreugde van de ander.

    Ik zou hier willen herhalen, wat ik al bij herhaling aanstipte: dat kan allemaal wereldvreemd en bovenmenselijk lijken, maar het hoeft niet zo te zijn. Godsdienst is geen soort van topsport voor supermensen, topatleten, voetbal- of wielergoden. Jezus stelt nooit de uiterlijke, opvallende daden in het licht: steeds is hij begaan met gewone mensen, zoals wij allemaal zijn. Ons eigen eerlijk oordeel, ons eigen geweten speelt daarbij een grote rol. Van ons wordt gevraagd dat we zelf uitmaken wat we echt aankunnen. Bovendien geldt deze oproep van goedheid en liefde niet alleen voor de individuele gelovige: als kerkgemeenschap moeten wij evenzeer onszelf kritisch durven bevragen. Getuigen wij, als Kerk, genoeg van het Woord, dat leven geeft, of vergeten wij dat Woord van God, en zijn wij soms te zeer bedacht op diplomatie en aardse zekerheden?

    Er zijn ongetwijfeld ontzettend veel goede gelovige mensen, die in hun dagelijkse leven echt kerk of geloofsgemeenschap zijn. Maar het blijft een feit dat vele mensen in onze tijd het precies moeilijk hebben met die Kerk, omwille van haar macht, van haar rijkdom, van haar diplomatie en berekening. Die grote Kerk kunnen wij niet veranderen; het stukje kerk hier bij ons, het stukje kerk dat wij zelf zijn, daar hebben wij wel greep op. Laten wij proberen daar als echte gelovigen te leven, in alle eenvoud en zonder veel grote woorden.

     

    Het lied van de weduwe

     

    Heel schuw en kleintjes komt zij aan,

    het vrouwtje in het zwart,

    dat bij de offerkist gaat staan,

    met rijkdom in haar hart.

     

    De dure dame en de hoge heer

    gaan rinkelend voorbij,

    ze kijken zuinig op haar neer

    en duwen haar opzij.

     

    Maar 't wordt nog overal verteld

    hoe 't muntje dat zij stort,

    het niet te horen kleine geld,

    haar eer en glorie wordt.

     

    Wat zij daar van haar armoe geeft,

    God maakt het duizendvoud,

    want het is alles wat zij heeft:

    haar penning wordt van goud.

     

    Daar staat ze met haar stille lach,

    na zoveel honderd jaar,

    en daarom klinkt op deze dag

    van ons dit lied voor haar.

     

    Michel van der Plas









    07-11-2015 om 08:32 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1617)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!