Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
Doorheen de dagen
Ervaringen besproken
28-02-2010
ONDERWEG
Onderweg
Woordspelletjes en woordspelingen
hebben mij altijd nogal geïnteresseerd. In een poging om dit getuigenis te
schrijven zocht ik dan ook naar één woord, dat een beetje als kapstok voor het
hele verhaal zou kunnen dienen. Achtereenvolgens kwamen verschillende woorden
naar voor. Arm was zo eentje, christen was een ander, maar meteen vond ik
dat laatste een tikkeltje verwaand eigenlijk. En meteen ook schoot mij een zin
uit een oud liedje te binnen, ik denk van de Nederlandse cabaretier Fons
Janssen: christen, tenminste probeert het te zijn. Met die correctie werd het
al wat juister.
Uiteindelijk koos ik voor:
onderweg. Eigenlijk zou ik nooit geneigd zijn om van een eigen spiritualiteit
te spreken, maar onderweg lijkt mij nog het meest geschikt. Wie onderweg
is, is er nog niet. Hij is niet af en zal nooit af zijn, zolang hij onderweg
is. Anderzijds heeft hij ook nooit gedaan, de weg loopt altijd verder. Hij
heeft al een heel pad achter zich, en hopelijk ook nog voor zich.
Belangrijk is daarbij dat je onderweg heel wat mensen ontmoet, heel wat leest,
heel wat ervaringen opdoet. Zo krijg je heel veel, je verandert voortdurend en
je kan ook wel wat aanreiken. Belangrijk is eveneens dat je onderweg wel eens
onvoorziene wendingen moet maken.
Het heeft weinig zin om alle
ontmoetingen op te sommen. Voor mijn ouders is dat anders. Die hebben toch wel
een heel grote rol gespeeld om de mens te worden, die ik nog steeds
onderweg nu ben. De liefde, de vrijheid en het vertrouwen, die ik van hen kreeg.
En daarmee verbonden, de kindertijd, met de weidsheid van de polder, de lucht
voor de longen en de ruimte voor de geest. Een kans en een voedingsbodem voor
openheid en ontvankelijkheid. De eerste kennismaking, toen reeds, met onrecht
en leugen, al kon ik daar als kind nog niet diezelfde grote woorden voor vinden.
Maar ervaringen van toen zetten al op weg in de richting van het evangelie en
een voorliefde voor kleinen en armen.
Onderweg waren er enkele
leraars. Anton van Wilderode mag hier genoemd worden, omdat hij schoonheid liet
ervaren als een weg naar God. Poëzie en kunst kunnen een vervoering geven, die
meer openbaart dan wat ogen zien en handen tasten.
Kwam de tijd van een levenskeuze.
Roeping werd gezegd, als je priester wilde worden. Een stemmetje heb ik nooit
gehoord. Er lang over nagedacht ook niet, maar plots was het zover. En dat
nadenken gebeurde later, stap voor stap, onderweg en gaandeweg. Het werd het
College voor Latijns Amerika in Leuven. Waarom?, dat ben ik ondertussen
vergeten. Wellicht had iemand erover verteld en had mij dat aangesproken. Een
foto, een film, een verhaal over kleine mensen daar en wat je voor hen kan
betekenen. Onderweg gekregen dus alweer. Zoals zoveel dat toen nog moest
komen, de studies en de boeken: een wereldwijde wereld, die plots in zicht kwam, en die onderweg weer
zoveel te bieden had. Zoveel mensen vooral, die geschreven of gesproken hun
verhaal vertelden, die een tijd lang samen onderweg waren en zoveel te bieden
hadden. Soms grote namen, maar vooral zoveel anderen, van wie de naam niet in
grote letters prijkt, maar allen reisgezellen onderweg.
Jaren van ascetisch leven, leren
bidden, psalmen, geestelijke lezing en luisterende meditatie. Uren kapel en uren
stilte. De woestijntijd van alleen met God, maar ook dat was niet echt
alleen, zovelen waren daar al voorgegaan en hadden bakens uitgezet. Vrienden,
sommigen voor een tijd, anderen voor het leven, maar altijd weer tochtgenoten,
die een ideaal hadden en deelden. Immer eenzelfde verhaal: je ontmoet, je
leert, je luistert en groeit, ongemerkt, dag na dag, maar altijd dankzij
anderen die delen God zij dank.
God zij dank. Omdat Hij ongezien
werkt. Langs paden die niet gepland waren. Brazilië was een droom. Echt
uitgekomen is hij nooit, niet omdat de roeping verstomd was, maar omdat er
onderweg telkens wel iets gebeurde, dat voorrang vroeg. Mijn zus werd
chronisch ziek, M.S., mijn ouders oud en hulpbehoevend, en een korte proeftijd
in een gezinstehuis voor kinderen werd, door een overlijden, een bezigheid voor
vele jaren.
Zo ging en gaat het voort tot op
vandaag. Leraar, pastoraal met gescheiden mensen, pastoor, aalmoezenier,
mislezer Telkens waren er mensen die deelden en mensen aan wie je zelf kon
delen. Dikwijls kwamen mensen op mijn weg, die op een of andere wijze in nood
verkeerden, arm waren, klein, uitgesloten. Vooral zij hebben mij veel
geboden, vooral zij hebben mij veel geleerd. Dikwijls ook waren er mensen die
in beeld kwamen en die een andere wending aan mijn leven gaven, omdat ze
onderweg gekwetst waren
Hoezeer de omstandigheden ook verschilden,
het verhaal bleef steeds gelijk, alleen de reisgezellen wisselden, maar altijd
onderweg, met tochtgenoten voor een tijd, die veel te bieden hadden en aan
wie ik soms ook iets mocht aanreiken.
Met mijn vriend van vele jaren,
Dom André uit Ruy Barbosa, hebben we hierover onlangs gepraat. Als je wat ouder
wordt kijk je wel eens achterom. Dom André vertelde dat hij in zijn leven
altijd gelukkig geweest was, bij elk werk dat hij deed in Brazilië, in de landbouwschool,
in de parochie bij de armen, en nu als bisschop. In een opwelling gaf ik mijn
samenvatting in deze woorden: ik ben nergens aangekomen, ik heb ook geen doel
bereikt, maar het was altijd de moeite, onderweg. En even later dacht ik aan dat liedje van Elly
en Rikkert uit de jaren 70: Er is geen weg naar Leven, Leven is de weg Er
is geen weg naar Liefde, Liefde is de weg.
Waar is God in dit alles? Een
vreemd beeld komt in mij op. Hij was en is het watermerk, nooit opvallend,
zelfs zelden zichtbaar. Alleen als ik mijn leven tegen het Licht houd. Dan was Hij er altijd, is Hij er nog en hoop ik
dat Hij er ook altijd blijven zal. Een watermerk met het gezicht van Jezus,
zoals ik enkele dagen geleden, in een gebed, schreef over een eucharistie, die
leven kan worden:
Op deze tweede vastenzondag lezen
we het evangelie van de gedaanteverandering:
Uit het evangelie volgens Lucas 9, 28b-36
In die tijd ging Jezus met
Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden.
Terwijl Hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd
zijn kleding stralend wit.
Opeens stonden er twee mannen met
Hem te praten: het waren Mozes en Elia, die in hemelse luister verschenen
waren. Ze spraken over het levenseinde dat Hij in Jeruzalem zou moeten
volbrengen.
Petrus en de beide anderen waren
in een diepe slaap gevallen; toen ze wakker schoten, zagen ze de luister die
Jezus omgaf en de twee mannen die bij Hem stonden.
Toen de mannen zich van Hem
wilden verwijderen, zei Petrus tegen Jezus: Meester, het is goed dat wij hier
zijn, laten we drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor
Elia, maar hij wist niet wat hij zei.
Terwijl hij nog aan het spreken
was, kwam er een wolk aandrijven, die een schaduw over hen wierp; ze werden
bang toen de wolk hen omhulde.
Er klonk een stem uit de wolk,
die zei: Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar Hem!
Toen de stem verstomd was, was
Jezus weer alleen. Ze zwegen over het voorval en vertelden in die tijd aan
niemand wat ze hadden gezien.
Homilie
De Tabor, het lijkt wel ontleend aan een boek met fantastische
vertellingen. En toch is het weer een heel herkenbaar stukje leven. De feiten
zijn verbluffend: zijn gezicht veranderde, zijn kleed werd stralend wit, Mozes
en Elia staan in hemelse luister bij Hem. Het is sensatie, maar de klemtoon
ligt niet daar. De komende kruisdood, daar spreken ze over. Tevoren had Jezus
dat ook al gedaan: DeMensenzoon moet veel lijden, Hij moet verworpen en
ter dood gebracht worden.Hij had er nog bij gezegd: Als iemand achter
Mij aan wil komen, moet Hij zijn kruis opnemen en Mij volgen.
Het succesverhaal is voorbij, geen massas meer, die achter Hem aanlopen.
Wel ruzie met oudsten, hogepriesters en farizeeën. Vol verwachtingen waren zij
Hem gevolgd, een onzekere toekomst tegemoet, enkel vertrouwend op zijn Woord.
Nu komt de ontnuchtering: waren zij niet op weg met iemand die altijd zou
verliezen?Het sprookje is uit, de mooie droom aan diggelen geslagen!
Eerst het geloof in de
verrijzenis zal weer hoop geven: Hij is gekruisigd, maar Hij leeft! En Hij
leidt ons naar een volkomen leven! Maar dat volkomen leven kan wel eens veraf
lijken, verborgen achter de einder, voor mensen onderweg.
Dan is de Tabor welgekomen, een berg in een egale vlakte. Een ogenblik van
licht in de vlakte van de dagen. Boven, op de berg, zien zij een glimp van wat
hen toen gelokt heeft. Die hoop van toen herleeft en wenkt weer.
Zo zijn ook wij onderweg, met eenzelfde Woord dat ons lokte, en geslingerd
tussen hoop en vrees. Soms kunnen angst en twijfel te groot lijken voor ons
kleine kunnen. Ons leven kan ons plat tegen de grond slaan. Eigen leed of de
massieve pijn van de wereld, zoveel kan ons doen wankelen, ook als wij tevoren
die grote genade van een rustig geloof mochten ervaren.
Weer is het verhaal hier niet af. Met OPEN OGEN kunnen andere ervaringen
ons deel zijn. Niemand heeft ooit God gezien. Maar soms kunnen wij iets van
Hem merken, iets dat de vervulling laat vermoeden van onze diepste hunker. Dat
gebeurt niet in lawaai en drukte, wel als het stil wordt in onszelf, als wij
aardse begeerten opzij schuiven, en ons openstellen voor God.
Als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft. Vergeten wij de
stilte niet, opdat wij die taal horen van al wat leeft. Opdat wij het vluchtige
schrijven van het schrijverke verstaan: wij schrijven, herschrijven en
schrijven nog den heiligen name van God.
Als je naar een foto kijkt,
zie je nooit de fotograaf.
En toch moet hij er zijn.
Ook al weet je meestal niet
wie hij is en wat hij wil,
zijn foto's kunnen veel vertellen.
Als je naar de wereld kijkt,
zie je nooit de schepper.
Meestal denk je niet meteen aan hem
die het allemaal heeft gemaakt.
En toch moet hij er zijn.
Want zoveel goede mensen en dingen
zijn beeld van hem
en kunnen veel vertellen
over wie hij is en wat hij wil.
Als je echt goed kijkt,
zie je hem dan toch?
Geloofd bent U,
mijn Heer, door onze Zuster Moeder Aarde,
die ons draagt
en voedt en velerlei vruchten voortbrengt