PALMZONDAG 1 APRIL 2012
HEER JEZUS, HET VOLK JUICHTE MET PALMEN
Toen Jezus en zijn leerlingen Jeruzalem naderden, in de richting van Betfage en Betanië op de olijfberg, zond Hij twee van zijn leerlingen uit met de opdracht: Gaat naar het dorp daar vóór u, en bij uw binnenkomst is het eerste dat ge zult vinden een veulen dat vastgebonden staat en waarop nog nooit iemand gezeten heeft; maakt dat los en brengt het hier. En als iemand u de opmerking maakt: Wat doet ge daar? antwoordt dan: De Heer heeft het nodig maar Hij stuurt het spoedig weer hier terug.
Zij gingen weg en vonden een veulen vastgebonden aan een deur buiten op straat. Ze maakten het los maar sommige mensen die daar in de buurt stonden riepen hun toe: Wat doet ge daar, om zo maar dat veulen los te maken ? Ze antwoordden zoals Jezus hun had gezegd en de mensen lieten hen ongemoeid.
Ze brachten het veulen bij Jezus, legden er hun mantels overheen en Hij ging er op zitten. Velen spreidden hun mantels op de weg uit, anderen groene takken die ze in het veld gehakt hadden.
De mensen die Hem omstuwden, jubelden: Hosanna; Gezegend de Komende in de naam des Heren; Geprezen het komende koninkrijk van onze vader David! Hosanna in den hoge! (Marcus 11,1-10)
---
Jij, kleine palmtakje, Je kost helemaal niets, En toch beteken jij zoveel.
Jij spreekt van Jezus op weg naar zijn lijden.
Jij vertelt van Noach en de duif boven het eindeloze water met een takje in haar bek, teken dat de redding nabij was.
Met jou in de hand zien we de vreugde van Witte Donderdag, de droefheid van Goede Vrijdag, en de rouw van Stille Zaterdag.
Als ik jou vasthoud draag ik Hoop in mijn handen. Jij kijkt naar Pasen, ons nu al gegeven.
Gezegend ben je.
(bron onbekend)
--- Gij met uw zachtzinnige oren en uw geduldig gezicht: Ik ben u zeer verplicht.
Dat gij het hebt aan willen horen hoe toenmaals het is geschied; en hoe mij de ander verried.
En dat ge zelfs niet hebt bewogen mij slechts hebt getroost met uw ogen. Dat kunnen de mènsen niet.
(Ida Gerhardt)
|