|   MARIA MAGDALENA IN DE GRAFTUIN   In wanhoop doolt zij rond  het graf is leeg  het lichaam van de meester  niet te vinden   alleen een vreemde –  de tuinman soms  zou hij misschien?    Waar hebt u hem gelegd  die men het leven nam  wil hem mij dan tenminste  nog als dode laten    verblind door tranen  alles is verloren  dood is nog altijd dood  wendt zij zich af –    Wat opent haar  wat heelt haar oren  wie noemt haar bij de naam  zoals zij is gekend?    Nog dieper ommekeer  dan in hun vroegst ontmoeten  ervaart zij wat zij ziet:  hij is het is  de Levende  die mij tot leven riep   Inge Lievaert    ---   In die tijd stond Maria buiten bij het graf te schreien. En al schreiend boog zij zich naar het graf toe en zag op de plaats waar Jezus’ lichaam gelegen had, twee in het wit geklede engelen zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde.  Zij spraken haar aan: ‘Vrouw, waarom schreit ge?’ Zij antwoordde: ‘Zij hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar zij Hem hebben neergelegd.’ Toen zij dit gezegd had, keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zonder te weten dat het Jezus was. Jezus zei tot haar: ‘Vrouw, waarom schreit ge? Wie zoekt ge?’ In de mening dat het de tuinman was vroeg zij: ‘Heer, mocht gij Hem hebben weggebracht, zeg mij dan waar ge Hem hebt neergelegd zodat ik Hem kan weghalen.’  Daarop zei Jezus haar: ‘Maria!’ Zij keerde zich om en zei tot Hem in het Hebreeuws:  ‘Rabboeni!’ wat leraar betekent.  Toen sprak Jezus: ‘Houd mij niet vast, want Ik ben nog niet opgestegen naar mijn Vader,  maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader,  naar mijn God en uw God.’  Maria Magdalena ging aan de leerlingen berichten dat zij de Heer gezien had en wat Hij haar gezegd had. (Johannes 20,11-18) 
 
  
 
  
 
  
 
  
 
  
 
   
 |