ASNETHA
Zo hard ook was het zwoegen
om in dit barre waterland
van ’s Graven Vier Ambachten
op moer en broek en schorre
steeds weder land en turf te winnen
bedijkt, bemalen en bevloeid.
Zwaar ook was het delven
om geulen vrij te houden
van Vliet naar Braakman,
voor het zeilen
met visserssloepen
op de Hont en zo naar zee.
Zo noest zal alle ambacht zijn
van lieden die hervormen
en die scheppen,
die met hun handen en hun geest
steeds bressen slaan en dichten,
die graven en verhogen,
verbuigen en doen barsten,
’t zij land, rivier of kreek,
’t zij hout of steen of taal.
Herman J. Claeys
14-08-1998
|