IN LIEFDE VERBONDEN
Op een dag ben ik een band aangegaan waarbij elk woord van de een zonder mankeren door de ander werd opgenomen. En hetzelfde gold voor elke stilte. Het ging niet om de versmelting die zo kenmerkend is voor prille verliefdheid, en zo irreëel en destructief.
De weidsheid van die band had iets muzikaals. Wij waren er tegelijk samen en gescheiden, als de twee doorschijnende vleugels van een libel. Omdat ik die volheid heb gekend, weet ik dat liefde niets te maken heeft met de sentimentaliteit van de liedjeszangers en dat je ze ook niet ergens bij de seksualiteit hoeft te zoeken – daarvan heeft de wereld haar eerste koopwaar gemaakt, degene die het mogelijk maakt alle andere waren te koop te bieden.
De liefde is het wonder op een dag te worden gehoord tot in je zwijgen toe en op jouw beurt met evenveel fijnheid te luisteren: het leven in zuivere toestand, even fijn als de lucht die de libellenvleugels draagt en zich verheugt om hun dans.
Christian Bobin: ‘Verrijzen’, p. 21
|