ALLES VOOR ALLEN
Wij leven te veel ons eigen leven en denken er veel te weinig aan, hoe wij door God met elkander en allen tezamen met Hem verenigd zijn. Wij moeten ons door niemand in liefde laten overtreffen. Wij moeten er steeds op uit zijn onze medemens te helpen. Onze tegenwoordigheid, waar dan ook, moet voor de mensen een lust, een feest, een troost zijn. Alles voor allen. Medeleven voor elkander, belangstelling in elkander. Geen hinderlijke belangstelling. Rekening houden met geslotenheid van bepaalde karakters. De mensen menen het zoveel beter dan zij het doen. Daarom verdraagt de liefde alles. Met de ogen Gods mensen en dingen bezien. Erop studeren elkander te dienen.
DE TUIN VAN ONS HART
Ook wij zijn kruisvaarders. Ook wij willen het heilige land, dat Jezus eenmaal toebehoorde, weer voor Christus herwinnen, niet het land ver over de zee, maar het heilige land in het binnenste van onze ziel, de tuin van ons hart, dat eenmaal aan Jezus werd toegewijd en Hem toebehoort. Geve God, dat ons dezelfde geestdrift bezielt, welke eens de kruisvaarders huis en hof deed verlaten om zich geheel in dienst te stellen van hun heilig ideaal. Gaan wij naar hun voorbeeld ook de eenzaamheid van de Karmel in om er de eeuwige waarheden van ons geloof te overwegen en na te denken over de betekenis ervan voor ons leven. Met Maria, die onder de bescherming van de H. Josef haar Jezus uit Egypte over de Karmel naar Nazaret terugvoerde, naar de plaats waar zij Hem ontving, mogen wij een ogenblik op de Karmel uitrusten.
(Titus Brandsma, 1881-1942)
|