DERDE STATIE
JEZUS VALT ONDER HET KRUIS
Als door boeven geveld,
zo bent u gevallen.
(2 Samuel, 3,34)
Mocht hij vallen, geveld is hij nooit,
want de Heer heeft zijn hand reeds gegrepen.
(Psalmen, 37,24)
DE HEER JEZUS
geeft ons een voorbeeld van de hoogste moed:
die van de zichtbare vernedering.
Een mens onder de mensen.
Hij ligt en zwijgt
met alle wonden.
Het hout is hard, de straatkeien
en de plotselinge belangstelling van de menigte
die niets méér is dan nieuwsgierigheid.
Tussen gewoel en geweld
van kijkers en knechten
staat Hij op, staat Hij recht.
HEER JEZUS,
geef ons inzicht én uitzicht.
Laat ons niet overmand worden door last of leed,
niet toegeven aan de bekoring
om het op te geven of te versagen.
Verleen ons de durf om van U te zijn,
genoemd met Uw naam,
gered door Uw bloed.
Uw getuigen voor U
niet enkel op een feestelijk moment
met velen samen,
maar altijd in het gewone leven van alledag
en soms alléén.
VIERDE STATIE
JEZUS ONTMOET ZIJN MOEDER
Zij ontmoeten elkander, genade en waarheid,
gerechtigheid en vrede.
(Psalmen, 85,11)
Want dit zegt Jahwe:
Zoals een moeder haar zoon troost,
zo troost Ik u.
(Jesaja, 66,13)
DE HEER JEZUS
ziet zijn moeder,
de eerste en laatste getuige,
de eerste en laatste toevlucht.
Zij bleef op de achtergrond
in de dagen van glorie,
maar is Hem nabij op de weg van zijn lijden,
op de weg naar zijn dood.
Zij wéét wat verdriet is en leed.
Daarom zegt zij weinig.
Of véél: met haar oogopslag en haar groet,
met haar onmachtige handen.
HEER JEZUS,
zoon van Maria,
Gij zijt van haar weggegaan
uit gehoorzaamheid aan de Vader.
Gij hebt gekozen.
Niet voor een vreedzaam en veilig bestaan,
beneden in het land van de mensen,
maar voor de berg van het offer.
Eén kort ogenblik lang
wordt Gij weer het kind en de knaap van Nazareth.
Daarna, en voorgoed,
De Man-van-smarten naast de Moeder-van-smarten.
Een teken van tederheid in het tumult rondom.
Anton van Wilderode: ‘De weg die Hij ging’
Foto’s: Kerk Waarschoot
|