22ste ZONDAG A – 3 SEPTEMBER 2017
WIE MIJN VOLGELING WIL ZIJN …
En daarna zei Jezus nog tot zijn leerlingen: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. (Matteüs 16,24)
Soms doen wij dingen die ‘wetenschappelijk niet verantwoord’ zijn. Dingen die we normaal gesproken niet zouden doen. We doen dat soms uit edelmoedigheid, soms uit dommigheid. Ook in de meest belangrijke beslissingen van ons leven laat het verstand het soms afweten en zijn er andere redenen die ons in beweging brengen. ‘Durven leven vanuit uwen buik’ noemen ze dat, iets dat vandaag sterk gewaardeerd wordt.
Men heeft zelfs de neiging om al wat een mens doet, te verklaren vanuit louter lichamelijke factoren: het zijn uw genen, of uw hormonaal stelsel of een bepaalde stof die door één of andere klier afgescheiden wordt die uw hersenen activeert. Het menselijk gedrag wordt zogezegd bepaald door de materie, van onderuit.
Maar zou het ook niet kunnen dat het bepaald wordt door iets geestelijks. Zou het niet kunnen dat Iemand van bovenuit ons leven leidt? Als we dingen doen die we normaal gesproken nooit zouden doen, zou het niet kunnen dat we die dan doen enkel en alleen omdat we denken daarmee Gods wil te vervullen? Jezus had nog vele jaren in Galilea kunnen blijven. De mensen hielden van Hem en zij luisterden naar zijn woorden. Met zijn glasheldere parabels had Hij hen en ons nog zoveel wijsheid kunnen bijbrengen. Maar neen, Hij wil naar Jerusalem ook al voorziet Hij daar de confrontatie, met aanhouding en terechtstelling voor gevolg. En toch gaat Hij, met als enige reden: de wil van de Vader volbrengen.
Hij kiest voor het lijden. Om Gods wil! Dat woord is in onbruik geraakt, maar niet alleen het woord, ook de gedachte: Gods wil volbrengen schijnt een inbreuk te zijn op onze autonomie. Het evangelie geeft ons een antwoord op die eeuwige vraag: waar ligt onze levensvervulling? Is dat in het bevredigen van onze klein menselijke ambitie of is er Iemand, Iemand die groter is dan ons hart en die met respect voor onze menselijke vrijheid ons wil optillen boven onszelf.
Het is goed dat we de impulsen van ons lichamelijk stelsel kennen en er rekening mee houden maar dat mag ons niet beletten om even attent te zijn op een geestelijke input. Het mag ons niet beletten om te geloven in Gods droom over ons leven en te bidden: Heer, wat wilt gij dat ik doe?
(Manu Verhulst)
U achterna
U achterna, dat worden smalle wegen,
de stilte tegemoet, de bergen in, -
een kale wereld, kil en afgelegen,
en elke draai een hachelijk begin.
U achterna, dat wordt een pijnlijk wagen,
ver van vertrouwd geluk, al is dat klein;
dat wordt eenmaal uw zware last meedragen
en altijd onderweg en dakloos zijn.
U achterna, dat is voor armoe kiezen,
voor honger en voor dorst en voor gemis
en elke droom van zekerheid verliezen
in een ontmoedigende duisternis.
U roep ik aan, u die ik na moet leven
en die uw kruis nog krijgt en Golgotha:
o Jezus, help me, als ik het zou begeven
aan ’t einde van de reis U achterna.
Michel van der Plas
|