DE VERLATENE
De wind en het grauwe weer gaan over mijn hart,
en ergens over een dak waar ik heb bemind;
de winter wordt koud, en de struiken zijn al zwart –
over een plek waar mijn graf zal zijn gaat de wind.
Ik zou vuur maken als zij hier weer bij mij kwam
als eens in dat oud verhaal van haar en van mij;
maar nu sta ik, stil en denkende, bij het raam –
de winter wordt koud; de jaren gingen voorbij.
Adriaan Roland Holst


|