Een bezinning bij het evangelie van de vierde zondag van de advent, genomen uit Lucas, eerste
hoofdstuk, verzen 39 tot 45.
Gelukkig is zij die
geloofd heeft
Enkele dagen voor Kerstmis gaan
onze gedachten speciaal uit naar de Moeder van het kindje: Maria. Het evangelie
zegt niet zodanig veel over haar, maar vandaag horen we toch een treffend
verhaal: zij gaat in alle nederigheid naar haar nicht Elisabeth.
Hoewel zij de moeder van de
Verlosser, de moeder van God, zal worden, blijft zij de kleine, nederige vrouw
die haar leven ten dienste van anderen wil stellen. Zo wijst zij een mooie weg
voor vrouwen en voor mannen!
Dit evangelie sluit aan bij dat andere verhaal, waarin de engel aan Maria
vraagt om de moeder van Jezus te worden. We kennen haar angst bij dat vreemde
bezoek: zij schrok hevig bij de groet van Gabriel. We kennen ook het woord van
de engel: Wees niet bang, Maria.
Vrees niet: zo dikwijls staat het in het evangelie, dat we hier echt de kern
raken. Wat er ook gebeurt, als je wereld lijkt in te storten, is er dat Vrees
niet.
De eeuwen door heeft God zijn mensen bemoedigd. Een ontroerende uiting lezen we
bij Jesaja Wees toch niet bang, jij
wormpje, Israël. Zo eeuwenoud is ook die psalm: Heer, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik, ik zoek
niet wat te groot is. Ik ben stil geworden. Als een kind op de arm van zijn
moeder, als een kind is mijn ziel in mij. De jaren lang, dat Jezus optrok
met zijn vrienden, zei Hij voortdurend: Vrees niet. Zelfs toen hun schip
kapseisde in de storm.
En dan zijn er die generaties mensen, die naar Jezus keken, omdat zij door
twijfel aangevreten werden, omdat hun leven een storm leek, omdat zij dreigden
te kapseizen. Met telkens weer datzelfde: Wees niet bang, vrees niet, Ik ben
er. De eeuwen door hebben mensen dat gelezen, dat gehoord, dat geloofd: Vrees
niet. Ik ben er. Ik ben er voor u.
Geloven wij Hem op zijn Woord?
Bij het bezoek van de engel Gabriel is Maria de vrouw die ja zegt tot
God. Nu gaat zij verder: haar ja is geen lege lippendienst, maar kleurt haar
hele leven. Zij zegt nu ook ja aan de mensen, aan die concrete vrouw:
Elisabeth.
Elisabeth stond zeker niet in aanzien. In het volksgeloof was zij door God zelf
afgewezen, omdat zij kinderloos zou blijven. Onvruchtbaarheid werd immers als
een schande beschouwd. Daarom lazen we gisteren: De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij
gedaan opdat de mensen me niet langer verachten. Zo hoorde Elisabeth bij
de minderen, de mensen aan de kant. Uitgerekend naar zo iemand gaat Maria, zij,
die door God zelf was uitverkoren.
Gaan wij naar hen die uitgestoten zijn?
Lieve Moeder Maria,
Jij toont ons
dat God de grootste dingen doet
door middel van mensen
die voor de wereld
niet of nauwelijks meetellen.
Ontdoe ook ons van onze eigenwaan
en leer ons de nederigheid,
die u eigen was. Amen.
|