FEEST VAN DE AANKONDIGING VAN DE HEER
Vandaag
lezen wij uit het evangelie volgens Lucas, eerste hoofdstuk, verzen 26 tot 38
In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in
Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette,
een afstammeling van David. Het meisje heette Maria.
Gabriël ging haar huis binnen en zei: Gegroet Maria, je bent
begenadigd, de Heer is met je.
Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat
die begroeting te betekenen had.
Maar de engel zei tegen haar: Wees niet bang, Maria, God heeft je
zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je
moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste
worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven.
Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn
koningschap zal geen einde komen.
Maria vroeg aan de engel: Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog
nooit gemeenschap met een man gehad.
De engel antwoordde: De heilige Geest zal over je komen en de
kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind
dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je
familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is
nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar
zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.
Maria zei: De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat U
hebt gezegd.
Daarna liet de engel haar weer alleen.
---
Vandaag
houdt de wereld adem in: Maria boodschap noemen wij dit feest. Er zijn
grotere feesten. Maar wat we vandaag vieren is toch heel bijzonder. De hemel
raakt de aarde, Gods tedere ontferming raakt onze vrijheid en we kunnen ja of
neen zeggen. Hij vraagt alles aan een meisje uit Nazareth. Aan haar, die zo
klein is, vraagt God om moeder van zijn Zoon te worden. De hele schepping rilt
en huivert. God is zo groot dat Hij de vrijheid van een klein meisje eerbiedigt
om Zijn plan uit te voeren. Hij vraagt haar instemming en zij kan in volle
vrijheid ja zeggen. En zij doet dat ook! Niet uit eigen kracht, want al van
bij haar geboorte woont de Geest in haar hart. Zij staat zo open, zij is zo
ontvankelijk dat zij van ganser harte ja zegt zodra God haar aanspreekt. Maar
die Geest dwingt niet. Zacht en teder bewoont Hij haar, zodat zij, helemaal
vrij, en toch met heel haar wezen ja zegt op dit onbegrijpelijk gebeuren:
Gij zult een kind ontvangen, een zoon ter wereld brengen en Hem Jezus noemen.
Dit Fiat is het grootste wat mensen ooit konden doen. Want hier is onze
vrijheid, zo kwetsbaar en zo gekwetst, overgegaan in de vreugdevolle overgave
van de totale ge-HOOR-zaamheid.
Er
komt in het leven van elke mens zon dag of uur waar aarde en hemel de adem
inhouden. Het is het uur van de engel in ons leven, die van Godswege, een
oprecht ja-woord vraagt. En dan staat alles even stil. God is zo groot en ook
zo teder dat Hij ook ons hart niet wil overweldigen. Hij vraagt het:
asjeblief, ben je bereid? En dan
zullen wij wellicht schrikken of bang zijn, want wat God vraagt is bijna altijd
zo groot. Maar ook aan ons zal Hij zeggen: de Heilige Geest zal over U komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. En wat dan uit u groeit
is heilig en komt van God. Wat Hij ook
vraagt, wees niet bang. Zeg gewoon: Zie de dienstmaagd des Heren, mij
geschiede naar uw Woord.
Dan
gaat de engel heen en komt de Geest over ons en Jezus kan opnieuw dieper in de
wereld treden.
Wees gegroet, Maria, moeder van de Heer,
leer mij luisteren als God tot mij spreekt
en ook voor mij, een goede boodschap heeft.
Wees gegroet Maria, moeder van de Heer,
help mij doen dat wondere dat God mij vraagt,
en vertrouwen dat zijn Liefde alles ten goede keert.
Wees gegroet Maria, laat mij niet alleen
als pijn en kwaad mijn hart en leven breken,
en vertel mij dan van Jezus,
uw Zoon en onze Broeder. Amen.
---
NAZARETH, MARIA, MOEDER VAN DE HEER
(Gabriël)
De dag was zo stil
te Nazareth
als een avond der meimaand hier,
wanneer het in Vlaanderen geurt alom
van lindebloesem en vlier.
Maria bleef in de zon alleen,
Maria zat in een hoek
van haar kleine kamer, wit en ontdaan
en verwonderd na mijn bezoek.
Ik vloog naar de nok van de hemel weer
en door niemand nagestaard;
ik knielde in het midden des hemels en zei:
Vader, zij heeft aanvaard.
En heel de ruimte werd wit en stil
van roerloosheid en van licht,
want beneden begon Maria aan
de strofen van haar gedicht.
Anton van Wilderode
|