Overweging bij Palmzondag
We lezen uit het evangelie volgens Johannes, hoofdstuk 12,
de verzen 12 tot 16:
De volgende dag
was er al een
grote menigte in Jeruzalem voor het feest.
Toen ze hoorden
dat Jezus ook zou komen,
haalden ze
palmtakken
en liepen ze de
stad uit, hem tegemoet,
terwijl ze riepen:
Hosanna!
Gezegend hij die
komt in de naam van de Heer,
de koning van
Israël.
Jezus zag een ezel
staan en ging erop zitten,
zoals geschreven
staat:
Vrees niet, Sion,
je koning is in aantocht,
en hij zit op een
ezelsveulen.
Zijn leerlingen
begrepen dit aanvankelijk niet,
maar later, toen
Jezus tot majesteit verheven was,
herinnerden ze
zich
dat dit over hem
geschreven stond,
en dat het zo ook
gebeurd was.
---
Dank aan een ezel
Gij met uw zachtzinnige oren
en uw geduldig gezicht:
Ik ben u zeer verplicht.
Dat gij het hebt aan willen horen
hoe toenmaals het is geschied;
en hoe mij de ander verried.
En dat ge zelfs niet hebt bewogen
mij slechts hebt getroost met uw ogen.
Dat kunnen de mènsen niet.
(Ida Gerhardt)
---
Jij, kleine palmtakje,
Je kost helemaal niets,
En toch beteken jij zoveel.
Jij spreekt van Jezus op weg naar zijn lijden.
Jij vertelt van Noach en de duif
boven het eindeloze water
met een takje in haar bek,
teken dat de redding nabij was.
Met jou in de hand zien we
de vreugde van Witte Donderdag,
de droefheid van Goede Vrijdag,
en de rouw van Stille Zaterdag.
Als ik jou vasthoud
draag ik Hoop in mijn handen.
Jij kijkt naar Pasen, ons nu al gegeven.
Gezegend ben je.
|