VIERDE ZONDAG VAN
PASEN
DE GOEDE HERDER
We lezen vandaag op deze roepingenzondag uit het evangelie
van Johannes over de Goede Herder.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
Mijn schapen luisteren naar mijn stem
en Ik ken ze
en ze volgen Mij.
Ik geef hun eeuwig leven;
zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan
en niemand zal ze van Mij wegroven.
Mijn Vader immers die ze Mij gegeven heeft
is groter dan allen;
en niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven.
Ik en de Vader, Wij zijn één.
(Johannes 10,27-30)
Telkenjare wordt op
de vierde zondag van Pasen roepingenzondag gehouden. De Kerk bidt en ijvert
dan in het bijzonder voor nieuwe roepingen. Hoewel daarbij steevast herhaald
wordt dat elke gelovige geroepen en gezonden is om te getuigen van zijn geloof
in de Verrezen Jezus, wordt steeds de klemtoon gelegd op de specifieke
roepingen van priesters en kloosterlingen.
Telkenjare ook wordt
daarbij het beeld van de Goede Herder voorgelezen en voorgehouden. De roeping
en zending van de kloosterling en van de priester heeft slechts waarde indien
zij een afspiegeling is van het herderschap van Jezus zelf. Vanzelfsprekend kan
geen priester of kloosterling de volmaakte herder, die Jezus is, evenaren. Dit
neemt niet weg dat de navolging van de persoon van Jezus een ideaal en
streefdoel moet zijn.
Hoe heeft Jezus zijn
herderschap beleefd en beoefend? In één van de oudste teksten van de
christelijke geschiedenis citeert Paulus een kerklied van de eerste
christenen. We vinden deze tekst in de brief aan de christenen van Filippi,
hoofdstuk 2, verzen 6 tot 11:
Hij die de gestalte
van God had,
hield zijn
gelijkheid aan God niet vast,
maar deed er afstand
van.
Hij nam de gestalte
aan van een slaaf
en werd gelijk aan
een mens.
En als mens
verschenen,
heeft hij zich
vernederd
en werd gehoorzaam
tot in de dood
de dood aan het
kruis.
Daarom heeft God hem
hoog verheven
en hem de naam
geschonken
die elke naam te
boven gaat,
opdat in de naam van
Jezus
elke knie zich zal
buigen,
in de hemel, op de
aarde en onder de aarde,
en elke tong zal
belijden:
Jezus Christus is
Heer,
tot eer van God, de
Vader.
Alleen als de priester of kloosterling dit beeld van Jezus
als ideaal en streefdoel neemt is hij of zij geloofwaardig. Het vertrouwen van
de mensen in de kerk wordt geschokt en geschonden, wanneer zij vaststellen dat
officiële bedienaren dit beeld niet voor ogen houden maar onder de vlag van een
verheven ideaal vooral eigen voordeel betrachten, in de vorm van de drie
gekende bekoringen van Jezus in de woestijn: geldhonger, machtsdrang en
eerzucht.
In het licht van de pijnlijke gebeurtenissen van deze week,
rond de persoon van de vroegere bisschop Roger Vangheluwe, zien we des te beter
waar de wortel van het kwaad in de Kerk gelegen is. Het gaat er hier niet om op
een gemakkelijke wijze veroordelend te spreken over de vroegere bisschop. Hoe
vreemd het ook mag klinken, eigenlijk is hij zelf ook slachtoffer, ondanks het
leed dat hij heeft aangericht. Hij is zelf slachtoffer omdat ook in onze tijd
de Kerk helaas haar gezag op macht en niet op dienstbaarheid, vertrouwen en
geloofwaardigheid gebouwd heeft en vooralsnog blijft bouwen. En hij, klein
mensje, wilde klimmen in deze Kerk.
Ons persoonlijk geloof moet in genen dele aangetast worden door
deze gebeurtenissen, zo dicht bij huis in ons kleine Vlaanderen, en evenzeer in
tal van andere landen in de wereldkerk. Laten wij bidden en hopen dat een
totaal vernieuwde Kerk mag verrijzen uit dit leed en dit kruis.
Een kerk zoals zij reeds in de jaren 60 gedroomd werd door
de Dominicaan Yves Congar: Pour une église servante et pauvre (Pleidooi voor
een dienende en arme Kerk), en later door de vroegere bisschop van Evreux,
Jacques Gaillot: Si lEglise ne sert pas, elle ne sert à rien (Als de Kerk
niet dient, dient zij tot niets.)
In haar geestelijk testament, daterend van 15 augustus 2005,
schrijft Sur Emmanuelle:
Si je devais
résumer lessentiel de mon engagement religieux pour le transmettre aux jeunes
générations, je dirais que jai toujours milité pour une Église servante et
pauvre.
(Als ik het diepste wezen van mijn engagement als
kloosterlinge zou moeten samenvatten, om het door te geven aan de jongeren van
vandaag, dan zou ik zeggen dat ik mij altijd ingezet heb voor een dienende en
arme Kerk.) (Bron: La Croix, van 30 augustus 2008).
Heer Jezus, Goede Herder,
genees ons hart, dat versplinterd is,
verlamd door zoveel voorbehoud.
Laat ons luisteren naar uw stem
en U van ganser harte volgen.
Gij voelt met ons mee
en geeft ons ruimte om te leven.
Van harte vertrouwen wij ons aan U toe.
Amen.



|